WEGWIJS IN UW AUTO
SYSTEEM INSCHAKELEN
BELANGRIJKAls u het bestuurderspor-
tier opent, dan schakelt Selespeed het hy-
draulische deel van het systeem in, zodat
het systeem gereed is als de motor wordt
gestart.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, dan gaan alle onderdelen van het dis-
play (fig. 129), het waarschuwingslampje
voor een storing in versnellingsbak ( fig.
130) en het opschrift CITY branden. Na
ongeveer een seconde wordt op het display
de ingeschakelde versnelling weergegeven
( N, 1, 2, 3, 4, 5, R).
BELANGRIJK Als na 10 seconden op het
display niet de ingeschakelde versnelling wordt
weergegeven of als het waarschuwingslamp-
je blijft branden, zet dan de contactsleutel in
stand STOP en wacht tot het display dooft.
Schakel vervolgens het systeem opnieuw in.
Als de storing blijft bestaan, wendt u dan tot
de Alfa Romeo-dealer.
Tijdens de automatische werking
CITY
kan handmatig worden geschakeld met zo-
wel de pook als de hendels op het stuurwiel.
De versnellingsbak blijft in CITY.
De ingeschakelde versnelling (fig. 129)
blijft altijd aangegeven op het display on-
geacht de gekozen stand.
N = vrijstand;
1 = eerste versnelling;
2 = tweede versnelling;
3 = derde versnelling;
4 = vierde versnelling;
5 = vijfde versnelling;
R = achteruit. Als de CITY-stand is gekozen, dan wordt
dit ook aangegeven.
Een waarschuwingslampje en een bericht
(“STORING VERSNELLINGSBAK”) ( fig.
130) in combinatie met een geluidssignaal
attenderen de bestuurder op een storing in
het Selespeed-systeem van de versnellings-
bak.
fig. 129
A0A9017i
fig. 130
A0A9118i
115
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 115
WEGWIJS IN UW AUTO
MOTOR STARTEN
De motor kan worden gestart, zowel bij
ingeschakelde versnelling als bij een ver-
snellingsbak in de vrijstand ( N), mits het
rempedaal voldoende is ingetrapt.
BELANGRIJK Houd het rempedaal in-
getrapt tijdens het starten. Als het rempedaal
herhaaldelijk wordt ingetrapt bij een afgezet-
te motor, is er meer kracht vereist. In een der-
gelijke situatie moet voor het starten van de
motor het rempedaal krachtiger worden in-
getrapt.
Na het starten schakelt de versnellingsbak
automatisch de vrijstand in, verschijnt op het
display de letter ( N) en schakelt het sys-
teem de werking in, die voor het uitzetten
van de motor was ingeschakeld.
BELANGRIJK Als bij het starten de ver-
snellingsbak in een andere stand staat dan
N (ongeacht de stand van de versnelling-
spook) en het rempedaal is niet ingetrapt,
dan verschijnt op het display een waar-
schuwingsbericht. In dat geval moet het star-
ten worden herhaald met ingetrapt rempe-
daal.
MOTOR UITZETTEN EN
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Draai de contactsleutel in stand STOP om
de motor uit te zetten: de ingeschakelde ver-
snelling op het moment dat de motor wordt
uitgezet, blijft ingeschakeld.
Als de motor wordt uitgezet terwijl de ver-
snellingsbak in de vrijstand (N ) staat, dan
klinkt een geluidssignaal en knippert ( N)
om de bestuurder er op te attenderen dat
voor de veiligheid de eerste versnelling ( 1)
of de achteruit ( R) ingeschakeld moet
worden. Zet in dat geval de contactsleutel
in stand MAR en schakel, bij ingetrapt rem-
pedaal, de eerste versnelling (1 ) of de ach-
teruit (R ) in.
Als de motor niet aanslaat en
een versnelling is ingescha-
keld, dan klinkt een geluidssignaal en wordt een mededeling op het displayweergegeven om de bestuurder er opte attenderen dat er mogelijk een ge-vaarlijke situatie ontstaat, omdat deversnellingsbak automatisch in devrijstand wordt gezet.
ATTENTIE
Verlaat de auto NOOIT als
de versnellingsbak in de
vrijstand (N) staat.
ATTENTIE
Verwijder de contactsleu- tel nooit als de auto rijdt.
Selespeed werkt niet juist totdat de auto stilstaat. Bovendien blok-keert het stuurslot bij de eerstestuurbeweging.
ATTENTIE
Het is beslist noodzakelijkom het rempedaal inge-
trapt te houden als de motor wordt uitgezet en Selespeed uitschakelt:laat het pedaal pas los als het dis-play uit is.
ATTENTIE
117
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 117
WEGWIJS IN UW AUTO
122
Bij een storing aan andere componenten
van de versnellingsbak kunnen slechts en-
kele versnellingen worden ingeschakeld: de
eerste versnelling (1 ), de tweede versnel-
ling (2 ) en de achteruit (R ). – het systeem automatisch de vrijstand (N
)
inschakelt, nadat:
het gaspedaal en/of rempedaal gedurende
ten minste 3 minuten niet worden bediend;
het rempedaal langer dan 10 minuten wordt
ingetrapt;
het bestuurdersportier wordt geopend en het
gas- en rempedaal ten minste 1,5 seconde niet
worden ingetrapt;
een storing aan de versnellingsbak is gesig-
naleerd;
– bij een storing in de versnellingsbak.
PARKEREN
Om de auto veilig te parkeren moet beslist de
eerste versnelling (1 ) of de achteruit (R) wor-
den ingeschakeld. Als u op een helling parkeert,
moet ook de handrem worden aangetrokken.
Als de motor wordt uitgezet op een helling bij
een ingeschakelde versnelling, dan is het be-
slist nodig om te wachten tot het display dooft
voordat het rempedaal wordt losgelaten. Hier-
door heeft de koppeling de tijd om volledig aan
te grijpen.
Als de versnellingsbak in de vrijstand ( N) staat
en u wilt een versnelling inschakelen om te par-
keren, dan moet u het systeem inschakelen,
het rempedaal intrappen en de versnelling (1 )
of (R ) kiezen. BELANGRIJK Verlaat de au-
to NOOIT als de versnellingsbak in de vrijstand
( N ) staat.
WAARSCHUWINGEN MET
GELUIDSSIGNALEN
De waarschuwingszoemer wordt inge-
schakeld als:
– de achteruit (R ) is ingeschakeld;
– de auto wordt stilgezet in de vrijstand
( N ); dit signaal wordt gegeven als de con-
tactsleutel in stand STOP wordt gedraaid;
– tijdens het wegrijden een oververhitte
koppeling wordt gesignaleerd;
SLEPEN VAN DE AUTO
BELANGRIJK Houdt u bij het slepen van
de auto aan de wettelijke voorschriften. Con-
troleer of de versnellingsbak in de vrijstand
( N ) staat (controleer of de auto rolt als er
tegen wordt geduwd) en sleep de auto zo-
als een auto met een handgeschakelde ver-
snellingsbak (zie het hoofdstuk “Noodge-
vallen”).
Als de versnellingsbak niet in de vrijstand
kan worden gezet, dan mag de auto niet
worden gesleept; wendt u in dat geval tot
de Alfa Romeo-dealer.
Wendt u bij een storing
(aan welke component dan
ook) van de versnellingsbak zo snel mogelijk tot de Alfa Romeo-dealer om het systeem te latencontroleren.
ATTENTIE
Start de motor niet tijdenshet slepen van de auto.
ATTENTIE
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 122
WEGWIJS IN UW AUTO
124
PLAFONDVERLICHTING VOOR
(fig. 140)De plafondverlichting bestaat uit twee
lampjes met de bijbehorende schakelaar.
BELANGRIJK Als een portier wordt
geopend, gaat de plafondverlichting auto-
matisch gedurende ongeveer 3 minuten
branden en gaat vervolgens uit; als de
portieren worden gesloten (binnen deze 3
minuten), dan blijft de verlichting nog
ongeveer 7 seconden branden, zodat de
motor kan worden gestart. Als u met de afstandsbediening de por-
tieren ontgrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk met de volle sterkte bran-
den gedurende ongeveer 15 seconden.
Als u de portieren met de afstandsbedie-
ning vergrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk uit.
De interieurverlichting dooft als de con-
tactsleutel in stand MARwordt gezet (bij
gesloten portieren).
Als schakelaar ( A) in de middelste stand
(1) staat, dan gaan beide lampjes bran-
den als een portier wordt geopend.
Als u schakelaar ( A) naar links schuift
(stand 0), dan blijven de lampjes altijd uit
(stand OFF).
Als u schakelaar ( A) naar rechts schuift
(stand 2), dan blijven beide lampjes altijd
branden.
Met schakelaar (B) worden de lampjes
afzonderlijk ingeschakeld.
Als u schakelaar ( B) naar links schuift
(stand 0), gaat het linker lampje bran-
den. Als u de schakelaar naar rechts
schuift (stand 2), gaat het rechter lampje
branden.
Als u schakelaar ( B) in de middelste
stand schuift (stand 1), blijven de lampjes
uit. BELANGRIJK
Als u de contactsleutel
in stand STOP zet, kan de plafondver-
lichting nog 15 minuten ingeschakeld blij-
ven. Hierna gaat de verlichting uit om de
accu te sparen.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of beide schakelaars in de
middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlich-
ting doven na het sluiten van de portieren.
Als u vergeet om een portier te sluiten, zal
na enkele seconden de interieurverlichting
automatisch doven.
fig. 140
A0A0111m
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 124
WEGWIJS IN UW AUTO
VERLICHTING ZONNEKLEP-
SPIEGEL
(fig. 141) (voor bepaalde uit-
voeringen/markten)
Aan de achterzijde van de zonnekleppen
aan bestuurders- en passagierszijde gaat,
als u het klepje (A) opent, de verlichting
(B) branden als de contactsleutel in de
stand MAR staat. Door de verlichting kan
het spiegeltje ook bij weinig licht gebruikt
worden.
BELANGRIJK Als u de contactsleutel
in stand STOP zet, kan de verlichting nog
15 minuten ingeschakeld blijven. Hierna
gaat de verlichting uit om de accu te spa-
ren. Het plafondlampje is voorzien van een
schakelaar met drie standen.
Als schakelaar ( A) in de middelste stand
(0) staat, gaat het plafondlampje bran-
den als een portier wordt geopend.
Als u de schakelaar naar rechts (stand
1 ) schuift, blijft de plafondverlichting
altijd gedoofd.
Als u de schakelaar naar links (stand 2)
schuift, blijft de plafondverlichting altijd
branden.
BELANGRIJK Als u de contactsleutel in
stand STOP zet, kan de plafondverlichting
nog 15 minuten ingeschakeld blijven.
Hierna dooft de verlichting om de accu te
sparen.
BELANGRIJK Controleer voordat u de
auto verlaat of schakelaar ( A) in de mid-
delste stand (0 ) staat. Op deze manier
dooft de plafondverlichting na het sluiten
van de portieren.
fig. 141
A0A1043m
fig. 142
A0A0113m
PLAFONDVERLICHTING ACH-
TER
(fig. 142)
BELANGRIJK Als een portier wordt
geopend, gaat de plafondverlichting auto-
matisch gedurende ongeveer 3 minuten
branden en gaat vervolgens uit; als de
portieren worden gesloten (binnen deze 3
minuten), dan blijft de verlichting nog
ongeveer 7 seconden branden, als hulp bij
het starten van de motor.
Als u met de afstandsbediening de por-
tieren ontgrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk met de volle sterkte bran-
den gedurende ongeveer 15 seconden.
Als u de portieren met de afstandsbedie-
ning vergrendelt, gaat de plafondverlich-
ting geleidelijk uit.
De interieurverlichting dooft als de con-
tactsleutel in stand MARwordt gezet (bij
gesloten portieren).
125
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 125
WEGWIJS IN UW AUTO
BELANGRIJKOp auto’s die met ABS zijn
uitgerust, mogen uitsluitend door de fabriek
voorgeschreven velgen, banden en remblok-
ken gemonteerd worden.
Het systeem wordt gecompleteerd met een
elektronische remdrukverdeling EBD
(Electronic Brake Distributor), die via de rege-
leenheid en de sensoren van het ABS de pres-
taties van het remsysteem verhoogt. BELANGRIJK
Het kan voorkomen dat
bij een lege accu tijdens het starten de
lampjes
>en xgaan branden. Ze
doven echter als de motor is gestart. Dit is
geen storing, maar geeft slechts aan dat
het ABS tijdens het starten niet is inge-
schakeld. Als de lampjes doven, dan geeft
dit aan dat het systeem normaal werkt.
Als het noodreservewiel
is gemonteerd, is het ABS
uitgeschakeld en brandt lampje
>op het instrumentenpaneel.
ATTENTIE
De auto is uitgerust met elektronisch remdrukver-
deling (EBD). Als bij een draaiende motor tegelijkertijd de waarschu-wingslampjes
>enxgaan bran-
den, dan is er een storing in het EBD-systeem; in dat geval kunnenbij hard remmen de achterwielenvroegtijdig blokkeren waardoorde auto kan gaan slippen. Rijdzeer voorzichtig naar de dichtstbij-zijnde Alfa Romeo-dealer om hetsysteem te laten controleren.
ATTENTIE
Als bij een draaiendemotor alleen het waar-
schuwingslampje
>gaat branden,
dan is er een storing in het ABS. In dat geval werkt het conventioneleremsysteem op de normale manier,terwijl geen gebruik wordtgemaakt van het antiblokkeersys-teem. Onder deze omstandighedenkan ook de werking van het EBD-systeem verminderen. Ook in ditgeval raden wij u aan onmiddellijken zeer voorzichtig naar dedichtstbijzijnde Alfa Romeo-dealerte rijden om het systeem te latencontroleren.
ATTENTIE
Als het waarschuwings-
lampje
xvoor te laag
remvloeistofniveau gaat branden, stop dan onmiddellijk de auto enneem contact op met de AlfaRomeo-dealer. Als er vloeistoflekt uit het hydraulische systeem,wordt de werking van zowel hetconventionele remsysteem als hetABS in gevaar gebracht.
ATTENTIE
141
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 141
WEGWIJS IN UW AUTO
165
Functie SVC (snelheidsafhanke-
lijke volumeregeling - behalve bij
uitvoeringen met Bose HIFI-
systeem)Met deze functie wordt automatisch het
volume verhoogd als de snelheid toeneemt,
waardoor het volumeniveau wordt aange-
past aan het achtergrondgeluid in het inte-
rieur.
De functie kan worden in-/uitgeschakeld
met toets
÷of ˜. Op het display ver-
schijnt de huidige status van de functie:
– SVC OFF: functie uitgeschakeld.
– SVC LOW: functie ingeschakeld (lage ontvangstgevoelig-
heid).
– SVC HIGH: functie ingeschakeld (hoge ontvangstgevoelig-
heid). Functie EXT (regeling externe
audiobron)
Met deze functie kan het volume van een
externe audiobron worden geregeld (instel-
ling van 0 tot 40) of uitgeschakeld (instel-
ling OFF).
De functie kan worden in-/uitgeschakeld
met toets
÷of ˜.
Op het display verschijnt de huidige status
van de functie: – “EXT VOL”: functie ingeschakeld.
– “EXT OFF”: functie uitgeschakeld.
– “EXT 23”: functie ingeschakeld en volu-
me ingesteld op 23.
Functie IGN TIME (in-/
uitschakelwijze radio)
Met deze functie kan de uitschakelwijze
van de autoradio (2 mogelijkheden) wor-
den ingesteld. De functie kan worden inge-
schakeld met toets
÷of ˜.
Op het display verschijnt “IGN TIME” en ver-
volgens:
– “00 MIN”: uitschakeling afhankelijk van
de start-/contactsleutel; de autoradio wordt
automatisch uitgeschakeld zodra u de con-
tactsleutel in stand STOP draait;
– “20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk
van de start-/contactsleutel; de autoradio
blijft 20 minuten ingeschakeld nadat de con-
tactsleutel in stand STOP is gedraaid. BELANGRIJK
Als de autoradio auto-
matisch uitschakelt nadat de contactsleutel
in stand STOP is gedraaid (voor directe uit-
schakeling of uitschakeling na 20 minuten),
dan schakelt hij automatisch weer in als de
contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid.
Als de autoradio daarentegen wordt uitge-
schakeld door de toets ON in te drukken, en
u de contactsleutel in stand MAR draait, dan
blijft de autoradio uitgeschakeld.
Functie RESTORE
Met deze functie kunt u alle oorspronke-
lijke fabrieksinstellingen weer herstellen. De
mogelijkheden zijn:
– NO: geen restorewerkzaamheden;
– YES: alle fabrieksinstellingen worden
hersteld. Tijdens deze bewerking wordt
“RESTORE” weergegeven. Na deze bewer-
king wijzigt de bron niet en zal de oor-
spronkelijke situatie worden weergegeven.
110-185 Alfa147 Q2 NL 05-06-2008 15:33 Pagina 165
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
186
Het contactslot is voorzien van een her-
startbeveiliging. Als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet u de sleutel
terugdraaien in stand STOPen nogmaals
starten.
Het start-/contactslot is voorzien van
een beveiligingsmechanisme, waardoor
het slot niet van stand MAR in AV V kan
worden gezet bij een draaiende motor.
MOTOR STARTEN
BELANGRIJK De auto is uitgerust met
elektronische startonderbreking. Zie “Alfa
CODE” als de motor niet wil starten.
C C
C
C
O
O
O
O
R
R
R
R
R
R
R
R
E
E
E
E
C
C
C
C
T
T
T
T
G
G
G
G
E
E
E
E
B
B
B
B
R
R
R
R
U
U
U
U
I
I
I
I
K
K
K
K
V
V
V
V
A
A
A
A
N
N
N
N
D
D
D
D
E
E
E
E
A
A
A
A
U
U
U
U
T
T
T
T
O
O
O
O
Het is raadzaam om
gedurende de eerste
gebruiksperiode geen
maximale prestaties van uw auto
te verlangen (bijv. krachtig acce-
lereren, langdurig rijden met hoge
toerentallen en bruusk remmen).
Laat de contactsleutel
niet in stand MAR staan
als de motor stilstaat,
zodat de accu niet onnodig wordt
ontladen.
Het is zeer gevaarlijk om
de motor in afgesloten
ruimten te laten draaien. De
motor verbruikt zuurstof en pro-
duceert koolmonoxide, een zeer
giftig en dodelijk gas.
AT T ENTIE
186-196 Alfa147 Q2 NL 06-11-2006 14:00 Pagina 186