108
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Wij raden u aan defecte gloei-
lampen, indien mogelijk, door
het Abarth Servicenetwerk te
laten vervangen. De juiste
werking en afstelling van de buitenver-
lichting zijn van essentieel belang voor
de rijveiligheid en bovendien wettelijk
verplicht.
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschieten.
ATTENTIEHalogeenlampen mag u uit-
sluitend aanraken op het me-
talen gedeelte. Als u de bol
met uw vingers aanraakt, zal
de lichtopbrengst van de lamp terug-
lopen en kan ook de levensduur be-
perkt worden. Als u de bol per onge-
luk toch hebt aangeraakt, moet u de
bol schoonwrijven met een doekje met
alcohol en daarna laten drogen.
109
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
TYPEN GLOEILAMPEN fig. 19
Op de auto zijn verschillende typen gloei-
lampen gemonteerd:
A Glasfittinglampen: deze zijn voor-
zien van een klemfitting. Verwijder de
lamp door de lamp uit de houder te
trekken.
B Gloeilampen met bajonetfitting:
verwijder de lamp uit de houder door
hem iets in te drukken en linksom te
draaien.
C Buislampen: verwijder de lamp door
hem uit de veercontacten los te ma-
ken.
D Halogeenlampen: verwijder de
lamp door de borgveer los te haken
uit de zitting.
E Halogeenlampen: verwijder de
lamp door de borgveer los te haken
uit de zitting.
F0S092Abfig. 19
BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan de
koplamp een beetje beslagen zijn: dit duidt
niet op een defect, maar is een natuurlijk
verschijnsel dat veroorzaakt wordt door
een lage temperatuur en de luchtvochtig-
heidsgraad, en verdwijnt snel als de kop-
lampen worden ingeschakeld. De aanwe-
zigheid van druppels aan de binnenzijde
van de koplamp duidt daarentegen op het
binnendringen van water: wendt u tot het
Abarth Servicenetwerk.
113
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
BUITENVERLICHTING/
DAGVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❒verwijder de rubber dop, zoals hier-
voor beschreven is;
❒draai de lamphouder B-fig. 25linksom
en verwijder hem;
❒verwijder de geklemde lamp en vervang
hem;
❒monteer de lamphouder B, draai de
lamphouder rechtsom en controleer of
de houder goed vastzit;
❒bevestig de rubber dop.
MISTLAMPEN VOOR
(indien aanwezig)
BELANGRIJK Wendt u voor het vervan-
gen van een defecte mistlamp tot het
Abarth Servicenetwerk.
❒verwijder de lampen door ze iets in te
drukken en linksom te draaien.
De lampen zijn op de volgende wijze ge-
plaatst:
C– Richtingaanwijzers
D– Remlicht
E– Buitenverlichting
F– Achteruitrijlicht (rechterzijde) / mist-
achterlicht (linkerzijde)
ACHTERLICHTUNITS
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒draai de twee bevestigingsschroeven A-
fig. 26los en trek de lichtunit recht
naar achteren zonder deze te kantelen;
❒maak de lamphouder los uit de beves-
tigingslippen B-fig. 27en verwijder de
lamphouder uit de zitting;
fig. 26F0S099Ab
fig. 27F0S0100Ab
fig. 28F0S101Ab
116
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
fig. 37
Het elektrische systeem wordt door ze-
keringen beveiligd: de zekering brandt
door bij een storing of bij oneigenlijk ge-
bruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt,
controleer dan eerst of de zekering niet is
doorgebrand: de verbindingsstrip Amag
niet onderbroken zijn. Is dit wel het geval,
dan moet u de zekering vervangen door
een exemplaar met dezelfde stroom-
sterkte (zelfde kleur).
Bzekering in goede staat.
Czekering met doorgebrande strip.
De componenten die door de zekeringen
worden beveiligd, staan in de tabellen op
de volgende pagina’s aangegeven.
❒open de bescherming B-fig. 36en ver-
vang de geklemde lamp C;
❒sluit de bescherming Bop het lampen-
glas;
❒monteer de verlichtingsunit door deze
eerst aan een zijde in de juiste stand te
plaatsen en vervolgens de andere zijde
aan te drukken, totdat de borging in-
klikt.
fig. 36F0S0064mfig. 37F0S110Ab
Vervang een defecte zekering
nooit door ander materiaal.
Vervang een zekering nooit
door een zekering met een
hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE, MAXI-FUSE) door-
brandt, wendt u dan tot het Abarth
Servicenetwerk.
Controleer, voordat u een zekering
vervangt, of de contactsleutel uit het
contactslot is genomen en alle
stroomverbruikers uit staan en/of zijn
uitgeschakeld.
ATTENTIE
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, wendt u dan tot
het Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
121
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het op-
laden van de accu dient slechts ter infor-
matie. Wendt u bij voorkeur tot het Abarth
Servicenetwerk om deze werkzaamheden
uit te laten voeren.
We raden u aan de accu langzaam en met
een lage stroomsterkte (ampère) gedu-
rende ca. 24 uur op te laden. Als u de ac-
cu langer oplaadt, kan de accu worden be-
schadigd.
Ga voor het opladen als volgt te werk:
❒maak de klem los van de minpool op de
accu;
❒sluit de kabels van het laadapparaat aan
op de accupolen; let hierbij op de po-
lariteit;
❒schakel de acculader in;
❒aan het einde van het opladen: schakel
eerst de acculader uit en koppel dan
de accu los;
❒sluit de klem weer aan op de minpool
van de accu.
De vloeistof in de accu is gif-
tig en corrosief. Vermijd het
contact met de huid en de ogen. Het
opladen van de accu moet worden uit-
gevoerd in een goed geventileerde ruim-
te, ver verwijderd van open vuur en
vonkvormende apparaten: brand- en
ontploffingsgevaar.
ATTENTIE
Probeer een bevroren accu
niet op te laden: eerst moet
de accu ontdooid worden, anders
loopt u het risico dat de accu ont-
ploft. Als de accu bevroren is geweest,
moet door deskundig personeel wor-
den gecontroleerd of de cellen niet
beschadigd zijn en of de bak geen
scheuren vertoont, waardoor de gif-
tige en corrosieve vloeistof kan weg-
lekken.
ATTENTIE
OPKRIKKEN VAN DE
AUTO
Vanwege het sportieve karakter is de au-
to aan de onderzijde voorzien van aero-
dynamische luchtgeleiders en aan de zij-
kanten van sideskirts. Als de auto omhoog
gezet moet worden, wendt u dan tot een
werkplaats van het Abarth Servicenetwerk;
deze beschikt over een garagekrik of hef-
brug.
Plaats de hefarmen van de
brug of de garagekrik zeer
zorgvuldig, zodat de luchtge-
leiders en de sideskirts niet
worden beschadigd.
fig. 41a
169,5 mm 150,7 mm
F0S139Ab
BELANGRIJK De servicebeurten van het
Geprogrammeerd Onderhoud zijn door
de fabrikant voorgeschreven. Het niet uit-
voeren van deze servicebeurten kan het
vervallen van de garantie tot gevolg heb-
ben.
De werkzaamheden van het geprogram-
meerd onderhoud kunnen door het
Abarth Servicenetwerk tegen vaste ta-
rieftijden worden uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tij-
dens het uitvoeren van de diverse inspec-
ties en controles van het geprogrammeerd
onderhoud, worden uitsluitend na toe-
stemming van de klant uitgevoerd.BELANGRIJK Het is raadzaam eventuele
kleine defecten onmiddellijk door het
Abarth Servicenetwerk te laten verhelpen
en daarmee niet te wachten tot de vol-
gende servicebeurt.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende
factor voor een lange levensduur, de bes-
te prestaties en een zo zuinig mogelijk ge-
bruik van de auto.
Om dit te realiseren heeft Abarth een
reeks controle- en onderhoudsbeurten sa-
mengesteld die iedere 30.000 km moeten
worden uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogrammeerd
onderhoud niet volledig toereikend is om
de auto in optimale staat te houden: zo-
wel in de beginperiode voor de service-
beurt bij 30.000 kilometer als daarna, tus-
sen twee servicebeurten in, moet regel-
matig wat aandacht aan de auto worden
geschonken. Controleer bijvoorbeeld re-
gelmatig de bandenspanning en de vloei-
stofniveaus en vul deze laatste zonodig bij.
124
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
126
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
30 60 90 120 150 180
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●
●●●●● ●
●●●●● ●
●●
●●●●● ●
●●●
●●●●● ●
●●●●● ●
Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10.000 km
rijdt, dan moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden vervangen.
(❐) Om de juiste werking te garanderen en om ernstige schade aan de motor te voorkomen, is het volgende van
fundamenteel belang:
- gebruik uitsluitend het merk en type bougies dat specifiek voor de 1.4 TB BZ Abarth-motor is voorgeschreven (zie hetgeen be-
schreven staat in de paragraaf “Motor”);
- houdt u strikt aan het vervangingsinterval van de bougies dat in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat aangegeven;
- het is raadzaam u hiervoor tot het Abarth Servicenetwerk te wenden.
x 1000 km
Luchtfilterelement vervangen
Vloeistofniveaus bijvullen (motorkoelsysteem,
remsysteem, ruitenwissers, accu enz.)
Getande distributieriem controleren
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen (❐)
Inspuiting/ontsteking controleren
(m.b.v. diagnosestekker)
Oliepeil in versnellingsbak controleren
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden)
Remvloeistof vervangen (of elke 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of in ieder geval elk jaar)
Uitlaatgasemissie controleren
((*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsver-
keer, langdurig stationair draaien, stoffige omgeving) om de 4 jaar of in ieder geval om de 5 jaar worden vervangen.
129
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Motorolieverbruik
Als richtlijn geldt een maximaal motoro-
lieverbruik van ongeveer 400 gram per
1000 km.
De motor van een nieuwe auto moet nog
worden ingereden. Dit betekent dat het
motorolieverbruik pas na de eerste 5.000
÷ 6.000 km stabiliseert.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik
hangt af van de rijstijl en de gebruiksom-
standigheden van de auto.
BELANGRIJK Na het bijvullen of het ver-
versen van de olie, moet u de motor eni-
ge seconden laten draaien, vervolgens de
motor uitzetten en na enige minuten het
oliepeil controleren. MOTOROLIE fig. 1
Controleer het oliepeil als de auto op een
vlakke ondergrond staat en enige minuten
(circa 5) na het uitzetten van de motor.
Het oliepeil moet altijd tussen het MIN-
en MAX-merkteken op de oliepeilstok B
staan.
Het verschil tussen het MIN- en MAX-
merkteken komt overeen met ongeveer
1 liter.
Als het olieniveau dicht bij of onder het
MIN-merkteken staat, moet via de olie-
vulopening Amotorolie tot aan het MAX-
merkteken worden bijgevuld.
Het olieniveau mag nooit het MAX-merk-
teken overschrijden.
Wees bij het uitvoeren van
werkzaamheden in de mo-
torruimte extra voorzichtig als de mo-
tor nog warm is: gevaar voor ver-
branding. Onthoud dat bij een war-
me motor de elektroventilateur on-
verwacht kan inschakelen: kans op
verwonding. Pas op als u sjaals, das-
sen of loszittende kledingstukken
draagt: deze kunnen door de bewe-
gende onderdelen worden gegrepen.
ATTENTIE
Vul nooit olie bij met andere
specificaties dan de olie waar-
mee de motor is gevuld.
Afgewerkte motorolie en het
vervangen motoroliefilter be-
vatten stoffen die schadelijk
zijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olie
en het vervangen van de filters door het
Abarth Servicenetwerk te laten uitvoe-
ren. Dit netwerk beschikt over de uit-
rusting voor het op milieuvriendelijke
wijze en conform de wettelijke bepa-
lingen verwerken van afgewerkte olie
en oliefilters.