Page 45 of 174

Bediening
Contact-/stuurslot . . . . . . . . . . . . . 45
Elektronische
wegrijbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . 46
Waarschuwingsknipperlichtin-
stallatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . 48
Multifunctioneel display . . . . . . . . 49
Klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Bandenspanningscontrole
RDC
SU
........................ 50
Resterende actieradius . . . . . . . . 51
Boordcomputer
SU
............. 51
SnelheidsregelingSU
........... 55
Noodstopschakelaar . . . . . . . . . . . 57
HandvatverwarmingSU
......... 58
BuddyseatverwarmingSU
....... 59 Koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Rem .......................... 61
Stuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Koplamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . 64
Opbergvak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Automatische stabiliteitsregeling
ASC
SU
........................ 66
Berijders- en duo-buddyseat . . . 67
Helmhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Spiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Kuipruit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Veervoorspanning . . . . . . . . . . . . . 72
Schokdemper . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
443zBediening
Page 50 of 174
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie uitschake-
lenSchakelaar richtingaanwij-
zers uit1bedienen.
Waarschuwingsknipperlicht-
installatie uitgeschakeld
KilometertellerKilometertotaaltellerDe kilometerstand wordt op
het displayveld 1weergege-
ven.Dagteller selecterenContact inschakelen
Na het inschakelen van
het contact verschijnt
op het multifunctioneel dis-
play altijd eerst de informatie
van de dagteller die vóór het
uitschakelen van het contact
was opgeroepen. Toets dagteller
1telkens
eenmaal kort bedienen.
Op het display van de dagtel-
ler worden afwisselend aan-
gegeven: Dagteller 1 (Trip I)
448zBediening
Page 51 of 174
Dagteller 2 (Trip II)
Bandenspanningen (SU) bij
motorfietsen zonder boord-
computerDagteller terugzettenContact inschakelen
Gewenste dagteller selecte-
ren.
Toets dagteller1ingedrukt
houden, tot de aanduiding
verandert.
De dagteller wordt op nul
gezet.
Multifunctioneel
displayDimmer instellen
Het instellen van de
lichtdimmer tijdens het
rijden kan tot ongevallen
leiden.
De lichtdimmer alleen
instellen als de motorfiets
stilstaat.
Toets 1bedienen.
Op het displayveld 2wordt
de dimstand aangegeven.
Toets 1nog een keer bedie-
nen. De displayverlichting wordt
bij elke druk op de toets
een stap helderder. Als
de maximale helderheid is
bereikt, wordt deze bij elke
druk op de toets weer ver-
minderd.
KlokKlok instellen
Het instellen van de klok
tijdens het rijden kan tot
ongevallen leiden.
De klok alleen instellen als de
motorfiets stilstaat.
Contact inschakelen
449zBediening
Page 52 of 174
Toets1ingedrukt houden,
tot de aanduiding verandert.
Urenweergave 2begint te
knipperen.
Toets 1bedienen.
Met elke toetsbediening
worden de uren één uur
doorgeteld.
Toets 1ingedrukt houden,
tot de aanduiding verandert.
Minutenweergave 3begint
te knipperen.
Toets 1bedienen.
Met elke toetsbediening
worden de minuten één mi-
nuut doorgeteld. Toets
1ingedrukt houden,
tot de aanduiding verandert.
De aanduiding knippert niet
meer.
Instelling van de klok beëin-
digd.
Bandenspanningscon-
trole RDC
SU
Bandenspanning
weergevenContact inschakelen
Toets BC 1zo vaak bedie-
nen, tot op het display de bandenspanningen worden
weergegeven.
De bandenspanningen wor-
den als extra waarde van de
boordcomputer weergegeven.
De linker waarde geeft de
bandenspanning van het
voorwiel aan, de rechter
waarde de bandenspanning
van het achterwiel. Bij
motorfietsen zonder
boordcomputer worden de
bandenspanningen afwisse-
lend met de dagtellerstanden
weergegeven.
450zBediening
Page 54 of 174
staande volgorde weergege-
ven:Omgevingstemperatuur
Actieradius
Gemiddelde snelheid
Gemiddeld verbruik
Oliepeilaanduiding
Bandenspanning (SU)OmgevingstemperatuurDe weergave van de omge-
vingstemperatuur 1is alleen
bij draaiende motor actief, an-
ders wordt
--
weergegeven. Als de omgevingstem-
peratuur beneden 3 °C
daalt, verschijnt een tem-
peratuurwaarschuwing. De
eerste keer dat de tempe-
ratuur beneden deze waar-
de daalt, wordt ongeacht de
displayinstelling automatisch
overgeschakeld op tempera-
tuurweergave. Deze knippert
totdat weer een andere weer-
gave wordt gekozen.
ActieradiusDe functiebeschrijving voor de
resterende actieradius ( 51)
geldt ook voor de actieradi-
usweergave. De actieradius 1
kan echter ook worden op-
geroepen voordat de benzi-
nereserve is bereikt. Voor de
berekening van de actiera-
dius wordt een speciaal ge-
middeld verbruik gebruikt, die
niet altijd overeenkomt met de
weergave van de oproepbare
waarde.
452zBediening
Page 55 of 174
De berekende actiera-
dius betreft slechts een
globale waarde. Daarom ad-
viseert BMW Motorrad om de
aangegeven actieradius niet
tot op de laatste kilometer te
benutten.
Berekening van de
gemiddelde snelheidBij de berekening van de ge-
middelde snelheid 1wordt de
verstreken tijd vanaf de laat-
ste "RESET" gebruikt. Niet
meegerekend worden onder- brekingen van de rit waarbij
de motor is afgezet.
Gemiddelde snelheid
terugzettenToets BC
1zo vaak bedie-
nen, tot op het display de
gemiddelde snelheid wordt
weergegeven.
Toets BC ingedrukt hou-
den, tot de weergave wijzigt
("RESET").
Het display toont "--- km/h"
Berekening van het
gemiddelde verbruikBij het berekenen van het ge-
middelde verbruik 1wordt
de verhouding bepaald tus-
sen de verbruikte hoeveelheid
benzine en het aantal gereden
kilometers sinds de laatste
"RESET".
453zBediening
Page 56 of 174

Gemiddeld verbruik
terugzettenToets BC1zo vaak bedie-
nen, tot op het display het
gemiddelde verbruik wordt
weergegeven.
Toets BC ingedrukt hou-
den, tot de weergave wijzigt
("RESET").
Display geeft aan "--.- l/100
km".
OliepeilaanduidingDe aanduiding "Oil" geeft in-
formatie over het oliepeil in
de motor. Deze kan alleen
worden opgeroepen als de
motorfiets stilstaat.
Voor de automatische olie-
peilcontrole moet aan de vol-
gende voorwaarden zijn vol-
daan:
Motor draait minstens
30 seconden stationair.
Motor op bedrijfstempera-
tuur Motorfiets staat verticaal.
De symbolen betekenen:
Oliepeil correct.
Bij de volgende tankstop
het oliepeil controleren.
Indien andere informatie van
de boordcomputer wordt op-
geroepen, wordt dit symbool
vervolgens naast de
BC
-regel
weergegeven.
Geen meting mogelijk
(niet aan genoemde
voorwaarden voldaan).
Na het opnieuw inschake-
len van het contact wordt de
laatst gemeten toestand ge-
durende 5 seconden weerge-
geven.
Als op het display
permanent de melding
"Oliepeil controleren" wordt
weergegeven, hoewel met
454zBediening
Page 62 of 174
Verwarming duo-
buddyseat1Schakelaar verwarming
duo-buddyseat
De buddyseat van de duopas-
sagier kan in twee standen
worden verwarmd. 2
Schakelaar in de middel-
ste stand: verwarming
uit.
3 Schakelaar naar rechts
gedrukt: 50 % verwar-
ming.
4 Schakelaar naar links
gedrukt: 100 % verwar-
ming.
Weergave op het
multifunctioneel displayBuddyseatverwarming berij-
der of duopassagier inscha-
kelen. De volgende symbolen wor-
den afhankelijk van de geko-
zen verwarmingsstand aange-
geven:
Berijders-buddyseat 50
% verwarmingscapaciteit
Berijders-buddyseat 100
% verwarmingscapaciteit
Duo-buddyseat 50 %
verwarmingscapaciteit
Duo-buddyseat 100 %
verwarmingscapaciteit
460zBediening