111
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
OPBERGVAKKEN
Het opbergvak A bevindt zich in het dashboard, tegenover de
voorpassagier.
In het opbergvak A kunt u een tas E plaatsen uit het Lancia
Lineaccessori-programma.
Het opbergvak B bevindt zich in het dashboard, links van het
stuurwiel.
Het opbergvak C en het vak DIN D bevinden zich in het midden van
het dashboard.
Het vak DIN D kan worden uitgenomen voor de installatie van de
autoradio uit het Lancia Lineaccessori-programma.
L0D0088m
L0D0089m
L0D0090mL0D0343m
137
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
CONTROLESYSTEEM VOOR
BANDENSPANNING TPMS (indien
aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem
voor de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System). Dit systeem beschikt over een
sensor die op radiogolven werkt, in de band van elk
wiel. Deze sensor stuurt informatie over de
spanning van iedere band naar de regeleenheid.
BELANGRIJK De regeleenheid controleert de
spanning van de vier gemonteerde banden en niet
die van het noodreservewiel. Wij raden u daarom
aan bij het controleren van de bandenspanning ook
altijd die van het noodreservewiel te controleren.BELANGRIJK Het systeem waarschuwt alleen
wanneer de bandenspanning lager is dan de
voorgeschreven waarde (zie de paragraaf
“Bandenspanning” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”). Wees zeer zorgvuldig bij het controleren
of herstellen van de bandenspanning. Een te hoge
spanning vermindert de grip op het wegdek,
verhoogt de belasting op de wielophanging en de
wielen en veroorzaakt een onregelmatige slijtage
van de banden.
BELANGRIJK De spanning van de banden moet bij
stilstaande auto en koude banden gecontroleerd
worden; als om wat voor reden dan ook de spanning
bij warme banden gecontroleerd wordt, verminder
dan de spanning niet, ook als deze boven de
voorgeschreven waarde ligt, maar controleer de
spanning opnieuw bij koude banden.
ATTENTIE
Ook als de auto is uitgerust met het TPMS-systeem moet de bestuurder
regelmatig de spanning van de banden en die van het reservewiel (zie de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”) controleren.
AUTORADIO (indien aanwezig)
Raadpleeg voor de werking van de autoradio met CD- of MP3 CD-
speler het supplement dat bij dit instructieboekje is geleverd.
INBOUWVOORBEREIDING (indien aanwezig)
Het pakket bestaat uit:
❒kabels voor voeding van de autoradio
❒kabels voor voeding van de luidsprekers voor en achter
❒kabel voor voeding van de antenne
❒2 tweeter luidsprekers in de voorstijlen met elk een piekvermogen
van 30W;
❒2 mid-woofer luidsprekers in de voorportieren, met een diameter
van 165 mm en met elk een piekvermogen van 30W;
❒2 full-range luidsprekers in de achterportieren, met een diameter
van 165 mm en met elk een piekvermogen van 30W.
❒1 storingsfilter (bij dit instructieboekje geleverd). Als u een eigen
autoradio hebt, is de installatie van dit filter noodzakelijk voor een
goede ontvangst van de AM-band. Zie voor de installatie van het
storingsfilter de bijgeleverde aanwijzingen (of wendt u tot de
Lancia-dealer).
Autoradio inbouwen
De autoradio moet worden ingebouwd op de plek van het opbergvak
middenonder. De voedingskabels liggen achter dit opbergvak.
Verwijder het vak door op de aangegeven punten bij de borgingen te
drukken.
139
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
L0D0120m
Het is raadzaam de autoradio en het storingsfilter door de Lancia-dealer te laten installeren.
INBOUWVOORBEREIDING MOBIELE TELEFOON (indien aanwezig)
De inbouwvoorbereiding voor de telefoon die is gekoppeld aan de autoradio met CD-speler of MP3 CD-speler,
bestaat uit de volgende onderdelen:
❒antenne met dubbele functie (autoradio + mobiele telefoon 900/1800 MHz) op het dak van de auto;
❒antennekabel voor de antenne met dubbele functie en een kabel met een 10-polige stekker.
De stekker is ingebouwd tussen de stuurkolom en de middenconsole.
140
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
De handsfree kit dient door u zelf te worden aangeschaft, omdat de kit geschikt moet zijn voor uw
mobiele telefoon. Wij raden u aan de microfoon dichtbij het plafondlampje voor te monteren.
ATTENTIE
Laat de installatie van de mobiele telefoon en de aansluiting op de
inbouwvoorbereiding in de auto uitsluitend door de Lancia-dealer uitvoeren.
Zo wordt voorkomen dat de rijveiligheid in gevaar wordt gebracht.
ATTENTIEDe antenne is geschikt voor een zendvermogen tot 20W.
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt
monteren die constante voeding nodig hebben
(autoradio, anti-diefstalsatellietbewaking enz.), of
accessoires die de elektrische installatie zwaar
belasten, wendt u dan tot de Lancia-dealer. Deze
kan u de meest geschikte installaties aanraden uit
het Lancia Lineaccessori-programma en controleren
of de elektrische installatie van de auto geschikt is
voor het extra stroomverbruik of dat het
noodzakelijk is een accu met een grotere capaciteit
te monteren.RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparaten (mobiele telefoons, 27 mc en
dergelijke) mogen alleen in de auto worden gebruikt
met een aparte antenne aan de buitenkant van de
auto.
Het gebruik van dergelijke apparaten in de auto
(zonder buitenantenne) kan niet alleen schadelijk
zijn voor de gezondheid van de inzittenden, maar
kan ook storingen in de elektrische systemen van de
auto veroorzaken. Hierdoor wordt de veiligheid in
gevaar gebracht.
Bovendien wordt de zend- en ontvangstkwaliteit
aanzienlijk beperkt door de isolerende
eigenschappen van de carrosserie.
Houdt u bij het gebruik van mobiele telefoons
(GSM, GPRS, UMTS) met het officiële EU-
keurmerk, strikt aan de instructies die door de
fabrikant van de mobiele telefoon zijn bijgeleverd.
141
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
ATTENTIE
Let op bij de montage van spoilers, lichtmetalen velgen en niet standaard wieldoppen:
ze kunnen de ventilatie van de remmen verminderen en daarmee hun doelmatigheid
tijdens krachtig en veelvuldig remmen; bijvoorbeeld tijdens een lange afdaling.
Controleer bovendien of de slag van de pedalen niet beperkt wordt (door matten enz.).
275
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast dashboard
VERBRUIKERSZEKERING AMPÈRE
Dimlicht rechtsF12 15
Dimlicht links/hoogteverstelling koplampenF13 15
Achteruitrijlichten/relais regeleenheid motorruimte/body computer F31 7,5
+30 Regeleenheden portieren bestuurderszijde/passagierszijde (*) F32 15
Ruitbediening linksachterF33 20
Ruitbediening rechtsachterF34 20
+15 Cruise-control, signaal op rempedaalschakelaar voor regeleenheden (*) F35 7,5
+30 Inbouwvoorbereiding regeleenheid aanhanger, sloten achter en voor met regeleenheid voor ieder portier (*) F36 20
+15 Derde remlicht, instrumentenpaneel, remlichten (*) F37 10
Ontgrendeling achterklepF38 15
+30 Diagnosestekker EOBD, autoradio, navigatiesysteem, regeleenheid bandenspanning (*)F39 10
AchterruitverwarmingF40 30
SpiegelverwarmingF41 7,5
+15 Regeleenheid ABS/ESP (*)F42 7,5
Ruitenwissers/-sproeiersF43 30
Aansteker/stekkerdoos op tunnelconsoleF44 20
StoelverwarmingF45 15
Stekkerdoos bagageruimteF46 20
Voeding regeleenheid bestuurdersportier (ruitbediening, slot) F47 20
Voeding regeleenheid passagiersportier (ruitbediening, slot) F48 20
+15 Servizi (verlichting bedieningsknoppen op het dashboard links en in het midden, elektrisch verstelbare spiegels,
verlichting bedieningsknoppen stoelverwarming,inbouwvoorbereiding mobiele telefoon, navigatiesysteem, regen-/
schemersensor, regeleenheid parkeersensoren, verlichting bedieningsknoppen opendak) (*) F49 7,5
Regeleenheid airbagF50 7,5
+15 Regeleenheid bandenspanning, bediening ECO/Sport (*) F51 7,5
Ruitenwisser/-sproeier achterF52 15
+30 Richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, instrumentenpaneel (*) F5 10
(*) +30 = voedingsspanning vanaf accu (niet via contactslot)
+15 = voedingsspanning geschakeld via contactslot
277
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
Zekeringen buiten zekeringenkastje motorruimte
VERBRUIKERSZEKERING AMPÈRE
Pomp Dual FuNction System versnellingsbakP01 30
Voorgloei-installatie (JTD)P04 50
(*) +30 = voedingsspanning vanaf accu (niet via contactslot)
+15 = voedingsspanning geschakeld via contactslot
Regeleenheid optional zekeringen (op hulpsteun)
VERBRUIKERSZEKERING AMPÈRE
+30 Externe radioversterker (*)F54 15
+30 Opendak (*)F58 20
(*) +30 = voedingsspanning vanaf accu (niet via contactslot)
+15 = voedingsspanning geschakeld via contactslot
329
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNI-
SCHE
GEGEVENS
ALFABE-
TISCH
REGISTERDASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH REGISTER
Aansteker (rokerskit) . . . . . .115
ABS (systeem) . . . . . . . . . . .130
Accu
-acculading controleren . . . .297
-opladen . . . . . . . . . . . . . . .278
-starten met een hulpaccu . .246
-vervangen . . . . . . . . . . . . . .298
Achterruitsproeier
-bediening . . . . . . . . . . . . . .100
-vloeistofniveau . . . . . . . . . .294
Achterruitverwarming . . . .78-89
Achterruitwisser
-bediening . . . . . . . . . . . . . . .96
-intelligente wis-/wasregeling .97
-sproeiermond . . . . . . . . . . .305
-wisserblad . . . . . . . . . . . . .303
Achteruitrijlicht
-gloeilamp vervangen . . . . . .267
Afmetingen . . . . . . . . . . . . . .321
Asbak (rokerskit) . . . . . . . . .115
ASR (systeem) . . . . . . . . . . .134
Auto langere tijd stallen . . . .200Autoradio
-autoradio inbouwen . . . . . .139
-inbouwvoorbereiding . . . . .139
Bagageruimte . . . . . . . . . . . .121
Bagageruimte vergroten . . . .124
Bagageruimteverlichting . . . .271
Banden
-controlesysteem bandenspanning
(TPMS) . . . . . . . . . . . . . . . .137
-standaard . . . . . . . . . . . . . .319
-verklaring van banden-
codering . . . . . . . . . . . . . . . .317
-winterbanden . . . . . . . . . . .319
Bedieningsknoppen
multifunctioneel display . . . . .30
Bedieningsknoppen
verlichting . . . . . . . . . . . . . .107
Bekerhouder . . . . . . . . . . . . .112
Bescherming van het milieu .148
Blikjeshouder . . . . . . . . . . . .112
Bougies . . . . . . . . . . . . . . . . .314
Brandstof-brandstofmeter . . . . . . . . . . .27
-brandstofnoodschakelaar . .109
-verbruik . . . . . . . . . . . . . . .327
Brandstofnoodschakelaar
(FPS) . . . . . . . . . . . . . . . . . .109
Buitenverlichting
-bediening . . . . . . . . . . . . . . .91
-gloeilampen vervangen 266-267
Carrosserie
-carrosserie-uitvoeringen . . .313
-onderhoud . . . . . . . . . . . . .306
CD-opbergvak met
blikjeshouder . . . . . . . . . . . .112
CO2-emissie . . . . . . . . . . . . .328
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . .20
Controlesysteem bandenspanning
(TPMS) . . . . . . . . . . . . . . . .137
Cruise-control . . . . . . . . . . . .101
Dakrails . . . . . . . . . . . . . . . .128
Dashboard . . . . . . . . . . . . . . .23