94
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENZONNESCHERM
fig. 88
Hiermee kan het licht in het interieur
worden geregeld. Het scherm is voor-
zien van een handgreep en een sleuf-
gat voor het doorlaten van lucht. De dakbeweging die is gestart door het
indrukken van knop
Ëop de elektroni-
sche sleutel kan worden onderbroken met
knopA-fig. 87(stand wijzigen en in-
drukken).
Als de stand van de knop wordt gewij-
zigd, negeert het dak het indrukken van
knop
Ëen wordt de nieuwe stand in-
gesteld.
Openensluithetopen-
dakalleenbijstilstaan-
deauto.
OPGELET
A0E0070mfig. 88
DAK SLUITEN
Draai knop A-fig. 87linksom.
De beweging van het dak wordt onder-
broken/hervat als knop Akort wordt
ingedrukt.
Als wordt gesloten met knop Akan ge-
bruik worden gemaakt van de “Inhibit”-
stand (druk op de knop) om het sluiten
van het dak mogelijk te maken zonder
de bescherming van de anti-beklem-
mingsfunctie.
Als de sleutel uit het startsysteem wordt
genomen en om de dakbeweging wordt
verzocht door het indrukken van knop
Ëop de elektronische sleutel en een
dakbeweging bezig is die is gestart door
een druk op de knop, wordt de laatste
beweging voltooid. Om het dak vervol-
gens weer automatisch te laten werken,
moet opnieuw op knop
Ëworden ge-
drukt.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 94
95
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
ANTI-
BEKLEMMINGSFUNCTIE
De anti-beklemmingfunctie op het voor-
ste profiel van het scherm, is ingescha-
keld als horizontaal (voorste rand) en
verticaal (onderste rand) wordt geslo-
ten en grijpt in als een obstakel wordt
geraakt (bijv. een vinger of de hand),
waarbij de beweging over een korte af-
stand wordt omgekeerd.
Als een obstakel wordt gesignaleerd
wordt de dakbeweging onmiddellijk ge-
stopt en wordt de beweging vervolgens
omgekeerd, waardoor het dak terug-
keert naar een bepaalde stand:
❒tijdens het horizontaal sluiten is het
systeem gedurende het hele bereik
van het dak ingeschakeld en als aan
de voorzijde van het paneel een ob-
stakel wordt geraakt, wordt de be-
weging omgekeerd en legt het dak
10 cm vanaf het punt dat de bewe-
ging werd omgekeerd;
❒als het dak verticaal sluit is de func-
tie gedurende de hele dakbeweging
ingeschakeld en als een obstakel
aan de achterzijde van het paneel
wordt geraakt, wordt de beweging
omgekeerd.
INITIALISATIEPROCEDURE
VAN HET OPENDAK
Als de accu losgekoppeld is geweest of
als een zekering is doorgebrand, moet
het opendak geïnitialiseerd worden; ga
hiervoor als volgt te werk:
❒draai de knop geheel linksom;
❒druk op de knop en houd de knop
ingedrukt totdat het dak mechanisch
blokkeert;
❒laat de knop los;
❒druk opnieuw, binnen 3 seconden,
op de knop en houd de knop inge-
drukt;
❒na enige seconden beweegt het dak
automatisch (houd daarbij de knop
altijd ingedrukt);
❒als het dak is gesloten, is de initiali-
satie afgerond. Laat de knop los.
A0E0187mfig. 89
NOODBEDIENING
In een noodsituatie of als onderhoud
wordt uitgevoerd en de elektrische voe-
ding is uitgeschakeld, kan het opendak
handmatig worden bediend; voer hier-
voor de volgende handelingen uit:
❒Druk nabij de merktekens op het pla-
fondlampje om de veren los te ma-
ken en verwijder het plafondlampje
voorA-fig.89.
❒plaats een inbussleutel in opening B;
❒verdraai de sleutel om het het dak
te sluiten of openen (afhankelijk van
de draairichting).
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 95
96
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENPortieren ver-/ontgrendelen
vanuit het interieur
Druk op knop
q(fig. 90) om alle
portieren te ver-/ontgrendelen.
De knop is voorzien van een ronde led
die de status aangeeft (portieren ver-
grendeld of ontgrendeld). Als de por-
tieren zijn vergrendeld, brandt de led:
als in dat geval opnieuw op de knop
wordt gedrukt, worden de portieren cen-
traal ontgrendeld en dooft de led. Als de
sleutel wordt verwijder, dooft de led na
ongeveer 2 minuten.
Als de portieren zijn ontgrendeld is de
led uit; als de knop wordt ingedrukt wor-
den alle portieren centraal vergrendeld.
De portieren worden uitsluitend ver-
grendeld als alle portieren correct ge-
sloten zijn.
PORTIEREN
PORTIEREN CENTRAAL
VER-/ONTGRENDELEN
Portieren vergrendelen van
buitenaf
Druk met gesloten portieren op knop
Á
op de elektronische sleutel of steek de
metalen baard (in de sleutel) in het por-
tierslot aan de bestuurderszijde en ver-
draai de sleutel. De portieren worden uit-
sluitend vergrendeld als alle portieren
gesloten zijn. Als één of meer portie-
ren zijn geopend, dan gaan na het in-
drukken van de knop
Áop de elektro-
nische sleutel de richtingaanwijzers en
de led op het bestuurdersportier gedu-
rende 3 seconden snel knipperen.
Als één of meer portieren zijn geopend na
het verdraaien van de metalen baard van
de elektronische sleutel, gaat alleen de
led op het bestuurdersportier snel gedu-
rende ongeveer 3 seconden snel knippe-
ren.
A0E0025mfig. 90
Als alle portieren gesloten zijn, maar de
bagageruimte is geopend, dan wordt de
vergrendeling van de portieren uitge-
voerd: de richtingaanwijzers (druk om
alleen te vergrendelen op knop
Á) en
de led op het bestuurdersportier knip-
peren snel gedurende ongeveer 3 se-
conden.
Via het “Setup-menu” (of bij enige uit-
voeringen via het Radio-/navigatiesys-
teem) van de auto kan een functie wor-
den geactiveerd, waardoor, als knop
Ë
op de elektronische sleutel wordt geac-
tiveerd, alleen het bestuurdersportierslot
wordt ontgrendeld (zie de paragraag
“Instelbaar multifunctioneel display” in
dit hoofdstuk).
Als de functie is ingeschakeld (ON) kun-
nen de andere portieren worden ont-
grendeld door op de knop
q(fig. 90)
op de middenconsole te drukken.
Portieren ontgrendelen van
buitenaf
Druk op knop
Áop de elektronische
sleutel of steek de metalen baard (in de
sleutel) in het portierslot aan de be-
stuurderszijde en verdraai de sleutel.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 96
KINDERSLOTEN
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslotfig. 91 ; hierdoor
kunnen de deuren niet meer vanuit het
interieur worden geopend.
Het systeem kan alleen worden in-/uit-
geschakeld (met de metalen baard in
de sleutel) bij een geopend portier:
❒stand 1: systeem ingeschakeld
(vergrendeld portier);
❒stand 2: systeem uitgeschakeld
(het portier kan vanuit het interieur
worden geopend).WAARSCHUWINGHet systeem
werkt alleen bij de deur waarop het sys-
teem zich bevindt.
WAARSCHUWING Schakel dit sys-
teem altijd in als kinderen in de auto
aanwezig zijn.
WAARSCHUWINGControleer nadat
u het veiligheidsslot bij beide achter-
portieren hebt ingeschakeld, of het slot
daadwerkelijk is ingeschakeld door aan
de handgreep aan de binnenzijde van
de portieren te trekken.
97
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
Met het “Setup-menu” (of bij enige uit-
voeringen met het radio-/navigatiesys-
teem) van de auto kan het automatisch
vergrendelen van de portieren bij een
snelheid hoger dan 20 km/h worden
geactiveerd (zie de paragraaf “Instel-
baar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk).
De knop
qwordt uitgeschakeld als de
portieren met de afstandsbediening
wordt vergrendeld, met het vergrendel-
knopje op het bestuurdersportier of na
automatisch vergrendelen na 2,5 mi-
nuut en wordt weer ingeschakeld als de
portieren worden ontgrendeld m.b.v.
knop
Ëop de sleutel, door het ver-
draaien van de metalen baard in het be-
stuurdersportierslot of door het plaatsen
van de sleutel in het startsysteem.
WAARSCHUWING Als bij centraal
vergrendelde portieren een van de por-
tieren van binnenuit wordt geopend,
worden alle portieren ontgrendeld. Als
de elektrische voeding ontbreekt (ze-
kering doorgebrand, accu losgekoppeld
enz.), blijft het mogelijk de portieren
met de hand te vergrendelen.
A0E0155mfig. 91
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 97
Ga als volgt te werk om de knopjes van
de sloten weer in dezelfde stand te zet-
ten (alleen als de acculading hersteld
is):
❒druk op de knop Ëvan de elektro-
nische sleutel;
❒druk op knop qvoor het ver-/ont-
grendelen van de portieren;
❒open het voorportier door de sleu-
tel in het slot te steken en te draai-
en;
❒trek aan de binnenhandgreep van
het portier.WAARSCHUWINGAls u bij inge-
schakeld kinderveiligheidsslot de bin-
nenhandgreep van een achterportier be-
dient, lukt het niet om het portier te
open en komt slechts het knopje van de
sloten omhoog; het portier kan worden
geopend door aan de buitenhandgreep
te trekken. Bij een noodvergrendeling
wordt de ont-/vergrendelknop
qniet
buiten werking gesteld.
WAARSCHUWINGAls de accu los-
gekoppeld is geweest of als een zeke-
ring is doorgebrand, moet het ont-/ver-
grendelmechanisme van de portieren
geïnitialiseerd worden. Ga hiervoor als
volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op knop Áop de afstandsbe-
diening of op knop
qop de mid-
denconsole;
❒druk op knop Ëop de afstandsbe-
diening of op knop
qop de mid-
denconsole.
PORTIEREN VERGRENDELEN
BIJ ONTLADEN ACCU
Als de accu ontladen is, moeten de por-
tieren worden vergrendeld, zoals hierna
wordt beschreven.
Rechter voorportier
Ga als volgt te werk:
❒maak de beschermplug op het por-
tier los;
❒steek de metalen baard van de elek-
tronische sleutel in het slot A-
fig. 92;
❒draai de sleutel rechtsom (linksom
bij de uitvoering met rechts stuur);
❒haal de sleutel uit het slot A-
fig. 92en plaats daarna de be-
schermplug op het portier.
98
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
A0E0237mfig. 92
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 98
99
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
WAARSCHUWINGAls de anti-be-
klemmingsfunctie 5 keer binnen 1 mi-
nuut wordt ingeschakeld of als een sto-
ring optreedt, voert het systeem auto-
matisch een “recovery”-functie uit (au-
tomatische beveiliging). Deze omstan-
digheid kan worden herkend als de rui-
ten stapsgewijs sluiten. In dat geval moet
als volgt een herstelprocedure worden uit-
gevoerd:
❒open de ruiten;
of
❒verwijder de elektronische sleutel uit
het startsysteem en plaats de sleutel
in het startsysteem.
Als geen storing aanwezig is, gaat de ruit
vervolgens automatisch op de normale
wijze werken. Zie, bij een storing het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”.Centraal openen/sluiten van
het opendak en de zijruiten
(waar voorzien)
M.b.v. de metalen baard van de sleu-
tel
Bij alle uitvoeringen;
❒draai de metalen baard rechtsom in
het bestuurdersportierslot om cen-
traal te openen: alle ruiten en het
opendak (waar voorzien) openen
gelijktijdig.
❒draai de metalen baard linksom in
het bestuurdersportierslot om cen-
traal te sluiten: alle ruiten en het
opendak (waar voorzien) sluiten ge-
lijktijdig.
M.b.v. de afstandsbediening
Druk bij alle uitvoeringen langer dan 2
seconden op knop
Ëom centraal te ope-
nen: alle ruiten en het opendak (waar
voorzien) openen gelijktijdig.
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
Bij de uitvoeringen met 2 elektrisch be-
diende ruiten voor, kan de bestuurders-
ruit automatisch worden geopend/ge-
sloten.
Bij de uitvoeringen met 4 elektrisch be-
diende ruiten voor, kunnen alle ruiten
automatisch worden geopend/gesloten.
Bij bepaalde uitvoeringen/markten zijn
het opendak en de achterste zijruiten
voorzien van een anti-beklemmings-
functie die in staat is om een eventu-
eel obstakel tijdens het sluiten van het
opendak te herkennen; bij een obstakel
onderbreekt de regeleenheid het sluiten
en keert de beweging direct om.
Dit beveiligingssysteem is vooral nuttig
als de ruiten per ongeluk door bijvoor-
beeld kinderen in de auto worden be-
diend; bovendien kunnen dankzij deze
functie de ruiten centraal worden geo-
pend/gesloten (waar voorzien) als de
auto wordt verlaten.
Hetsysteemvoldoetaan
de2000/4/EU-normen
enisgerichtopdebe-
schermingvandeinzittenden
wan nneerdezeledemate
ndoor
degeopenderuitsteken.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 99
100
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDEN
C(waar voorzien) – openen/sluiten
ruit linksachter; “continu automatische”
werking tijdens openen/sluiten van de
ruit;
A– openen/sluiten ruit rechtsachter ;
“continu automatische” werking tijdens
het openen/sluiten van de ruit.
E(waar voorzien) – blokkeren/toe-
staan van de ruitbediening achter (blok-
keren van de knoppen op het achter-
portier, op knop Egaat de led branden
en de verlichting van de uitgeschakel-
de knoppen dooft)
Druk op de knoppen A,B,CofDom
de gewenste ruit te openen/sluiten.
Druk kort op een van de schakelaars
voor het “stapsgewijs” openen/sluiten
van de ruit; als de schakelaar langer
wordt ingedrukt, wordt de “continu au-
tomatische” werking ingeschakeld zo-
wel tijdens het openen als het sluiten.
De ruit stopt op de gewenste plaats als
knopA,B,CofDnogmaals wordt in-
gedrukt.Passagiersportier /
achterportieren
Op het passagiersportier en, bij enkele
uitvoeringen, de achterportieren zijn de
bedieningsknoppen voor de betreffende
ruit aanwezig.
BEDIENINGSORGANEN
Bestuurdersportier
Op het portierpaneel van het bestuur-
dersportier zijn de knoppen fig. 93
aanwezig, die, als de elektronische sleu-
tel in het startsysteem is geplaatst, de
volgende functies hebben:
A– openen/sluiten ruit linksvoor; “con-
tinu automatische” werking tijdens het
openen/sluiten van de ruit;
B– openen/sluiten ruit rechtsvoor;
“continu automatische” werking tijdens
openen/sluiten van de ruit (alleen bij
uitvoeringen met 4 elektrisch bediende
ruiten);
A0E0051mfig. 93
Onzorgvuldiggebruik
vandeelektrischeruit-
bedieningkangevaarlijk
zijn.Controleervoorentijd dens
hetbediene
nvanderuitaltijdof
depassagiersnietgewondkun-
nenrakendoordebewegende
ruuiten;directdoorcontactmet
deruit
ofdoorvoorwerpendie
doorderuitwordenmeege-
sleeptofgeeraakt.Neembijhet
uitstappenaltijddesleuteluit
hetco
ntactslotomtevoorko-
mendatdeelektr rischeruitbe-
diening,alsdezeperongeluk
wordtingeschakeld,eengevaar
op
levertvoordeachtergeebleven
inzittenden.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 100
101
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN
RIJDENAls de bagageruimte niet goed is ge-
sloten, wordt dit bij enkele uitvoeringen,
aangegeven door het branden van het
lampje
´op het instrumentenpaneel,
bij andere uitvoeringen wordt het sym-
bool
Rweergegeven en verschijnt
een bericht op het display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Als de bagageruimte is ontgrendeld, dan
kan deze vanaf de buitenzijde worden
geopend door op het elektrische logo
fig. 94te drukken, totdat de ont-
grendeling wordt waargenomen.
BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte
vindt elektrisch plaats en kan niet wor-
den uitgevoerd bij een rijdende auto.
M.b.v. het “Setup-menu” (of bij enke-
le uitvoeringen m.b.v. het radio-/navi-
gatiesysteem) kan de ontgrendeling van
de bagageruimte worden ingesteld door
de optie “Bagageruimte onafhankelijk”
te activeren (zie de paragraaf “Instel-
baar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk); als deze functie is geacti-
veerd, wordt alleen de bagageruimte
ontgrendeld als knop
`op de
elektronische sleutel wordt ingedrukt.
A0E0498mfig. 94
Het openen van de bagageruimte wordt
makkelijker gemaakt door de gasdem-
pers aan de zijkant.
Als de bagageruimte wordt geopend,
gaat een interieurlampje branden: de
verlichting gaat automatisch uit als de
bagageruimte gesloten wordt. Als wordt
vergeten de bagageruimte te sluiten,
gaat de verlichting na enkele minuten
automatisch uit.
083-128 Alfa 159 NL 20-10-2008 14:13 Pagina 101