Page 97 of 166

SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en het dashboardka-stje vergrendeld of ontgrendeldworden, kan de passagiersairbagworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnende portieren en de achterklep gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als één van de voor– ofachterportieren geopend is, werkt decentrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd. Afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop Aom de auto te
vergrendelen.
UW 406 IN DETAIL
108
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richtinga-anwijzers. OntgrendelenDruk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking : druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblokke-ring, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem klinkt een geluidssignaal en verschi-jnt een melding op het multifunctio-
nele display. LET OP:
uw auto is dan niet meer
beveiligd.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperli- chten knipperen gedurendeenkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
Page 100 of 166

SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en het dashboardka-stje vergrendeld of ontgrendeldworden, kan de passagiersairbagworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnende portieren en de achterklep gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als één van de voor– ofachterportieren geopend is, werkt decentrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd. Afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop Aom de auto te
vergrendelen.
UW 406 IN DETAIL
108
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richtinga-anwijzers. OntgrendelenDruk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking : druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblokke-ring, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem klinkt een geluidssignaal en verschi-jnt een melding op het multifunctio-
nele display. LET OP:
uw auto is dan niet meer
beveiligd.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperli- chten knipperen gedurendeenkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
Page 102 of 166

SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren en het dashboardka-stje vergrendeld of ontgrendeldworden, kan de passagiersairbagworden uitgeschakeld en wordt hetcontactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnende portieren en de achterklep gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld
worden. Als één van de voor– ofachterportieren geopend is, werkt decentrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd. Afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop Aom de auto te
vergrendelen.
UW 406 IN DETAIL
108
Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richtinga-anwijzers. OntgrendelenDruk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen.Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking : druk de knop van de
afstandsbediening niet buiten het bereik van de auto in. Hierdoor kanhet systeem buiten werking raken. Indat geval moet de afstandsbedieningopnieuw geprogrammeerd worden. ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblokke-ring, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem klinkt een geluidssignaal en verschi-jnt een melding op het multifunctio-
nele display. LET OP:
uw auto is dan niet meer
beveiligd.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats:
druk op de knop A, de plafonniers
gaan branden en de knipperli- chten knipperen gedurendeenkele seconden.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
Page 105 of 166
MOTORKAP OPENEN Binnenzijde:trek aan de handgreep
links onder het dashboard. Buitenzijde: druk de veiligheids-
haak omhoog en til de motorkap op. Gasdempers motorkap
De gasdempers heffen de motorkap en houden deze omhoog. Sluiten Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van deslag in het slot vallen. Controleer ofde motorkap goed vergrendeld is. BRANDSTOF TANKEN
Tank uitsluitend bij afgezette motor.
Trek de hendel op de vloer aan de linkerzijde van de bestuurdersstoelvoorbij het zware punt om het brand-stoftankklepje te openen. Als de tank volledig gevuld wordt, stop dan zodra het vulpistool driekeer is afgeslagen; indien dit nietgebeurt, zouden er storingen kunnenoptreden. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ongeveer 70 liter. Aan de binnenzijde van de tank- klep is een houder voor de vuldopaangebracht.
UW 406 IN DETAIL
113
Page 123 of 166

AIRBAGS De airbags zijn speciaal ontworpen voor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op de wer-king van de veiligheidsgordels metgordelkrachtbegrenzers. De elektronische schoksensors regi- streren een plotselinge vertragingvan de auto: als de drempelwaardevoor het in werking treden wordtoverschreden, worden de airbagsonmiddellijk opgeblazen en bescher-men ze de inzittenden van de auto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de krachtvan de aanrijding is afhankelijk vanhet soort obstakel en de snelheidvan de auto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. Opmerking:Het uit de airbags ont-
snappende gas kan enigszins irrite- ren. AIRBAGS VOOR Deze zijn voor de bestuurder in het midden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd, behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld. Storing airbag voor
Als dit pictogram verschijnt op het instrumentenpaneelin combinatie met eengeluidssignaal en de mel-ding "Airbag(s) defect" op
het multifunctionele display, laat hetsysteem dan controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
RIJDEN MET UW 406
153
Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Auto’s met airbagschakelaar:
- schakel de air-bag aan passa- gierszijde uit alsu een kinderzit-je met de rug inde rijrichting opde voorstoelplaatst.
- schakel de air- bag in als ereen passagierop de voorstoelzit.
Auto’s zonder airbagschakelaar: - plaats geen kinderzitjemet de rug in de rij-richting op de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten ofandere voorwerpen op hetdashboard.
Page 144 of 166

ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringenkasten bevinden zich onder het dashboard en in de motor-ruimte. Zekeringenkast dashboard Draai de 3 schroeven een kwart omwenteling met een muntstuk los.
Trek aan hendel Aen kantel het dek-
sel om bij de zekeringen te komen. Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de storing op te sporen en te (laten) verhelpen. De nummers van de zekeringen zijn aangegevenop de zekeringenkast. Maak gebruik van de in de kast aangebrachte speciale tang
A.
Vervang een zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Goed Defect Tang A
Neem het onderste dashboardpaneel los om bij de intelligente servicecentrale (ISC) te komen.
Zekering Ampère Functies A 20 A Vergrendelen/ontgrendelen - supervergrendeling.
B 10 A Mistachterlicht.
C 40 A Verwarming buitenspiegels.
D 15 A Ruitenwisser achter
E 30 A Elektrisch bediende ruiten
F 15 A Voeding instrumentenpaneel,
display, autoradio, navigatiesysteem, airconditioning.
ONDERHOUD VAN UW 406
43
Page 147 of 166
Zekering AmpèrageFuncties
1 shuntCentraal airbagsysteem.
25 ASchakelaar ventilatie.
3 10 A Instrumentenpaneel.
45 ASignaal + na contact voor intelligente servicecentrale.
5– Niet gebruikt.
6 10 ASchakelaars stuurkolom.
7 15 A Sirene alarminstallatie.
8 10 A Navigatiesysteem.
95 ASignaal + accu voor intelligente servicecentrale.
10 15A Autoradio.
11 10 ADerde remlicht.
12 10 A Remlicht rechts.
13 20 ARuitbediening aan bestuurderszijde.
14 30 AVoeding ruitbediening achter.
15 –+ accu stekkerdoos trekhaak.
16 20 AGeheugen stoelverstelling.
17 20 A Elektrisch verstelbare stoel aan passagierszijde.
18 10 A Verlichting aansteker, display, verlichting schakelaars en asbak, schakelstandindicatie
(automatische transmissie).
Zekeringenkast dashboard
ONDERHOUD VAN UW 406
44
Page 148 of 166
Zekering AmpèrageFuncties
19 10 AMistachterlicht.
20 10 AParkeerlicht rechts achter en links voor.
21 10 AParkeerlicht links achter en rechts voor.
22 10 A Verlichting dashboardkastje, kaartleeslampje, make-upspiegel, plafonniers voor en achter,
verlichting schakelaarpaneel ruitbediening, automatische binnenspiegel.
23 20 A Aansteker.
24 –Niet gebruikt.
25 20 AAutoradio.
26 –Niet gebruikt.
27 5 ARelais ruitbediening achter.
28 15 AStoelverwarming.
R5 AReservezekering.
R2 10 A Reservezekering.
R3 30 AReservezekering.
R4 20 AReservezekering.
R5 15 A Reservezekering.
ONDERHOUD VAN UW 406
45