30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
33
DISPLAY C Dit kan de volgende informatie weergeven:
- de tijd,
- de datum,
- de buitentemperatuur (knippert bijkans op gladheid),
- informatie van de autoradio,
- controle op geopende portieren. Het display geeft schematisch aan of een portier geopend is, - waarschuwingen die tijdelijk worden weergegeven (bijv.: "brandstofniveau
laag") kunnen worden gewist met behulp van de afstandsbediening,
- de boordcomputer (zie desbetreffende hoofdstuk),
- het navigatiesysteem (zie desbetreffende hoofdstuk). Instellen van parameters Met behulp van de afstandsbediening kunnen de parameters ingesteld worden. De toegang tot de verschillende menu's is bij het navigatiesysteem beschreven.
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL37
Bassen Druk, als er "BASS"op het display wordt weergegeven, op de toets Hof Iom de bassen in te stellen.
- "BASS -9" minimum instelling bassen.
- "BASS 0" normale stand.
- "BASS +9" maximum instelling bassen.
Toonregeling Druk, als er "TREB" op het display wordt weergegeven, op de toets Hof Iom de hoge tonen in te stellen.
- "TREB -9" minimum instelling hoge tonen.
- "TREB 0" normale stand.
- "TREB +9" maximum instelling hoge tonen.
Loudness-functieMet deze functie kunnen de bassen en hoge tonen versterkt worden. Druk op de toetsen H of I om de functie in- of uit te schakelen.
Faderregeling Druk, als er "FAD"op het display wordt weergegeven, op de toets Hof I.
Met de toets H wordt het volume v——r versterkt.
Met de toets I wordt het volume achter versterkt.
BalansregelingDruk, als er "BAL" op het display wordt weergegeven, op de toets H of I.
Met de toets H wordt het volume rechts versterkt.
Met de toets Iwordt het volume links versterkt.
Automatische volumeregelingMet deze functie wordt het volume automatisch aangepast aan het geluidsniveau ten gevolge van de snelheid van de auto. Druk op de toets H of I om de functie in- of uit te schakelen.
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
40
RDS Gebruik van RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS -functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze
zender gebruikt worden in de diverse regio's.
Druk kort op de toets "RDS" om de functie in of uit te schakelen.
Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld.
- "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Volgen van RDS-zenders
Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDS-functie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.
Verkeersinformatie Druk op de toets "TA" om deze functie in of uit te schakelen.
Op het display verschijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld.
- "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is.
Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, CD of CD-wisselaar) onder- broken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA" om de verkeersinformatie te onderbreken; de functie is dan uitgeschakeld.
Opmerking: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.
Regionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS" langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
45
Pijltjestoetsen: Met behulp van de pijltjestoetsen kan een item op het scherm worden geselecteerd. In het beginmenu kan met behulp van de toetsen "Omhoog" en "Omlaag" de lichtsterkte van hetscherm worden ingesteld. Door tijdens het navigeren op de pijltjestoets "links" of "rechts" te drukken wordt tijdelijk de vol-ledige naam van de straat weergegeven als dezegedeeltelijk buiten het scherm valt.
menu : het indrukken van deze toets geeft toegang tot hethoofdmenu. Deze toets kan op elk gewenstmoment worden ingedrukt.
esc : escape-toets Kort indrukken: annuleren van de actuele hande- ling en terug naar het vorige scherm. Langer dan 2 seconden indrukken: terug naar beginmenu. Deze toets kan vanuit elk menu worden ingedrukt. Deze functie werkt niet tijdens het navigeren.
mod : mode-toetsKort indrukken: wisselen tussen weergave vandatum, navigeren, radio en permanente plaatsbe-paling.
val : bevestigingstoetsBevestigen van de geselecteerde functie.
Type van de 2 batterijen: 1,5 V type LR03.
NAVIGATIESYSTEEM Presentatie Het navigatiesysteem helpt u door middel van beeld en geluid om debestemming van uw keuze te berei-ken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en eenGPS-systeem (Global PositioningSystem). Dit systeem bepaalt uwpositie met behulp van een aantalsatellieten. Het navigatiesysteem bestaat uit de volgende onderdelen:
- de afstandsbediening,
- het display,
- de computer,
- de schakelaar voor het herhalen van het laatste gesproken bericht,
- de CD-rom.
- de multifunctionele antenne. De afstandsbedieningDoor de afstandsbediening op het display te richten kunnen de verschillende functies worden geselecteerd.
De afstandsbediening kan in een speciaal daarvoor bestemd vak in het dash- boardkastje worden opgeborgen.
Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen vari‘ren,afhankelijk van de gebruikte CD-rom of het land van bestemming.
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
Tijdens het navigeren geeft het scherm verschillende soor- ten informatie afhankelijk van de uit te voeren manoeu-vres. 1.Afstand tot de volgende manoeuvre.
2. Volgende manoeuvre.
3. Volgende afslag.
4. Tijd.
5. Buitentemperatuur.
6. Huidige weg.
7. Afstand tot de eindbestemming.
8. Uit te voeren manoeuvre.
Het display De functies van de verschillende menu's verschijnen aan de onderkant van het scherm: 1.
Gekozen functie.
2. Functie niet beschikbaar in deze situatie.
3. Functie beschikbaar.
Opmerking: In de optie "Lijst"kunnen maximaal
80 adressen worden opgeslagen.
46
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
53
Instellingen display
Vanuit het hoofdmenu kan het menu "Beeldschermcon-
figuratie" worden gekozen met de volgende instellingen:
- regelen van de lichtsterkte van de tekst en de achter- grond op het scherm.
- instellen van de datum en de tijd.
- keuze van de taal voor de weergave op het display en de gesproken informatie (Duits, Spaans, Frans, Engels, Italiaans, Nederlands).
- instellen van formaten en eenheden. Er kan gekozen worden tussen de weergave in km/h of mph en in gra-den Celsius of Fahrenheit en tussen 12- of 24-uursweergave van de tijd.Opties
Vanuit het menu navigatie/begeleiding kan het menu "Navigatie-opties" worden gekozen dat de volgende
mogelijkheden biedt:
- beheer van de geheugens. Met deze functie kan de omschrijving van een opgeslagen adres gewijzigd wor- den en kan een adres gewist worden. Kies daarvoor het
geheugen en dan de omschrijving van het desbetreffen-de adres.
- het regelen van de geluidssterkte van de gesproken berichten.
- het wissen van alle gegevens in beide geheugens.
- het stopzetten of het hervatten van de navigatie. Afhan- kelijk van de uitgangssituatie verschijnt de melding "Navigatie hervatten" of "Navigatie stopzetten" .
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL63
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde- lijk in om de luchtstroom teverdelen naar:
- de voorruit (ontwasemen en ont- dooien).
- de voorruit en de beenruimte.
- de beenruimte.-
de linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters en de beenruimte.
- de linker, rechter en middelste ventilatieroosters.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van dezetoets wordt de lucht in het inte-rieur gerecirculeerd. Dezestand, aangegeven op het dis-
play, dient om de toevoer van buitenluchtbij stank en stofoverlast af te sluiten.
Gebruik de luchtrecirculatie alleenals dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. Opmerking: Om te voorkomen dat de
ruiten beslaan bij koud of vochtig weer, raden we u aan dan niet de instelling"luchtrecirculatie" te kiezen.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van dezetoets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. Deaanduiding ECO verschijnt
op het display. Druk de toets nog-maals in om de automatische wer-king van de airconditioning te her-vatten. De aanduiding A/C ver-
schijnt op het display. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets OFFwordt het sys-
teem volledig uitgescha-keld.
De temperatuur zal dan niet meeroptimaal zijn. Het systeem wordt weer opnieuw met de laatste instellingen ingescha-keld door op de toets OFF, AUTO of
zicht te drukken.
9. Achterruitverwarming en ver- warming buitenspiegels
Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.
De verwarming wordt automatischuitgeschakeld. Druk de toets nog-maals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen. Opmerking: Deze functie is uitge-
schakeld wanneer het dak in de bagageruimte is opgeborgen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren.
Handmatige bediening Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van hetsysteem handmatig aanpassen. Deoverige functies worden automa-tisch geregeld. Bij het indrukken vande toets
AUTO zal het systeem
weer volledig automatisch functio-neren.
6. Luchtopbrengst
De luchtopbrengst kanvergroot of verkleindworden door respectie-velijk de toets + of - inte drukken.
Opmerkingen Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijn-sel. Om het beslaan van de ruiten te voorkomen is het raadzaam destand ECO bij koud of vochtig weer
niet te gebruiken.
30-06-2003
UW 206 CC IN DETAIL
72
Batterij van afstandsbedie- ning vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in combinatie met een geluidssignaalde melding
"Batterij afstandsbedie-
ning leeg" op het multifunctionele
display. Draai de schroef los en wip het huis met een muntstuk bij het ooglos om de batterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt,moet deze opnieuw geprogram-meerd worden.
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren, de achterklep (openen)en de tankdop
onafhankelijk van
elkaar vergrendeld of ontgrendeld
worden, kunnen het stuurslot en hetslot van het dashboardkastje wor-den bediend en kan de airbag aanpassagierszijde worden uitgescha-keld. Centrale vergrendelingMet behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier: -
kunnen de portieren en het koffer- deksel gelijktijdig vergrendeld wor-den,
- kunnen de portieren gelijktijdig ontgrendeld worden.
Het kofferdeksel kan alleen ont-grendeld worden met de sleutel inhet slot van het kofferdeksel.
Wanneer een van de portieren is geopend, werkt de centrale vergren-deling niet. Afstandsbediening Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitge-voerd.
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigddoor het gedurende ongeveer
2 seconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de portieren
te ontgrendelen. Het ontgrendelen wordt bevestigddoor het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerkingen: Als de auto is ver-
grendeld en per ongeluk wordt ont- grendeld zonder dat binnen 30seconden een van de portierenwordt geopend, wordt de auto auto-matisch weer vergrendeld. Druk de knop van de afstandsbedie- ning niet buiten het bereik van deauto in. Hierdoor kan het systeembuiten werking raken. In dat gevalmoet de afstandsbediening opnieuwgeprogrammeerd worden.
Waarschuwingssignaal sleutel
Als het bestuurdersportier wordt geo-pend terwijl de sleutel nog in het con-tact steekt, klinkt er een geluidssignaal.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: Druk op de knop A, de plafonnier
gaat branden en de knipperlich- ten knipperen gedurende enkeleseconden.
Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Deafstandsbediening werkt nu
weer.