Page 101 of 382

97
BEDIENINGS -
SCHAKELAAR
VERLICHTING EN
HENDELS AAN HET
STUUR
De systemen die met de schakelaar
voor de verlichting en de hendels aan het
stuur worden bediend, kunt u alleen be-
dienen als de contactsleutel in stand
MAR staat. Dit geldt niet voor de
parkeerverlichting die alleen kan wor-
den ingeschakeld als de contactsleutel in
stand STOP staat of is uitgenomen.
De buitenverlichting kan handmatig
of, afhankelijk van de sterkte van het
buitenlicht, automatisch worden in-
/uitgeschakeld. SCHAKELAAR VERLICHTING
(fig. 90)
De schakelaar heeft 5 standen:
0 - buitenverlichting uitgeschakeld
6 - buitenverlichting
2 - dimlicht
F - parkeerverlichting
AUTO - automatische in-/uitschake-
ling van de buitenverlichting op basis
van de ingestelde gevoeligheid.
Buitenverlichting uitgeschakeld
Als het merkstreepje van de schakelaar
A tegenover het symbool 0staat, dan is
de buitenverlichting uitgeschakeld.
Parkeerverlichting en
kentekenplaatverlichting
Draai voor inschakeling de schake-
laar Ain stand 6.
Als de verlichting is ingeschakeld, gaat
op het instrumentenpaneel lampje 3
branden.
Als de buitenverlichting wordt inge-
schakeld, gaan ook de instrumentenpa-
neelverlichting en de verschillende be- dieningsknoppen branden en lichten de
displays op het instrumentenpaneel en
de middenconsole op.
Dimlicht
Draai voor inschakeling de schake-
laar Ain stand 2.
Parkeerverlichting Als u met de contactsleutel in stand
STOP of bij uitgenomen sleutel,
schakelaar Ain stand Fdraait,
schakelt de parkeerverlichting
(parkeerlichten en kentekenplaatver-
lichting) in en gaat het betreffende
controlelampje op het instrumenten-
paneel branden.
Als u bij ingeschakelde parkeerver-
lichting de linker hendel omlaag
plaatst, wordt alleen de parkeerver-
lichting aan de linkerzijde inge-
schakeld; als u de hendel omhoog
plaatst, wordt alleen de parkeerver-
lichting aan de rechterzijde inge-
schakeld. In dat geval gaan de ken-
tekenplaatverlichting en het lampje
op het instrumentenpaneel niet bran-
den.
fig. 90
L0A0199b
Page 103 of 382

99
SchemersensorOp de voorruit is een infrarood-sche-
mersensor gemonteerd die in staat is
verschillen in de sterkte van het bui-
tenlicht waar te nemen, op basis van
de ingestelde gevoeligheid; hoe hoger
de gevoeligheid, hoe lager de hoe-
veelheid buitenlicht die nodig is voor
het automatisch inschakelen van de
buitenverlichting.
De schemersensor bestaat uit twee
sensoren: een sensor die in staat is de
sterkte van het buitenlicht naar boven
waar te nemen, en een sensor die in
staat is de lichtsterkte in de rijrichting
van de auto waar te nemen, zodat
tunnels en nauwe doorgangen enz.
herkend worden. Als schakelaar
Ain stand AUTOis
gedraaid (automatische inschakeling
van de verlichting) worden, als er een
storing is in de schermersensor, de
buitenverlichting en het dimlicht
onafhankelijk van de sterkte van het
buitenlicht ingeschakeld en wordt de
storing op het display van het instru-
mentenpaneel aangegeven met het be-
richt “DEFECT SCHEMERSENSOR
– BEZOEK EEN WERKPLAATS”.
De storing blijft aangegeven zolang
schakelaar Ain stand AUTOstaat. In
dat geval is het raadzaam de automa-
tische inschakeling van de verlichting
uit te schakelen en de verlichting, in-
dien nodig, handmatig in te schake-
len; wendt u zo snel mogelijk tot de
Lancia-dealer. Vertraagde uitschakeling
verlichting (functie “Follow me
home”)
Met deze functie kan met de con-
tactsleutel in stand STOPof bij uit-
genomen sleutel de buitenverlichting
en het dimlicht 30 seconden of langer
worden ingeschakeld, zodat de ruimte
voor de auto verlicht wordt.
Deze functie wordt ingeschakeld als
de linker hendel binnen 2 minuten na
het uitzetten van de motor, naar het
stuur wordt getrokken en weer wordt
losgelaten. Telkens als u de hendel be-
dient, blijft de verlichting telkens 30
seconden langer branden, tot een
maximum van 210 seconden. Dit
komt overeen met het 7 keer bedienen
van de hendel. Hierna schakelt de
verlichting automatisch uit.
De ingestelde tijd (in seconden)
wordt ongeveer 20 seconden weerge-
geven op het display van het instru-
mentenpaneel.
Page 108 of 382

104
Storing in sensorBij ingeschakelde regensensor wordt,
als er een storing in de sensor is, de
intervalstand van de ruitenwissers in-
geschakeld op de ingestelde gevoelig-
heid, ongeacht of er regen op de ruit
aanwezig is.
Het display op het instrumentenpa-
neel geeft de storing in de sensor aan
door middel van het bericht “DE-
FECT REGENSENSOR – BEZOEK
EEN WERKPLAATS”; de storings-
melding blijft weergegeven zolang de
sensor is ingeschakeld. In dat geval is
het raadzaam de regensensor uit te
schakelen en de ruitenwissers, indien
nodig, in te schakelen in de continu-
stand (1
eof 2esnelheid); wendt u ver-
volgens zo snel mogelijk tot de Lan-
cia-dealer.
Controleer voordat u de
voorruit reinigt (bijv. bij
een tankstation) of de re-
gensensor is uitgeschakeld of de
contactsleutel in stand STOP is ge-
draaid.
De regensensor moet uitge-
schakeld zijn als u de auto met de
hand wast of als de auto in een
wastunnel wordt gereinigd.
De regensensor is in staat om de vol-
gende omstandigheden te herkennen
en zijn gevoeligheid hieraan aan te
passen:
– vuil op het controle-oppervlak
(zoutaanslag, vuil enz.)
– waterstrepen veroorzaakt door
versleten wisserrubbers
– verschil tussen dag en nacht (het
zicht wordt ‘s nachts sterker gehin-
derd door vocht op de ruit).
Schakel de regensensor
niet in als er ijs of sneeuw
op de voorruit zit, om be-
schadiging aan de ruitenwisser-
motor te voorkomen.
Page 109 of 382
105
INSTRUMENTENPANEEL
BENZINE-UITVOERINGEN (fig. 97)A - Koelvloeistoftemperatuurmeter
met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
B - Snelheidsmeter C
- Multifunctioneel display voor
symbolen/berichten/storingsmeldingen
en herhaling CONNECT-informatie
D - Toerenteller
E - Brandstofmeter met waar-
schuwingslampje brandstofreserve F
- Actueel brandstofverbruik
G - Controle- en waarschuwings -
lampjes
H - Display kilometerteller (totaal-
stand en dagteller) en automatische
versnellingsbak
I - Knop voor op nul zetten dagtel-
ler/Wissen storingsmeldingen op het
display
fig. 97L0A0230b
Page 110 of 382
106
JTD-UITVOERINGEN (fig. 98)
fig. 98L0A0231b
A- Koelvloeistoftemperatuurmeter
met waarschuwingslampje voor te
hoge koelvloeistoftemperatuur
B - Snelheidsmeter C
- Multifunctioneel display voor
symbolen/berichten/storingsmeldingen
en herhaling informatie CONNECT
D - Toerenteller
E - Brandstofmeter met waar-
schuwingslampje brandstofreserve F
- Actueel brandstofverbruik
G - Controle- en waarschuwings-
lampjes
H - Display kilometerteller (totaal-
stand en dagteller)
I - Knop voor op nul zetten dagtel-
ler/Wissen storingsberichten op het
display
Page 112 of 382

108
fig. 102
L0A0236b
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUURMETER MET
WAARSCHUWINGSLAMPJE
VOOR TE HOGE
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUUR (fig. 101)Het instrument geeft de temperatuur
aan van de motorkoelvloeistof, zodra
de koelvloeistoftemperatuur hoger
wordt dan ongeveer 50 °C.
Onder normale omstandigheden
staat de wijzernaald ongeveer in het
midden van de schaal. Als de wijzer-
naald in de buurt komt van de maxi-
male waarden, moet gas worden te-
ruggenomen. Als het waarschuwingslampje
Agaat
branden en op het display van het in-
strumentenpaneel het bericht “TE
HOGE KOELVLOEISTOFTEMP”
verschijnt, dan is de koelvloeistoftem-
peratuur te hoog; zet in dat geval de
motor uit en wendt u tot de Lancia-
dealer.
BELANGRIJK De wijzernaald kan
ook in de buurt komen van de maxi-
male waarden door opeenhoping van
vuil aan de buitenzijde van de radia-
teur van het motorkoelsysteem. In dat
geval is het raadzaam de radiateur te
controleren, eventueel vuil te verwij-
deren en zo snel mogelijk de buiten-
zijde van de radiateur grondig te rei-
nigen. BRANDSTOFMETER MET
WAARSCHUWINGSLAMPJE
VAN DE RESERVEBRANDSTOF
(fig. 102)
Het waarschuwingslampje van de
brandstofreserve Agaat branden en
op het display van het instrumenten-
paneel verschijnt het bericht
“BRANDSTOF TANKEN”, als er nog
ongeveer 10 liter brandstof aanwezig
is.
BELANGRIJK Rijd niet met een
bijna lege tank: door een onregelma-
tige brandstoftoevoer kan de kataly-
sator beschadigen.
fig. 101
L0A0235b
Page 114 of 382

110
DISPLAY KILOMETERTELLER
(TOTAALSTAND EN
DAGTELLER) EN
AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK Op het display ( fig. 104) worden
weergegeven:
– op de eerste regel onderaan Ade
totaalstand (6 cijfers);
– op de tweede regel Bde dagteller-
stand (4 cijfers);
– aan de bovenzijde Cde inge-
schakelde of geselecteerde versnelling
(uitvoeringen met elektronisch gere-
gelde automatische versnellingsbak). Voor het op nul zetten van de dag-
stand moet knopje A(fig. 105) ten
minste 2 seconden worden ingedrukt.
Als het knopje korter dan 2 secon-
den wordt ingedrukt, worden even-
tuele storingsmeldingen op het display
gewist.
Als de contactsleutel in stand STOP
staat of is uitgenomen, is het display
gedoofd. Als een voorportier wordt
geopend of gesloten, wordt het display
verlicht en verschijnt ongeveer 20 se-
conden de dagteller- en totaalstand.
BELANGRIJK Als de accu wordt
losgekoppeld, wordt de dagstand uit
het geheugen gewist.
fig. 104
L0A0237b
fig. 105
L0A0092b
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
(fig. 106)
Het multifunctionele display geeft
alle nuttige en noodzakelijke
informatie tijdens de rit weer:
Informatie op het
standaardscherm
– Tijd A
– Buitentemperatuur B.
fig. 106
L0A0258b
Page 115 of 382
111
Informatie over hulpsystemenbij het rijden
– Informatie over de cruise-control
– Informatie over de adaptieve
cruise-control
De taal die gebruikt wordt voor de
storingsmeldingen en de berichten op
het multifunctionele display is de-
zelfde taal als die voor het CONNECT
(waar de taal kan worden ingesteld).
Informatie over de auto
– Afstand tot volgende servicebeurt
– Motoroliepeil (alleen JTD-uitvoe-
ringen)
– Lichtsterkteregeling bedienings-
knoppen
– Weergave storingen
– Weergave waarschuwingen met
bijbehorende symbolen (bijv. “LET
OP: GEVAAR OP IJSVORMING”,
“ASR UITGESCHAKELD”, enz.). Informatie CONNECT
Informatie die door het CONNECT
geleverd wordt:
– Informatie over het AUDIOSYS-
TEEM
– Informatie over het NAVIGATIE-
SYSTEEM (herhaling pictogrammen)
– Informatie over de TELEFOON
– Informatie over het SPRAAK-
VELD
– Melding van ontvangst van SMS-
berichten.