Page 69 of 210

68
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
De achterklep kan op elk moment vanuit
het interieur worden geopend met de
knop A-fig. 76.
De achterklep kan van buitenaf worden
geopend door de knop
Rop de af-
standsbediening fig. 75in te drukken.
Als de achterklep wordt geopend, knip-
peren de richtingaanwijzers twee keer. ACHTERKLEP SLUITEN
Laat de achterklep zakken en druk op de
achterklep totdat hij vergrendelt fig. 77.
fig. 75F0M0092m
fig. 76F0M077Ab
fig. 77F0M0094m
Naderhand aangebrachte
voorwerpen op de hoeden-
plank of de achterklep (luid-
sprekers, spoiler enz.) kunnen,
behalve wanneer de auto hierop is
voorbereid, de juiste werking van de
gasveren verhinderen.
Bij het gebruik van de baga-
geruimte mag het maximum
laadvermogen nooit worden over-
schreden (zie het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”). Controleer boven-
dien of de bagageruimte goed gela-
den is, om te voorkomen dat een
voorwerp bij bruusk remmen naar vo-
ren schiet en letsel veroorzaakt.
ATTENTIE
Rijd niet met voorwerpen op
de hoedenplank: bij een on-
geval of bruusk remmen kunnen ze de
passagiers verwonden.
ATTENTIE
Page 70 of 210

69
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ACHTERKLEP IN GEVAL
VAN NOOD OPENEN fig. 78
Om de achterklep vanuit het interieur te
openen (bij een lege accu of een storing in
het elektrische systeem), moet als volgt te
werk worden gegaan:
❒klap de zitplaatsen achter volledig om
(zie de paragraaf “Bagageruimte ver-
groten” in dit hoofdstuk);
❒druk in de bagageruimte op het hen-
deltje B. Maximale vergroting fig. 80
Als de achterbank wordt neergeklapt, is
de bagageruimte maximaal vergroot.
fig. 78F0M0095mfig. 79F0M086Ab
Ga als volgt te werk:
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank
geheel zakken;
❒controleer of de gordels niet gespan-
nen zijn of gedraaid zitten;
❒klap de zittingen van de achterzitplaat-
sen om:
❒bedien de handgrepen
Aen B-fig. 79
om de rugleuningen te ontgrendelen en
klap ze op de zitting neer.
BELANGRIJK Als het na het volledig neer-
klappen van de achterbank noodzakelijk is
om de hoedenplank te verwijderen, plaats
deze dan zoals is aangegeven in fig. 82.
fig. 80F0M087Ab
Page 71 of 210

70
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 83F0M0101m
Controleer of de rugleuning aan beide zij-
den goed vergrendeld is om te voorko-
men dat in geval van bruusk remmen, de
rugleuning naar voren kan klappen en de
passagiers kan verwonden.
fig. 82F0M020Abfig. 81F0M088Ab
Achterbank terugplaatsen fig. 81
Plaats de rugleuning omhoog en druk de
leuning naar achteren, totdat beide borg-
mechanismen hoorbaar inklikken.
Plaats de gespen van de veiligheidsgordels
omhoog en zet de zitting weer in de nor-
male gebruiksstand.
BELANGRIJK Als de rugleuning goed is
vergrendeld, dan is de “rode band” naast
de hendels voor het neerklappen van de
rugleuning, niet meer zichtbaar. Als de
“rode band” zichtbaar is, is de rugleuning
niet goed vergrendeld. Als de rugleuning
in de normale gebruiksstand wordt gezet,
controleer dan of de rugleuning hoorbaar
vergrendelt.
fig. 84F0M0222m
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
Als u de hoedenplank wilt verwijderen om
de bagageruimte te vergroten: maak de bo-
venste uiteinden A-fig. 83 van de twee
trekkoorden los door de ogen van de pen-
nen te schuiven, maak de hoedenplank los,
draai hem in de zitting en maak de twee
pennen fig. 84 los uit de zittingen aan de
zijkant.
De verwijderde hoedenplank kan dwars
tussen de rugleuningen van de voorstoe-
len en de omgeklapte achterbank worden
opgeborgen fig. 82.
Page 72 of 210
71
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
CARGOBOX (indien aanwezig)
De cargobox bestaat uit een voorgevormd
element fig. 87voor het opbergen van
voorwerpen in de bagageruimte, waar-
door een vlakke laadvloer ontstaat.
BELANGRIJK Om voorwerpen op het af-
dekblad van de Cargobox te plaatsen,
moet de lange stang in het midden wor-
den gehouden. De maximaal toegestane
belasting is 50 kg.
fig. 87F0M0175m
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel fig. 88 in de richting van
de pijl;
❒trek aan het hendeltje A-fig. 89, zoals
aangegeven in de afbeelding;
❒til de motorkap op en trek gelijktijdig
de steunstang D-fig. 90 uit de klem;
steek vervolgens het uiteinde C-fig. 91
van de stang in de zitting Eop de
motorkap.
BELANGRIJK Controleer of de armen van
de ruitenwissers tegen de ruit aanstaan
voordat u de motorkap optilt.
Page 73 of 210
72
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
❒houd de motorkap met een hand om-
hoog, trek met de andere hand de stang
C-fig. 91 uit de zitting Een plaats de
steunstang terug in de klem D-fig. 90;
fig. 89F0M022Abfig. 88F0M021Ab
❒laat de motorkap tot op ongeveer 20
cm van de motorruimte zakken, laat de
motorkap vallen en controleer of de
motorkap goed is gesloten door de mo-
torkap op te tillen. De motorkap mag
niet alleen door de beveiliging vergren-
deld zijn. Druk in dit laatste geval de
motorkap niet dicht, maar til hem op-
nieuw op en herhaal de handeling.
BELANGRIJK Controleer altijd of de mo-
torkap vergrendeld is om te voorkomen
dat deze tijdens het rijden opengaat.
fig. 90F0M080Ab
fig. 91F0M0133m
Page 74 of 210

73
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Om veiligheidsredenen moet
de motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Contro-
leer daarom altijd of de motorkap
goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet
goed vergrendeld is, stop dat onmid-
dellijk en sluit de motorkap op de juis-
te wijze.
ATTENTIE
Als de steunstang verkeerd
geplaatst wordt, kan de mo-
torkap onverwachts dichtvallen.
ATTENTIE
Voer deze handeling alleen
uit als de auto stilstaat.
ATTENTIE
IMPERIAAL/
SKIDRAGER
3-deurs uitvoeringen
De voorste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten A-fig. 92.
De achterste bevestigingspunten bevinden
zich op de punten B. Deze worden aan-
gegeven met symbolen (
O) op de zijrui-
ten achter. BELANGRIJK U dient zich strikt aan de
aanwijzingen te houden die in het pakket
zijn meegeleverd. De montage moet altijd
door deskundige personen worden uitge-
voerd.fig. 92F0M023Ab
Controleer na enkele kilo-
meters opnieuw of de beves-
tigingsbouten nog goed vastzitten.
ATTENTIE
Houdt u zorgvuldig aan de
wettelijke bepalingen be-
treffende de maximale afme-
tingen.
Verdeel de lading gelijkmatig
en houd tijdens de rit reke-
ning met een verhoogde zijwindge-
voeligheid.
ATTENTIE
Overschrijd nooit het maxi-
mum draagvermogen (zie het
hoofdstuk “Technische ge-
gevens”).
Page 75 of 210

74
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk
voor het comfort en de veiligheid van uzelf
en de overige weggebruikers. Voor opti-
maal zicht en zichtbaarheid moeten de
koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot de
Abarth-dealer.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de
contactsleutel in stand MARstaat en de
dimlichten zijn ingeschakeld. Als de auto
beladen is, helt hij achterover. Het gevolg
is dat de lichtbundel meer naar boven
schijnt. De stand van de koplampen moet
nu worden gecorrigeerd. Koplampen afstellen fig. 93
De koplampen kunnen worden versteld
met de knoppen
Òen
op het schake-
laarpaneel.
Op het display van het instrumentenpa-
neel wordt de stand aangegeven.
Stand 0- een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1- vijf personen.
Stand 2- vijf personen + bagage.
Stand 3- bestuurder + maximale lading in
de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van
de koplampen telkens als het gewicht van
de lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN (indien aanwezig)
Wendt u voor controle of afstelling tot de
Abarth-dealer.
fig. 93F0M0103m
Page 76 of 210
75
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN AANPASSEN AAN
HET BUITENLAND fig. 94-95
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht. In
die landen waarin aan de andere zijde van
de weg wordt gereden, moet om het te-
gemoetkomende verkeer niet te verblin-
den, de vorm van de lichtbundel worden
gewijzigd door het aanbrengen van een
speciaal daarvoor ontwikkelde sticker.
Deze sticker is opgenomen in het Abarth
Lineaccessori-programma en verkrijgbaar
bij de Abarth-dealer.
De afbeelding heeft betrekking op de
overgang van een land waar links wordt
gereden naar een land waar rechts wordt
gereden.
fig. 94F0M0105m
fig. 95F0M0106m