Page 2 of 96
DAU03338
INLEIDING
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als bezitter van een DT125R profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabri-
ceren van producten van topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft
verworven.
Neem de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u alle voordelen van uw DT125R optimaal
kunt benutten. Deze gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de
motorfiets, terwijl ook wordt beschreven hoe u uzelf en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
De vele tips in deze handleiding helpen u bovendien om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er ten-
slotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u vele veilige en plezierige ritten toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 1
Page 32 of 96

4-2CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Koppeling•Controleer de werking.
•Smeer de kabel als dat nodig is.
•Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
•Stel zo nodig bij.3-4, 6-22
Gasgreep•Controleer of de werking soepel is.
•Controleer de vrije slag.
•Vraag zo nodig de Yamaha dealer om af te stellen of te smeren.6-18, 6-29
Bedieningskabels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer als dat nodig is.6-29
Aandrijfketting•Controleer of de ketting correct is aangespannen.
•Stel zo nodig bij.
•Controleer de conditie van de ketting.
•Smeer als dat nodig is.6-7–6-28
Wielen en banden•Controleer op schade.
•Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
•Controleer de bandspanning.
•Corrigeer als dat nodig is.6-19–6-21
Rem- en schakelpedalen•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-30
Rem- en koppelingshendels•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-30
Zijstandaard•Controleer of de werking soepel is.
•Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-31
Framebevestigingen•Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
•Zet zo nodig vast.— ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 31
Page 52 of 96
6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03101
De koelvloeistof verversen1. Zet de motorfiets op een horizontale
ondergrond.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel B en
het paneel A. (Zie pagina 6-6–6-8
voor het verwijderen en aanbrengen
van de stroomlijn en het paneel).
3. Verwijder de borgbout voor de radia-
torvuldop en de vuldop zelf.
12
1. Blokkeeraanslag radiatordop
2. Radiatorvuldop
5. Haal de slang los aan reservoirzijde
en laat de koelvloeistof wegstromen
uit het reservoir.
6. Nadat de koelvloeistof is uitge-
stroomd moet het koelsysteem gron-
dig worden gespoeld met schoon
kraanwater.
7. Vervang de onderlegring van de
aftapplug als deze beschadigd is en
zet de aftapplug vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
1
1. Slang reservoir
4. Schuif een opvangbakje onder de
machine en verwijder de aftapplug
voor koelvloeistof.
1
1. Aftapplug koelvloeistof
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1,0 m0kgf)
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 51
Page 66 of 96

6-28
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
OPMERKING:Controleer of beide stelplaten dezelfde
stand hebben zodat de wieluitlijning cor-
rect is.
DC000096
<>Een slecht gespannen aandrijfketting
overbelast de motor en andere vitale
delen van de motorfiets, waardoor de
ketting kan slippen of breken. Om dit
te voorkomen moet de spanning van
de aandrijfketting binnen het voorge-
schreven bereik blijven.3. Draai de wielasmoer vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig
met speciale smering voor O-ring
kettingen.
DCA00052
<>Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingen
die de o-ringen kunnen beschadigen.
DAU03006
Smeren van de aandrijfkettingDe aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders
zal de ketting snel slijten, met name in
vochtige of stoffige gebieden. Onderhoud
de ketting als volgt.
DC000097
<>De aandrijfketting moet worden
gesmeerd nadat de motorfiets is
gewassen of ermee in de regen is
gereden.1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje.
DCA00053
<>Om beschadiging van de o-ringen te
voorkomen, mag de aandrijfketting
niet worden gereinigd met een stoom-
reiniger of hogedrukreiniger of met
niet-geschikte ontvetters.
Aanhaalmoment:
Wielasmoer:
90 Nm (9,0 m0kgf)
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 65
Page 67 of 96
6-29
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabelDe werking van de gasgreep hoort voor-
afgaand aan elke rit te worden gecontro-
leerd. Smeer of vervang ook de gaskabel
volgens de intervaltijden gespecificeerd in
het periodiek onderhoudsschema.
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabelsDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór
iedere rit worden gecontroleerd. De
kabels en de kabeleinden dienen zo
nodig te worden gesmeerd. Vraag een
Yamaha dealer een kabel te controleren
of te vervangen wanneer deze is bescha-
digd of niet soepel beweegt.
DW000112
X@Bij een beschadiging van de buitenka-
bel kan de kabelbediening verslechte-
ren en de binnenkabel gaan roesten.
Vervang een beschadigde kabel zo
snel mogelijk om onveilige condities te
voorkomen.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 66
Page 86 of 96

7-3
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7
Na reinigen
1. Droog de motorfiets met een zeem-
leren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrij-
stalen delen te doen glanzen, ook
het uitlaatsysteem. (Zelfs thermische
verkleuringen op roestvrijstalen uit-
laatsystemen kunnen door oppoet-
sen worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen
delen, ook op verchroomde en ver-
nikkelde componenten, om zo corro-
sie te voorkomen.
5. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om
eventueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen bij
veroorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.8. Laat de motorfiets volledig drogen
alvorens te stallen of af te dekken.
DWA00001
X@8Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de
remmen. Reinig de remschijven
en remvoeringen zo nodig met
een normale remschijfreiniger of
aceton en spoel de banden
schoon met lauw water en een
zachte zeep.
8Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens
de motorfiets werkelijk te gaan
gebruiken.
DCA00013
<>8Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
8Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen,
behandel deze met een daartoe
bestemd verzorgingsmiddel.
8Vermijd het gebruik van schuren-
de poetsmiddelen, deze tasten de
lak aan.OPMERKING:Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
3MB-9-D8(Dutch) 11/2/01 5:58 PM Page 85