BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1-26 B260A05Y-GXT INSTRUMENTENPANEEL EN CONTROLELAMPEN
1. Storingslamp (MIL) (Indien gemonteerd)
2. Toerenteller
3. Controlelamp richtingaanwijzers
4. Koelvloeistoftemperatuurmeter
5. Brandstofmeter
6. Snelheidsmeter
7. Controlelamp ABS (Indien gemonteerd)
8. Controlelamp airbag (Indien gemonteerd)
9. Comtroelamp veiligheidsgordel 10. Waarschuwingslamp geopend koffer-deksel
11. Controlelamp niet goed gesloten portier
12. Terugsteltoets van dagteller of
boordcomputer (Indien gemonteerd)
13. Controlelamp grootlicht
14. Mistlampen (Indien gemonteerd)
15. Verlichting schakelkwadrant van automat- ische transmissie (Indien gemonteerd)
16. Kilometerteller/Dageller/Boordcomputer 17. Controlelamp brandstofreserve
18. Modusschakelaar dagteller of
boordcomputer (Indien gemonteerd)
19. Controlelamp handrem/remvloeistofpeil
20. Controlelamp laadstroom
21. Controlelamp oliedruk
22. Controlelamp automatische snelheidsregelling (Indien gemonteerd)
23. Traction control controlelampen
(Indien gemonteerd) B260A04Y-1
1
234 5 6
7
8 9 10 11 1213 14 15 16 1718 19 20 21
3
2223
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
26
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI 1-27
ZB110G1-AX
CONTROLELAMP RICHTING- AANWIJZERS
Als de richtingaanwijzers worden ingeschakeld
gaat deze groene controlelamp knipperen. Als de lamp wel brandt, maar niet knippert, snellerknippert dan normaal of niet brandt, geeft diteen storing in de richtingaanwijzerinstallatie aan.
Indien dit het geval is moet sterk afremmen
worden voorkomen en moet de auto zo snel mogelijk door uw Hyundai dealer wordengecontroleerd.
B260P02Y-GXT CONTROLELAMP ABS
Als de contactsleutel in de stand "ON" wordt
gedraaid, zal de controlelamp voor het ABSgaan branden en na enkele seconden doven.Als de controlelamp blijft branden, gaat brandentijdens het rijden of niet gaat branden als decontactsleutel in de stand "ON" wordt gedraaid,betekent dit dat er een storing in het ABSsysteem is opgetreden. Laat uw auto in ditgeval zo snel mogelijk door een Hyundai dealercontroleren. Het normale remsysteem blijftechter werken, maar zonder de assistentie vanhet ABS systeem.
ATTENTIE: Als de waarschuwingslampen voor ABS SRI
en handrem/remvloeistofpeil beiden blijven branden met het contactslot in de stand"ON", of tijdens het rijden gaan branden,betekent dit dat er mogelijk een storing is inhet EBD-systeem (elektronischeremkrachtverdeling). ZB110J1-AX
CONTROLELAMP GROOT- LICHT
Deze blauwe controlelamp gaat branden zodra
het grootlicht wordt ingeschakeld.ZB110K1-AX CONTROLELAMP OLIEDRUK
ATTENTIE: Als deze lamp bij draaiende motor gaat
branden moet de motor direct worden afgezet teneinde ernstige motorschade tevoorkomen. Deze controlelamp gaat brandenals de oliedruk te laag is. De lamp gaatbranden zodra het contact wordt aangezet,maar moet doven als de motor is gestart.Blijft deze lamp bij draaiende motor branden,dan bevindt zich een ernstige storing in hetsmeersysteem van de motor.
Is dit het geval, dan moet de motor direct
worden afgezet en moet het oliepeil wordengecontroleerd. Als het oliepeil te laag is, moetde voorgeschreven olie worden bijgevuld enmoet de motor opnieuw worden gestart. Als decontrolelamp blijft branden moet de motor directworden afgezet. Raadpleeg in dat geval eenofficiële Hyundai dealer.
ZB110L2-FX CONTROLELAMP HANDREM/ REMVLOEISTOFPEIL
ATTENTIE: Bij storingen aan het remsysteem moet de oorzaak direct door een Hyundai dealerworden opgespoord. Het rijden met eendefect remsysteem (in het elektrische ofhydraulische gedeelte) is uiterst gevaarlijk.
B260C01E-GXT Traction Control Controlelampen (Indien gemonteerd)
De controlelamp van de aandrijfregeling brandt
afhankelijk van de stand van het contactslot en naar gelang het systeem wel of niet isingeschakeld.
Hij gaat branden zodra de contactsleutel in de
stand "ON" wordt gedraaid, maar moet dovenals de motor aanslaat. Laat uw Hyundai dealer het systeem controleren als de TCS- controlelamp knippert of blijft branden. Zie deel2 voor meer informatie over het TCS-systeem.
efholl-1.p65 6/20/2008, 10:34 AM
27
HET RIJDEN MET UW HYUNDAI 2-9
Tips voor het rijden Het TCS-systeem bedient de remmen niet. Zorg
er altijd voor dat met gematigde snelheid in bochten wordt gereden.
LET OP: Als de TCS-controlelamp knippert is de SLIP-
functie geactiveerd. Dit betekent dat op glad wegdek wordt gereden of dat extreem wordtgeaccelereerd. Neem in dit geval gas terugen rijd met gematigde snelheid.
WAARSCHUWING: De aandrijfregeling is slechts een
hulpmiddel; alle voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen bij hetrijden onder extreme weersomstandighedenen glad wegdek.
C300A02Y-GXT AANDRIJFREGELSYSTEEM (TCS) (Indien aanwezig) Op een glad wegdek voorkomt het
aandrijfregelsysteem (TCS = traction control system) dat de aangedreven wielen doorslippenwaardoor de grip van de wielen wordt verbeterd.Het systeem zorgt ook voor een verbeterdeaandrijfkracht en stuureigenschappen bij hetacelereren in bochten.
SLIP Control Voorkomt het doorslippen van de aangedreven
wielen bij het wegrijden en het rijden door bochten op glad wegdek, zodat wordtvoorkomen dat de aandrijfkracht van devoorwielen niet wordt overgebracht.
HEF-051A 2) Als de aandrijfregeling correct werkt, is
een lichte pulsering in de auto voelbaar. Dit wordt veroorzaakt door deremregeling en is normaal.
3) Als de motor gestart is, is een klikkend geluid hoorbaar in de motorruimte; ditwordt veroorzaakt door de controle vanhet aandrijfregelsysteem.
4) Bij het rijden uit modder of verse sneeuw kan het voorkomen dat het motortoerentalniet toeneemt wanneer het gaspedaalwordt ingedrukt.
C300D01L-GXT Controle en waarschuwingDe controlelamp moet gaan branden met de
contactsleutel in de stand "ON" of "START" en moet doven na drie seconden.
Laat het systeem door een Hyundai dealer als
de controlelamp niet gaat branden.
Als er een storing in het systeem wordt
geregistreerd, gaat de TCS-waarschuwingslampbranden.
Als de TCS-waarschuwingslamp gaat branden,
moet de auto op een veilige plek wordengeparkeerd en de motor worden afgezet. Start de motor vervolgens opnieuw en controleer
of de lamp dooft.
Raadpleeg een Hyundai dealer als de lamp blijft
branden na het starten van de motor.
C300B01L-GXT TCS ON/OFFAls het TCS ingeschakeld is, brandt de
controlelamp in het instrumentenpaneel niet.
Druk de TCS-schakelaar in om het TCS-
systeem uit te schakelen. De SLIP-regeling wordt uitgeschakeld en de TCS-controlelamp inhet instrumentenpaneel gaat branden.
NB:
1) Zet de motor af. Na het opnieuw starten van de motor is het TCS-systeemingeschakeld.
efholl-2.p65 6/20/2008, 10:35 AM
9
INHOUD10-3
STEREO GELUIDSINSTALL
ATIE .............................................. 1-62
STOELVERWARMING ................................................................ 1-10
T TECHNISCHE GEGEVENS .......................................................... 9-1
TRACTION CONTROL SYSTEM ................................................. 2-9
TRIPCOMPUTER .. ...................................................................... 1-31
U UITSTOOT BEHEERSSYSTEEM ................................................. 7-1
V V-RIEMEN CONTROLEREN ...................................................... 6-15
VEILIGHEIDSGORDEL MET GORDELSPANNER ....................1-22
VEILIGHEIDSGORDELS ............................................................. 1-13
VEILIGHEIDSSYSTEEM VOOR KINDEREN .............................1-15
VERSTELLING VAN HET STUURWIEL ....................................1-46
VERWARMING ............................................................................ 1-54
VLOEISTOFPEIL AUTOMATISCHE TRANSMISSIE CONTROLEREN ....................................................................... 6-10
VLOEISTOFPEIL STUURBEKRACHTIGING .............................6-17
VLOEISTOF VOOR DE KOPPELINGBEDIENING
CONTROLEREN ....................................................................... 6-12
VOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR ................................... 2-2
VOORSTOELEN VERSTELLEN ................................................... 1-8
W WAARSCHUWINGSLAMP IN VOORPORTIER .........................1-45
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHT INSTALLATIE .................. 1-34
WIEL VERWISSELEN ................................................................... 3-3
WIELEN BALANCEREN .................. ............................................. 8-1
WINTERBANDEN .......................................................................... 8-1 Z
ZONNEKLEPPEN ........................................................................ 1-45
efholl-10.p65 6/20/2008, 10:35 AM
3