
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN29
1 -
Toerenteller.
2 - Verklikkerlampje veiligheidsgordels.
3 - Verklikkerlampje zelfdiagnose
motor.
4 - Verklikkerlampje handrem en te laag remvloeistofniveau.
5 - Richtingaanwijzer links.
6 - Koelvloeistoftemperatuurmeter.
7 - Verklikkerlampje laden van de accu. 8 -
Verklikkerlampje verplicht 
stoppen (STOP).
9 - Verklikkerlampje motoroliedruk.
10 - Verklikkerlampjebrandstofreserve.
11  - Richtingaanwijzer rechts.
12 - Brandstofmeter.
13 - Verklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS).
14 - Verklikkerlampje airbags. 15 -
Verklikkerlampje uitschakeling airbag passagierszijde.
16 - Snelheidsmeter.
17 - Onderhoudsintervalindicator,meter motorolieniveau en
kilometerteller.
18 - Nulstelling dagteller.
19 - Verklikkerlampje mistachterlicht.
20 - Verklikkerlampje Elektronisch
Stabiliteits Programma en AntiSpin Regeling (ESP/ASR)*.
21 - Verklikkerlampje mistlampenv——r*.
22 - Verklikkerlampje grootlicht.
23 - Verklikkerlampje te laagkoelvloeistofniveau*.
24 - Verklikkerlampje dimlicht.
25 - Dimmer dashboardverlichting.
26 - Verklikkerlampje programmaSport.
27 - Verklikkerlampje programma
Sneeuw.
28  - Schakelstandindicatie.
* Volgens uitvoering.
INSTRUMENTENPANEEL AUTOMATISCHE TRANSMISSIE  

Verklikkerlampje laden van de accu Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet
branden. Als het lampje bij een draaiende motor brandt in combinatie met eengeluidssignaal en de melding"Storing laden accu" op het multi-
functionele display, kan dit wijzen op: 
- een storing in het laadcircuit,
- loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor,
- een gebroken of te slappe dyna- moriem,
- een defecte dynamo. 
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt.
Verklikkerlampje
antiblokkeersysteem (ABS)
Dit lampje gaat elke keer dat
het contact wordt aangezet geduren- de 3 seconden branden. Als het lampje bij een snelheid van meer dan 12 km/h blijft branden ofgaat branden, wijst dit op een storingin het antiblokkeersysteem. De normale remwerking met rembe- krachtiging blijft toch behouden. Als het lampje gaat branden in combi- natie met een geluidssignaal en demelding  "Storing ABS" op het multi-
functionele display, raadpleeg daneen PEU
GEOT-servicepunt. Verklikkerlampje storing Elektronisch Stabiliteits Programma/Anti Slip Regeling (ESP/ASR)* Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet gedurende  3 seconden branden.
Als het lampje bij draaiende motor blijft branden of gaat branden in combinatiemet een geluidssignaal en de melding  "ESP/ASR buiten gebruik"op het multi-
functionele display, raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt.Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem in werking wordt gesteld enblijft branden als het systeem wordt uitgeschakeld.
Verklikkerlampje voorgloeien dieselmotor Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. 
Wacht met het starten van de motor tot het lampje uit gaat. 
Verklikkerlampje water in brandstoffilter* (dieselmotor; afhankelijk van land van bestemming) Als dit lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding  "Water in brandstoffilter" op het multifunctionele display,
raadpleeg dan zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt. Er bestaat kans op schade aan het inspuitsysteem.
* Volgens uitvoering.
Verklikkerlampje zelfdiagnose motor Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Het verklikkerlampje vervuild roetfilter is gekoppeld aan het verklikker- 
lampje zelfdiagnose motor.
Er verschijnt een melding op het multifunctionele display als dit lampje tijdens hetdraaien van de motor brandt in combinatie met een geluidssignaal:  
-  De melding " Storing emissieregeling" duidt op een storing in de emissieregeling.
-  De melding " Niveau brandstofadditief laag " of "Kans op vervuiling roetfil-
ter ", duidt op een storing in het roetfilter.
Als het lampje bij draaiende motor knippert in combinatie met een geluidssignaal en de melding " Defect in katalysator " op het multifunctionele display, duidt dit
op een storing in het injectie- of het ontstekingssysteem. De katalysator kan hier-door beschadigd raken (alleen auto's met benzinemotor). 
Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 31 

ALGEMENE FUNCTIESAan / uit 
Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop  Mom de radio aan of uit te
schakelen. De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat.
Diefstalbeveiliging De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld. 
REGELING VAN HET VOLUME Druk herhaaldelijk op de toets  Oom het volume te verhogen en op de toets  Nom het te verlagen.
Druk lang op de toets  Oof  Nom het volume sneller te verhogen resp. te verlagen.
AUDIO-INSTELLINGEN Druk herhaaldelijk op de toets  Gom achtereenvolgens de bassen  (BASS), de hoge tonen (TREB), de loud-
ness-functie  (LOUD), de fader  (FAD), de balans  (BAL)en de automatische aanpassing van het volume te
kiezen. Deze functie wordt automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets G na het bereiken van de functie voor de automatische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken.
Opmerking: De instellingen voor de bassen en hoge tonen zijn gekoppeld aan de op dat moment inges-
chakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, cassette  (RB3), CD (RD3) of CD-wisselaar ver-
schillend worden ingesteld.
UW 307 IN DETAIL
40   

RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels , in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.)en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctie Autoradio RB3:  druk herhaaldelijk op de toets  "SRC".
Autoradio RD3:  druk op de toets P. 
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3:  druk kort op de toets  "BND/AST"om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen. 
Autoradio RD3: druk kort op de toets  Pom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen. 
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen  Iof  Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.Als de functie  TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden. 
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand  "LO". Daarna wordt in de stand  "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Iof Jom direct in de stand  "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 307 IN DETAIL
42      

Handmatig afstemmen Druk op de toets "MAN". 
Druk kort op de toets  I of  Jom respectievelijk de volgende of volgende zender te selecteren. 
Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten. Als de toets  "MAN"opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender. 
Handmatig opslaan van zenders  Kies het gewenste station. Houd ŽŽn van de voorkeuzetoetsen  "1"t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt.
Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen.  Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore)
Autoradio RB3:  houd de toets "BND/AST"meer dan twee seconden ingedrukt. 
Autoradio RD3: houd de toets Pmeer dan twee seconden ingedrukt.
De autoradio slaat automatisch de 6  FM-zenders op. Deze zenders worden op de Fmast-band opgeslagen.
Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd.Oproepen van opgeslagen zenders  
Telkens als een van de toetsen  "1"t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.
UW 307 IN DETAIL 43   

CASSETTESPELER: AUTORADIO RB3 Selecteren van de cassettespelerZodra een cassette in de cassettespeler wordt gestoken, zal automatisch worden begonnen met afspelen van deze cassette. Als er al een cassette in de speler zit, druk dan herhaaldelijk op de toets  "SRC"totdat de cassettespeler is
geselecteerd. 
Opmerking: Controleer voor het insteken van een cassette of de magneetband goed is gespannen.
Uitwerpen van de cassette  Druk de 2 toetsen  Cen  Dgeheel in om de cassette uit de cassettespeler te werpen.
Afspeelrichting De cassettespeler speelt beide zijden van de band na elkaar af door aan het eind van de band de afspeelrichting automa- tisch om te keren. Druk  de toetsen  Cen  Dhalf in om handmatig de afspeelrichting van de cassette om te keren.
Snel vooruit en terugspoelen Druk ŽŽn van de toetsen  Cof  Dgeheel in om de cassette snel vooruit of terug te spoelen. Na het spoelen tot het eind zal
het apparaat de zijde die daar begint afspelen. Aanwijzingen voor het gebruik van de cassettespeler - Gebruik alleen cassettes van goede kwaliteit. - Gebruik geen cassettes met een langere speelduur dan 90 minuten.- Leg de cassettes niet op een warme plaats en/of in de zon.- Zorg ervoor dat het bandje is gespannen voordat de cassette in de speler wordt geplaatst.- Reinig de koppen regelmatig met een reinigingsbandje met vloeistof.
UW 307 IN DETAIL
46   

CD-WISSELAAR* Selecteren van CD-wisselaarAutoradio RB3: druk herhaaldelijk op de toets  "SRC".
Autoradio RD3: druk op de toets R.
Selecteren van een CD Druk op ŽŽn van de voorkeuzetoetsen  "1"t/m "5" van de CD-wisselaar of de autoradio om de gewenste CD te selecteren.
Selecteren van een nummer van een CD Druk op de toets I om het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets  Jom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer. 
Versneld afspelenHoud ŽŽn van de toetsen Iof  Jgeheel ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.
Random-functie (RDM)Houd, op het moment dat de CD-wisselaar is geselecteerd: -  autoradio RB3:  de toets "SRC"langer dan twee seconden ingedrukt;
-  autoradio RD3:  de toets Rlanger dan twee seconden ingedrukt.
De nummers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk opnieuw de toets in om weer op normaal spelen over te schakelen.
* Volgens uitvoering.
UW 307 IN DETAIL
48    

RADIOFUNCTIE Opmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM- zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat,maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden.
Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels , in tunnels of onder viaducten wordt gereden.
Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.)en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van de radiofunctie Autoradio RB3:  druk herhaaldelijk op de toets  "SRC".
Autoradio RD3:  druk op de toets P. 
Selecteren van het golfbereik Autoradio RB3:  druk kort op de toets  "BND/AST"om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen. 
Autoradio RD3: druk kort op de toets  Pom de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen. 
Automatisch afstemmen Druk kort op ŽŽn van de toetsen  Iof  Jom respectievelijk de volgende of vorige zender te selec-
teren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden.Als de functie  TAis ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden. 
Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand  "LO". Daarna wordt in de stand  "DX"ook naar zwakkere zenders
gezocht.Druk twee keer kort op de toets Iof Jom direct in de stand  "DX"op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.
UW 307 IN DETAIL
42