2005 Hyundai Santa Fe ECU

3- 4 IN GEVAL VAN PECH
!
6. Verwijder voorzichtig de hulpstart-
kabels in omgekeerde volgorde van aansluiten.
Bij onzekerheid omtrent de reden vande ontladen accu, moet u het laadsysteem laten controleren door uw Hyundai dealer. D030A02TB-GXT ALS DE MOTOR TE HEET WORDT Staat de koelvloeistoftemperatuurmeter te hoog, levert de motor weinig vermogen of "pingelt" de motor, danis de motor waarschijnlijk te heet. Ga dan als volgt te werk:
1. Breng de wagen zo snel mogelijk op een veilige plaats tot stilstand.
2. Plaats bij een automatische transmissie de keuzehandel in stand "P" of bij een handgeschakelde versnellingsbak de versnellingshandel in neutraalen trek de handrem aan. Schakel eventueel de airconditioning uit. 3. Bij koelvloeistoflekkage of
stoomvorming onder de motorkap; zet de motor dan af. Wacht methet openen van de motorkap tot geen koelvloeistof meer weglekt en er geen stoom zichtbaar is.Is er geen merkbaar verlies vankoelvloeistof en geen stoom, laatde motor dan draaien en controleer of de ventilator werkt. Is dit niet het geval zet dan de motor af.
4. Controleer of de V-riem van de waterpomp ontbreekt. Is dit niethet geval controleer dan of dezestrak zit. Is de V-riem in orde, controleer dan de radiateur, de slangen en onder de wagen opkoelvloeistoflekkage (Is de airconditioning ingeschakeld geweest, dan is het gebruikelijk dater koud water uitstroomt). WAARSCHUWING (Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten
aan het injectiesysteem wanneer de motor draait of binnen 30 seconden nadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers enverstuiverleidingen staan onder hoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal dieontstaat door brandstoflekkage kan ernstige verwondingen veroorzaken wanneer deze met het lichaam inaanraking komt. Mensen met een pacemaker mogen niet binnen 30 cm van de ECU of de bedrading inde motorruimte komen als de mo- tor draait, aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail-systeem werkt een groot magnetisch veld veroorzaakt.
WAARSCHUWING:
Houd uw handen uit de buurt van
bewegende delen zoals de ventila-tor en V-riemen terwijl de motor draait. 5. Is de V-riem van de waterpomp
gebroken of is er sprake vankoelvloeistoflekkage, zet de motor dan direct af en neem contact op met de dichtstbijzijnde Hyundaidealer.
!

6- 20 EENVOUDIG ONDERHOUD
!WAARSCHUWING (Alleen Diesel):
Geen werkzaamheden verrichten
aan het injectiesysteem wanneer de motor draait of binnen 30 secondennadat deze is afgezet. Hogedrukpomp, rail, verstuivers en verstuiverleidingen staan onderhoge druk, zelfs nadat de motor is afgezet. De brandstofstraal die ontstaat door brandstoflekkage kanernstige verwondingen veroorzaken wanneer deze met het lichaam in aanraking komt. Mensen met eenpacemaker mogen niet binnen 30 cm van de ECU of de bedrading in de motorruimte komen als de mo-tor draait, aangezien de hoge stroom waarmee het common-rail- systeem werkt een grootmagnetisch veld veroorzaakt.
HJM5044
!
2. Verwijder de peilstaaf uit de
automatische transmissie en veeg hem schoon. Druk de peilstaaf tot aan de aanslag op zijn plaats enverw jder hem opnieuw. Het peil op de peilstaaf moet tussen de "HOT" merktekens staan. WAARSCHUWING:
Afhankelijk van de motortem-peratuur wordt de koelventilatorautomatisch in en uitgeschakeld. Blijf bij deze controle uit de buurt van de koelventilator omdat dezeop elk moment in werking kan treden. Het vloeistofpeil moet tussen deze merktekens staan.
3. Als het vloeistofpeil te laag is moet via de geleidebuis van de peilstaafolie worden bijgevuld tot de "HOT"- merktekens op de peilstaaf. Vul niet te veel vloeistof bij.
HSM425
1. Let erop dat handen en kleding
niet in de buurt van draaiende delenkomen.
Druk bij stationair draaiende motor het rempedaal in en plaats het keuzehandel vanuit stand "P" naarelk van de andere standen ("R", "N", "D"). Zet het keuzehandel vervolgens weer in de stand "N" of "P".Bij stationair draaiende motor:

6- 42 EENVOUDIG ONDERHOUD
G200C02O-AAT Motorruimite
G200C01O
NOTE: Mogelijk zijn niet alle vermelde zekeringen in de zekeringhouder voor uw auto van toepassing. De gegevens zijn correct ten tijde van druk. Raadpleeg daarom de sticker op de zekeringhouder bij het controleren van de zekeringen. AMPE-
RAGES
140A50A 50A40A30A 30A 40A30A40A20A15A 10A 10A20A20A10A15A 20A 10A10A10A GEZEKERD CIRCUIT
DynamoAchterlichtrelais, zekering 11~17, stroomaansluitingStartrelais, contactslot A/C zekering, aanjagerrelais ABS regeleenheid, ontluchtaansluitingABS regeleenheid, ontluchtaansluitingRelais motorregelingRelais elektrische ramen, zekering 26Relais koelventilateur Relais ventilateur aircocondensor Relais mistlampenLinker koplamp, instrumentenpaneel, DRL regeleenheidRechter koplampOverslagsensor, LambdasondeInspuitventiel Motorwaarschuwingslampje. ECM, PCM Brandstofpomprelais, ECM, TCM, dynamo, PCMRelais automatische transmissie regeling, 4WD regeleenheidClaxonrelaisA/C relaisPCM, ECM
ALT B+
IGN
BLR
ABS.1 ABS.2 ECUP/W
RAD FAN C/FAN
FRT FOG H/LP(LH)
H/LP(RH)
ECU #1ECU #2ECU #3
ECU(B+) ATM
HORN
A/C
ST SIG
FUSIBLE
LINK
FUSE
OMSCHRIJVING