17
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
-
1. Verklikkerlampje
veiligheidsgordel
2. Verklikkerlampje uitschakeling
airbag passagier
3. Verklikkerlampje airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen
vóór
5. Verklikkerlampje
antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor
8. Richtingaanwijzer links 9.
Kilometerteller,
onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter en
snelheidsbegrenzer/-regelaar
10. Richtingaanwijzer rechts
11. Verklikkerlampje emissieregeling
12. Verklikkerlampje grootlicht
13. Verklikkerlampje handrem,
te laag remvloeistofniveau
en storing elektronische
remdrukregelaar
14. Verklikkerlampje dimlicht
15. Verklikkerlampje laden van de accu
16. Verklikkerlampje motoroliedruk
en motorolietemperatuur
17. Temperatuurmeter motorolie 18.
Schakelaar dagteller/
kilometerteller
19. Verklikkerlampje STOP
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje
brandstofreserve
26. Verklikkerlampje elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
27. Verklikkerlampje
snelheidsbegrenzer/-regelaar
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE - DIESEL (HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK)
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
18 -
1. Verklikkerlampje
veiligheidsgordels
2. Verklikkerlampje uitschakeling
airbag passagier
3. Verklikkerlampje airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen
vóór
5. Verklikkerlampje
antiblokkeersysteem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8. Kilometerteller,
onderhoudsindicator,
motorolieniveaumeter en
snelheidsbegrenzer/-regelaar 9.
Richtingaanwijzer rechts
10. Verklikkerlampje emissieregeling
11. Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem,
te laag remvloeistofniveau
en storing elektronische
remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14. Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk
en motorolietemperatuur
16. Schakelprogramma's
17. Schakelstandindicatie
18. Schakelaar dagteller/
kilometerteller 19.
Verklikkerlampje STOP
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23. Dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25. Verklikkerlampje
brandstofreserve
26. Verklikkerlampje elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP/ASR)
27. Verklikkerlampje
snelheidsbegrenzer/-regelaar
INSTRUMENTENPANEEL: BENZINE (AUTOMATISCHE TRANSMISSIE)
19
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
-
VERKLIKKERLAMPJES
Een verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij dr aaiende motor knippert, is een teken dat het desbetreffende
onderdeel of systeem niet goed werkt.
Sommige verklikkerlampjes kunnen branden in combinati e met een geluidssignaal en een melding op het multifunc-
tionele display. Negeer een dergelijke waarschuwing niet, maar raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk.
Stop onmiddellijk indien tijdens het rijden het verklikk erlampje STOP gaat branden, maar zorg ervoor dat u uw a uto
op een zo veilig mogelijke plaats tot stilstand brengt.
Verklikkerlampje
STOP
Gekoppeld aan de verklikkerlampjes:
- motoroliedruk en motorolietemperatuur,
- handrem,
- remvloeistofniveau,
- storing elektronische remdrukregelaar.
Gekoppeld aan de koelvloeistoftem-
peratuurmeter.
Stop als het lampje bij draaiende
motor knippert onmiddellijk.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. Verklikkerlampje
motoroliedruk
en -temperatuur
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
STOP.
Stop onmiddellijk.
Wijst op hetzij:
- te lage oliedruk.
- te weinig olie in het smeersysteem. Vul indien nodig
olie bij.
- een te hoge temperatuur van de motorolie. Het verklikkerlampje
brandt in combinatie
met een geluidssignaal.
Matig uw snelheid om de
motorolietemperatuur te laten
dalen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. Verklikkerlampje
handrem, te laag
remvloeistofniveau
en elektronische
remdrukregelaar (REF)
Gekoppeld aan het verklikkerlampje
STOP.
Wijst op:
- een (iets) aangetrokken handrem,
- een te laag remvloeistofniveau (als het lampje ook bij losse
handrem blijft branden),
- een storing in de elektronische remdrukregelaar, als het
verklikkerlampje brandt
in combinatie met het
verklikkerlampje ABS.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
20 -
Verklikkerlampje laden
van de accu
Wijst op:
- een storing in het laadcircuit,
- loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor,
- een gebroken of te slappe dynamoriem,
- een defecte dynamo.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
Verklikkerlampje
emissieregeling
(volgens uitvoering)
Gaat bij het aanzetten van het con-
tact enkele seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor
gaat branden, wijst dit op een storing
in het injectie-/ontstekingssysteem of
in de emissieregeling.
Als het verklikkerlampje knippert, kan
bij een benzinemotor de katalysator
beschadigd raken.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk. Voorgloeien (diesel)
Wacht met het starten van
de motor tot dit lampje uit is.
Als de temperatuur al hoog genoeg
is, gaat het lampje gedurende minder
dan 1 seconde branden en kunt u de
motor direct starten.
Verklikkerlampje
brandstofreserve
Op het moment dat
dit lampje gaat branden, bedraagt de
actieradius nog minimaal 50 km (tan-
kinhoud: ca. 50 liter).
Verklikkerlampje
snelheidsbegrenzer/-
regelaar
Dit lampje gaat branden als
de snelheidsbegrenzer of -
regelaar wordt ingeschakeld.
Verklikkerlampje
elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP/ASR)
Dit lampje gaat elke keer dat het con-
tact wordt aangezet enkele secon-
den branden.
Tijdens het rijden gaat dit lampje
branden als het systeem in werking
treedt.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
blijft het lampje branden in combina-
tie met een melding op het multifunc-
tionele display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk
als het verklikkerlampje bij draaiende
motor en tijdens het rijden blijft bran-
den. Verklikkerlampje
antiblokkeersysteem
(ABS)
Dit lampje gaat elke keer dat het con-
tact wordt aangezet enkele secon-
den branden.
Als het lampje bij een snelheid van
meer dan 12 km/h blijft branden of
gaat branden, wijst dit op een storing
in het antiblokkeersysteem.
De normale remwerking met rembe-
krachtiging blijft echter behouden.
Als het lampje gaat branden in com-
binatie met een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele
display, wijst dit op een storing in het
antiblokkeersysteem.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk.
81
VEILIGHEID
-
ANTIBLOKKEERSYSTEEM
(ABS) EN
ELEKTRONISCHE
REMDRUKREGELAAR (REF)
Het antiblokkeersysteem zorgt sa-
men met de elektronische remdruk-
regelaar tijdens het remmen voor
een betere stabiliteit en handelbaar-
heid van uw auto, vooral op slecht of
glad wegdek.
Zorg er bij het vervangen van de wie-
len (banden en velgen) voor dat er
gehomologeerde wielen worden ge-
monteerd.
Het antiblokkeersysteem treedt au-
tomatisch in werking als één van de
wielen dreigt te blokkeren.
NOODREMASSISTENTIE
Dit systeem zorgt ervoor dat in nood-
gevallen de optimale remdruk sneller
wordt bereikt, zodat de remafstand
kleiner wordt.
Het systeem wordt ingeschakeld
als de snelheid waarmee het rem-
pedaal wordt ingedrukt groot is en
zorgt ervoor dat de benodigde be-
dieningskracht minder wordt en dat
de effectiviteit van het remmen wordt
vergroot.
Trap bij een noodstop het rempedaal
volledig in zonder los te laten.
Bij een noodstop worden, afhankelijk
van de optredende remvertraging,
de alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld. Ze worden uitgescha-
keld zodra weer wordt gasgegeven.
Als dit verklikkerlampje gaat
branden in combinatie met
een geluidssignaal en een
melding, duidt dit op een sto-
ring in het antiblokkeersysteem, waar-
door u tijdens het remmen de controle
over de auto zou kunnen verliezen. Als dit verklikkerlampje en
het verklikkerlampje
STOP
gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding, duidt dit op een storing
van de elektronische remdrukrege-
laar, waardoor u tijdens het remmen
de controle over de auto zou kunnen
verliezen.
Stop onmiddellijk.
Raadpleeg in beide gevallen het
PEUGEOT-netwerk.
De normale werking van het anti-
blokkeersysteem kan merkbaar zijn
door trillingen in het rempedaal.
Trap het rempedaal bij een nood-
stop zo krachtig mogelijk in en
laat het niet los.
VEILIGHEID
82 -
ANTISPINREGELING
(ASR) EN ELEKTRONISCH
STABILITEITSPROGRAMMA (ESP)Uitschakelen van het ASR/ESP-
systeem
In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in de modder, sneeuw, in
mulle grond,...) kan het nuttig zijn het
ASR- en ESP-systeem uit te schake-
len, zodat de wielen kunnen spinnen
en weer grip kunnen krijgen.
F Druk op de schakelaar "ESP
OFF" , die zich links onder het
stuurwiel bevindt. Controle van werking
De systemen ASR en ESP
zorgen voor meer veilig-
heid tijdens het rijden. De
bestuurder mag zich ech-
ter nooit laten verleiden tot het ne-
men van meer risico's of te hard
rijden.
De goede werking van de syste-
men wordt verzekerd door de na-
leving van de voorschriften van
de constructeur op het gebied
van wielen (banden en velgen),
onderdelen van het remsysteem,
elektronische onderdelen en de
procedures voor montage en het
uitvoeren van werkzaamheden
door het PEUGEOT-netwerk.
Laat de systemen na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-
netwerk.
Werking van het ASR- en
ESP-systeem Het verklikkerlampje van de
schakelaar en het pictogram
gaan branden in combinatie
met een melding op het mul-
tifunctionele display: het ASR/ ESP-
systeem is uitgeschakeld.
Het systeem wordt opnieuw:
F automatisch ingeschakeld als
het contact wordt afgezet.
F handmatig ingeschakeld door
nogmaals op de schakelaar te
drukken. Bij een storing in de syste-
men zal het verklikkerlamp-
je van de schakelaar gaan
knipperen en het pictogram
verschijnen.Raadpleeg het
PEUGEOT-netwerk om de systemen
te laten controleren.
Als het ASR- of ESP-sy-
steem ingrijpt, knippert het
desbetreffende pictogram.
Inschakelen van het ASR- en
ESP-systeem
Als het contact is aangezet, zijn het
ASR- en ESP-systeem altijd inge-
schakeld.
Deze systemen staan in verbinding
met het ABS en zijn hier een aanvul-
ling op.
Het ASR-systeem past de aandrijf-
kracht aan om het doorspinnen van
de wielen te voorkomen via de rem-
men van de aangedreven wielen en
de motor. De ASR zorgt ook voor
meer koersstabiliteit bij het accele-
reren.
Het ESP-systeem grijpt automatisch
in via het remsysteem en de motor
als de koers van de auto afwijkt van
de door de bestuurder gewenste
richting. In extreme situaties kan het
systeem de auto echter niet altijd on-
der controle houden.
PRAKTISCHE INFORMATIE
102 -
of Bij het ontwerp van het
elektrische circuit van uw
auto is reeds rekening ge-
houden met de montage
van zowel de standaard-
uitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het PEUGEOT-net-
werk voordat u andere elektrische
voorzieningen of accessoires in de
auto monteert of laat monteren.
Sommige elektrische accessoires
zelf, of de wijze waarop die zijn
gemonteerd, kunnen de werking
van de elektrische systemen van
de auto (de elektronische bedie-
ningssystemen, het audiosysteem
en het laadcircuit) nadelig beïn-
vloeden.
PEUGEOT is niet aansprakelijk
voor kosten die voortvloeien uit
het verhelpen van storingen ver-
oorzaakt door het monteren van
extra accessoires die niet door
PEUGEOT aanbevolen en gele-
verd worden. Dit geldt ook voor
voorzieningen die niet volgens de
voorschriften van PEUGEOT zijn
gemonteerd en met name voor
apparatuur met een stroomver-
bruik van meer dan 10 mA.
Zekering Ampère Functies
1 * 20A Motorventilateur
2 * 60A ABS/ESP
3 * 30A ABS/ESP
4 * 70A Voeding intelligente servicecentrale
5 * 70A Voeding intelligente servicecentrale
6 * - Vrij
7 * 30A Voeding stuur-/contactslot
8 * 20A Versterker autoradio
Zekeringkast motorruimte
Maak het deksel los om de zekeringkast (naast de accu) in de motorruimt
e te
openen.
Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische
installatie. Laat werkzaamheden aan hoofdzekeringen alleen door het
PEUGEOT-netwerk uitvoeren.
103
PRAKTISCHE INFORMATIE
-
Zekering Ampère Functies
1 10A Elektronische eenheid voorgloeien (diesel) - sensor water in brandst
of - schakelaar
achteruitrijlicht - snelheidssensor - luchthoeveelheidsmeter (diesel)
2 15A Elektroklep absorptievat - brandstofpomp
3 10A Elektronische eenheid motor ABS/ESP - remlichtschakelaar ESP
4 10A Elektronische eenheid automatische transmissie - elektronische eenheid motor
5 - Vrij
6 15A Mistlampen vóór
7 20A Koplampsproeierpomp
8 20A Relais motorventilateur - elektronische eenheid motor - inspuitpo
mp
diesel - brandstofdrukregelaar diesel - elektroklep motormanagement
9 15A Dimlicht links
10 15A Dimlicht rechts
11 10A Grootlicht links
12 15A Grootlicht rechts
13 15A Claxon
14 10A Ruitensproeierpomp voor en achter
15 30A Voorverwarming smoorklephuis - inspuitpomp diesel - lambdasonde - ele
ktronische
eenheid motor - luchthoeveelheidsmeter - bobine - elektroklep mot ormanagement -
voorverwarming brandstof (diesel) - verstuivers
16 30A Relais luchtpomp
17 30A Hoge en lage snelheid ruitenwissers
18 40A Aanjager