Page 65 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
DW000079
WAARSCHUWING
_
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een motor met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
_Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
banden.
DW000078
WAARSCHUWING
_
De banden op de voor- en achter-
wielen horen van hetzelfde merk en
dezelfde constructie te zijn, anders
is het weggedrag van de motor mo-
gelijk niet normaal.
Na uitgebreide testen zijn alleen de
hieronder vermelde banden voor
dit model goedgekeurd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
_
CE-10DVOOR (XVS650)
Merk Maat Model
Bridgestone100/90-19 57S
100/90-19 M/C 57SL309
Dunlop100/90-19 57S
100/90-19 M/C 57SF24
ACHTER (XVS650)
Merk Maat Model
Bridgestone 170/80-15 M/C 77S G546
Dunlop 170/80-15 M/C 77S K555
VOOR (XVS650A)
Merk Maat Model
Bridgestone130/90-16 67S
130/90-16 M/C 67SG703
Dunlop130/90-16 67S
130/90-16 M/C 67SD404F
ACHTER (XVS650A)
Merk Maat Model
Bridgestone 170/80-15 M/C 77S G702
Dunlop 170/80-15 M/C 77S D404G
U5SCD0.book Page 18 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 66 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
DAU00681
WAARSCHUWING
_
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een motor met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt.
Het is sterk af te raden een lekke
binnenband te plakken. Als het niet
anders kan, moet de band zeer
zorgvuldig worden geplakt en dan
zo snel mogelijk worden vervangen
door een nieuwe band van goede
kwaliteit.
_
DAU00685
Spaakwielen Let bij de voorgeschreven wielen op het
volgende voor een optimale prestatie, le-
vensduur en veilige werking van uw motor-
fiets.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging of kromheid en de spaken
op losheid. Laat ingeval van schade
het wiel door een Yamaha dealer ver-
vangen. Probeer het wiel nooit zelf te
repareren, hoe klein de reparatie ook
is. Vervang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren,
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden tot
gevolg hebben.
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
DAU00694*
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel De vrije slag van de koppelingshendel moet
10–15 mm (XVS650) of 5–10 mm
(XVS650A) bedragen, zoals weergegeven.
Controleer de vrije slag van de koppe-
lingshendel regelmatig en stel zo nodig als
volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel los.
2. Draai de stelbout richting
a voor meer
vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting
b voor min-
der vrije slag van de koppelingshen-
del.1. Borgmoer
2. Stelbout vrije slag koppelingshendel
c. Vrije slag van koppelingshendel
U5SCD0.book Page 19 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 67 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
3. Als de voorgeschreven vrije slag van
de koppelingshendel werd gehaald
zoals hierboven beschreven, zet dan
de borgmoer vast en sla de rest van
de afstelprocedure over; zo niet, ga
dan als volgt verder.
4. Draai de stelbout bij de koppe-
lingshendel richting
a om de koppe-
lingskabel losser te stellen.
5. Draai de borgmoer bij het carter los.
6. Draai de stelmoer richting
a voor
meer vrije slag van de koppelingshen-
del. Draai de stelmoer richting
b voor
minder vrije slag van de koppe-
lingshendel.
7. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel en op het carter vast.
DAU00696
Afstellen van de vrije slag van de
remhendel De vrije slag van de remhendel dient 10–
15 mm te bedragen, zoals weergegeven.
Controleer de vrije slag van de remhendel
regelmatig en stel deze indien nodig als
volgt af.1. Draai de borgmoer bij de remhendel
los.
2. Draai de stelbout richting
a voor meer
vrije slag van de remhendel. Draai de
stelbout richting
b voor minder vrije
slag van de remhendel.
3. Draai de borgmoer vast.
1. Stelmoer vrije slag koppelingshendel
2. Borgmoer
a. Vrije slag remhendel
1. Borgmoer
2. Stelbout vrije slag remhendel
U5SCD0.book Page 20 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 68 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
DW000099
WAARSCHUWING
_
Na het afstellen van de vrije slag
van de remhendel moet de vrije
slag worden gecontroleerd, om ze-
ker te zijn dat de rem naar behoren
werkt.
Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan betekenen dat er
lucht in het hydraulisch systeem
aanwezig is. Als er lucht in het hy-
draulisch systeem zit, moet het
systeem door een Yamaha dealer
worden ontlucht voordat de motor-
fiets wordt gebruikt. Lucht in het
hydraulisch systeem heeft een ne-
gatief effect op de remwerking,
waardoor u de macht over het stuur
zou kunnen verliezen met een on-
geluk als gevolg.
_
DAU00711*
Afstellen van de stand en de vrije
slag van het rempedaal
DW000104
WAARSCHUWING
_ Het is aan te raden deze afstellingen te
laten uitvoeren door een Yamaha dealer. _OPMERKING:_ Eerst moet de stand van het rempedaal
worden afgesteld en daarna de vrije slag. _
Rempedaalstand
De bovenzijde van het rempedaal moet ca.
82 mm (XVS650) of 108 mm (XVS650A)
boven de bovenzijde van de voetsteun
staan, zoals in de afbeelding. Controleer de
stand van het rempedaal regelmatig en stel
zo nodig als volgt af.
a. Afstand tussen rempedaal en voetsteun
b. Vrije slag rempedaalXVS650
a. Afstand tussen rempedaal en voetsteun
b. Vrije slag rempedaalXVS650A
U5SCD0.book Page 21 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 69 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
1. Draai de borgmoer bij het rempedaal
los.
2. Draai de stelbout richting
a voor een
hogere rempedaalstand. Draai de
stelbout richting
b voor een lagere
rempedaalstand.
3. Draai de borgmoer aan.
DWA00044
WAARSCHUWING
_ Eerst moet de rempedaalhoogte worden
afgesteld en daarna de vrije rempedaal-
slag. _
Vrije slag van rempedaal
De vrije slag van het rempedaal dient 20–
30 mm te bedragen, gemeten aan het uit-
einde van het pedaal. Controleer de vrije
slag van het rempedaal regelmatig en stel
zo nodig als volgt af.
Draai de stelmoer bij de rempedaalstang
richting
a voor meer vrije slag van het rem-
pedaal. Draai de stelmoer richting
b voor
minder vrije slag van het rempedaal.
DAU00713
Afstellen van de
remlichtschakelaar achterrem De remlichtschakelaar, die wordt geacti-
veerd door het rempedaal, is correct afge-
steld wanneer het remlicht gaat branden
vlak voordat de remwerking intreedt. Stel zo
nodig de remlichtschakelaar als volgt af.
Terwijl de stelmoer wordt gedraaid, moet
de remlichtschakelaar op zijn plaats wor-
den gehouden. Draai de stelmoer
richting
a om het remlicht eerder te laten
branden. Draai de stelmoer richting
b om
het remlicht later te laten branden.
1. Borgmoer
2. Stelbout rempedaalstand
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
1. Remlichtschakelaar achterrem
2. Stelmoer remlichtschakelaar achterrem
U5SCD0.book Page 22 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 70 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU00720
Controleren van de
voorremblokken en de
achterremschoenen De remblokken van de voorremmen en de
remschoenen van de achterremmen die-
nen op de aangegeven tijden in het perio-
dieke smeer- en onderhoudsschema te
worden gecontroleerd op slijtage.
DAU03938
Remblokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan wor-
den gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-indi-
catorgroeven om de remblokslijtage te con-
troleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU00727
Remschoenen achterrem
De achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
schoenslijtage te controleren. Wanneer een
remschoen zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator bij de slijtagelimiet komt, vraag
dan een Yamaha dealer de remblokken als
set te vervangen.
1. Slijtage-indicatorgroef remblok (× 3)Voor
1. Slijtagelimiet remschoen
2. Slijtage-indicator remschoenAchter
U5SCD0.book Page 23 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 71 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
DAU03294
Controleren van
remvloeistofniveau Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht het
remsysteem binnendringen, waarna de
remwerking mogelijk minder effectief is.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul zo nodig bij. Een
laag remvloeistofniveau wijst mogelijk op
verregaande remblokslijtage en/of lekkage
in het remsysteem. Als het remvloeistofni-
veau laag is, controleer dan de remblokken
op slijtage en het remsysteem op lekkage.Neem de volgende voorzorgsmaatregelen:
Bij het controleren van het remvloei-
stofniveau moet het bovenvlak van het
remvloeistofreservoir horizontaal
staan.
Gebruik uitsluitend de voorgeschre-
ven kwaliteit remvloeistof, anders kun-
nen de rubber afdichtingen
verslechteren en zo lekkage en slech-
te remwerking teweegbrengen.
Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Bij vermengen van verschillende ty-
pen remvloeistof kunnen schadelijke
chemische reacties optreden en kan
de remwerking verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreservoir
kan binnendringen. Water zal het
kookpunt van de remvloeistof aan-
zienlijk verlagen zodat dampbelvor-
ming kan optreden.
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemor-
ste remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
1. Merkstreep minimumniveauVoor
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4
U5SCD0.book Page 24 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM
Page 72 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAU03985
Verversen van remvloeistof Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Laat bovendien de olie-afdichtingen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en de
remslang vervangen volgens de intervalpe-
rioden of wanneer ze lekken of zijn bescha-
digd.
Vloeistof-afdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabels De werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór ie-
dere rit worden gecontroleerd. De kabels
en de kabeleinden dienen zo nodig te wor-
den gesmeerd. Vraag een Yamaha dealer
een kabel te controleren of te vervangen
wanneer deze is beschadigd of niet soepel
beweegt.
DW000112
WAARSCHUWING
_ Bij een beschadiging van de buitenkabel
kan de kabelbediening verslechteren en
de binnenkabel gaan roesten. Vervang
een beschadigde kabel zo snel mogelijk
om onveilige condities te voorkomen. _
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer of vervang ook de gaskabel volgens
de intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U5SCD0.book Page 25 Thursday, June 7, 2001 11:34 AM