22-04-2003
ACCU137
LET OP
Kom nooit met open vuur in de buurt van de accu (explosiegevaar).
De accu bevat verdund zwavelzuur, dat een bijtende vloeistof is.
Bescherm bij werkzaamheden aan de accu altijd gezicht en handen. Mocht de huid toch in aanraking komen met het zuur, veeg het zuur dan onmiddellijk af en spoel de huid met veel schoon water na.
Uitnemen van de accu Maak de accupoolklemmen los, altijd beginnend met de (Ð) kabel. Plaatsen van de accu Sluit de klemmen aan, te beginnen met de (+) kabel. Lang buiten gebruik Het is aan te raden de accuklem- men los te halen als uw auto langerdan een maand buiten gebruik is.
* Afhankelijk van uitvoering of land Voorzorgsmaatregelen
Zorg dat de polen en klemmen schoon zijn. Als ze gecorrodeerd zijn, dient u ze los te nemen en schoon te maken. Neem de accupoolklemmen niet los met
draaiende motor. Laad de accu niet op zolang beide accupoolklemmen nietzijn losgenomen. Gebruik geen elektrische voorzieningen voordat de motor opbedrijfstemperatuur is gekomen. Starten van de motor na aansluiten van de losgenomen accu
- Draai de sleutel in het contact om.
- Wacht ongeveer 10 seconden alvorens de motor te starten om de elektro-
nische componenten de gelegenheid te geven zich te resetten. Breng, indien nodig, opnieuw de code van de autoradio* in.
Opladen De spanning mag nooit meer bedragen dan 15,5 volt en de laadstroom mag niet sterker zijn dan 1/5 van de waarde die is aangegeven op het deksel
(b.v.: L1 200 - Stroomsterkte: maximaal 40 A.).
Duur van het opladen: 24 uur.Gebruik uitsluitend een acculader met constante spanning. In geval van intensief gebruik bij hoge temperatuur (30¡C en hoger) Indien de accu voorzien is van demontabele pluggen, is het raadzaam regel- matig het accuvloeistofniveau te controleren. Dit moet altijd boven de platen
staan. Vul zo nodig bij met gedestilleerd water.