Page 25 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
DAU12347
Stuurschakelaars Links
Rechts
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor grootlicht
en op “” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “”. Zet deze schakelaar op “” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Dimlichtschakelaar “/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
4. Claxonschakelaar “”
5. Schakelaar alarmverlichting “”
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Startknop “”
U2D1D1D0.book Page 11 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM
Page 26 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU12710
Startknop “”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU41700
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “”
Met de sleutel in de stand “ON” of “” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU12820
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-23.)1. Koppelingshendel
U2D1D1D0.book Page 12 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM
Page 27 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
DAU12870
Schakelpedaal Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de 6-
traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU26822
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
stelwiel tegenover het “” merkteken op
de remhendel staat.
DAU12941
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Schakelpedaal
1. Remhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3.“”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1. Rempedaal
U2D1D1D0.book Page 13 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM
Page 28 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
DAU13071
Tankdop Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-deld is.
WAARSCHUWING
DWA11090
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is afgesloten.
DAU13220
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Steek om te tan-
ken het mondstuk van de pompslang in de
vulopening van de brandstoftank en vul tot
onderaan de vulpijp, zoals getoond in de af-
beelding.
WAARSCHUWING
DWA10880
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heetmotorblok.
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
U2D1D1D0.book Page 14 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM
Page 29 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
LET OP:
DCA10070
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-len.
DAU13320
LET OP:
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk ofgebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
DAU39450
Tankbeluchtingsslang/overloop-
slang Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang.
Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang niet
verstopt is en reinig indien nodig. Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
18.0 L (4.76 US gal) (3.96 Imp.gal)
Brandstofreserve:
3.4 L (0.90 US gal) (0.75 Imp.gal)
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
2. Oorspronkelijke positie (verfmerkteken)
U2D1D1D0.book Page 15 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM
Page 30 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
DAU13441
Uitlaatkatalysator Deze machine is uitgerust met uitlaatkataly-
satoren.
WAARSCHUWING
DWA10860
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-ren.LET OP:
DCA10700
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneenstationair draaien.
DAU39322
Zadels Duozadel
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai linksom.
2. Trek het duozadel naar voren en til het
op.
Aanbrengen van het duozadel1. Plaats het duozadel in de oorspronke-
lijke positie en druk dan de achterzijde
van het zadel omlaag om het te ver-
grendelen.2. Neem de sleutel uit.
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Druk de hendel van het bestuurders-
zadel onder de achterzijde van het be-
stuurderszadel naar rechts zoals
getoond en verwijder dan het zadel.
1. Vergrendeling duozadel
2. Ontgrendelen.
U2D1D1D0.book Page 16 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM
Page 31 of 96
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
Aanbrengen van het bestuurderszadel1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, en druk
dan de achterzijde van het zadel om-
laag om te vergrendelen.2. Installeer het duozadel.
OPMERKING:Controleer of de zadels stevig zijn vergren-deld alvorens te gaan rijden.
DAU14412
Opbergcompartiment Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het
opbergen van een origineel Yamaha
CYCLELOK-slot (optie). (Andere typen slo-
ten passen mogelijk niet.) Bij het opbergen
van een CYCLELOK-slot in het opbergcom-
partiment moet dit stevig met de riemen
worden bevestigd. Als het CYCLELOK-slot
niet in het opbergcompartiment is opgebor-
gen, maak dan de riemen vast om het niet
te verliezen.
1. Vergrendelingshendel bestuurderszadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Opbergcompartiment
U2D1D1D0.book Page 17 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM
Page 32 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
Als de handleiding of andere documentatie
in het opbergcompartiment wordt opgebor-
gen, doe ze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de motorfiets dat geen water het op-
bergcompartiment kan binnendringen.
DAU39332
Afstellen van de voorvork Beide vorkpoten zijn voorzien van een stel-
bout voor veervoorspanning, de rechter-
vorkpoot is voorzien van een stelschroef
voor uitveerdemping en de linkervorkpoot is
voorzien van een stelschroef voor uitveer-
demping.
WAARSCHUWING
DWA14670
Geef altijd beide vorkpoten dezelfde
veervoorspanning, anders kan slecht
weggedrag en verminderde rijstabiliteithet gevolg zijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
OPMERKING:Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-plug.
1. Stang CYCLELOK-slot (optie)
2. Riem
3. Yamaha CYCLELOK-slot (optie)
1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. VorkplugAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
8
Standaard:
5.5
Maximum (hard):
0
U2D1D1D0.book Page 18 Wednesday, September 6, 2006 7:16 PM