110
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
TANKEN MET DE FIAT
DUCATO
WERKING BIJ
LAGE TEMPERATUREN
Bij lage buitentemperaturen kan de vloei-
baarheid van de dieselbrandstof vermin-
deren door de vorming van paraffine,
waardoor het brandstofsysteem niet meer
goed werkt.
Om dit probleem te voorkomen wordt er,
afhankelijk van het seizoen, dieselbrand-
stof geleverd die speciaal voor de zomer,
voor de winter en voor zeer lage tempe-
raturen (bergachtige/koude gebieden) is
ontwikkeld. Als dieselbrandstof wordt ge-
tankt die niet toereikend is voor de ge-
bruikstemperatuur, raden wij aan de die-
selbrandstof te mengen met het vorstbe-
veiligingsmiddel TUTELA DIESEL ART in
de verhouding die in de gebruiksaanwijzing
van het middel is aangegeven. Doe eerst
het middel in de tank en voeg daarna de
dieselbrandstof toe.
Als de auto lange tijd wordt gebruikt/stil-
staat in bergachtige/koude gebieden, is het
raadzaam dieselbrandstof te tanken die ter
plaatse beschikbaar is.
In dat geval is het bovendien raadzaam een
hoeveelheid brandstof in de tank te hou-
den die groter is dan 50% van de nuttige
inhoud. RADIOZENDAPPARATUUR
EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons,
27 mc en dergelijke) mogen alleen in de
auto worden gebruikt met een aparte an-
tenne aan de buitenkant van de auto.
BELANGRIJK Het gebruik van dergelijke
apparaten in de auto (zonder buitenan-
tenne) kan niet alleen schadelijk zijn voor
de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische sys-
temen van de auto veroorzaken. Hierdoor
wordt de veiligheid in gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangst-
kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-
lerende eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele tele-
foons (GSM, GPRS, UMTS) met het offi-
ciële EU-keurmerk, strikt aan de instruc-
ties die door de fabrikant van de mobiele
telefoon zijn bijgeleverd.
fig. 129a - Uitvoeringen stuur linksF0N0245m
fig. 129b - Uitvoeringen stuur rechtsF0N0246m
MONTAGEVOORBEREIDING
TELEPASS OP DE
REFLECTERENDE VOORRUIT
(indien aanwezig)
Als de auto is voorzien van een reflecte-
rende voorruit, dan moet de Telepass
worden geïnstalleerd in het gebied dat in
fig. 129a-129bis aangegeven.
181
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast op dashboard
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Dimlicht rechts F12 7,5
Dimlicht links, Koplampverstelling F13 7,5
Relais zekeringenkast motorruimte, relais zekeringenkast dashboard (+ via contactslot) F31 7,5
Interieurverlichting Minibus (noodverlichting) F32 10
Stekkerdoos achter F33 15
AfwezigF34 –
Achteruitrijlichten, Servotronic-regeleenheid, Waterdetectiesensor in brandstoffilter F35 7,5
Regeleenheid centrale portiervergrendeling (+accu) F36 20
Bediening remlichten (primair), Derde remlicht, Instrumentenpaneel (+ via contactslot) F37 10
Relais zekeringenkast dashboard (+accu) F38 10
EOBD-stekker, Autoradio, Bediening A/C, Alarm, Tachograaf,
Webasto-timer (+accu) F39 10
Achterruitverwarming links, Verwarming spiegel bestuurderszijde F40 15
Achterruitverwarming rechts, Verwarming spiegel passagierszijde F41 15
ABS, ASR, ESP, Bediening remlichten (secundair) (+ via contactslot) F42 7,5
Ruitenwissers (+ via contactslot) F43 30
Aansteker, Stekkerdoos voor F44 20
182
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Bedieningsknoppen op bestuurdersportier, Bedieningsknoppen op passagiersportier F45 7,5
AfwezigF46 –
Ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Ruitbediening passagierszijde F48 20
Autoradio, Ruitbediening bestuurderszijde, Bedieningsorganen op dashboard,
regeleenheid alarm, Regensensor (+ via contactslot) F49 7,5
Airbag (+ via contactslot) F50 7,5
Bediening A/C, Cruise-control, Tachograaf (+ via contactslot) F51 7,5
Relais optional zekeringenkast F52 7,5
Instrumentenpaneel, Mistachterlicht (+accu) F53 7,5
204
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
❒voorkom zoveel mogelijk het
gebruik van stroomverbruikers als
de motor uitstaat (autoradio, waar-
schuwingsknipperlichten enz.);
❒maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie van de auto
worden uitgevoerd, eerst de klem
van de minpool van de accu los;
❒de klemmen moeten altijd goed zijn
bevestigd.
BELANGRIJKEen accu die gedurende
langere tijd minder dan 50% geladen is
(optische meter donker zonder groen
middenstuk), raakt door sulfatering
beschadigd. Hierdoor loopt de capaciteit
en het startvermogen terug.
Ook is de accu dan gevoeliger voor
bevriezing (reeds bij temperaturen van
circa –10°C). Als u de auto langere tijd
niet gebruikt, zie dan “Auto langere tijd
stallen” in het hoofdstuk “Starten en rij-
den”. PRAKTISCHE TIPS OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te verlen-
gen, dient u de volgende aanwijzingen
nauwkeurig op te volgen:
❒wanneer u de auto parkeert, contro-
leer dan of de portieren, deuren en
de motorkap goed gesloten zijn.
Hiermee wordt voorkomen dat de
interieurverlichting blijft branden;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met
een systeem voor automatische uit-
schakeling van de interieurverlich-
ting;
Bij werkzaamheden aan de
accu of in de buurt van de
accu, moet u uw ogen altijd
beschermen met een speciale bril.
ATTENTIEAls u na aanschaf van uw auto accessoi-
res wilt monteren die constante voeding
nodig hebben (diefstalalarm enz.), of
accessoires die de elektrische installatie
zwaar belasten, raden wij u aan contact
op te nemen met de Fiat-dealer. Deze
kan u de meest geschikte installaties uit
het Fiat Lineacccessori-programma aan-
raden en controleren of de elektrische
installatie van de auto geschikt is voor
het extra stroomverbruik of dat het
noodzakelijk is een accu met een grote-
re capaciteit te monteren.
Enkele van deze stroomverbruikers blij-
ven continu stroom verbruiken ook bij
een uitgezette motor, waardoor de accu
geleidelijk ontlaadt.
211
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
IDENTIFICATIEGEGEVENS .............................................. 212
MOTORCODES - CARROSSERIE-
UITVOERINGEN ................................................................. 214
MOTOR ................................................................................. 216
BRANDSTOFSYSTEEM ...................................................... 217
TRANSMISSIE ....................................................................... 217
REMMEN ................................................................................ 218
WIELOPHANGING ............................................................ 218
STUURINRICHTING .......................................................... 218
WIELEN .................................................................................. 219
AFMETINGEN ...................................................................... 223
PRESTATIES .......................................................................... 229
GEWICHTEN ....................................................................... 230
VULLINGSTABEL ................................................................ 261
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN ........................ 262
BRANDSTOFVERBRUIK ................................................... 264
CO
2-EMISSIE ......................................................................... 265
RADIOGOLF-AFSTANDSBEDIENING
MINISTERIËLE GOEDKEURING....................................... 266
T
T T T
E E E E
C C C C
H H H H
N N N N
I I I I
S S S S
C C C C
H H H H
E E E E
G G G G
E E E E
G G G G
E E E E
V V V V
E E E E
N N N N
S S S S
270
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
-standaard............................................. 221
-verklaring van bandencodering...... 219
-verwisselen......................................... 159
-winterbanden..................................... 143
Bandenspanning.................................... 222
Bedieningsknoppen.............................. 82
Bekerhouder......................................... 87
Bescherming van het milieu............... 112
Brake Assist
(remregeling bij noodstops)............ 103
Brandstof
-brandstofmeter..................................18
-brandstofnoodschakelaar ................ 84
Brandstofbesparing.............................. 138
Brandstofmeter.................................... 18
Brandstofnoodschakelaar................... 84
Buitenverlichting
-bediening............................................. 74
-gloeilamp achter vervangen............ 173
-gloeilamp op voorspatbord
vervangen............................................ 175
-gloeilamp voor vervangen............... 170Carrosserie
-carrosseriecodes............................... 212
-onderhoud.......................................... 208
Chassisnummer.................................... 213
CO2-emissie.........................................265
Code Card............................................ 8
Cruise-control (snelheidsregelaar) .. 79
Dashboard........................................... 5
Dashboard en bediening..................... 4
Dashboardkastjes................................. 85
Dead-lock (systeem)
-in-/uitschakelen.................................. 94
Derde remlicht..................................... 175
Diefstalalarm......................................... 13
Digitaal display...................................... 20
Dimlicht
-bediening............................................. 74
-gloeilamp vervangen......................... 171
Dop van brandstoftank....................... 111
Dubbele achterdeur............................ 96
Aansteker............................................. 87
Aanwijzingen voor het laden .............137
ABS .........................................................102
Accu
-accu opladen...................................... 185
-acculading controleren..................... 202
-starten met een hulpaccu................ 158
-vervangen............................................ 203
Achteruitrijcamera.............................. 89
Achteruitrijlicht.................................... 173
Afmetingen............................................ 223
Airconditioning, automatisch............ 55
Airconditioning, handbediend........... 51
Armsteun voor..................................... 38
Asbak...................................................... 87
ASR......................................................... 105
-in-/uitschakelen.................................. 105
Auto langere tijd stallen..................... 144
Autonome extra verwarming........... 66
Autoradio.............................................. 108
Banden
A
A A A
L L L L
F F F F
A A A A
B B B B
E E E E
T T T T
I I I I
S S S S
C C C C
H H H H
R R R R
E E E E
G G G G
I I I I
S S S S
T T T T
E E E E
R R R R
271
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Hoofdsteunen
-voor..................................................... 40
Hulpverwarming................................... 55
Identificatiegegevens........................... 212
Imperiaal/skidrager.............................. 100
Instrumenten........................................ 17
Instrumentenpaneel............................. 16
Intelligente wis-/wasregeling.............. 77
Interieur................................................. 209
Interieuruitrusting................................ 85
Isofix....................................................... 124
Kentekenplaatverlichting................... 175
Kinderzitjes
(geschiktheid voor gebruik)............ 122
Klimaatregeling..................................... 47
Koel/warmhoudvak............................. 85
Koelvloeistoftemperatuurmeter....... 18
Koplampen............................................ 101
-koplampen afstellen.......................... 101
-koplampverstelling............................ 101
Koplampsproeiers
-bediening............................................. 78
Lade onder stoel................................ 41
Lak.......................................................... 208
Lampjes en berichten.......................... 145
Leestafeltje............................................ 88
Luchtfilter.............................................. 201
Luchtroosters....................................... 47
Mechanische sleutel........................... 11
Ministeriële goedkeuring radiogolf
afstandsbediening.............................. 266
Mistachterlicht
-bedieningsknop.................................. 83
-gloeilamp vervangen......................... 172
-gloeilamp vervangen..............173-174
Mistlampen
-bedieningsknop.................................. 83
-gloeilamp vervangen......................... 172
Motor
-code..................................................... 213
-identificatiecode................................ 214
-specificaties......................................... 216
Motor starten....................................... 134
-dieselmotor starten.......................... 134
-motor opwarmen na het starten... 135
-motor uitzetten................................. 135
EOBD-systeem................................... 106
ESP-systeem.......................................... 103
Extra accessoires................................. 109
Extra airconditioning achter.............. 73
Extra verwarming achter................... 72
Fiat CODE (startblokkering)........... 6
Fix & Go (bandenreparatieset)......... 163
Follow me home (systeem)............... 76
Frontairbags.......................................... 123
Gebruik van de handgeschakelde ver-
snellingsbak.........................................136
Gewichten............................................. 230
Gloeilamp (vervangen van een)
-algemene aanwijzingen..................... 168
-lamptypen........................................... 168
Gordelspanners.................................... 116
Grootlicht
-bediening............................................. 75
-gloeilamp vervangen......................... 171
-grootlichtsignaal................................. 75
Grootlichtsignaal.................................. 75
Handrem.............................................. 136
272
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Onderhoud en zorg............................ 189
-geprogrammeerd onderhoud......... 190
-Onderhoudsschema..............191-193
-periodieke controles........................ 195
-Zwaar gebruik van de auto............. 195
Opbergvak............................................. 6
Opbergvak onder passagiersstoel
voor..................................................... 86
Opkrikken van de auto....................... 186
Opstaptrede.......................................... 95
Parkeersensoren................................ 107
Parkeren................................................ 136
Plafondverlichting
-achter................................................... 82
-voor..................................................... 81
Plafondverlichting achter
-bediening............................................. 82
-gloeilampen vervangen..................... 176
Plafondverlichting voor
-bediening............................................. 81
-gloeilampen vervangen..................... 176
Pollenfilter............................................. 202
Portieren............................................... 92
Prestaties............................................... 229
Radiogolf-afstandsbediening: ministeriële
goedkeuring........................................ 266
Radiozendapparatuur en mobiele
telefoons............................................. 110
Regensensor......................................... 78
Remmen
-specificaties......................................... 218
-vloeistofniveau................................... 200
Richtingaanwijzers
-bediening............................................. 75
-gloeilamp achter vervangen............ 173
-gloeilamp op voorspatbord
vervangen............................................ 172
-gloeilamp voor vervangen............... 170
Ruitbediening, elektrisch
-bedieningsknoppen........................... 97
Ruiten reinigen..................................... 77
Ruitensproeiers
-bediening............................................. 77
-vloeistofniveau................................... 200
Ruitenwissers
-bediening............................................. 77
-ruitensproeiers.................................. 207
-wisserbladen....................................... 207 -noodstart............................................ 158
-rollend starten................................... 159
-start-/contactslot............................... 15
-starten met een hulpaccu................ 158
Motorkap............................................... 98
Motorolie
-niveau controleren........................... 198
-specificaties......................................... 262
-verbruik............................................... 198
Motorruimte
-uitspuiten............................................ 209
Multifunctioneel display...................... 26
Niveaus
-Niveau motorkoelvloeistof............. 199
-Niveau motorolie.............................. 198
-Niveau olie van de
stuurbekrachtiging............................. 201
-Niveau remvloeistof......................... 200
-Niveau ruiten-/koplampsproeier-
vloeistof............................................... 200
Niveaus controleren........................... 196
Noodgevallen........................................ 157
Olieniveaumeter................................. 19