3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU04428
SnelheidsmeterunitSnelheidsmeterunitDe snelheidsmeterunit is voorzien van het
volgende:
8een digitale snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
8een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand aangeeft)
8twee rittellers (die de afgelegde
afstand aangeven sinds de tellers
het laatst werden teruggesteld op
nul)
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller
3. “SELECT”- toets
4. “RESET”- toets
5. Brandstofniveaumeter
Als de indicator brandstofniveau knippert
(zie pagina 3-2), wisselt de kilometerteller
weergave automatisch naar brandstofre-
serve ritteller “TRIP F”-weergave en
wordt de afgelegde afstand vanaf dat
punt aangegeven. In dat geval wordt door
indrukken van de “SELECT”-toets gewis-
seld tussen de diverse weergaven van rit-
tellers en kilometerteller, volgens onder-
staande volgorde:
TRIP F
→TRIP 1 →TRIP 2 →ODO →
TRIP F
Om de ritteller terug te stellen selecteert u
deze door de “SELECT”-toets in te druk-
ken waarna u de “RESET”-toets indrukt.
Wanneer u de brandstofreserve ritteller
niet zelf met de hand op nul stelt, wordt
deze, zodra na het tanken 5 km is gere-
den, automatisch teruggesteld en ver-
schijnt de “TRIP 1” ritteller weer. 8een ritteller voor brandstofreserve
(die de afstand aangeeft die wordt
afgelegd op de brandstofreserve)
8een brandstofmeter
8een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING:
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de toetsen “SELECT”
en “RESET” gebruikt.
Kilometerteller- en ritteller-mode
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave volgens onderstaan-
de volgorde tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en ritteller-mode “TRIP 1” en
“TRIP 2”.
ODO →TRIP 1 →TRIP 2 →ODO
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 17
3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
OPMERKING:
8Nadat de klok op tijd is gezet, moet
de “SELECT”-toets worden inge-
drukt alvorens de sleutel naar “OFF”
te draaien, anders geeft de klok niet
de juiste tijd aan.
8Als de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid, blijft de klokdisplay nog 48
uur aan en gaat dan uit, om zo te
voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
DC000003
<>
Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller aanwijst in de rode zone.
Rode zone: 8.000 tpm en hoger
Deze toerenteller is tevens voorzien van
een klok.
De klok op tijd zetten:
1. Druk tegelijkertijd de “SELECT”- en
“RESET”-toetsen gedurende min-
stens twee seconden in.
2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, druk dan op de “RESET”-
toets om de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets om de
minuten in te stellen.
4. Zodra de minutenaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de
“RESET”-toets om de minuten in te
stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets om de
klok aan te zetten.
DAU04939
Temperatuurmeter koelvloeistofTemperatuurmeter koelvloeistofMet de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter koelvloeistof
de temperatuur van de koelvloeistof aan.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid, beweegt de wijzer van de tem-
peratuurmeter koelvloeistof naar “H” en
weer terug naar “C” om het elektrisch cir-
cuit te testen. De koelvloeistoftempera-
tuur is afhankelijk van de weersomstan-
digheden en de motorbelasting. Als de
naald bij of in de rode zone staat, zet de
machine dan stil en laat de motor afkoe-
len. (Zie pagina 6-45 voor nadere instruc-
ties.)
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Rode zone temperatuurmeter koelvloeistof
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 19