Page 231 of 330
230
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
fig. 5 - 2.4 JTDMuitvoeringA0E0203m
1.Motorolie
2.Accu
3.Remvloeistof
4.Ruitensproeiervloeistof
5.Motorkoelvloeistof
6.Stuurbekrachtigingsolie
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:48 Pagina 230
Page 232 of 330
231
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
MOTOROLIE
Fig. 6: 1.8 uitvoering
Fig. 7: 1.9 JTS - 2.2 JTS uitvoeringen
Fig. 8: 3.2 JTS uitvoering
Fig. 9: 1.9 JTD
M8V-
1.9 JTD
M16Vuitvoeringen
Fig. 10: 2.4 JTD
MuitvoeringMotorolieniveau controleren
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige mi-
nuten (circa 5) na het uitzetten van de
motor.
Verwijder de peilstok Aen maak deze
schoon, plaats vervolgens de stok ge-
heel terug, verwijder de stok en con-
troleer of het peil tussen het MIN- en
MAX-merkteken op de peilstok staat.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-
merkteken komt overeen met ongeveer
1 liter.
A0E0018mfig. 7
A0E0069mfig. 8
A0E0233mfig. 9
A0E0202mfig. 10A0E0400mfig. 6
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 231
Page 233 of 330

Motorolieverbruik
Als richtlijn geldt een maximaal
motorolieverbruik van ongeveer 400
gram per 1000 km.
Tijdens de eerste gebruiksperiode wordt
de motor van een nieuwe auto ingere-
den. Daarom stabiliseert het motorolie-
verbruik pas na de eerste 5000 ÷ 6000
km.
WAARSCHUWINGHet olieverbruik
is afhankelijk van de rijstijl en de be-
drijfsomstandigheden waaronder de au-
to wordt gebruikt.
WAARSCHUWINGVul niet bij met
olie met andere specificaties dan de olie
die al aanwezig is. Olie bijvullen
Als het olieniveau dicht bij of onder het
MIN-merkteken staat, moet via de olie-
vulopeningBmotorolie tot aan het
MAX-merkteken worden bijgevuld. Het
olieniveau mag nooit hoger zijn dan het
MAX-merkteken.
WAARSCHUWING Als het olie-
niveau tijdens een controle boven het
MAX-merkteken blijkt te staan, wendt
u dan tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk om het niveau te laten herstellen.
WAARSCHUWINGNa het bijvullen
of het verversen van de olie, moet u de
motor enige seconden laten draaien, ver-
volgens de motor uitzetten en na eni-
ge minuten het oliepeil controleren.
232
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
WWeesbijhetuitvoeren
vanwerkzaamhedenin
demotorruimteextravoor-
zichtigalsdemotornogwarm m
is:gevaarvoorbra
ndwonden.
Bijeenwarmemotorkande
elektroventilateuronverwacht
inschakelen:kansopverwon-
ding.Pasopalsusjaa
ls,das-
senofloszittendekledings-
tukkendraagt:dezekunnnen
doordebewegendeonderde-
lenwordengegrepen.
OPGELET
Gebruiktemotorolieen
eengebruiktoliefilter
zijnschadelijkvoorhet
milieu.Wendtuvoorhetver r-
versenvandemot
orolieenhet
vervangenvandefilterstothet
AlfaRomeoServicenetwerk.
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 232
Page 234 of 330

233
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
MOTORKOELVLOEISTOF
fig. 11
Als het niveau te laag is, vul dan lang-
zaam, via de opening Avan het reser-
voir bij met een mengsel van 50% wa-
ter en PARAFLU UPvloeistof.
Een mengsel van 50 % PARAFLU UP
en 50 % water beschermt tot een tem-
peratuur van –35°C.
Onder uitzonderlijk strenge klimatologi-
sche omstandigheden, verdient het aan-
beveling mengsel van 60% PARAFLU
UPen 40% gedemineraliseerd water te
gebruiken.
A0E0017mfig. 11
Hetmotorkoelsysteem
gebruiktPARAFLUUP-
koelvloeistof,datmoet
wordengebruiktvoorheteven-
tue eelbijvullen;m
engbeslistniet
meteenanderevloeistof.Alser
tochgemengdwordtmeteen
anderevvloeistof,startdemo-
tordanniete
nwendtutothet
AlfaRomeoServicenetwerk.
Draaibijeenzeerwar-
memotordedopvan
hetexpansiereservoirnooitlos:
gevaarvoorbrandwonden n.
OPGELET
Hetkoelsysteemstaat
onderdruk.Vervang
dedopzonodigalleendooreen
exemplaarvanhetzelfdetyp
pe,
anderskandewer
kingvanhet
systeemingevaarwordenge-
bracht.
OPGELET
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
fig. 12
Verwijder, om vloeistof bij te kunnen vul-
len, de dop Aen vul bij met een meng-
sel van water en TUTELA PROFES-
SIONAL SC 35in de volgende ver-
houding:
❒30%TUTELA PROFESSIONAL
SC 35en 70% water in de zomer;
❒50%TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 en 50% water in de winter.
Gebruik bij temperaturen onder –20°C
TUTELA PROFESSIONAL SC 35
onverdund.
A0E0029mfig. 12
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 233
Page 235 of 330

234
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
RRijdnietmeteenleeg
ruitensproeierreservoir:
dewerkingvanderuiten-
sproeiersisvanessentiee elbe-
langvooree
ngoedzicht.
OPGELET
Enigeindehandelver-
krijgbaretoevoegingen
voorruitensproeiervloeistof
zijnbrandbaar.Indemootor-
ruimtebev
indenzichwarme
onderdelendiebijcontactde
vloeistofkunnendoenont-
branden.
OPGELETSTUURBEKRACHTIGINGSOLIE
fig. 13-14
Controleer of het olieniveau maximaal
is: hiervoor moet de auto op een vlak-
ke ondergrond staan en moet de mo-
tor niet draaien en koud zijn.
Controleer of het niveau ter hoogte van
hetMAX-merkteken op het reservoir
of ter hoogte van het bovenste merk-
teken (maximaal niveau) op de peilstok
onder de dop van het reservoir.
A0E0027mfig. 13 1.8 - 1.9 JTS -
2.2 JTS - 2.4 JTDM16Vuitvoeringen
A0E0234mfig. 14 3.2 JTS -
1.9 JTDM8V- 1.9 JTDM16Vuitvoeringen
Als het niveau in het reservoir lager is
dan voorgeschreven, vul dan als volgt
bij:
❒start de motor en wacht tot het vloei-
stofniveau in het reservoir is gesta-
biliseerd;
❒draai bij draaiende motor het stuur
een aantal malen geheel naar rechts
en naar links;
❒vul bij, totdat het vloeistofniveau op
hetMAX-merkteken staat en draai
dop vast.
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 234
Page 236 of 330

235
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
VVoorkomdatdestuur-
bekrachtigingsoliein
contactkomtmetdewarme
delenvandemotor:deolieiss
ontvlambaar.
OPGELET
WAARSCHUWINGWendt u voor de-
ze werkzaamheden altijd tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
REMVLOEISTOF fig. 15
Controleer of het remvloeistofniveau nog
op het maximum niveau staat. Als vloei-
stof moet worden bijgevuld, dan raden
wij u aan de remvloeistof te gebruiken
die staat vermeld in de tabel “Vloei-
stoffen en smeermiddelen” (zie het
hoofdstuk “Technische gegevens”).
OPMERKINGMaak de dop van het
reservoir Aen het omringende opper-
vlak zorgvuldig schoon. Wees bij het
openen van de dop bijzonder voorzich-
tig zodat er geen vuil in het reservoir
komt. Gebruik voor het bijvullen altijd
een trechter met een ingebouwde fil-
terzeef van maximaal 0,12 mm.
A0E0016mfig. 15
WAARSCHUWINGWendt u voor
deze werkzaamheden altijd tot het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Periodieke controle van de werking van
het lampje
xop het instrumenten-
paneel: als op dop A(met sleutel in het
startsysteem) wordt gedrukt, moet het
lampje gaan branden.
WAARSCHUWINGDe remvloeistof
is hygroscopisch (trekt water aan). Daar-
om verdient het aanbeveling, als de au-
to overwegend wordt gebruikt in ge-
bieden met een hoge luchtvochtigheid,
de vloeistof vaker te vervangen dan in
het “Geprogrammeerd onderhouds-
schema” staat aangegeven.
Voorkomdatdezeercor-
rosieveremvloeistofin
contactkomtmetdelak.
Alsdittochgebeurt,spoeeldan
onmiddellijkm
etwater.
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 235
Page 237 of 330

236
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
DDeremvloeistofisgif-
tigenzeercorrosief.
Alsperongelukremvloeistof
wordtgemorst,moetendeebe-
treffendedel
enonmiddellijk
wordengewassenmetwater
enneutralezeependaarna
metveelwateerwordenafge-
spoeld.Roepbijinsli
kkenon-
middellijkdehulpinvaneen
arts.
OPGELET
Hetsymboolπophet
reservoir,geeftaandat
heteensynthetischerem-
vloeistofbevat(engeenmi-
neraleremvloeeistof).Hetge-
br
uikvanmineralevloeistof-
fenmoetabsoluutworden
vermeden,omdatderubbers
in nhetremsysteemdoordeze
vloeistof
fenwordenbescha-
digd.
OPGELET
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER
Laat het luchtfilter of het pollenfilter ver-
vangen door het Alfa Romeo Service-
netwerk.
DIESELFILTER
CONDENS AFTAPPEN
Doorwaterinhet
brandstofcircuitkanhet
inspuitsysteemernstig
wordenbeschadigdendemotor
onreegelmatiggaandr
aaien.Als
hetlampje
cophetinstru-
mentenpaneelgaatbranden(bij
enkeleuitvoeringenincombina-
tiemeteenberichtophetdis-
play)dien
tuzichzosnelmo-
gelijktothetAlfaRomeoSer-
vicenetwerktewendenomhet
w wateraftelatentappen.Alsdit
directnah
ettankenwordtge-
signaleerd,kanertijdenshet
tanke
enwaterindebrandstof-
tankzijngekomen:zetinditge-
valdemo
tordirectafenneem
contactop pmethetAlfaRomeo
Servicenetwerk.
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 236
Page 238 of 330

237
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN EN ONDERHOUD
ACCU
De accu heeft vrijwel geen onderhoud
nodig: onder normale omstandigheden
hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te wor-
den met gedestilleerd water.
Wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk voor het controleren/vervan-
gen van de accu.
LADING VAN DE ACCU
CONTROLEREN fig. 16
Dit kan worden uitgevoerd door de kleur
van een optische indicator A(waar voor-
zien) op het accudeksel te controleren.
Als de accu niet van een controlesys-
teem voor de acculading en het elek-trolytniveau (hydrometer met optische
indicatie) is voorzien, moeten de con-
trolewerkzaamheden uitsluitend door
gespecialiseerd personeel worden uit-
gevoerd.
Zie de volgende tabel.
A0E0127mfig. 16
Helder witElektrolyt bijvullen Wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk
Donker zonderLading te laag Laad de accu op
groen gebied in het midden(wendt u tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk)
Donker metElektrolytniveau en lading Geen actie
groen gebied in het middenonvoldoende
WAARSCHUWINGHet verdient
aanbeveling om de acculading elk jaar
te controleren, bij voorkeur aan het be-
gin van de winter, om bevriezing van
het elektrolyt te voorkomen. Deze con-
trole moet vaker worden uitgevoerd als
de auto vooral gebruikt wordt voor het
afleggen van korte afstanden, of is voor-
zien van verbruikers die stroom ver-
bruiken als de sleutel niet in het con-
tactslot zit, vooral als deze achteraf zijn
ingebouwd.
223-248 Alfa 159 NL 20-10-2008 15:49 Pagina 237