2-1
2
DAU00026
2-BESCHRIJVING Aanzicht linkerzijde1. Luchtaanzuigkanaal (pagina 6-19)
2. Brandstoftank (pagina 3-8)
3. Stelring veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-15)
4. Stelknop uitveerdemping schokdemperunit (pagina 3-15)
5. Stelschroef inveerdemping schokdemperunit (pagina 3-16)
6. Opbergcompartiment (pagina 3-12)
7. Helmbevestiging (pagina 3-12)
8. Handgreep
9. Schakelpedaal (pagina 3-7)
10. Radiator (pagina 6-15)
D_4tv.book Page 1 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
BESCHRIJVING
2-2
2
Aanzicht rechterzijde11. Bagageriembevestiging (pagina 3-18)
12. Kijkglas remvloeistofniveau achterrem (pagina 6-28)
13. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-13)
14. Stelbout veervoorspanning voorvork (pagina 3-13)
15. Stelschroef uitveerdemping voorvork (pagina 3-14)
16. Radiatordop (pagina 6-15)
17. Stelschroef inveerdemping voorvork (pagina 3-14)
18. Kijkglas motorolieniveau (pagina 6-10)
19. Rempedaal (pagina 3-8)
20. Vuldop motorolie (pagina 6-10)
D_4tv.book Page 2 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _OPMERKING:_
De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-45 nadere instructies ver-
meld.
_
DAU04280
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de motorfiets op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok zo nodig
afkoelen.
2. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-11
voor instructies over verwijderen en
aanbrengen van het zadel.)
3. Verwijder het stroomlijnpaneel D. (Zie
pagina 6-7 voor de werkwijze bij ver-
wijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)
4. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.
5. Tap de koelvloeistof uit het reservoir
af.
6. Verwijder de stroomlijnpanelen A en
C. (Zie pagina 6-5 voor de werkwijze
bij verwijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)7. Verwijder de bevestigingsbouten voor
de brandstoftank en licht dan de
brandstoftank op. (Maak de brand-
stofslangen niet los.)
DW000071
WAARSCHUWING
_
Let erop dat de brandstoftank cor-
rect wordt ondersteund.
Kantel of trek de brandstoftank niet
te veel heen en weer, anders kun-
nen de brandstofslangen los raken
en zo lekkage veroorzaken.
_
1. Bout (× 2)
2. Koelvloeistofreservoir
1. Tankbevestigingsbout (× 2)
D_4tv.book Page 14 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
8. Verwijder het rechter luchtaanzuigka-
naal door de klemschroeven los te ha-
len.9. Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop.
DW000067
WAARSCHUWING
_ Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet
is. _10. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.11. Verwijder de waterpompaftapplug om
het koelsysteem leeg te maken.
12. Verwijder de aftappluggen in het cilin-
derblok om het koelsysteem leeg te
maken.
13. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
14. Breng de waterpompaftapplug en de
cilinderblokpluggen aan en zet deze
dan vast met het voorgeschreven aan-
haalmoment.
1. Klemschroef (× 2)
2. Rechter luchtaanzuigkanaal
1. Koelvloeistofradiatorvuldop
1. Waterpompaftapplug
2. Cilinderblokaftapplug (× 2)
D_4tv.book Page 15 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
6
15. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
16. Giet de voorgeschreven hoeveelheid
van de gespecificeerde koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.
DCA00041
LET OP:_ Hard of zout water is schadelijk voor de
motor. Gebruik zacht water als gedistil-
leerd water niet voorhanden is. _17. Breng de radiatorvuldop en de af-
sluitdop van het koelvloeistofreservoir
aan, start de motor, laat een paar mi-
nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
18. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul zo nodig zoveel koel-
vloeistof bij tot het niveau bovenin de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop aan.
19. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder zo nodig de
dop van het koelvloeistofreservoir, vul
koelvloeistof bij tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop weer aan.
20. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
21. Monteer het rechter luchtaanzuigka-
naal en zet dan de klemschroeven
vast.22. Plaats de brandstoftank in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
23. Breng de stroomlijnpanelen aan.
24. Breng het zadel aan. Aanhaalmomenten:
Waterpompaftapplug:
10 Nm (1,0 m·kgf)
Cilinderblokaftapplug:
7,0 Nm (0,7 m·kgf)
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Totale hoeveelheid:
1,95 L
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,55 L
D_4tv.book Page 16 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-36
6
DC000102
LET OP:_
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan perma-
nente accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele ac-
culader raakt de accu beschadigd.
Wanneer u niet beschikt over een
speciale acculader voor perma-
nent-dichte accu’s (onderhoudsvrij
type), vraag dan een Yamaha dealer
uw accu op te laden.
_
DAU04246*
Zekeringen vervangen De hoofdzekeringhouder en het kastje met
zekeringen voor afzonderlijke circuits be-
vinden zich onder het zadel. (Zie pagina
3-11 voor instructies over verwijderen en
aanbrengen van het zadel.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de voorgeschreven ampèrewaar-
de.
DC000103
LET OP:_ Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den. _
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Reservezekering (× 2)
1. HoofdzekeringVoorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30 A
Koplampzekering: 20 A
Zekering signaleringssysteem: 15 A
Zekering radiatorkoelvin: 7,5 A
Zekering ontstekingssysteem: 7,5 A
D_4tv.book Page 36 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-45
6
Oververhitte motor
DW000070
WAARSCHUWING
_
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
_OPMERKING:_ Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen. _Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.Er is geen
lekkage.
D_4tv.book Page 45 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM
SPECIFICATIES
8-4
8
Accu
Model YTX12-BS
Gloeilampen,
capaciteit 12 V, 10 Ah
Type koplampKwartslamp (halogeen)
Gloeilampen voltage, wattage × aantal
Koplamp 12 V, 60/55 W × 1
Achterlicht/remlicht unit 12 V, 5/21 W × 1
Richtingaanwijzer 12 V, 21 W × 4
Stadslicht 12 V, 4 W × 1
Instrumentenverlichting 12 V, 1,7 W × 4
Controlelampje vrijstand 12 V, 3,4 W × 1
Controlelampje grootlicht 12 V, 3,4 W × 1
Waarschuwingslampje olieni-
veau 12 V, 3,4 W × 1
Controlelampje richtingaanwij-
zers 12 V, 3,4 W × 1
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau 12 V, 3,4 W × 1
Zekeringen
Hoofdzekering 30 A
Koplampzekering 20 A
Zekering signaleringssysteem 15 A
Zekering radiatorkoelvin 7,5 A
Zekering ontstekingssysteem 7,5 A
D_4tv.book Page 4 Saturday, August 18, 2001 11:16 AM