Page 139 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
130
BIJZONDERHEDEN
LICHTMETALEN VELGEN Sierdoppen De bouten van de lichtmetalen vel- gen zijn afgedekt met verchroomdedoppen.
Verwijder deze met de gele sleutel 4
alvorens de bouten los te draaien.De sleutel 4bevindt zich:
Ð bij de 3-/5-deurs en 206 RC in het rechter zijpaneel van de bagage- ruimte.
Ð bij de 206 SW in de doos van de krik. Plaatsen van het reservewiel Indien uw auto is voorzien van een reservewiel met stalen velg is hetnormaal
dat bij het monteren de rin-
gen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijnaangedraaid zorgt het conischedraagvlak van de bouten voor debevestiging van het reservewiel. Montage van winterbanden Indien u uw auto voorziet van winter- banden met stalen velgen, is hetnoodzakelijk speciale bouten te
gebruiken die verkrijgbaar zijn bij uw
PEUGEOT-servicepunt. Antidiefstalbouten* Als de velgen zijn voorzien van anti- diefstalbouten (ŽŽn per wiel), dient ueerst met behulp van het gereed-schap
4de chromen dop en vervol-
gens de plastic huls te verwijderenalvorens de bout los te draaien metbehulp van een van de dopsleutels(die u tijdens het afleveren van deauto zijn overhandigd, gelijktijdigmet de extra sleutel en de code-kaart) en de wielsleutel 1.
Opmerking: Noteer de op de dop-
sleutel gegraveerde code nauwkeu-rig. Met deze code kunt u bij uw
PEUGEOT-servicepunt een nieuwedopsleutel verkrijgen.
* Volgens uitvoering en land van bestemming.
Page 141 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
130
BIJZONDERHEDEN
LICHTMETALEN VELGEN Sierdoppen De bouten van de lichtmetalen vel- gen zijn afgedekt met verchroomdedoppen.
Verwijder deze met de gele sleutel 4
alvorens de bouten los te draaien.De sleutel 4bevindt zich:
Ð bij de 3-/5-deurs en 206 RC in het rechter zijpaneel van de bagage- ruimte.
Ð bij de 206 SW in de doos van de krik. Plaatsen van het reservewiel Indien uw auto is voorzien van een reservewiel met stalen velg is hetnormaal
dat bij het monteren de rin-
gen van de bouten de velg niet
raken. Als de bouten volledig zijnaangedraaid zorgt het conischedraagvlak van de bouten voor debevestiging van het reservewiel. Montage van winterbanden Indien u uw auto voorziet van winter- banden met stalen velgen, is hetnoodzakelijk speciale bouten te
gebruiken die verkrijgbaar zijn bij uw
PEUGEOT-servicepunt. Antidiefstalbouten* Als de velgen zijn voorzien van anti- diefstalbouten (ŽŽn per wiel), dient ueerst met behulp van het gereed-schap
4de chromen dop en vervol-
gens de plastic huls te verwijderenalvorens de bout los te draaien metbehulp van een van de dopsleutels(die u tijdens het afleveren van deauto zijn overhandigd, gelijktijdigmet de extra sleutel en de code-kaart) en de wielsleutel 1.
Opmerking: Noteer de op de dop-
sleutel gegraveerde code nauwkeu-rig. Met deze code kunt u bij uw
PEUGEOT-servicepunt een nieuwedopsleutel verkrijgen.
* Volgens uitvoering en land van bestemming.
Page 144 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
134
Mistlampen voor H1 55 W Druk aan de onderzijde van het luik om het los te maken. Open het luik.Draai het afdekplaatje om het te verwijderen. Neem de stekker van de lamp los.Druk op de uiteinden van de beide borglippen om de lamp los temaken.
3e
remlicht 5 lampen W 5 W
(3-/5-deurs, 206 RC) Draai de 2 moeren Amet behulp
van een 10 mm sleutel los.
Verwijder de lichtunit.Druk de 2 borglippen Bin om de
lamp-houder los te nemen.
Vervang de defecte lamp(en). 3 e
remlicht (206 SW)
Het 3 e
remlicht van de 206 SW is
voorzien van lichtdiodes (LED's). Raadpleeg in het geval van een
storing een PEUGEOT-servicepunt.
Page 146 of 168
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
134
Mistlampen voor H1 55 W Druk aan de onderzijde van het luik om het los te maken. Open het luik.Draai het afdekplaatje om het te verwijderen. Neem de stekker van de lamp los.Druk op de uiteinden van de beide borglippen om de lamp los temaken.
3e
remlicht 5 lampen W 5 W
(3-/5-deurs, 206 RC) Draai de 2 moeren Amet behulp
van een 10 mm sleutel los.
Verwijder de lichtunit.Druk de 2 borglippen Bin om de
lamp-houder los te nemen.
Vervang de defecte lamp(en). 3 e
remlicht (206 SW)
Het 3 e
remlicht van de 206 SW is
voorzien van lichtdiodes (LED's). Raadpleeg in het geval van een
storing een PEUGEOT-servicepunt.
Page 149 of 168

*De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Laat werkzaamheden aan hoofdzekeringen alleen door uw
PEUGEOT-servicepunt uitvoeren.
26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
138
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de mon-
tage van zowel de standaarduit-rusting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-service- punt voordat u andere elektrischevoorzieningen of accessoires in deauto monteert of laat monteren. Sommige elektrische accessoi- res zelf, of de wijze waarop diezijn gemonteerd, kunnen de wer-king van de elektrische systemenvan de auto (de elektronischebedieningssystemen, het audio-systeem en het laadcircuit) nade-lig be•nvloeden. PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uithet verhelpen van storingen ver-oorzaakt door het monteren vanextra accessoires die niet doorPEUGEOT aanbevolen en gele-verd worden. Dit geldt ook voorvoorzieningen die niet volgensde voorschriften van PEUGEOTzijn gemonteerd en met namevoor apparatuur met een stroom-verbruik van meer dan 10 mA.
Zekering Amp Functies
1* 20 A Motorventilateur
2* 60 A ABS/ESP
3* 30 A ABS/ESP
4* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale
6* Ð Vrij
7* 30 A Voeding stuur-/contactslot
8* Ð Vrij
Zekeringkast motorruimte Maak het deksel los om de zekeringkast (naast de accu) in de motorruimte te openen. Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig.
of
Page 152 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE137
Zekering Amp
Functies
1 15 A Stoelverwarming - sirene alarm
4 20 A
Multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - bagageruimteverlichting - autoradio
5 15 A Diagnosesysteem automatische transmissie
6 10 A Koelvloeistofniveaumeter - automatische transmissie - autoradio - stuurwielsensor (ESP)
7 15 A Dubbele bediening lesauto - naderhand ingebouwd alarmsysteem
9 30 A Elektrisch bediende ruiten achter
10 40 A Achterruit- en buitenspiegelverwarming
11 15 A Ruitenwisser achter
12 30 A Elektrisch bediende ruiten v——r - schuif-/kanteldak
14 10 A Servicecentrale motor - airbags - stuurkolomschakelaars - regensensor
15 15 A Instrumentenpaneel - multifunctioneel display - elektronische eenheid navigatiesysteem - airconditioning - autoradio
16 30 A Bediening centrale portiervergrendeling
20 10 A Remlicht rechts
21 15 A Remlicht links - derde remlicht
22 20 A Plafonnier v——r en plafonnier achter (206 SW) - kaartleeslampje - verlichting dashboardkastje - aansteker - 12 V-aansluiting achter (206 SW)
S1 Shunt Shunt PARC
Page 153 of 168

PRAKTISCHE INFORMATIE
140
ACCU Laden met behulp van een acculader:
Ð maak de accupoolklemmen los,
Ð volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
Ð sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (Ð) kabel,
Ð controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijnmet een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
Ð sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
Ð sluit de groene of zwarte kabel op de (Ð) pool van de hulpaccu aan,
Ð sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en laat de motor draaien.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
Ð Wacht 2 minuten na het uitzetten van het contact alvorens de accu los te koppelen.
Ð Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
Ð Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
Ð Sluit ruiten en schuifdak voordat de accupoolklemmen worden losgemaakt. Als de ruiten of het schuifdak na het weer aansluiten niet goed werken, die- nen deze te worden gereset (zie "Elektrisch bediende ruiten - ¤ Beveiligingtegen beknellen" en "Schuif-/kanteldak - ¤ Beveiliging tegen beknellen".
Ð Zet, elke keer nadat de accukabels weer zijn aangesloten, het contact AAN en wacht 1 minuut alvorens de motor te starten, zodat de elektronische
systemen ge•nitialiseerd kunnen worden. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt als er zich na deze handeling toch nog problemen voordoen.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer
dan een maand buiten gebruik is.
ECO-MODE Nadat de motor is afgezet, als het contact in de stand accessoires staat,wordt een aantal elektrische voorzie-ningen (ruitenwissers, ruitbediening,plafonniers, autoradio, enz.) na eenhalf uur automatisch uitgeschakeld,om te voorkomen dat de accu ontla-den raakt. Op dat moment verschijnt de melding "Eco-mode actief" op het multifuncti-
onele display. Als de accu ontladen is, kan de motor niet gestart worden.
26-05-2003
Page 154 of 168

26-05-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE141
AUTORADIO MONTEREN Uw auto is af fabriek voorzien van:
Ð dakantenne,
Ð coaxiale antennekabel,
Ð basisontstoring,
Ð bedrading voor luidsprekers v——r,
Ð bedrading voor luidsprekers ach- ter en tweeters,
Ð 2 stekkers (8-polig). Stekkeraansluitingen
A1 : Ð
A2 : Ð
A3 : Ð
A4 : Ð
A5 : Ð
A6 : (+) na contact
A7 : (+) constant
A8 : massa
B1 : (+) Luidspreker rechts achter
B2 : (Ð) Luidspreker rechts achter
B3 : (+) Luidspreker rechts voor en
tweeter
B4 : (Ð) Luidspreker rechts voor en tweeter
B5 : (+) Luidspreker links voor en tweeter
B6 : (Ð) Luidspreker links voor en tweeter
B7 : (+) Luidspreker links achter
B8 : (Ð) Luidspreker links achter
INBOUWEN VAN LUIDSPREKERS Er is ruimte voor het inbouwen van:
Ð luidsprekers met een diameter van 165 mm in de voorportieren,
Ð luidsprekers met een diameter van 130 mm in de achterportieren,
Ð tweeters met een diameter van 22,5 mm in de afdekplaten van de buitenspiegels.
Raadpleeg voordat u een autoradio of luidsprekersin uw auto monteert een
PEUGEOT-servicepunt.