PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
2
3
4
5
67
8
9
LET OP:
DCA11620
Om het slippen van de koppe-
ling te voorkomen (de motorolie
smeert immers ook de koppe-
ling) mogen geen chemische
additieven worden toegevoegd.
Gebruik geen olieën met een
“CD” dieselspecificatie of
olëeen met een hogere kwaliteit
dan gespecificeerd. Gebruik
ook geen oliën met een “ENER-
GY CONSERVING II” of hogereaanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigin-
gen in het carter terecht komen.
9. Start de motor, laat hem een paar
minuten stationair draaien en con-
troleer daarbij op olielekkage. Als
er sprake is van olielekkage, zet
de motor dan direct af en zoek de
oorzaak.
10. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien no-
dig.
Terugstellen van het controlelamp-
je olieverversingstermijn
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de terugstelknop gedurende
twee tot acht seconden ingedrukt.3. Laat de terugstelknop los, het con-
trolelampje olieverversingstermijn
zal nu uitgaan.
OPMERKING:
Als de motorolie werd ververst voordat
het controlelampje olieverversingster-
mijn brandde (dus voordat de periodie-
ke intervalperiode voor olieverversing
was verstreken), moet het controle-
lampje na de olieverversing worden te-
ruggesteld om het eerstvolgende
tijdstip voor olieverversing correct aan
te geven. Volg de hierboven beschre-
ven werkwijze ook om het controle-
lampje olieverversingstermijn terug te
stellen voordat de olieverversingster- Aanbevolen motorolie:
SAE 10W-30 of SAE 10W-40
(API SE, SF, SG of hoger)
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefil-
terpatroon:
2.80 L (2.96 US qt)
(2.46 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpa-
troon:
2.90 L (3.07 US qt)
(2.55 Imp.qt)
1. Terugstelknop “OIL CHANGE”
1