Page 7 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES ......................................... 6-1
Boordgereedschapsset .......................................... 6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ............... 6-2
Stroomlijnpanelen verwijderen en aanbrengen ...... 6-5
Stroomlijnpanelen verwijderen en aanbrengen ...... 6-7
Controleren van de bougie ..................................... 6-9
Versnellingsbakolie .............................................. 6-10
Koelvloeistof ......................................................... 6-12
De koelvloeistof verversen ................................... 6-14
Reinigen van het luchtfilterelement ...................... 6-16
Afstellen van de carburateur ................................ 6-17
Afstellen van het stationair toerental .................... 6-17
Vrije slag van de gaskabel afstellen ..................... 6-18
Banden ................................................................. 6-19
Spaakwielen ......................................................... 6-21
Afstellen van de vrije slag van de
koppelingshendel .............................................. 6-22
Afstellen van de vrije slag van de remhendel ....... 6-23
De stand van het rempedaal afstellen .................. 6-23
Afstellen van de remlichtschakelaar achterrem .... 6-24
Controleren van de remblokken voor- en achter .. 6-24
Controleren van remvloeistofniveau ..................... 6-25
Verversen van remvloeistof .................................. 6-26
Doorbuiging aandrijfketting ................................... 6-27
Smeren van de aandrijfketting .............................. 6-28Controleren en smeren van de kabels ................. 6-29
Controleren en smeren van gasgreep en
gaskabel ............................................................ 6-29
Afstellen van de Autolube pomp ........................... 6-30
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ................................................. 6-30
Controleren en smeren van de rem- en
koppelingshendel .............................................. 6-30
Controleren en smeren van de zijstandaard ........ 6-31
Controleren van de voorvork ................................ 6-31
Controle van stuursysteem ................................... 6-32
Controleren van wiellagers ................................... 6-32
Accu ..................................................................... 6-33
Zekering vervangen .............................................. 6-35
Koplampgloeilamp vervangen .............................. 6-36
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ............ 6-37
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen ......... 6-38
Ondersteunen van de motorfiets .......................... 6-39
Voorwiel ................................................................ 6-39
Achterwiel ............................................................. 6-42
Storingzoeken ...................................................... 6-43
Storingzoekschema’s ........................................... 6-44
VERZORGING EN STALLING VAN DE
MOTORFIETS ........................................................... 7-1
Verzorging .............................................................. 7-1
Stalling .................................................................... 7-4
INHOUDSOPGAVE6
7
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 6
Page 74 of 96
6-36
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
4. Verwijder de gloeilamphouder door
deze linksom te draaien en haal dan
de defecte gloeilamp los.
1
1. Gloeilamphouder
3. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de kap over de koplamp-
gloeilamp.
1
2
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
DAU01158
Koplampgloeilamp vervangenVervang de koplampgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
(Zie pagina 6-5 voor de werkwijze bij
verwijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)
2. Verwijder de koplampunit door de
bouten los te halen.
1
1. Bout (×2)
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 73
Page 75 of 96

6-37
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03497
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de rich-
tingaanwijzer door de schroeven los
te halen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in
de fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
1
2
3
1. Schroef
2. Lens
3. Lamp
7. Monteer de koplampunit door de
bouten aan te brengen.
8. Breng het stroomlijnpaneel aan.
9. Vraag zo nodig een Yamaha dealer
de koplamplichtbundel af te stellen.
DW000119
X@Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare produc-
ten uit de buurt van een koplampgloei-
lamp en raak het lampglas niet aan
zolang dit niet is afgekoeld.5. Breng een nieuwe gloeilamp aan en
zet deze dan vast met de gloeilamp-
houder.
6. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de stekker aan.
a
a. Hier niet aanraken.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 74