05-05-2003
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES Uw auto heeft lange onderhoudsintervallen. ¥Voor uitvoeringen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥V oor uitvoeringen met benzine-/LPG*-/ aardgassysteem: elke 30.000 km of elke
twee jaar. Let op, het LPG-/aardgassysteem dient elke 15.000 km of elk jaar gecontroleerd te worden.
¥V oor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar.
Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijkhet motoroliepeil regelmatig te controleren: het is normaal dat er tussen tweeverversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles. Deze tussentijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsinter-
valindicator. De controle moet elke 15.000 km plaatsvinden voor uitvoeringenmet benzinemotor en uitvoeringen met benzine-/LPG-/aardgassysteem en elke10.000 km voor dieselmotoren met directe inspuiting.
Een PEUGEOT-monteur voert een kortdurende controle uit. Bovendien worden vloeistoffen indien nodig bijgevuld (olie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistoftot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil ten min-ste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van degebruiksomstandigheden. Deze lange intervallen zijn mogelijk geworden door de doorontwikkeling van onze auto's en van de smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE
ZIJN AFGESTEMD EN AANBEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR. * Liquefied Petroleum Gas
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES
18
ONDERHOUDSINTERVALINDI-
CATOR De onderhoudsintervalindicator geeft de resterende afstand tot devolgende onderhoudsbeurt aan vol-gens het onderhoudsschema van defabrikant. Werking
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden deonderhoudssleutel branden. De kilo-meterteller geeft de resterende kilo-meters tot de eerstvolgende onder-houdscontrole aan.Op de onderhoudsintervalindicatorkunnen de volgende waarden wordenweergegeven, die de resterendeafstand tot de volgende onderhoudsbeurt aangeven: 20.000 km,2.000 km, 200 km, 100 km en 50 km. V oorbeeld: De afstand tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole
bedraagt 2.000 km. Als het contactwordt aangezet geeft het displaygedurende enkele seconden het vol-gende aan:
05-05-2003
1 -Koelvloeistoftemperatuurmeter.
2 - Verklikkerlampje
koelvloeistoftemperatuur.
3 - Verklikkerlampje geopend
portier.
4 - Snelheidsmeter.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Verklikkerlampje parkeer- en
dimlicht.
7 - Verklikkerlampje grootlicht.
8 - Richtingaanwijzer rechts.
9 - Toerenteller. 10 -
Verklikkerlampje
brandstofreserve.
11 - Brandstofmeter.
12 - Verklikkerlampje
remvloeistofniveau.
13 - Verklikkerlampje
antispinregeling (ASR).
14 - Verklikkerlampje uitschakeling
airbag aan passagierszijde.
15 - Bedieningsknop display en
nulstelling dagteller.
16 - Verklikkerlampje airbags v——r. 17 -
Verklikkerlampje
antiblokkeersysteem (ABS).
18 - Verklikkerlampje
temperatuur/defect automatische transmissie.
19 - Verklikkerlampje te laag
koelvloeistofniveau.
20 - Onderhoudsintervalindicator,meter olieniveau,schakelstandindicatie (aut.),
klokje en kilometerteller.
21 - Verklikkerlampje voorgloeien
dieselmotor.
22 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
23 - Verklikkerlampje laden van de
accu.
24 - Knop instelling klokje.
25 - Verklikkerlampje zelfdiagnose
motor.
26 - Verklikkerlampje slijtage
remblokken v——r.
27 - Verklikkerlampje handrem.
28 - Verklikkerlampje water in
brandstof (diesel).
29 - Verklikkerlampje sleutel
elektronische startblokkering.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
28
INSTRUMENTENPANELEN BENZINE-DIESEL HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK/AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
05-05-2003
Verklikkerlampje te laag koelvloeistofniveau
Als dit lampje brandt, geeft dit aan dat het koelvloeistofniveau te laag is. Stop dan onmiddellijk.
Let op: Wacht tot de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen.
Het koelcircuit staat onder druk.Draai, om verwondingen te voorkomen, de vuldop eerst twee omwentelingen los om de druk te laten dalen. V erwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 29
V erklikkerlampje te lage motoroliedruk
Als het contact wordt aangezet, blijft dit verklikkerlampje enkele secon- den branden. Als het lampje bij draaiende motor brandt, geeft dit aan dat de motoro-
liedruk of het motorolieniveau te laag is.Stop dan onmiddellijk.V ul indien nodig olie bij.
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN Een verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij een draaiende motor knippert, is een teken dat het desbetreffende onderdeel of systeem nietgoed werkt. Het branden van sommige lampjes gaat vergezeld van een
geluidssignaal en een bericht op het multifunctionele display. Negeer eendergelijke waarschuwing niet, maar raadpleeg zo snel mogelijk uw
PEUGEOT-servicepunt.
Verklikkerlampje
handrem Als het contact wordt aan- gezet, blijft dit verklikker-
lampje enkele seconden branden. Als dit lampje brandt, geeft dit aan dat de handrem (iets) aangetrokkenis.V erklikkerlampje
koelvloeistof- temperatuur Als het contact wordt aan-
gezet, blijft dit verklikkerlampje enke- le seconden branden. Als dit lampje brandt, geeft dit aan dat de koelvloeistoftemperatuur tehoog is opgelopen. Stop dan onmiddellijk.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
05-05-2003
Minimum. Controleer het olieniveau met de peil- stok en vul zonodig olie bij. De aan-wijzing is alleen betrouwbaar als deauto op een vlakke, horizontaleondergrond staat en de motor min-stens 10 minuten niet heeft gedraaid. Defecte meter minimum motorolieniveau Als de streepjes knipperen, geeft dit een defect aan de meter aan of ishet motorolieniveau te laag. Er bestaat grote kans op ernstige motorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Defecte meter maximummotorolieniveau Als de vierkantjes knipperen, geeft dit een defect aan de meter aan of ishet motorolieniveau te hoog.Er bestaat grote kans op ernstigemotorschade.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN33
Display op het instrumentenpaneel Dit heeft na het aanzetten van het contact, 3 verschillende functies: -
onderhoudsintervalindicator (zie
het desbetreffende hoofdstuk),
- motorolieniveaumeter,
- kilometerteller (totale kilometer-stand en dagteller).
Motorolieniveaumeter Bij het aanzetten van het contact, wordt de onderhoudsintervalindica-tor weergegeven en vervolgensgedurende enkele seconden hetmotorolieniveau. Maximum Controleer het olieniveau met de
peilstok. Te veel olie kan leiden tot
motorschade. Als inderdaad blijkt dathet oliepeil te hoog is, neem dan zospoedig mogelijk contact op met een
PEUGEOT-servicepunt. Nulstelling dagteller Druk, terwijl het contact aan is, de knop in.Te
hoog motorolieniveau
Als de melding door controle met depeilstaaf bevestigd wordt, kan doorhet teveel aan motorolie ernstigemotorschade ontstaan. Raadpleeg zo spoedig mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL39
Bassen (Bass) Druk, als er "BASS"op het display wordt weergegeven, op de toets Jof Lom de bassen in te stellen.
- "-6" minimum instelling bassen.
- "0" normale stand.
- "+6" maximum instelling bassen.
T oonregeling (Treble)
Druk, als er "TREBLE"op het display wordt weergegeven, op de toets Jof Lom de hoge tonen in te stellen.
- "-6" minimum instelling hoge tonen.
- "0" normale stand.
- "+6" maximum instelling hoge tonen.
Faderregeling Druk, als er "FADER"op het display wordt weergegeven, op de toets Jof L.
Met de toets Jwordt het volume v——r versterkt.
Met de toets Lwordt het volume achter versterkt.
BalansregelingDruk, als er "BALANCE" op het display wordt weergegeven, op de toets Jof L.
Met de toets Jwordt het volume rechts versterkt.
Met de toets Lwordt het volume links versterkt.
Loudness-functie in-/uitschakelen (Loud) Met deze functie kunnen de bassen en hoge tonen automatisch versterkt worden. Druk langer dan twee seconden op de toets Qom deze functie in of uit te schakelen.
Hierbij is een geluidssignaal te horen, in combinatie met de melding "LOUD ON"of "LOUD OFF" .
05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL
42
Afzoeken van opgeslagen zenders Druk langer dan 2 seconden op de toets "MENU-PS". U hoort vervolgens elke opgeslagen zender binnen
het geselecteerde golfbereik gedurende ongeveer 10 seconden. Wilt u een opgeslagen zender blijven beluis- teren, druk dan op de toets "MENU-PS"om met het afzoeken te stoppen.
RDS Gebruik van de RDS-functie op FM De functie RDS(Radio Data Systeem) biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende fre-
quenties die voor deze zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "AF-TA"om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld.
- "RDS" (grijs weergegeven) als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
V olgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt. V erkeersinformatie
Druk langer dan 2 seconden op de toets "AF-TA"om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld.
- "TA" (grijs weergegeven) als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als het station waarnaar wordt geluisterd ook verkeersinformatie uitzendt, verschijnt na het inschakelen van de TA-functie de
aanduiding "TP"op het display.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, cassette of CD) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "AF-TA"om de verkeersinformatie te onderbreken, de functie is dan uitgeschakeld.
N.B.: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instel- len met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
05-05-2003
UW BOXER IN DETAIL
44
MENUFUNCTIES VAN DE AUTORADIO Druk op de toets Nom naar het menu te gaan.
Op het display verschijnt de aanduiding "MENU", gevolgd door de melding "MENU REG-ON".
Druk op de toetsen Jen Lom door de functies van het menu te lopen:
- REG (Voor het beluisteren van regionale programma's).
- EQ SET * (Persoonlijke instelling equalizer).
- PRESET/USER/CLASSIC/ROCK/JAZZ * (Inschakelen/uitschakelen van de equalizer, selecteren van equalizerinstellin- gen).
- HICUT (Reductie van hoge tonen).- PHONE (Instellen van het volume van de telefoon).- RM ** (Naar de radio luisteren tijdens het terugspoelen van een cassette).- CD NAME * (Naam van de geplaatste CD).- SVC * (Automatische volumeregeling aan de hand van de wagensnelheid).- SENS DX/LO (Gevoeligheid automatisch zoeken naar zenders).- CD * (Programmeren van de weergegeven informatie van de CD-speler).
Druk vervolgens op de toetsen Ken Mom de geselecteerde functie in te schakelen, uit te schakelen of
te wijzigen.
* Uitsluitend van toepassing op autoradio/CD-speler.
** Uitsluitend van toepassing op autoradio/cassettespeler.
05-05-2003
Bovenliggend venster
In sommige gevallen wordt op het moment dat een functie (radio, telefoon,
boordcomputer,...) gewijzigd wordt, ter-wijl een andere functie wordt weergege-ven, een nieuw venster geopend om dewijziging weer te geven, waarna ditvenster weer verdwijnt.
MULTIFUNCTIONELE
DISPLAYS Presentatie Monochroom display Kleurendisplay Deze twee multifunctionele displays zijn ge•ntegreerd in het autoradio-
/telefoon-/GPS-systeem . De dis-
plays worden dus bediend met hetbedieningspaneel en de stuurkolom-schakelaar van dit systeem. Op het multifunctioneel display kande volgende informatie wordenweergegeven: -
Informatie van de autoradio (radio, CD).
- Informatie van de telematicasyste-men (telefoon, diensten,...).
- Informatie van het navigatiesys-
teem (zie het desbetreffendehoofdstuk).
- Informatie van de boordcomputer
(zie het desbetreffende hoofdstuk).
-W aarschuwingsmeldingen (bijv.:
"Let op, overschrijding van demaximum snelheid") of tijdelijk
weergegeven informatie (bijv.:"SIM-kaart afwezig").
UW BOXER IN DETAIL 49