Page 1 of 130
UW IN EEN OOGOPSLAG1
Blz.
Stoelen 64 - 71
Cockpit 26 - 27
Dashboard 32 - 63
Spiegels 85
Blz.
Controles 96 - 99
Toegang tot de auto 72 - 75
Lekke band/ wiel verwisselen100 - 103
Lampen vervangen 104 - 107
Afhankelijk van de uitvoering en van de specifieke uitrustingen per land waarvoor de auto bestemd is, kan voor iedere auto slechts een gedeelte van alle uitrustingen van toepassing zijn.
30-06-2003
Page 3 of 130

30-06-2003
3UW IN EEN OOGOPSLAG
1Airbag bestuurder Claxon
2 Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers
3 Uitschakeling airbag aanpassagierszijde*
4 Schakelaar stoelverwarming
5 Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma(ESP/ASR)
6 Dimmerdashboardverlichting
7 Schakelaar ruitenwissers/-sproeiers/boordcomputer
8
Stuurkolomschakelaarsautoradio
9 Schakelaaralarmknipperlichten
10 Multifunctioneel display 11
Voorruitontwaseming
12 Zijruitontwaseming
13 Verstelbaar zijventilatieroos- ter
14 Airbag passagierszijde
15 Middelste verstelbareventilatieroosters
16 Dashboardkastje
17 Autoradio RD3
18 Bediening verwarming/ven-tilatie/airconditioning Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels
19 Asbak v——r
20 Versnellingshendel
21 Aansteker
22 Schakelaars elektrischbedienbare buitenspiegels 23
Schakelaar dakbediening
24 Schakelaars elektrisch bedienbare ruiten
25 Handrem
26 Hendel motorkapontgrende-ling
27 Stuur-/contactslot
28 Zekeringkast
29 Opbergvak
30 Hoogteverstelling stuurwiel
31 Koplampverstelling
* Volgens land van bestemming.
Page 7 of 130

7UW IN EEN OOGOPSLAG
72
Starten van de motor
Trap het gaspedaal niet in.Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat. SLEUTELS Met behulp van de sleutels kun- nen het slot van de portieren, het
kofferdeksel (openen), het slotvan de tankdop, het stuurslot, enhet slot van het dashboardkastjeonafhankelijk worden bediend enkan de airbag aan passagierszij-de worden uitgeschakeld.Belast nooit een motordie koud is. Laat de motor nooit in
een afgesloten ruimte draaien.Breng nooit wijzigingen aan het stuurslot aan. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier:
- kunnen de portieren en het
kofferdeksel gelijktijdig vergren- deld worden.
- kunnen alleen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleenmet de sleutel in het slot vanhet kofferdeksel ontgrendeldworden. Afstandsbediening Druk op de knop A
om de portieren ende achterklep tevergrendelen. Dit wordt bevestigd door het gedurendeongeveer tweeseconden brandenvan de richtingaan-wijzers. Druk op de knop Bom de portie-
ren op afstand te ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden snel knipperen van derichtingaanwijzers.
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
STOP:
Contact afgezet.
1 e
stand, Accessoires:
Contact afgezet, maar accessoi-res kunnen wel functioneren.
2 e
stand, Contact aan:
Het contact is aangezet.
Starten:
De startmotor wordt in werkinggezet. Stuurslot Ontgrendel, indien nodig, het stuurslot alvorens te starten.
Verdraai het stuurwiel enigszinsterwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaante vergemakkelijken.
30-06-2003
Page 24 of 130

30-06-2003
1.Verklikkerlampje veiligheidsgordels*
2.Verklikkerlampje airbag passa- gier uitgeschakeld*
3. Verklikkerlampje airbags voor enzij-airbags
4.
Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeer-systeem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8.
Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en motorolieniveaumeter
9. Richtingaanwijzer rechts
10.
Verklikkerlampje zelfdiagnose motor
11 . Verkli kkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laag remvloeistofniveau en sto-ring elektronische remdrukrege-laar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14.
Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruken-temp eratuur
16.
Verklikkerlampje koelvloeistoftempe-ratuur en te laag koelvloeistofniveau
17. Temperatuurmeter motorolie
18.
Schakelaar dagteller/kilometerteller
19. Verklikkerlampje verplicht stop-
pen (STOP)
20. Snelheidsmeter
21. Koelvloeistoftemperatuurmeter
22. Toerenteller
23.
Knop dimmer dashboardverlichting
24. Brandstofmeter
25.
Verklikkerlampje brandstofreserve
26.Verklikkerlampje elektronisch sta-biliteitsprogramma (ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
26
INSTRUMENTENPANEEL: HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
Page 25 of 130

30-06-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN27
1. Verklikkerlampje veiligheidsg dels bestuurder*
2. Verklikkerlampje uitschakeling air-bag passagier*
3. Verklikkerlampje voorste airbags enzij-airbags
4. Verklikkerlampje mistlampen v——r
5. Verklikkerlampje antiblokkeersys-teem (ABS)
6. Verklikkerlampje mistachterlicht
7. Richtingaanwijzer links
8.
Kilometerteller, onderhoudsinterval-indicator en motorolieniveaumeter
9. Richtingaanwijzer rechts 10.
Verklikkerlampje zelfdiagnosemotor
11 . Verklikkerlampje grootlicht
12. Verklikkerlampje handrem, te laagremvloeistofniveau en storingelektronische remdrukregelaar
13. Verklikkerlampje dimlicht
14.
Verklikkerlampje laden van de accu
15. Verklikkerlampje motoroliedruk en-temperatuur
16.
Verklikkerlampje koelvloeistoftempe-ratuur en te laag koelvloeistofniveau
17. Schakelprogramma's
18. Schakelstandindicatie 19.
Schakelaar dagteller/kilometerteller
20.Verklikkerlampje verplicht stoppen
(STOP)
21.
Snelheidsmeter
22. Koelvloeistoftemperatuurmeter
23. Toerenteller
24. Knop dimmer dashboardverlich-ting.
25. Brandstofmeter
26.
Verklikkerlampje brandstofreserve
27. Verklikkerlampje elektronisch stabi-liteitsprogramma (ESP/ASR)
* Volgens land van bestemming.
INSTRUMENTENPANEEL: AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
Page 31 of 130

30-06-2003
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN31
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk de knop in, de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd. De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet. Automatische ontsteking van de alarmknipperlichten* Bij een noodstop schakelen de alarmknipperlichten, afhankelijk vande remvertraging die optreedt, auto-matisch in. De alarmknipperlichtenblijven knipperen totdat er opnieuwgas wordt gegeven. U kunt de alarmknipperlichten ech- ter ook uitschakelen door de knop inte drukken.
* Volgens land van bestemming.
Kilometerteller Druk op de knop
1om over te scha-
kelen van kilometerteller naar dag- teller en terug. Druk, als de dagteller is ingescha- keld, langer dan 3 seconden op deknop om de dagteller op nul te zet-ten. Dimmer dashboardverlichting Druk, tijdens het branden van de verlichting, op de knop om de sterk-te van de dashboardverlichting te
veranderen. Als de verlichting dezwakste (of felste) stand heeftbereikt, laat dan de knop los en drukdeze vervolgens opnieuw in om deverlichting weer feller (of zwakker) temaken. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Page 46 of 130
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
47
De schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken berichtAls de knop op het uiteindevan de ruitenwisserschake-laar ŽŽn keer wordt inge-drukt, wordt het laatstegesproken bericht herhaald of eventueel eennauwkeurigere kaart weer-gegeven in combinatie meteen gesproken bericht.
De CD-rom Deze bevat alle cartografi-sche gegevens.
De CD-rom moet met de bedrukte zijde naar boven
in de speler worden gesto-ken.
Gebruik alleen door PEUGEOT goedgekeurde CD-roms.
Het navigatiesysteem is actief als de wereldbol volledigverlicht wordt weergegeven.
De computer Deze bevindt zich in het dashboardkastje. 1.
Toets voor het uitwerpen van de CD-rom.
2. CD-romspeler.
3. Controlelampje ON. Dit lampje geeft aan dat de computer AAN is.
4. Controlelampje CD. Dit lampje geeft aan dat er een CD-rom in de speler steekt.
5. Opbergvak voor de afstandsbediening.
Het gebruik van 'gekraste CD's kan storingen veroorzaken.
Page 65 of 130

30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL67
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De passagiersstoel van uw auto is uitgerust met een
ISOFIX-bevesti-
ging . Deze bevestiging bestaat uit 2
ringen geplaatst tussen de rug en dezitting van de stoel. De ISOFIX-kinderzitjes beschikken
over 2 sloten die makkelijk kunnen worden verankerd aan deze ringenen zorgen zo voor een veilige, dege-lijke en snelle montage van het zitje. Een speciaal voor PEUGEOT geho-mologeerd kinderzitje is het
KIDDY
Isofix* kinderzitje dat verkrijgbaar is
bij de PEUGEOT servicepunten. Ditzitje kan met de rug in de rijrichtingworden geplaatst voor kinderenvanaf de geboorte tot 13 kg en methet gezicht in de rijrichting voor kin-deren van 9 tot 18 kg. Als het zitje voorin met de rug in de rijrichting wordt geplaatst, moet devoorstoel helemaal naar voren worden geschoven zodat het kinder-zitje zo dicht mogelijk, of volledigtegen het dashboard zit. Dit kinderzitje kan ook wordenbevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix-bevestigingen.Het is in dat geval verplicht het zitjete bevestigen met de driepunts vei-ligheidsgordels voor beide posities. Zie de overzichtstabel voor het plaatsen van kinderzitjes.
Als het KIDDY ISOFIX kinderzitje met de rug in de rijrichting op depassagiersstoel is geplaatst, ishet verplicht de passagiersairbaguit te schakelen. Anders kan het kind bij het in werking treden van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant van het kinderzitje.
* U kunt op de ISOFIX-bevestigin-
gen in uw auto alleen de door
PEUGEOT gehomologeerde ISOFIX-kinderzitjes, die verkrijg-
baar zijn bij de PEUGEOT-service-punten, verankeren.