WEGWIJS IN UW AUTO
96
parameters en functies:- temperatuur ingevoerde lucht in het interieur (gescheiden voor de bestuur-
ders- en passagierszijde)
- aanjagersnelheid
- luchtverdeling
- in-/uitschakeling recirculatiefunctie
- toestaan in-/uitschakeling aircocompressor.
Het is mogelijk de instelling van de vol-
gende functies handmatig te veranderen: - aanjagersnelheid
- luchtverdeling
- in-/uitschakeling recirculatiefunctie
- toestaan in-/uitschakeling aircocompressor.
De regeling van de functies die niet hand-
matig zijn gewijzigd, blijft automatisch
plaatsvinden. De temperatuurregeling van
de lucht naar het interieur vindt altijd auto-
matisch plaats. De temperatuur is afhanke-
lijk van de op de displays voor de bestuurder
en passagier ingestelde waarden.
BELANGRIJK De handmatige instellin-
gen hebben voorrang boven de automati-
sche instellingen en blijven in het geheu-
gen opgeslagen, totdat de gebruiker de
regeling weer overlaat aan het automati-
sche systeem. De handmatig gekozen
instellingen blijven opgeslagen als de
motor wordt uitgezet en weer hersteld als
de motor opnieuw wordt gestar
T.
Om een goede werking
van de wasemsensor te
garanderen mogen geen
zelfklevende voorwerpen
(tolvignetten, parkeerschijven
enz.) in het “controle”-gebied
tussen sensor en voorruit worden
aangebracht. Bovendien moeten
de voorruit en de sensor voor-
zichtig worden schoongemaakt,
waarbij moet worden voorkomen
dat stof of andere ongerechtighe-
den zich ophopen.
BELANGRIJK Telkens als de contact-
sleutel in stand MARwordt gezet of als
knop auto wordt ingedrukt, dan wordt de
ontwasemfunctie ingeschakeld. De functie
kan worden onderbroken door het indruk-
ken van de knoppen: airconditioning,
recirculatie, luchtverdeling, luchtop-
brengst. Hierdoor wordt het signaal van
de wasemsensor onderbroken, totdat u
opnieuw knop auto indrukt of de con-
tactsleutel in stand MARzet.
Bij sommige uitvoeringen is het systeem
uitgerust met een luchtkwaliteitsensor die
automatisch de luchtrecirculatie kan
inschakelen om de onaangename effecten
van vervuilde lucht, tijdens het rijden in de
stad, in de file en in tunnels, en als de rui-
tensproeiers worden ingeschakeld (met
de typische alcoholgeur), te verminderen.
BELANGRIJK De werking van de
luchtkwaliteitsensor is ondergeschikt aan
de veiligheid; daarom wordt de werking uit-
geschakeld als de compressor wordt uitge-
zet of bij een lage buitentemperatuur. U
kunt de sensor weer inschakelen door de
recirculatieknop
vin te drukken.
Hierdoor werkt het systeem weer automa-
tisch.
De luchtkwaliteit wordt ook geregeld
door een gecombineerd pollenfilter met
actieve koolstof. De klimaatregeling con-
troleert en regelt automatisch de volgende
ALGEMENE INFORMATIE
De auto is uitgerust met een airconditio-
ning met gescheiden luchttemperatuurrege-
ling voor bestuurders- en passagierszijde,
die geregeld wordt door een elektronische
regeleenheid. Voor een optimale tempera-
tuurregeling in de twee ruimtes van het inte-
rieur, is het systeem uitgerust met een bui-
tentemperatuursensor, een interieurtempe-
ratuursensor en een dubbele zonnestralings-
sensor. Bij sommige uitvoeringen is het sys-
teem voorzien van een wasemsensor direct
achter de binnenspiegel. Deze sensor kan
een bepaald gebied aan de binnenzijde van
de voorruit “controleren” en het systeem
automatisch bedienen, zodat wasem wordt
voorkomen of verminderd. Daarvoor voert
het systeem de volgende handelingen uit:
recirculatiefunctie uitschakelen, compressor
inschakelen, luchtverdeling naar voorruit,
aanjagersnelheid hoog genoeg voor ontwa-
semen; als de wasem hardnekkig is, dan
wordt de functie
MAX-DEFingeschakeld.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 96
WEGWIJS IN UW AUTO
97
BEDIENINGSORGANEN (fig.
106)
1 - Display ingestelde interieurtempera-
tuur (bestuurderszijde)
2 - Draaiknop voor regeling van de inte-
rieurtemperatuur (bestuurderszijde)
3 - Display ingestelde aanjagersnelheid
en weergave uitgeschakeld systeem (
OFF)
4 - Draaiknop voor aanjagersnelheid en
uitschakelen systeem
5 - Display ingestelde interieurtempera-
tuur (passagierszijde)
6 - Draaiknop voor regeling van de inte-
rieurtemperatuur (passagierszijde)
7 - Drukknop in-/uitschakelen maxima-
le ontdooiing/ontwaseming van voorruit
en zijruiten voor, achterruitverwarming en
verwarming buitenspiegels (functie
MAX-
DEF-)
8 - Drukknop in-/uitschakelen recircula-
tie
v(handmatig/automatisch)
9 - Drukknop in-/uitschakelen achter-
r uit- en spiegelverwarming
(
10 - Drukknoppen voor instellen lucht-
verdeling 11
- Interieurtemperatuursensor
12 - Drukknop voor gelijkstellen inge-
stelde temperatuur van passagiers- met
bestuurderszijde MONO
13 - Drukknop voor inschakelen auto-
matische werking
AUTO
14 - Drukknop in-/uitschakelen airco-
compressor
√
fig. 106
A0A1021m
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 97
WEGWIJS IN UW AUTO
98
GEBRUIK VAN DE AUTO-
MATISCHE AIRCONDITIONING
MET GESCHEIDEN REGELING
( fig. 106)
BELANGRIJK De ringen van de draai-
knoppen zijn niet voorzien van een
mechanische aanslag. Als de maximum of
minimum waarde is bereikt, dan kunnen
de ringen nog steeds in beide richtingen
draaien.
Het systeem kan op verschillende manie-
ren worden ingeschakeld, maar
aangeraden wordt te beginnen met het
invoeren van de gewenste temperaturen
op de displays en vervolgens knop ( 13)
AUTOin te drukken.
Op deze wijze werkt het systeem geheel
automatisch, zodat zo snel mogelijk de
ingestelde temperaturen worden bereikt
en in stand worden gehouden.
Tijdens de volledig automatische wer-
king van het systeem kunt u op ieder
moment de ingestelde temperaturen wijzi-
gen: het systeem zal automatisch de
eigen instellingen wijzigen en aanpassen
aan de nieuwe instellingen. BELANGRIJK
Het temperatuurverschil
tussen de bestuurders- en passagierszijde
mag maximaal 7°C zijn. Het systeem
accepteert geen grotere verschillen.
De automatische keuzes kunnen hand-
matig met de volgende bedieningsorga-
nen worden aangepast:
- draaiknop ( 4) regeling aanjagersnel-
heid
- drukknoppen ( 10) voor de luchtverde-
ling
- drukknop ( 8)
vin-/uitschakelen
recirculatie
- drukknop (14)
√voor inschakelen
aircocompressor.
Als handmatig een of meer van deze
functies worden gekozen, dan gaat het
lampje rechts op knop ( 13)
AUTOuit.Als een of meer functies handmatig zijn
ingeschakeld, dan blijft de regeling van de
luchttemperatuur automatisch plaatsvin-
den (het lampje links op knop 13
AUTO
brandt), behalve als de compressor niet is
ingeschakeld.
Onder deze omstandigheden kan de
luchttemperatuur naar het interieur niet
lager worden dan de buitentemperatuur;
in deze situatie zijn de twee lampjes op
knop (13)
AUTOuit en knippert de tem-
peratuuraanduiding op het display ( 1)
en/of (5).
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 98
WEGWIJS IN UW AUTO
100
Functie HI
(maximale verwarming - fig. 108)
Als u op het display een temperatuur
hoger dan 32,5°C instelt, wordt deze
functie ingeschakeld, onafhankelijk of de
instelling aan de bestuurders- of passa-
gierszijde of aan beide zijden plaatsvindt;
door deze instelling wordt het systeem
niet meer gescheiden geregeld. De functie
wordt op beide displays aangegeven.
Deze functie kan worden ingeschakeld
als u het interieur zo snel mogelijk wilt
verwarmen, waarbij maximaal van het
vermogen van het systeem gebruik wordt
gemaakt.
Deze functie maakt gebruik van de maxi-
male temperatuur van de verwarmingsvloei-
stof, terwijl de luchtverdeling en de snelheid
van de aanjager door het systeem worden
ingesteld.
Het verdient aanbeveling om
deze functie niet bij koude motor in
te schakelen, omdat dan te weinig
warme lucht het interieur bereikt.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle
handmatige instellingen toegestaan.
Om de functie uit te schakelen, moet u de
ring van knop (2 ) of (6) voor het instellen
van de temperatuur op een waarde onder
32,5°C zetten; op het andere display wordt
32,5°C weergegeven.
A0A1023m
fig. 108
Als u knop (13)
AUTOindrukt, dan geeft
het display een temperatuur aan van
32,5°C en wordt de temperatuur weer
automatisch geregeld.
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 100
WEGWIJS IN UW AUTO
101
Functie LO
(maximum koeling - fig. 109)
Als u op het display een temperatuur
onder 16,5°C instelt, wordt deze functie
ingeschakeld; deze instelling wordt op
beide displays weergegeven.
Deze functie kan worden ingeschakeld
als u het interieur zo snel mogelijk wilt
koelen, waarbij maximaal van het vermo-
gen van het systeem gebruik wordt
gemaakt.
De functie onderbreekt de verwarming
van de lucht, schakelt de recirculatiefunc-
tie in (om te voorkomen dat warme lucht
het interieur bereikt), schakelt de airco-
compressor in en zet de luchtverdeling in
de stand
RE. De aanjagersnelheid is
afhankelijk van de instelling door het sys-
teem.
Als deze functie is ingeschakeld, zijn alle
handmatige instellingen toegestaan.
Om de functie uit te schakelen moet u de
ring van knop ( 2) of (6 ) voor het instellen
van de temperatuur op een waarde hoger
dan 16,5°C zetten; op het andere display
wordt 16,5°C weergegeven.
Als u knop ( 13)
AUTOindrukt, geeft het
display een temperatuur aan van 16,5°C
en wordt de temperatuur weer automa-
tisch geregeld.
A0A1024m
fig. 109
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 101
WEGWIJS IN UW AUTO
103
DRAAIKNOP VOOR REGELING
AANJAGERSNELHEID
(fig. 111-112)Als u de ring van knop (4 ) rechts- of links-
om draait, dan wordt de aanjagersnelheid
hoger of lager en daarmee de hoeveelheid
lucht die naar het interieur wordt gevoerd; er
zijn 16 snelheden mogelijk die worden aan-
gegeven met een staafdiagram (een staafje
per 3 snelheden). Er worden maximaal 6
staafjes verlicht:
- maximum aanjagersnelheid = alle staafjes
verlicht;
- minimum aanjagersnelheid = één staafje
verlicht.
De aanjager kan worden uitgeschakeld
(geen enkel verlicht staafje), maar alleen als
u de aircocompressor hebt uitgeschakeld met
knop ( 14)
√. Voor het hervatten van de
automatische werking van de aanjager na
een handmatige instelling, moet de knop
13)
AUTOworden ingedrukt. Als u de ring
van knop ( 4) geheel linksom draait, dan
wordt het systeem uitgeschakeld. Dit levert
de volgende omstandigheden op: display ( 1)
uit; display (5 ) uit; middelste display ( 3)
met verlichte weergave
OFFen het linker
lampje op knop van recirculatie ( 8)
v
brandt.
BELANGRIJK Knop (8)
vvoor de
recirculatiefunctie kan worden ingedrukt,
waardoor de buitenlucht direct naar het inte-
rieur stroomt. Om het systeem weer in te schakelen hoeft
u slechts de ring van knop ( 4) rechtsom te
draaien, of een willekeurige knop in te druk-
ken, met uitzondering van knop ( 8) voor de
recirculatie en knop ( 9) voor de achterruit-
verwarming; vervolgens worden alle hiervoor ingestelde bedrijfsomstandigheden hersteld.
BELANGRIJK Als de functie OFFwordt
verlaten, dan werkt de recirculatiefunctie
vop dezelfde wijze als voor het uit-
schakelen.
A0A1026m
A0A1027mfig. 111
fig. 112
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 103
WEGWIJS IN UW AUTO
105
geval worden alle andere handmatige
instellingen opgeheven.
DRUKKNOP VOOR IN-/UIT-
SCHAKELEN
AIRCOCOMPRES-
SOR
√( fig. 114)
Als u knop (14)
√indrukt, dan wordt
de aircocompressor ingeschakeld. Dit
wordt aangegeven door het branden van
het lampje op de knop.
Als u de aircocompressor uitschakelt,
dan gaat het lampje op de knoppen ( 13)
AUTOen (14) √uit. Bovendien wordt
de automatische recirculatiefunctie uitge-
schakeld (beide lampjes op knop 8
v
gaan uit). Hiermee wordt voorkomen dat
de ruiten beslaan. U kunt de recirculatie-
functie weer inschakelen door knop ( 8)
vin te drukken.
Als de aircocompressor uitgeschakeld is,
dan kan de temperatuur van de lucht naar
het interieur niet lager worden dan
de buitentemperatuur; in die situatie knip-
pert de waarde op het display van de tem-
peratuur die niet bereikt kan worden en
gaat het linker lampje op knop ( 13
AUTO
-fig. 115) uit.
De uitschakeling van de aircocompressor
blijft in het geheugen opgeslagen ook als
de motor wordt uitgezet. U kunt de auto-
matische regeling van de aircocompressor
weer inschakelen door nogmaals knop
(14)
√in te drukken, waardoor het
lampje op de knop gaat branden. Ook
kunt u knop (13)
AUTOindrukken. In dat
A0A1029m
A0A1030mfig. 114
fig. 115
Als de aircocompressor werkt,
dan wordt de lucht gekoeld en
ontvochtigd; het verdient daarom aanbe-
veling om deze functie altijd ingeschakeld
te laten om het beslaan van de ruiten te
voorkomen.
AT TENTIE
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 105
WEGWIJS IN UW AUTO
108
DRUKKNOP VOOR SNEL ONT-
DOOIEN /ONTWASEMEN VAN
DE RUITEN VOOR
(-functie MAX-DEF)(fig. 118)
Als u knop (7)
-indrukt, schakelt de
airconditioning automatisch gedurende
een bepaalde tijd alle functies in die nood-
zakelijk zijn voor het snel ontdooien/ont-
wasemen van de voorruit en de zijruiten
voor. D.w.z. dat het systeem:
- de aircocompressor inschakelt;
- de eventueel ingeschakelde recirculatie-
functie uitschakelt (beide lampjes zijn
uit);
- de maximum luchttemperatuur instelt
(HI) op beide displays (1) en (5);
- de aanjager laat draaien met een voor-
af bepaalde snelheid;
- de luchtstroom naar de luchtroosters
voor de voorruit en de zijruiten voor leidt;
- de achterruit- en (indien aanwezig) de
spiegelverwarming inschakelt.
Als de functie snel ontdooien/ontwase-
men is ingeschakeld, dan brandt het lamp-
je op knop (7)
-, het lampje op knop
(9)
(voor de achterruitverwarming en
het lampje op knop ( 14)
√; tegelijker-
tijd gaan de lampjes op knop ( 8)
v
uit. BELANGRIJK
Als de motor nog niet
de bedrijfstemperatuur heeft bereikt,
wordt de maximale snelheid van de aan-
jager niet direct ingeschakeld. Hiermee
wordt de toevoer van nog te koude lucht
voor de ontwaseming van de ruiten
beperkt.
Als de functie voor maximale ontwase-
men/ontdooien is ingeschakeld, kunnen
alleen de aanjagersnelheid en de uitscha-
keling van de achterruitverwarming hand-
matig worden geregeld. Als u opnieuw op een van de volgende
knoppen drukt: (7 )
-, (8) v,
(12)
MONO, (13) AUTOof (14) √,
schakelt het systeem de functie snel ont-
dooien/ontwasemen uit en worden alle
bedrijfsomstandigheden van voor het
inschakelen van de functie hersteld, inclu-
sief een eventueel ingeschakelde functie.
A0A1033m
fig. 118
086-109 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 12:39 Pagina 108