3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00056
Controlelampjes
Controlelampjes
DAU03797
Controlelampje “
7
” voor oliever-
versingstermijn
Controlelampje voor olieverversingstermijn
Dit controlelampje gaat aan zodra de eer-
ste 1.000 km zijn afgelegd en gaat vervol-
gens telkens na 5.000 km branden, om
zo aan te geven dat het tijd is om de
motorolie te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet het
controlelampje olieverversingstermijn
worden teruggesteld. (Zie pagina 6-15
voor de juiste werkwijze.)Als de motorolie werd ververst voordat
het controlelampje olieverversingstermijn
brandde (dus voordat de intervalperiode
voor olieverversing was verstreken), moet
het controlelampje na de olieverversing
worden teruggesteld om het eerstvolgen-
de tijdstip voor olieverversing weer cor-
rect aan te geven. (Zie pagina 6-15 voor
de juiste werkwijze.)
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “#”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of het controlelampje een paar
seconden oplicht en dan dooft.
3. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
OPMERKING:Het controlelampje olieverversingstermijn
kan gaan knipperen als gas wordt gege-
ven terwijl de scooter op de middenbok
staat; dit wijst dan echter niet op een sto-
ring.
123
4
1. Controlelampje “
7
” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 17 (1,1)
3-3
DAU04424
V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
Controlelampje V-snaarvervanging
Dit controlelampje gaat telkens na 20.000
km branden, dan moet de V-snaar wor-
den vervangen.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
2. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “&”
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
DAU04121
Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
Controlelampjes richtingaanwijzers
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is
gedrukt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
123
4
1. Controlelampje “
7
” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
DAU04426
Snelheidsmeterunit
Snelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
tellers tonen de afstand afgelegd sinds de
tellers het laatst werden teruggesteld op
nul.
Door indrukken van de “Trip”-toets wisselt
de weergave tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en ritteller-mode “TRIP”. Om de
ritteller terug te stellen wordt overgescha-
keld naar “Trip”-weergave, waarna de
123
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller
3.“TRIP”-toets
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 18 (1,1)