1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
60
B260B01JM-AXT
Onderhoudsindicatie
(SRI) van airbagsysteem
(Indien gemonteerd)
De SRS service indicator (SRI) brandt
gedurende 6 seconden nadat het con- tact is aangezet of nadat de motor is gestart. Hierna dooft hij. Deze lamp gaat ook branden als het
SRS niet correct werkt. Als de SRI bijhet aanzetten van het contact niet gaat branden of blijft branden nadat de lamp gedurende ca. 6 secondenheeft geknipperd of tijdens het rijden gaat branden, laat het SRS dan door een geautoriseerde Hyundai dealercontroleren.
INDICATOR EN WAARSCHUWINGSLAMP
B230T02NF-GAT"Passagiersairbag off"-
lamp (Indien gemonteerd)
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
gedurende ongeveer 4 seconden branden nadat het contactslot in de stand "ON" is gezet of nadat demotor is gestart. Vervolgens dooft de lamp na 3 seconden.
De "passagiersairbag OFF"-lamp gaat
ook branden als de AAN/UIT- schakelaar voor de passagiersairbagin de stand "OFF" staat en brandt niet als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag in de stand "ON"staat.
LET OP:
Bij een storing in de AAN/UIT- schakelaar voor depassagiersairbag gaat de "passagiersairbag OFF"-lamp niet branden en wordt depassagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als de AAN/UIT-schakelaar in de stand"OFF" staat.Als de passagiersairbag OFF-lampniet gaat branden als de ON/OFF-schakelaar voor de passagiersairbag in de OFF-stand wordt gezet, laat dan een Hyundai dealer de ON/OFF-schakelaar en het airbagsysteem zo snel mogelijk controleren.!
10INHOUD
2
A Aansteker ................................................................... 1-80
Accu controleren ......................................................... 6-23
Achterklep/kofferdeksel .............................................. 1-95
Afmetingen ................................................................... 9-2
Aftappen van water in het brandstoffilter ....................6-26
Airbagsysteem ............................................................ 1-44
Algemene controles ...................................................... 6-5
Als de motor niet aanslaat ........................................... 3-2
Als de motor te heet wordt ........................................... 3-4 Als uw auto moet worden gesleept ............................ 3-12
Alvorens de motor te starten ........................................ 2-3Antenne .................................................................... 1-123
Anti verblindingsstand van de achteruitkijk-spiegel .... 1-91
Antiblokkeersysteem (ABS) ........................................ 2-14
Asbak ......................................................................... 1-82
Automatische transmissie .......................................... 2-10
Automatische verwarmings en koelings systeem ..... 1-111
B Bagagenet .................................................................. 1-97
Banden ......................................................................... 8-3
Bediening verwarming en koeling .............................1-101
Bedieningseenheid met draaischakelaars en druktoetsen ........................................................... 1-102
Behandeling van de CD’s ........................................ 1-120
Beschrijving zekeringhouder .......................................6-36Bij verlies van sleutels
............................................... 3-16
Bi-level verwarming ................................................... 1-106
Blikjeshouder .............................................................. 1-82
Bochten ...................................................................... 2-21
Boordcomputer ............................................................ 1-71
Brandstofvoorschriften .................................................. 1-4
Brillenvak .................................................................... 1-87
Buitenspiegel .............................................................. 1-89
C Claxon ...................................................................... 1-100
Corrosie voorkomen ...................................................... 4-2
D Dashboardkastje ......................................................... 1-88
De motor starten ........................................................... 2-3 Diefstalbeveil igingsinstallatie .....................................1-11
Digitale klok ................................................................ 1-80
E Economisch rijden ...................................................... 2-20
EGR-systeem ............................................................... 7-4
Elektrisch aa nsluitpunt ............................................... 1-81
Elektronische stabiliteitsregeling ( ESP) ......................2-15
GGloeilamp vervangen .................................................. 6-29