ç
RESERVEBRANDSTOF
(geel)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er nog onge-
veer 10/12 liter brandstof aanwezig is (af-
hankelijk van de uitvoering).
BELANGRIJK Als het waarschuwings-
lampje knippert, dan is er een storing in
het systeem. Wendt u in dit geval tot de
Fiat-dealer om het systeem te laten con-
troleren.
150
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING IN
INSPUITSYSTEEM
(geel)
Als u onder normale omstandig-
heden de contactsleutel in stand MAR
draait, dan gaat het lampje branden. Het
lampje moet uitgaan als de motor is ge-
start.
Als het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden, dan duidt dit op een
storing in het inspuitsysteem. Dit kan tot
gevolg hebben dat de prestaties vermin-
deren, de auto slechter gaat rijden en het
brandstofverbruik toeneemt.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
U kunt onder deze omstandigheden door-
rijden zonder te veel van de motor te ei-
sen of met hoge snelheid te rijden. Wendt
u in dit geval zo snel mogelijk tot de Fiat-
dealer.
U
STORING
ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
>F
AIRBAG PASSAGIERS-
ZIJDE UITGESCHA-
KELD(geel)
(indien aanwezig)
Het lampje
Fbrandt als de frontairbag
aan passagierszijde is uitgeschakeld.
Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje
Fongeveer
4 seconden branden en vervolgens 4 se-
conden knipperen. Hierna moet het lamp-
je doven.
Het lampje
Fgeeft boven-
dien eventuele storingen van
het lampje
¬aan. Dit wordt aange-
geven door het langer knipperen van
het lampje
Fdan de normale 4
seconden. In dit geval kan het lamp-
je
¬geen storingen in de airbag-/gor-
delspannersystemen aangeven. Voor-
dat u verder rijdt, dient u contact op
te nemen met de Fiat-dealer om het
systeem direct te laten controleren.
ATTENTIE
151
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
VOORGLOEI-INSTAL-
LATIE (Multijet-uitvoe-
ringen - geel)
STORING VOORGLOEI-
INSTALLATIE (Multijet-
uitvoeringen - geel)
Voorgloeibougies
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het lamp-
je dooft als de voorgloeibougies de voor-
af ingestelde temperatuur hebben bereikt.
Start de motor zodra het lampje gedoofd
is.
BELANGRIJK Bij een hoge buitentempe-
ratuur kan het lampje zeer kort branden.
Storing in voorgloei-installatie
Het lampje gaat knipperen als er een sto-
ring is in de voorgloei-installatie. Wendt u
zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
m
WATER IN
BRANDSTOFFILTER
AANWEZIG (Multijet-
uitvoeringen - geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er water in
het dieselfilter zit.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
c
Water in het brandstofsys-
teem kan het inspuitsysteem
ernstig beschadigen en de mo-
tor kan onregelmatig gaan
draaien. Als het lampje
cgaat bran-
den (bij bepaalde uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display),
wendt u dan zo snel mogelijk tot de
Fiat-dealer om de condens te laten af-
tappen. Als het lampje direct na het
tanken gaat branden, bestaat de mo-
gelijkheid dat er tijdens het tanken wa-
ter in de brandstoftank is gekomen: zet
in dat geval onmiddellijk de motor uit
en wendt u tot de Fiat-dealer.
STORING ELEKTRO-
NISCHE STARTBLOK-
KERING - FIAT CODE
(geel)
Als u de contactsleutel in stand MARzet,
dan gaat het lampje één keer knipperen en
dooft vervolgens.
Als het lampje, met de contactsleutel in
stand MAR, blijft branden, dan duidt dit
op:
❒een mogelijke storing (zie “Fiat Code”
in het hoofdstuk “Dashboard en be-
diening”);
❒een mogelijke inbraakpoging als een
diefstalalarm aanwezig is; in dat geval
dooft het lampje na ongeveer 10 se-
conden.
Als bij een draaiende motor het lampje
Yknippert, dan wordt de auto niet be-
veiligd door het systeem (zie de paragraaf
“Fiat Code” in het hoofdstuk “Dashboard
en bediening”).
Wendt u tot de Fiat-dealer om alle sleu-
tels in het geheugen te laten opslaan.
Y
152
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE STORINGS-
MELDING (geel)
Het lampje gaat bij de volgende
omstandigheden branden.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje gaat branden bij een storing in
de motoroliedruksensor. Wendt u zo snel
mogelijk tot de Fiat-dealer om de storing
te laten verhelpen.
Brandstofnoodschakelaar
Het lampje gaat branden als de brand-
stofnoodschakelaar inschakelt.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
è
DEFECTE
BUITENVERLICHTING
(geel)
Het lampje gaat branden (be-
paalde uitvoeringen) als er een storing is
in een van de volgende systemen:
– buitenverlichting
– remlichten
– mistachterlichten
– richtingaanwijzers
De storing kan betreffen: doorbranden
van een of meer lampen, doorbranden van
de bijbehorende zekering of een onder-
breking in de elektrische verbinding.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
W
MISTACHTERLICHTEN
(geel)
Het lampje gaat branden als de
mistachterlichten worden ingeschakeld.
4
Storing regensensor (uitvoeringen
met multifunctioneel display)
Het lampje gaat branden als er een storing
is in de regensensor. Wendt u tot de Fiat-
dealer.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
Storing parkeersensoren
(uitvoeringen met
multifunctioneel display)
Zie hetgeen beschreven is voor lampje
t.
VERSTOPT
ROETFILTER
Het lampje gaat branden als het
roetfilter verstopt is en de rijomstandig-
heden verhinderen dat de regeneratie-
procedure automatisch wordt uitgevoerd.
Voor de regeneratieprocedure en vervol-
gens het reinigen van het filter raden wij u
aan te blijven rijden, totdat de weergave
van het lampje verdwijnt.
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
153
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING ESP/ASR-
SYSTEEM (geel)
(indien aanwezig)
STORING HILL
HOLDER (geel)
(indien aanwezig)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Storing ESP/ASR-systeem
Als het lampje niet dooft of tijdens het rij-
den blijft branden en het lampje in de ASR-
knop gaat branden, wendt u dan tot de
Fiat-dealer.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
OpmerkingAls het lampje knippert tij-
dens het rijden, dan geeft dit aan dat het
ESP in werking is getreden.
Storing Hill Holder-systeem
Als het lampje gaat branden, is er een sto-
ring in het Hill Holder-systeem. Wendt u
in dat geval zo snel mogelijk tot de Fiat-
dealer.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
áh
VERSLETEN
REMBLOKKEN (geel)
Het lampje op het instrumen-
tenpaneel gaat branden als de remblokken
voor versleten zijn; laat deze in dat geval
zo snel mogelijk vervangen.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
d
MISTLAMPEN VOOR
(groen)
Het lampje gaat branden als de
mistlampen voor worden ingeschakeld.
5
RICHTINGAANWIJZER
LINKS (groen -
knipperend)
Het lampje gaat branden als de richting-
aanwijzerhendel omlaag wordt gezet of,
tegelijkertijd met het lampje van de rech-
ter richtingaanwijzer, als de drukknop
voor de waarschuwingsknipperlichten
wordt ingedrukt.
F
STORING
PARKEERSENSOREN
(indien aanwezig) (geel)
Het lampje gaat branden als er een storing
is in de parkeersensoren.
Op enkele uitvoeringen gaat het lampje è
branden.
Wendt u in dit geval tot de Fiat-dealer.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
t
154
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
BUITENVERLICHTING
EN DIMLICHTEN
(groen)
FOLLOW ME HOME
(groen)
Buitenverlichting en dimlichten
Het lampje gaat branden als de buiten-
verlichting of het dimlicht wordt inge-
schakeld.
Follow me home
Het lampje gaat branden als dit systeem
wordt gebruikt (zie “Follow me home” in
het hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
Op het display verschijnt de bijbehorende
melding.
3
155
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
CRUISE-CONTROL
(indien aanwezig) (groen)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel
brandt als de draaiknop van de cruise-con-
trol in stand ON staat.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bij-
behorend bericht op het display.
Ü
GROOTLICHT (blauw)
Het lampje brandt als het
grootlicht is ingeschakeld.
1
RICHTINGAANWIJZER
RECHTS (groen -
knipperend)
Het lampje gaat branden als de richting-
aanwijzerhendel omhoog wordt gezet of,
tegelijkertijd met het lampje van de linker
richtingaanwijzer, als de drukknop voor de
waarschuwingsknipperlichten wordt inge-
drukt.
D
ASR-SYSTEEM (indien
aanwezig) (geel)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje op
het instrumentenpaneel branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven. Het
lampje in de ASR-knop gaat branden als het
systeem is uitgeschakeld. Het lampje knip-
pert als het ASR-systeem inschakelt, om de
bestuurder te waarschuwen dat het sys-
teem zich aanpast aan de grip op het weg-
dek.
Het lampje gaat branden, er verschijnt een
bericht op het display en er klinkt een
akoestisch signaal (zoemer) als het ASR-
systeem defect is. Wendt u in dat geval zo
snel mogelijk tot de Fiat-dealer.
De berichten op het display verschijnen
als handmatig de ASR-functie wordt in-/
uitgeschakeld (zie “ASR”-systeem in het
hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
Op uitvoeringen met alleen een ASR-sys-
teem, blijft bij uitschakeling (ASR OFF) het
lampje altijd branden.
V
STORING STUUR-
BEKRACHTIGING
(rood)
Als u de contactsleutel in stand
MARdraait, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Na enkele
seconden moet het lampje doven.
Als het lampje blijft branden, het bericht
op het display blijft weergegeven en er een
akoestisch signaal (zoemer) klinkt, dan
werkt de stuurbekrachtiging niet en is
meer kracht nodig voor het draaien van
het stuur. Wendt u tot de Fiat-dealer.
g
STORING AUTOMATI-
SCHE VERSNELLINGS-
BAK/MAXIMUM
OLIETEMPERATUUR
IN VERSNELLINGSBAK
(indien aanwezig) (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje op het instrumen-
tenpaneel branden. Na enkele seconden
moet het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat
knipperen (op het display verschijnt ook
een bericht en er klinkt een akoestisch sig-
naal) als er storing is in de versnellingsbak.
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat
constant branden (op het display verschijnt
ook een bericht en er klinkt een akoestisch
signaal) bij een te hoge temperatuur van de
transmissie-olie. GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
(indien aanwezig)
Dit lampje gaat en blijft constant
branden en er verschijnen berichten over
het geprogrammeerd onderhoud als een
servicebeurt moet worden uitgevoerd.
Het lampje dooft nadat de servicebeurt
door de Fiat-dealer is uitgevoerd of nadat
1000 km is afgelegd nadat een servicebeurt
had moeten worden uitgevoerd.STORING
AUTOMATISCHE
NIVEAUREGELING
(indien aanwezig) (rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Na enke-
le seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er een storing
is in de automatische niveauregeling.
156
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
KANS OP GLADHEID
Als de buitentemperatuur gelijk is aan of
lager wordt dan 3°C, dan knippert de tem-
peratuuraanduiding om aan te geven dat
er kans op gladheid bestaat.
Op het display verschijnt een bijbehoren-
de melding (alleen bij uitvoeringen met mul-
tifunctioneel display).
BEPERKTE ACTIERADIUS
(uitvoeringen met
multifunctioneel display)
Op het display verschijnt een bericht om
de gebruiker te waarschuwen als de ac-
tieradius van de auto kleiner wordt dan 50
km.
SNELHEIDSLIMIET
OVERSCHREDEN
Op het display verschijnt een bericht als de
ingestelde snelheidslimiet wordt over-
schreden (zie “Multifunctioneel display” in
het hoofdstuk “Dashboard en bediening”).
õŒ
t
270
LAMPJES EN
BERICHTEN
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
-standaard............................................. 221
-verklaring van bandencodering...... 219
-verwisselen......................................... 159
-winterbanden..................................... 143
Bandenspanning.................................... 222
Bedieningsknoppen.............................. 82
Bekerhouder......................................... 87
Bescherming van het milieu............... 112
Brake Assist
(remregeling bij noodstops)............ 103
Brandstof
-brandstofmeter..................................18
-brandstofnoodschakelaar ................ 84
Brandstofbesparing.............................. 138
Brandstofmeter.................................... 18
Brandstofnoodschakelaar................... 84
Buitenverlichting
-bediening............................................. 74
-gloeilamp achter vervangen............ 173
-gloeilamp op voorspatbord
vervangen............................................ 175
-gloeilamp voor vervangen............... 170Carrosserie
-carrosseriecodes............................... 212
-onderhoud.......................................... 208
Chassisnummer.................................... 213
CO2-emissie.........................................265
Code Card............................................ 8
Cruise-control (snelheidsregelaar) .. 79
Dashboard........................................... 5
Dashboard en bediening..................... 4
Dashboardkastjes................................. 85
Dead-lock (systeem)
-in-/uitschakelen.................................. 94
Derde remlicht..................................... 175
Diefstalalarm......................................... 13
Digitaal display...................................... 20
Dimlicht
-bediening............................................. 74
-gloeilamp vervangen......................... 171
Dop van brandstoftank....................... 111
Dubbele achterdeur............................ 96
Aansteker............................................. 87
Aanwijzingen voor het laden .............137
ABS .........................................................102
Accu
-accu opladen...................................... 185
-acculading controleren..................... 202
-starten met een hulpaccu................ 158
-vervangen............................................ 203
Achteruitrijcamera.............................. 89
Achteruitrijlicht.................................... 173
Afmetingen............................................ 223
Airconditioning, automatisch............ 55
Airconditioning, handbediend........... 51
Armsteun voor..................................... 38
Asbak...................................................... 87
ASR......................................................... 105
-in-/uitschakelen.................................. 105
Auto langere tijd stallen..................... 144
Autonome extra verwarming........... 66
Autoradio.............................................. 108
Banden
A
A A A
L L L L
F F F F
A A A A
B B B B
E E E E
T T T T
I I I I
S S S S
C C C C
H H H H
R R R R
E E E E
G G G G
I I I I
S S S S
T T T T
E E E E
R R R R