
26-05-2003
CD-SPELER: AUTORADIO RD3 Selecteren van de CD-spelerZodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets Q.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Som de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Lom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Nom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Lof Nlang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Q2 seconden ingedrukt. De nummers van de
CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets Qopnieuw 2 seconden in om weer op normaal spelen
over te schakelen. De random-functie wordt uitgeschakeld zodra de radio wordt uitgezet.
UW 206 IN DETAIL 53
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
56
Pijltjestoetsen: Met behulp van de pijltjestoetsen kan een item op het scherm worden geselecteerd. In het beginmenu kan met behulp van de pijl- tjestoetsen "omhoog" en "omlaag" de lichtsterktevan het scherm worden ingesteld. Door tijdens het navigeren op de pijltjestoets "links" of "rechts" te drukken wordt tijdelijk de volledigenaam van de straat weergegeven als deze gedeel-telijk buiten het scherm valt.
menu : het indrukken van deze toets geeft toegang tot hethoofdmenu. Deze toets kan op elk gewenst momentworden ingedrukt.
esc : escape-toetsKort indrukken: annuleren van de actuele handelingen terug naar het vorige scherm. Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar beginmenu. Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze functie werkt niet tijdens het navigeren.
mod : mode-toetsKort indrukken: wisselen tussen weergave van datum,navigeren, radio en permanente plaatsbepaling.
val : bevestigingstoetsBevestigen van de geselecteerde functie.
Type van de 2 batterijen: 1,5 V type LR03.
NAVIGATIESYSTEEM Presentatie Het navigatiesysteem helpt u door middel van beeld en geluid om debestemming van uw keuze te bereiken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en eenGPS-systeem (Global PositioningSystem). Dit systeem bepaalt uwpositie met behulp van een aantalsatellieten. Het navigatiesysteem bestaat uit de volgende onderdelen:
Ð de afstandsbediening.
Ð het display.
Ð de computer.
Ð de schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken bericht.
Ð de CD-rom.
Ð de multifunctionele antenne. De afstandsbediening Door de afstandsbediening op het display te richten kunnen de verschillende functies worden geselecteerd.
De afstandsbediening kan in een speciaal daarvoor bestemd vak in het dash-boardkastje worden opgeborgen.
Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen vari‘ren,afhankelijk van de gebruikte
CD-rom of het land van bestemming.

26-05-2003
De computer Deze bevindt zich in het dashboardkastje. 1.Toets voor het uitwerpen van de CD-rom.
2. CD-romspeler.
3. Controlelampje ON. Dit lampje geeft aan dat de com-
puter AAN is.
4. Controlelampje CD. Dit lampje geeft aan dat er eenCD-rom in de speler steekt.
5. Opbergvak voor de afstandsbediening. De schakelaar voor het herhalen van het laatstegesproken bericht
Als de knop op het uiteindevan de ruitenwisserschake-laar ŽŽn keer wordt ingedrukt,wordt het laatste gesprokenbericht herhaald of eventueel
een nauwkeurigere kaart weergegeven in combinatie meteen gesproken bericht. De CD-rom
Deze bevat alle cartografi- sche gegevens. De CD-rom moet met de bedrukte zijde naar boven in
de speler worden gestoken.
Gebruik alleen door PEUGEOT goedgekeurde CD-roms.
Het navigatiesysteem is actief als de wereldbol volledig ver-licht wordt weergegeven.
UW 206 IN DETAIL
58
Het gebruik van' gekraste CD's kan storingen ver- oorzaken.

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
64
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu
"Beeldschermconfiguratie"
worden gekozen met de volgende instellingen:
Ð regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achter- grond op het scherm.
Ð instellen van de datum en de tijd.
Ð keuze van de taal voor de weergave op het display en de gesproken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans, Nederlands).
Ð instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen wor- den tussen de weergave in km/h of mph en in gradenCelsius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uurs weergavevan de tijd.
Opties
Vanuit het menu navigatie/begeleiding kan het menu "Navigatie-opties" worden gekozen dat de volgende
mogelijkheden biedt:
Ð beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd worden en kan een adres gewist worden. Kies daar-voor het geheugen en dan de omschrijving van het
desbetreffende adres.
Ð het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
Ð het stopzetten of het hervatten van de navigatie. Afhankelijk van de uitgangssituatie verschijnt de melding "Navigatie hervatten" of "Navigatie stopzetten" .

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL65
Navigatiehulp Druk tijdens het navigeren op de toets
"VAL"om in het
menu "Navigatiehulp" te komen.
Dit menu biedt de volgende mogelijkheden:
Ð Criterium van huidige navigatie-opdracht wijzigen.
Ð Weergave of wijzigen van een opgegeven bestemming.
Ð Regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
Ð Huidige navigatie-opdracht stoppen.

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL73
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de lucht-stroom te verdelen naar:
Ð De voorruit (ontwasemen of ont- dooien).
Ð De voorruit en de beenruimte.
Ð De beenruimte.
Ð De linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte.
Ð De linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in het interieurgerecirculeerd. Deze stand, aan-
gegeven op het display, dient om
de toevoer van buitenlucht bij stank en stof-overlast af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toets nog-maals in om de automatische toevoer
van buitenlucht te hervatten. Opmerking: Om te voorkomen dat de
ruiten beslaan bij koud of vochtig weer, raden we u aan dan niet de instelling"luchtrecirculatie" te kiezen.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van dezetoets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding ECOverschijnt op
het display. Druk de toets nogmaals inom de automatische werking van deairconditioning te hervatten. De aan-duiding A/Cverschijnt op het display. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets OFFwordt het
systeem volledig uitge-schakeld.
De temperatuur zal dan niet meeroptimaal zijn. Het systeem wordt weer opnieuw met de laatste instellingen inge-schakeld door op de toets OFF,
AUTO of zicht te drukken.
9. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Het is mogelijkom de achterruitverwarming eerder uitte schakelen door de toets nogmaalsin te drukken. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat tehouden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-servicepunt controleren.
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van hetsysteem handmatig aanpassen. Deoverige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van detoets
AUTO zal het systeem weer
volledig automatisch functioneren.
6. Luchtopbrengst
De luchtopbrengst kanvergroot of ver-kleindworden door respec-tievelijk de toetsen +of
Ð in te drukken.
Opmerkingen Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zicheen klein plasje water onder deauto vormt, dit is een normaal ver-schijnsel. Om het beslaan van de ruiten te voorkomen is het raadzaam destand ECObij koud of vochtig weer
niet te gebruiken.

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL
86
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel:
Ð Verlagen: trek de knop naar u toeen schuif het bevestigingspunt omlaag.
Ð Verhogen: schuif het bevesti- gingspunt omhoog. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspannersen gordelkrachtbegrenzers is de vei-ligheid van de voorste inzittenden bijfrontale aanrijdingen nog verder ver-beterd. De gordelspanners dienenom, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van deinzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als het con-tact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegenhet lichaam van de inzittendegetrokken wordt.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van drie veiligheidsgordels met oprol-
automaat (3-/5-deurs en 206 SW) oftwee veiligheidsgordels met oprolau-tomaat (206 RC).
De gordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag in het instrumentenpaneelgaat bij het afgaan van de gor-delspanners branden.
Laat het systeem na een aan-
rijding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.

26-05-2003
UW 206 IN DETAIL99
ZIJRUITEN ACHTER (3-DEURS) Kantel de hendel naar voren en duw de ruit open.
ELEKTRISCH BEDIENDE PORTIERRUITEN
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde
U heeft 2 mogelijkheden: Ð Handbediening:Duw of trek de schakelaar 1tot
het zware punt. De ruit stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Ð Automatische bediening: Duw of trek de schakelaar 1tot
voorbij het zware punt. De ruit opent of sluit volledig.
Het automatisch sluiten werkt alleenbij de ruit van het bestuurdersportier
en bij draaiende motor. 2. Schakelaar ruitbediening
passagierszijde
3. Schakelaar ruitbediening links achter.
4. Schakelaar ruitbediening rechts achter.
Blokkeerschakelaar elektrischbediende ruiten achter(beveiliging voor kinderen) Met behulp van deze schakelaar kan de bediening van de elektrischbediende ruiten achter geblokkeerdworden. Druk 1 keer op de schakelaar (het lampje van de knop gaat branden)om de blokkering te activeren. Druknogmaals op de schakelaar (hetlampje gaat uit) om de blokkering tedeactiveren.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs voor eenkorte periode, altijd desleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen vande ruit iets tussen de ruit en desponning bekneld raakt, moet deruit weer worden geopend. Drukdaarvoor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan passagierszijde bedient, moet dezeervan verzekerd zijn dat niets hetcorrecte sluiten van de ruitverhindert. De bestuurder moet ervan verze- kerd zijn dat de passagiers op dejuiste manier gebruik maken vande elektrische ruitbediening. Zorg ervoor dat ook kinderen zich tijdens het bedienen van de ruitenniet kunnen bezeren.