2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
15
C350A01HP-GXT Part-time 4WD (bij in-/uitschakelbarevierwielaandrijving) 1. Keuzeschakelaarstand Deze wordt gebruikt om de verschillende standen te kiezen. 2H (Achterwielaandrijving) Als wordt gereden op verharde wegen. 4H (Vierwielaandrijving, hoge overbrenging) Als in het terrein of op natte of met sneeuw bedekte wegen wordt geredenVIERWIELAANDRIJVING (4WD)
D090A01P-GXT Het volledig motorvermogen kan zowel over de voor- als de achterwielen worden verdeeld. 4WD is nuttig als wordt gereden op sneeuw, modder,ijs, in bergachtig of zanderig terrein waar een goede tractie vereist is, of als de wielen grip verliezen bij het rijdenmet tweewielaandrijving.
HHP2113 met normale snelheid. De 4WD controlelamp ( ) wordtingeschakeld, om u eraan te herinneren dat de vierwielaandrijving met hoge overbrenging is ingeschakeld. 4L (Vierwielaandrijving, lage overbrenging) Gebruik "4L" voor het oprijden en afdalen van steile heuvels, het rijden inhet terrein en als de auto wordt gebruikt om te slepen. Vooral handig als extra aandrijfkrachtwordt gevraagd. De controlelamp ( ) wordt ingeschakeld, om u eraan te herinnerendat de vierwielaandrijving met lage overbrenging is ingeschakeld.
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
16
D090E01HP-GXT Veilig rijden met 4-wielaandrijving
o Ga bij het rijden meer rechtop endichter bij het stuur zitten dan normaal. Stel de stoel zodanig af dat het stuurwiel en de pedalen gemakkelijk kunnen wordenbediend.
o Draag de veiligheidsgordel.
o Rijd voorzichtig in het terrein en
vermijd gevaarlijke plaatsen.
o De 4WD-uitvoering heeft een
grotere bodemvrijheid en eensmallere spoorbreedte, zodat hij geschikt is voor een grote verscheidenheid aanterreinomstandigheden. Door de 4L
4H
1. Stop de auto.
2. Druk het koppelingspedaal (handbediende versnellingsbak) in of zet het keuzehandel (automatische transmissie) in de neutraalstand.
3. Kies de 4H stand.
versnellingsbak) in te drukken of het keuzehandel (automatischetransmissie) in de neutraalstand te zetten. Doe dit alleen als rechtuit wordt gereden.
4H
2H
Draai de keuzeschakelaar van de stand 4H naar de stand 2H bij snelheden lager dan 80 km/h. Het is niet nodig hetkoppelingspedaal (handbediende versnellingsbak) in te drukken of het keuzehandel (automatischetransmissie) in de neutraalstand te zetten. Doe dit alleen als rechtuit wordt gereden. 4H
4L
1. Stop de auto.
2. Druk het koppelingspedaal (handbediende versnellingsbak) in of zet het keuzehandel (automatische transmissie) in de neutraalstand.
3. Kies de 4L stand.
! LET OP:
Selecteer 4WD (4H of 4L) niet op een droog wegdek, vooral niet op droge snelwegen.Rijden met vierwielaandrijving op droge wegen gedurende langere tijd verhoogt het brandstofverbruik, degeluidsproductie en de bandenslijtage. Daarnaast wordt door de verhoogdevloeistoftemperatuur in het differentieel de slijtage in de aandrijflijn verhoogd. 2. Bediening keuzeschakelaar Door de keuzeschakelaar (4H, 4L) te bedienen worden beide assen van de auto star met elkaar verbonden. Ditverbetert de tractie-eigenschappen.
2H
4H
Draai de keuzeschakelaar van de stand2H naar de stand 4H bij snelhedenlager dan 80 km/h. Het is niet nodig het koppelingspedaal (handbediende
2
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
17
specifieke constructiekenmerken ligt het zwaartepunt hoger dan bijgewone auto's. Een voordeel van de grotere bodemvrijheid is het betere zicht op de weg, zodatproblemen eerder worden voorzien. Een dergelijke auto is niet bestemd om met dezelfde snelheid als meteen conventionele 2-wiel aangedreven auto door een bocht te rijden, net zo min als een laaggebouwde sportauto geschikt is voor terreinrijden. Voorkom, indien mogelijk, scherpe bochten of abruptemanoeuvres. Evenals bij andere auto's van dit type, kan bij een onjuist gebruik de controle over de autoverloren gaan of kan de auto kantelen.
o Houd het stuurwiel bij het rijden in terrein niet aan de binnenzijde aande stuurwielspaken vast. Het stuurwiel kan plotseling verdraaienen de handen verwonden. Houd het stuurwiel bij het rijden in het terrein altijd stevig aan de buitenrand vast.
o Rijd bij sterke zijwind met lagere snelheid. Door het hoge zwaartepuntvan de auto wordt de stabiliteit door zijwind nadelig beïnvloed. Door eenlagere snelheid kan de auto beteronder controle worden gehouden.
o Controleer de werking van de
remmen nadat door modder of wa-ter is gereden. Druk het rempedaal bij langzaam rijden meerdere keren in, totdat de normale remwerking isteruggekeerd.
o Bij het rijden met vierwielaandrijving
op vlakke en normale wegen kunnenbij het verdraaien van het stuurwiel grote krachten optreden en kan schade ontstaan.
Rijden op droge verharde wegen en snelwegen Kies 2H (2WD) voor rijden op droge verharde wegen. Vooral op drogesnelwegen moet nooit 4H of 4L (4WD) worden gekozen. Rijden op besneeuwde of gladde wegen Kies 4H of 4L in overeenstemming met de wegomstandigheden en druk het gaspedaal gelijkmatig in zodat soepelwordt weggereden. Rijden op zandige of modderige wegen Kies 4H of 4L en druk vervolgens het gaspedaal gelijkmatig in zodat soepelwordt weggereden. Houd het gaspedaal iets ingedrukt en wijzig de stand zo weinig mogelijk. Rijd met eenlage snelheid. Een steile helling oprijden Kies 4L zodat het motorkoppel maximaal kan worden benut. Een steile helling afrijden Kies 4L zodat het remvermogen van de motor maximaal kan worden benut en rijd langzaam naar beneden.(bij permanente vierwielaandrijving)
2HET RIJDEN MET UW HYUNDAI
18
Neem alle nodige veiligheidsmaatregelen om te zorgendat er geen waterschade aan de motor of andere componenten van de auto kan ontstaan.Water dat de luchtinlaat van de motor binnendringt kan ernstige schade veroorzaken.Water kan het vet van wiellagers afspoelen, hetgeen roest en voortijdige slijtage veroorzaakt, en kan ook deassen, transmissie en verdeelbak binnendringen, waarbij het de
smeerkwaliteit van detransmissievloeistof nadelig beïnvloedt.C355A04HP-GXT Full-time 4WD (bij permanente vierwielaandrijving)(Indien gemonteerd) 1. Keuzeschakelaarstand Deze wordt gebruikt om de verschillende standen te kiezen. AUTO Stand Het volledige motorvermogen wordt naar alle wielen overgebracht, vooreen optimale tractie. Gebruik deze stand bij normaal gebruik op een droog, nat of met sneeuw bedekt wegdek en/of bij het rijden in het terrein.
HHP2114
D090E01HP
Door water rijden Schakel de 4L modus in en rij langzaam door het water. De geadviseerde maximum diepte isongeveer 40 cm. Voordat u door water rijdt, zoals het oversteken van een ondiepe beek,eerst de diepte van het water en de stevigheid van de bodem controleren. Rijd langzaam (5 km/h) en vermijddiep water. 40 cm
9TECHNISCHE GEGEVENS
4SMEERMIDDELEN
J080A09HP-GXT Specificaties
API SJ, SL of HOGER, SAE 5W-20, 5W-30
ILSAC GF-3 of HOGER SAE 10W-30 (BOVEN -18°C) SAE 15W-40 (BOVEN -13°C)SAE 20W-50 (BOVEN -7°C)
API CF-4 of HOGER, SAE #30 (0°C ~ 40°C)
ACEA B4 of HOGER SAE 20W-40(BOVEN -10°C) SAE 15W-40 (BOVEN -15°C)SAE 10W-30 (-20°C ~ 40°C)SAE 5W-30 (BENEDEN 10°C) *1 *2
*1. Niet geschikt voor alle bedrijfsomstandigheden en beperkt verkrijgbaar*2. Niet aanbevolen voor het rijden met continu hoge snelhedenNormale rijomstandighedenZware rijomstandighedenHYUNDAI GENUINE PARTS MTF 75W/85 (API GL-4)MOBIL DEXRON-IIATF DEXRON-IIIHYPOID OLIE API GL-5 of HOGER,SAE 80W (Beneden -30°C)/SAE 90W (Boven -30°C)MOBIL INFILREX 33HYPOID OLIE API GL-5 of HOGER,SAE 80W (Beneden -30°C)/SAE 85W (Boven -30°C)Op basis van ethyleenglycol voor lichtmetalen motorenPSF-3DOT 3, DOT 4 of een gelijkwaardig product
Component
Motorolie(Benzinemotor) Motorolie (Dieselmotor) Motorolieverbruik VersnellingsbakOlie verdeelbak Olie vooras Olie achteras Met LSD
Zonder LSD
Koelvloeistof StuurbekrachtigingRemvloeistof
Inhoud (liter)
Aftappen en vullen (met oliefilter) : 4,3 Aftappen en vullen (met oliefilter) : 6,0 MAX. 1L/1500 Km MAX. 1L/1000 Km3,211,8 (Dieselmotor), 10,5 (Benzinemotor)1,42Part-time 4WD: 1,8Full-time 4WD: 1,3 NO, 7 : 2,6, NO,7,5: 2,89(Dieselmotor), 11(Benzinemotor) 1,3Als benodigd
Manual Automatic
10
INHOUD
5
V VAN BUITENAF VERGRENDELEN ......................1-11
VEILIGHEIDSGORDEL MET
GORDELSPANNER ............................................. 1-39
VEILIGHEIDSSCHERM BAGAGERUIMTE ...........1-82
VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN ........................................................... 1-33
VENTILATIE .......................................................... 1-98
VERLICHT CONTACTSLOT .................................1-10
VERLICHTING ....................................................... 1-62
VERLICHTING BAGAGERUIMTE .........................1-81
VERMOGEN .......................................................... 6-36
VERSTELLEN ZITTI NGHOOGTE ......................... 1-21
VERSTELLING VAN HET STUURWIEL...............1-88
VERWARMING ...................................................... 1-97
VIERWIELAANDRIJVING (4WD) ..........................2-15
VLOEISTOFPEIL AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE CONTROLEREN ........................6-17
VLOEISTOFPEIL STUURB EKRACHTIGING ........6-29
VLOEISTOF VOOR DE KOPPELINGBEDIENING CONTROLEREN .................................................. 6-23
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER .................... 8-2
VOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR .............. 2-2
VOOR-/ACHTERRUITVERWARMINGS- SCHAKELAAR ..................................................... 1-66
VOORSTOELEN VERSTELLEN ...........................1-18
V-RIEMEN CONTROLEREN .................................6-24W
WAARSCHUWING ACHTERST OEL ....................1-27
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHT- INSTALLATIE ...................................................... 1-66
WAARSCHUWINGSLAMP IN VOORPORTIER ... 1-87
WIELEN BALANCEREN .......................................... 8-4 WIEL VERWI SSELEN ............................................. 3-7
WINTERBANDEN .................................................... 8-3
Z ZONNEKLEPPEN .................................................. 1-86
ZONNESCHERM ................................................... 1-72