57
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
De ingestelde luchtverdeling wordt
aangegeven door een brandend
lampje op de geselecteerde knoppen.
Als een gecombineerde functie is in-
gesteld en er een knop wordt inge-
drukt, dan wordt ook de functie van
die knop ingeschakeld. Als daarente-
gen een knop van een reeds ingestelde
functie wordt ingedrukt, dan wordt
die functie uitgeschakeld (het be-
treffende lampje dooft).
Voor het hervatten van de automati-
sche werking van de luchtverdeling na
een handmatige instelling, moet de
knop AUTOworden ingedrukt.
Als de bestuurder kiest voor luchtver-
deling naar de voorruit, wordt ook de
luchtstroom aan passagierszijde auto-
matisch naar de voorruit geleid. De
passagier kan vervolgens een andere
luchtverdeling kiezen door de be-
treffende knoppen in te drukken.Drukknoppen
AUTO H-N
(automatische
werking)
Als u de knop AUTO
aan bestuurderszijde
en/of passagierszijde
voor indrukt, regelt het
systeem automatisch,
in de betreffende zo-
nes, de hoeveelheid en
de verdeling van de
naar het interieur toegevoerde lucht en
worden alle voorafgaande handmatige
instellingen opgeheven.
Dit wordt aangegeven door het ver-
schijnen van het opschrift FULL
AUTOop het display voor.
Als er een of meerdere handmatige in-
stellingen zijn uitgevoerd (luchtrecir-
culatie, luchtverdeling, aanjagersnel-
heid of uitschakeling aircocompres-
sor), dooft het opschrift FULLop het
display om aan te geven dat het sys-
teem niet langer alle functies auto-
matisch regelt (behalve de tempera-
tuur die altijd automatisch wordt ge-
regeld). Drukknoppen voor
regelen
aanjagersnelheid L
Als u op de uiteinden
van knop
pdrukt,
wordt de aanjagersnelheid verhoogd
of verlaagd en daarmee de hoeveel-
heid lucht die in het interieur wordt
gevoerd om de gewenste temperatuur
te handhaven.
De aanjagersnelheid wordt weergege-
ven door verlichte staafjes op het dis-
play
❒Maximum aanjagersnelheid = alle
staafjes verlicht
❒Minimum aanjagersnelheid = één
staafje verlicht.
De aanjager kan worden uitgescha-
keld, maar alleen als u de aircocom-
pressor hebt uitgeschakeld met de
knop B.
BELANGRIJK Voor het hervatten van
de automatische werking van de aan-
jager na een handmatige instelling,
moet de knop AUTOworden inge-
drukt.
58
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
Drukknop voor in-/
uitschakelen
luchtrecirculatie C
De luchtrecirculatie
werkt als volgt:
❒handmatig ingeschakeld (recircu-
latie altijd ingeschakeld); het
lampje op de knop Cen het sym-
bool
íop het display branden;
❒geforceerde uitschakeling (recir-
culatie altijd uitgeschakeld met
luchttoevoer van buiten); lampje
op de knop en het symbool
êop
het display gedoofd.
Deze mogelijkheden kunnen worden
ingeschakeld door meerdere keren op
de recirculatieknop Cte drukken.
Na een bepaalde tijd wordt de recir-
culatie om veiligheidsredenen auto-
matisch uitgeschakeld, zodat de lucht
in het interieur ververst kan worden. Drukknop MONO A
(gelijkstellen
ingestelde
temperaturen en
luchtverdeling)
Als u de knop MONOindrukt, wordt
de temperatuur en de luchtverdeling
aan bestuurderszijde en aan passa-
gierszijde voor automatisch gelijkge-
steld, waardoor u in de twee zones de-
zelfde temperatuur en de luchtverde-
ling kunt instellen met de draaiknop
aan bestuurderszijde. Met deze func-
tie kan de temperatuur in het interi-
eur makkelijk geregeld worden als al-
leen de bestuurder in de auto zit. De
gescheiden regeling van de tempera-
tuur en de luchtverdeling wordt auto-
matisch weer hervat als u de draai-
knop Hdraait of nogmaals op de
knop MONO Adrukt als het lampje
op de knop brandt. BELANGRIJK Als het systeem van-
wege handmatige instellingen de ge-
wenste temperatuur in de verschil-
lende zones niet meer kan garanderen
en handhaven, knippert de ingestelde
temperatuur om aan te geven dat het
systeem een probleem heeft gesigna-
leerd; na een minuut dooft het op-
schrift AUTO.
Voor het hervatten van de automati-
sche werking van het systeem na een
handmatige instelling (een of meer-
dere), moet de knop AUTOworden
ingedrukt.