Page 25 of 246

21
De auto wordt met ingeschakelde
“autoclose”-functie geleverd; als
sneller dan 10 km/h wordt gereden
dan vergrendelen de portieren en de
achterklep automatisch. De functie
werkt iedere keer als de contactsleu-
tel in stand Mwordt gedraaid en
gaat gepaard met een akoestisch sig-
naal (“bip”).
Druk langer dan 3 seconden op
knopje Aom deze functie uit te
schakelen.
BEDIENINGSKNOPPEN TWEE-
DE RIJ ELEKTRISCH UITSCHA-
KELEN
(fig. 12)
Bij de bedieningsknoppen aan
bestuurderszijde voor de elektrische
ruitbediening bevindt zich de knop
A. Met deze knop kunnen de bedie-
ningsknoppen van de rijen achter
worden uitgeschakeld, waardoor de
zijruiten, de opendaken (indien aan-
wezig) en de zijschuifdeuren van de
tweede rij niet kunnen worden geo-
pend.VOORPORTIEREN
Van buitenaf openen/vergrende-
len, met de hand (fig. 13)
Openen:draai de contactsleutel in
stand 1en trek de handgreep in de
richting van de pijl.
Vergrendelen:sluit het portier en
draai de sleutel in stand 2.
BELANGRIJK Voordat de sleutel
wordt gedraaid, moet deze volledig
in het slot zijn gestoken.
fig. 12
L0B0013b
fig. 13
L0B0008b
Schakel dit systeem
altijd in als u kinderen
vervoert.
Controleer nadat u het
veiligheidssysteem hebt
ingeschakeld of het sys-
teem daadwerkelijk is ingescha-
keld door aan de handgreep aan
de binnenzijde van de portieren
te trekken.
Page 26 of 246

22
Van binnenuit openen/vergren-
delen, met de hand (fig. 14)
Openen: trek aan hendel A.
Sluiten: sluit het portier en druk
knopje A(fig. 11) naar beneden.SCHUIFDEUREN
Van buitenaf openen, met de
hand (fig. 15)
Trek de handgreep in de richting
van de pijl. De zijschuifdeuren wor-
den in geheel geopende stand door
een blokkeermechanisme openge-
houden.
Van buitenaf vergrendelen, met
de hand (fig. 16)
Druk bij geopend portier knopje A
naar beneden, en sluit het portier.Van binnenuit openen/vergren-
delen, met de hand (fig. 16)
De achterportieren kun-
nen alleen van binnenuit
worden geopend, als het
“kinderveiligheidsslot” is uitge-
schakeld.
Openen: controleer of het kinder-
veiligheidsslot is uitgeschakeld. Trek
hendel Bin de richting van de pijl.
Vergrendelen:druk knopje A
naar beneden, dit kan ook bij een
geopend portier.
Een automatisch blokkeermecha-
nisme zorgt ervoor dat de linker zij-
schuifdeur niet geopend kan worden
als het tankklepje geopend is.
fig. 14
L0B0010b
fig. 15
L0B0009b
fig. 16
L0B0011b
Page 27 of 246

23
Van buitenaf openen/vergrende-
len met afstandsbediening
(indien aanwezig - fig. 17)
Rechter deur:druk op knopje A
van de sleutel met afstandsbedie-
ning.
Linker deur:druk op knopje B
van de sleutel met afstandsbedie-
ning.Elektrisch openen/vergrendelen
van binnenuit
(indien aanwezig - fig. 18 - 19)
Vanaf de eerste rij:
– druk voor het openen van de lin-
ker schuifdeur op knopje A; het slot
ontgrendelt en de schuifdeur wordt
geopend;
– druk voor het sluiten van de lin-
ker schuifdeur opnieuw op knopje A;
de deur sluit maar het slot vergren-
delt niet; druk voor het vergrendelen
op knopje C;– druk voor het openen van de
rechter schuifdeur op knopje B; het
slot ontgrendelt en de deur wordt
geopend;
– druk voor het sluiten van de
rechter schuifdeur opnieuw op
knopje B; de deur sluit maar het slot
vergrendelt niet; druk voor het ver-
grendelen op knopje C.>.
Vanaf de tweede rij:
– druk voor het openen/sluiten op
knopje Dbij de betreffende schuif-
deur.
fig. 17
L0B0219b
fig. 18
L0B0220b
fig. 19
L0B0221b
Page 28 of 246

24
Beide deuren zijn voorzien van een
antiletsel-veiligheidssysteem dat als
volgt werkt:
– tijdens het openen:als er een
obstakel aanwezig is, stopt het ope-
nen van de deur automatisch;
– Tijdens het sluiten: als er een
obstakel aanwezig is, stopt het slui-
ten van de deur en wordt de deur
automatisch geheel geopend.
Voor het herstellen van de juiste
werking moet een elektrisch com-
mando worden gegeven met de
betreffende knoppen op de afstands-
bediening of bij het plafondlampje
voor of op de deurstijl.CENTRALE PORTIERVER-
GRENDELING
Van buitenaf
Bij gesloten portieren: steek de
sleutel in het slot van het bestuur-
dersportier, en draai de sleutel.
Van binnenuit
Bij gesloten portieren: druk op
knopjeC (fig. 18) bij het plafond-
lampje voor.
Met de knopjes aan de binnenzijde
van de achterportieren ver- of ontgren-
delt u uitsluitend het betreffende por-
tier.
BELANGRIJK De centrale portier-
vergrendeling werkt niet als een van de
portieren niet goed gesloten is of als er
een storing in het systeem is. Na enke-
le pogingen schakelt het systeem onge-
veer 20 seconden uit. In deze 20 secon-
den kunt u de portieren met de hand
ver- en ontgrendelen, zonder dat het
elektrische systeem werkt. Na de 20
seconden is het systeem weer gereed.
Als de oorzaak van de storing is
opgelost, werkt het systeem weer
normaal. Anders schakelt het sys-teem na enkele pogingen opnieuw
uit.
EXTRA VERGRENDELING VAN
DE PORTIEREN (indien aanwe-
zig)
Voor het inschakelen van de extra
vergrendeling van de portieren met
behulp van de afstandsbediening,
moet u eerst knopje A (fig. 7)
indrukken en vervolgens binnen 5
seconden het knopje nog een keer in
drukken. Na de eerste klik van de
sloten, hoort u een tweede klik. Dit
betekent dat de extra vergrendeling
is ingeschakeld.
De extra vergrendeling kan ook
met de sleutel worden ingeschakeld.
Steek de sleutel in het slot en houd
hem enkele seconden in de vergren-
delstand, totdat u de tweede klik
hoort. Dit betekent dat de portieren
extra vergrendeld zijn.
Op deze manier kunt u de extra
vergrendeling inschakelen zonder
het diefstalalarm in werking te stel-
len.
Page 29 of 246

25
MECHANISCHE BEVEILIGING
(fig. 21)
De schuifdeuren achter zijn uitge-
rust met een beveiligingssysteem
waardoor de deuren niet van bin-
nenuit kunnen worden geopend:
stand 1 - systeem uitgeschakeld
(deur kan van binnenuit worden
geopend);
stand 2- systeem ingeschakeld
(deur vergrendeld);
Het systeem blijft ook ingeschakeld
na het elektrisch ontgrendelen van
de portieren.
BELANGRIJK Het systeem werkt
alleen op de betreffende deur. Als de extra vergrende-
ling is ingeschakeld, is
het niet meer mogelijk de
portieren te openen, ook niet van
binnenuit. Schakel daarom de
extra vergrendeling niet in als er
nog passagiers in de auto zijn.
De extra vergrendeling wordt uit-
geschakeld bij het openen van de
portieren met de sleutel of met de
afstandsbediening door knopje B
(fig. 7) in te drukken.
fig. 21
L0B0014b
KINDER-
VEILIGHEIDSSLOT
Het kinderveiligheidsslot kent twee
typen: elektrische beveiliging of
mechanische beveiliging.
ELEKTRISCHE BEVEILIGING
(fig. 20)
Bij de bedieningsknoppen aan
bestuurderszijde voor de elektrische
ruitbediening bevindt zich de knop A.
Met deze knop kunnen de bedie-
ningsknoppen van de rijen achter
worden uitgeschakeld, waardoor de
zijruiten, de opendaken (indien aan-
wezig) en de zijschuifdeuren van de
tweede rij niet kunnen worden geo-
pend.
Schakel dit systeem
altijd in als u kinderen
vervoert.
fig. 20
L0B0013b
Page 30 of 246
26
Schakel dit systeem
altijd in als u kinderen
vervoert.ZITPLAATSEN
VOOR
Verstel de stoelen alleen
als de auto stilstaat.
VERSTELLEN IN LENGTE-
RICHTING (fig. 22)
Trek hendel A omhoog en schuif de
stoel naar voren of naar achteren. Laat de hendel los en
controleer of de stoel goed
geblokkeerd is door naar
voren en naar achteren te schui-
ven. Als de stoel niet goed geblok-
keerd is, kan deze onverwachts
verschuiven, waardoor u de con-
trole over de auto kunt verliezen.
RUGLEUNING VERSTELLEN
(fig. 23)
Trek hendel Aomhoog totdat de
rugleuning in de gewenste stand
staat en laat de hendel los.
Controleer nadat u het
veiligheidsslot bij beide
portieren hebt ingescha-
keld of het slot daadwerkelijk is
ingeschakeld door aan de hand-
greep aan de binnenzijde van de
portieren te trekken.
fig. 22
L0B0016b
Page 31 of 246

27
LENDENSTEUN VERSTELLEN
(INDIEN AANWEZIG - fig. 24)
De lendensteun zorgt voor een
betere steun in de rug. Plaats hendel
A omhoog of omlaag totdat de
gewenste stand is bereikt.
VERWARMDE VOORSTOELEN
MET ELEKTRISCHE VERSTEL-
LING (fig. 25)
De elektrische verstelling werkt
alleen als de contactsleutel in stand
M staat en voor de duur van onge-
veer 1 minuut nadat de contactsleu-
tel in stand S is gedraaid.A - drukknop voor de verstelling in
lengterichting (vooruit/achteruit) en
voor de hoogteverstelling;
B - drukknop voor het verstellen
van de rugleuning;
C -schakelaar voor het in-/uit-
schakelen van de stoelverwarming
bij draaiende motor, instelbaar op 4
niveaus: 0(uitgeschakeld), 1 (mini-
male verwarming), 2 (gemiddelde
verwarming), 3(maximale verwar-
ming);
D- bedieningsknoppen voor
opslaan van de stand van de
bestuurdersstoel.
fig. 23
L0B0015b
fig. 24
L0B0188b
HOOGTEVERSTELLING
BESTUURDERSSTOEL (FIG. 23)
Trek, voor het omhoog verplaatsen
van de stoel, de hendel B omhoog.
Beweeg de hendel vervolgens (op en
neer), totdat de gewenste zithoogte is
bereikt. Duw, voor het omlaag ver-
plaatsen van de stoel, hendel B
omlaag. Beweeg de hendel vervolgens
(op en neer) totdat de gewenste
zithoogte is bereikt.
BELANGRIJK De hoogte kan
alleen worden ingesteld als u op de
bestuurdersstoel zit. Demonteer de
stoelen niet er voer er geen onder-
houds- of reparatiewerkzaamheden
aan uit: als de werkzaamheden niet
goed zijn uitgevoerd, kan de werking
van de veiligheidssystemen in gevaar
worden gebracht; wendt u altijd tot
de Lancia-dealer.
fig. 25
L0B0020b
Page 32 of 246

28
Procedure voor het opslaan van
de stand van de bestuurdersstoel
en de buitenspiegels (fig. 26)
Er kunnen 4 verschillende standen
van de bestuurdersstoel worden
opgeslagen:
– twee met de afstandsbedieningen
voor het openen/sluiten van de por-
tieren;
– twee met de knoppen1 en 2.
Als de portieren met de afstandsbe-
diening worden vergrendeld, wordt
de stand van de stoel en de buiten-
spiegels door de afstandsbediening
opgeslagen. Als de portieren met de
afstandsbediening worden ontgren-
deld, worden de stoel en de buiten-
spiegels in de daarvoor opgeslagen
stand gezet.
fig. 26
L0B0285b
Iedere afstandsbediening kan een
specifieke instelling opslaan.
Ga voor het opslaan met de knop-
pen 1en 2, met de contactsleutel in
stand M, als volgt te werk:
– zet de stoel en de buitenspiegels
in de gewenste stand;
– druk op knop Men vervolgens
binnen 4 seconden op knop 1 om de
instelling op te slaan in "geheugen
1” of op knop 2om de instelling op
te slaan in "geheugen 2".
Als de instelling is opgeslagen,
klinkt er een geluidssignaal.Oproepen van een opgeslagen
instelling
Bij uitgezette motor: druk kort op
knop 1of 2.
BELANGRIJKAls 5 keer na
elkaar een instelling wordt opgeroe-
pen, wordt het betreffende comman-
do geblokkeerd en pas weer hersteld
na het starten van de motor.
Bij draaiende motor: druk op knop
1 of 2en houd de knop ingedrukt,
totdat de opgeslagen instelling is
bereikt.