94
SELESPEED
VERSNELLINGSBAK
(indien aanwezig)
De uitvoering 2.0 T.SPARK is leverbaar
met een elektronisch geregelde, mecha-
nische versnellingsbak “Selespeed”.
BELANGRIJK Het verdient beslist
aanbeveling om dit hoofdstuk zorgvuldig
te lezen, zodat u Selespeed op de juiste
wijze gebruikt. Hierdoor bent u vanaf het
begin op de hoogte van de juiste hande-
lingen en in staat om deze uit te voeren.
Selespeed bestaat uit een normale
mechanische versnellingsbak, waaraan
een elektronisch geregeld elektrohy-
draulisch systeem is toegevoegd. Dit sys-
teem bedient automatisch de koppeling
en regelt het overschakelen.
Het koppelingspedaal ontbreekt; om
weg te rijden hoeft u alleen het gas-
pedaal te bedienen.
De versnellingsbak kan op twee manie-
ren worden bediend:
– sequentieel (handmatig), waarbij de
bestuurder direct overschakelt met de selectorhendel op de middenconsole of de
knoppen op het stuurwiel;
– automatisch CITYwaarbij het sys-
teem beslist over het overschakelen
(deze werking kan worden gekozen met
knop B-fig. 95).
Overschakelen vindt plaats met de se-
lectorhendel (A-fig. 95), die altijd van-
zelf terugkeert in de middenstand.
Met deze hendel kan worden op- of te-
r uggeschakeld en/of de achteruit ( R) of
de vrijstand (N) worden ingeschakeld.
Op het stuur bevinden zich nog twee
knoppen (fig. 96). Met deze knoppen
kan, alleen bij een rijdende auto (met
een snelheid boven 10 km/h) worden
op- of teruggeschakeld. Als het systeem wordt ingeschakeld
door de contactsleutel in stand MARte
draaien, wordt altijd de sequentiële
(handmatige) werking ingeschakeld.
Als u tijdens de automatische werking
CITY handmatig overschakelt, dan gaat
het systeem er vanuit dat u de sequen-
tiële werking wilt inschakelen. Het sys-
teem werkt vervolgens sequentieel.
fig. 96
P4U00307
fig. 95
P4U00306A
B
95
De ingeschakelde versnelling wordt aan-
gegeven op het display van de toeren-
teller (A-fig. 97).
De symbolen op het display zijn:
N =V rijstand;
1 =eerste versnelling;
2 =tweede versnelling;
3 =derde versnelling;
4 =vierde versnelling;
5 =vijfde versnelling;
R =Achteruit.
Bij een storing of bij voor de auto of de
versnellingsbak schadelijke bedrijfs-
omstandigheden gaat het waarschuwings-
lampje (B-fig. 97) branden en hoort u
een geluidssignaal (bijv. bij een overver-
hitte koppeling). Selespeed maakt het gebruik van de
auto aanzienlijk eenvoudiger, vermindert
de vermoeidheid als in de stad wordt ge-
reden of als vaak geschakeld moet wor-
den, en levert tegelijkertijd uitstekende
prestaties. Na ongeveer een seconde wordt op het
display de ingeschakelde versnelling weer-
gegeven (N ,1 ,2 ,3 ,4 ,5 , R ) en dooft
het waarschuwingslampje. Dit betekent
dat het hydraulische systeem in werking
is. Vanaf dat moment kunt u Selespeed
gebruiken om te schakelen.
BELANGRIJK Als na 10 seconden op
het multifunctionele display niet de inge-
schakelde versnelling wordt weergegeven
of het storingslampje blijft branden, draai
dan de contactsleutel in stand STOPen
wacht tot het display dooft. Schakel ver-
volgens het systeem opnieuw in. Als de
storing blijft bestaan, wendt u dan tot de
Alfa Romeo-dealer.
P4U00308
fig. 97
B
A
SYSTEEM INSCHAKELEN
BELANGRIJK Als u het bestuurders-
portier opent, dan schakelt Selespeed het
hydraulische deel van het systeem in, zo-
dat het systeem gereed is als de motor
wordt gestart. Deze functie kan worden
waargenomen door het draaien van de
pomp. De functie wordt uitgeschakeld als
na 10 keer openen/sluiten van het por-
tier het systeem niet met de contact-
sleutel is ingeschakeld.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, dan gaan alle onderdelen van het
display (A-fig. 97), het waarschuwings-
lampje voor storing in versnellingsbak ( B-
fig. 97) en het opschrift CITYbranden.
97
BELANGRIJK Als u de auto parkeert
op een helling en een versnelling wilt in-
schakelen om wegrijden te voorkomen,
moet u beslist op het multifunctionele dis-
play controleren of de nieuwe versnelling
wordt weergegeven en vervolgens twee
seconden wachten voordat het rempedaal
wordt losgelaten. Hierdoor heeft de kop-
peling de tijd om volledig aan te grijpen.MOTOR STARTEN
U kunt de motor starten zowel bij een
ingeschakelde versnelling als bij een ver-
snellingsbak in de vrijstand ( N).
BELANGRIJK Houd het rempedaal in-
getrapt tijdens het starten. Als het rem-
pedaal herhaaldelijk wordt ingetrapt bij
een afgezette motor, is er meer kracht
vereist. In een dergelijke situatie moet
voor het starten van de motor het rem-
pedaal krachtiger worden ingetrapt.
Na het starten schakelt de versnellings-
bak automatisch de vrijstand in, verschijnt
op het display de letter ( N) en schakelt
het systeem de sequentiële (handmatige)
werking in.
MOTOR UITZETTEN EN
SYSTEEM UITSCHAKELEN
A ls u de contactsleutel in stand STOP
zet, dan gaat de motor uit, maar blijft
Selespeed ingeschakeld, totdat de auto ge-
heel stilstaat; na ongeveer 2 tot 4 secon-
den nadat de contactsleutel in stand
STOP is gezet, wordt het hydraulische
deel uitgeschakeld en wordt ook de weer-
gave op het display beëindigd. Pas nu is
Selespeed uitgeschakeld.
De ingeschakelde versnelling op het mo-
ment dat de motor wordt uitgezet, blijft
ingeschakeld.
Als de motor wordt uitgezet terwijl de
versnellingsbak in de vrijstand staat, dan
klinkt een geluidssignaal om de bestuur-
der er op te attenderen dat voor de veilig-
heid de eerste versnelling 1 of de achter-
uit Rmoet worden ingeschakeld. Zet in
dat geval de contactsleutel in stand
MAR en schakel, bij ingetrapt rempe-
daal, de eerste versnelling (1) of de ach-
teruit (R) in.
Als de motor niet aan-
slaat en een versnelling
is ingeschakeld, dan
klinkt een geluidssignaal en
wordt een mededeling op het
multifunctionele display weerge-
geven om de bestuurder er op te
attenderen dat er mogelijk een
gevaarlijke situatie ontstaat,
omdat de versnellingsbak auto-
matisch in de vrijstand wordt ge-
zet.
98
WEGRIJDEN
Bij draaiende motor en stilstaande auto,
kunt u alleen de eerste ( 1), de tweede
(2) en/of de achteruit ( R) inschakelen.
De versnellingen kunnen bij ingetrapt
rempedaal alleen met de selectorhendel
op de middenconsole worden inge-
schakeld. De knoppen op het stuurwiel
werken alleen bij een snelheid boven
10 km/h.
BELANGRIJK De achteruit (R) kan
vanuit de volgende versnellingen worden
ingeschakeld: vrij (N ), eerste (1) of
tweede (2) versnelling. Als de auto rijdt,
dan wordt de achteruit niet ingeschakeld;
wacht tot de auto stilstaat en schakel de
achteruit (R) opnieuw in.
Als de achteruit wordt ingeschakeld, dan
verschijnt het symbool op het multifunctio-
nele display in het instrumentenpaneel en
klinkt een geluidssignaal.
BELANGRIJK Als u vanuit de achter-
uit (R) de eerste versnelling (1) of van-
uit de vrijstand ( N)de eerste versnelling
( 1 ) inschakelt en het inschakelen lukt
niet, dan wordt automatisch de tweede
versnelling (2) ingeschakeld. Dit is geen storing, maar is een onder-
deel van de werking van het systeem.
Om dezelfde reden wordt, als het inscha-
kelen van de achteruit niet direct lukt, de
koppeling iets bediend, zodat de achteruit
kan inschakelen; in dat geval wordt de
achteruit (R ) iets minder soepel inge-
schakeld.
Voor het wegrijden moet u het rem-
pedaal loslaten en het gaspedaal geleide-
lijk intrappen. Naarmate het gaspedaal
dieper wordt ingetrapt, is meer koppel be-
schikbaar om weg te rijden.
Ver
wijder de contact-
sleutel nooit als de auto
rijdt. Selespeed werkt
niet juist zolang de auto niet stil-
staat, maar bovendien blokkeert
het stuurslot bij de eerste stuur-
beweging.
Het is beslist noodza-
kelijk om het rempedaal
ingetrapt te houden als
de motor wordt uitgezet en Sele-
speed uitschakelt: laat het pe-
daal pas los als het multifunctio-
nele display op de toerenteller is
gedoofd.N adat bij stilstaande
auto is overgeschakeld,
moet u altijd op het dis-
play controleren of de gewenste
versnelling is ingeschakeld, voor-
dat het gaspedaal wordt inge-
trapt.
V erlaat de auto NOOIT
als de versnellingsbak
in de vrijstand (N)
staat.
99
BELANGRIJKE TIPS
–houd het rempedaal altijd ingetrapt bij
stilstaande auto en ingeschakelde versnel-
ling; laat het rempedaal pas los als u wilt
wegrijden;
– zet de versnellingsbak in de vrijstand
als de auto lang stilstaat met een draai-
ende motor;
– als de auto stilstaat op een helling,
maak dan geen gebruik van het gaspedaal
om wegrollen te voorkomen; gebruik hier-
voor het rempedaal; gebruik het gaspedaal
alleen om weg te rijden;
– gebruik uitsluitend de tweede ver-
snelling voor het wegrijden, als u meer
controle over manoeuvres bij lage snel-
heid wilt hebben (zoals bij gladheid);
– schakel alleen vanuit de achteruit de
eerste versnelling in of omgekeerd, als de
auto geheel stilstaat en het rempedaal is
ingetrapt. Hoewel het beslist wordt afgeraden,
kan het door onvoorziene omstandighe-
den voorkomen dat bij een afdaling de
auto in de vrijstand ( N) naar beneden
rolt. Als u vervolgens een versnelling in-
schakelt, dan schakelt het systeem auto-
matisch de versnelling in, die het meest
geschikt is om het motorkoppel over te
brengen naar de wielen.
Als u tijdens een afdaling (bij vooruit rij-
dende auto) geen gas geeft, dan laat het
systeem bij een bepaalde snelheid de
koppeling aangrijpen, zodat u gebruikt
kunt maken van de remmende werking
van de motor.
Om veiligheidsredenen geeft Selespeed
een geluidssignaal als:
– tijdens het starten een oververhitte
koppeling wordt gesignaleerd; in dat ge-
val moet u “vlot”, maar gelijkmatig,
wegrijden of, als de auto op een helling
staat, het gaspedaal loslaten en de auto
met het rempedaal op zijn plaats houden; –
de auto in een andere richting rijdt
dan de ingeschakelde versnelling, (bijv.:
vooruit als de achteruit is ingeschakeld);
in deze situatie moet de auto tot stilstand
worden gebracht en bij ingetrapt rem-
pedaal de juiste versnelling worden inge-
schakeld.
Eveneens om veiligheidsredenen klinkt
bij stilstaande auto, gestarte motor en in-
geschakelde versnelling (1), (2) of (R)
een geluidssignaal en wordt automatisch
naar de vrijstand ( N) overgeschakeld als:
– het gaspedaal en/of rempedaal ge-
durende ten minste 50 seconden niet
worden gebruikt;
– het rempedaal langer dan 10 minu-
ten wordt ingetrapt;
– het bestuurdersportier wordt ge-
opend en het gas- en rempedaal ten min-
ste 1 seconde niet worden ingetrapt.
101
Tijdens overschakelen hoeft het gas-
pedaal niet losgelaten te worden, omdat
Selespeed direct de motor op de vol-
gende wijze bedient:
– verlagen en vervolgens verhogen van
het motorkoppel;
– aanpassen van het toerental aan de
nieuwe versnelling.
Bij terugschakelen wordt automatisch
het toerental verhoogd, zodat het toeren-
tal is aangepast aan de nieuwe versnel-
ling.
Het systeem kan in de vrijstand (N )
worden gezet bij een snelheid lager dan
20 km/h.
Het systeem kan alleen in de achteruit
( R ) worden gezet als de auto stilstaat.
Als het gaspedaal meer dan 60% van
de totale slag is ingetrapt en bij een toe-
rental hoger dan 5000/min vindt het
overschakelen sneller plaats.
Als de “sequentiële” werking is in-
geschakeld, dan zijn er enige voorzienin-
gen/beveiligingen die het rijden makke-
lijker maken: –
tijdens het afremmen ontkoppelt het
systeem en wordt automatisch terugge-
schakeld, zodat de juiste versnelling is in-
geschakeld als weer moet worden opge-
trokken; als de auto tot stilstand wordt
gebracht, wordt automatisch de eerste
versnelling (1) ingeschakeld;
– als geschakeld wordt naar een ver-
snelling terwijl de motor niet met het ge-
schikte toerental draait (te hoog of te
laag), dan wordt de schakelopdracht niet
uitgevoerd;
– als de motor het maximaal toegestane
toerental bereikt en u gas blijft geven, dan
schakelt het systeem automatisch op;
– als het overschakelen niet direct lukt,
dan probeert het systeem het eerst op-
nieuw en, als het nog niet lukt, schakelt
vervolgens de eerstvolgende hogere ver-
snelling in, zodat de auto niet in de vrij-
stand blijft rijden.
BELANGRIJK Het verdient aanbeve-
ling om het overschakelen geheel te laten
voltooien voordat een nieuwe schakel-
opdracht wordt gegeven. Voorkom dat
snel achter elkaar wordt geschakeld.AUTOMATISCHE WERKING
(CITY)
De automatische werking CITYwordt
ingeschakeld, als u knop ( A-fig. 103)
naast de selectorhendel indrukt.
Op het display in de toerenteller ver-
schijnt naast de ingeschakelde versnelling
het opschrift CITY.
Het systeem schakelt direct over, afhan-
kelijk van het motortoerental en de mate
waarin het gaspedaal wordt ingetrapt.
Als u het gaspedaal snel loslaat, dan
schakelt het systeem geen hogere ver-
snelling in, zodat op de motor kan wor-
den afgeremd.
P4U00312
fig. 103
A
102
Wendt u bij een storing
van de versnellingsbak
zo snel mogelijk tot de
Alfa Romeo-dealer om het sys-
teem te laten controleren.
STORINGSMELDINGEN
Storingen in de Selespeed worden aan-
gegeven door het rode waarschuwings-
lampje
t(A-fig. 104) op het instru-
mentenpaneel.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait en daarmee het systeem inscha-
kelt, dan moet het lampje continu gedu-
rende 4 seconden branden.
Als het lampje blijft knipperen, dan is
een storing gevonden in de versnellings-
bak; tegelijkertijd klinkt gedurende 4 se-
conden een pulserend geluidssignaal om
de bestuurder op deze situatie te atten-
deren. Bij een storing aan de selectorhendel,
schakelt het systeem automatisch de auto-
matische werking CITY in, zodat de
dichtstbijzijnde Alfa Romeo-dealer bereikt
kan worden en de storing kan worden ver-
holpen.
Bij een storing aan andere componenten
van de versnellingsbak kunnen slechts en-
kele versnellingen worden ingeschakeld:
de eerste versnelling (1), de tweede ver-
snelling (2) en de achteruit ( R).
WAARSCHUWINGEN MET
GELUIDSSIGNALEN
De waarschuwingszoemer wordt inge-
schakeld als:
– de achteruit ( R) is ingeschakeld;
– de auto wordt stilgezet in de vrijstand
( N ); het signaal wordt gegeven als de
contactsleutel in stand STOPis gezet;
– tijdens het wegrijden een oververhitte
koppeling wordt gesignaleerd;
– de auto in een andere richting rijdt
dan de ingeschakelde versnelling (bijv.:
de auto rolt vooruit als de achteruit is in-
geschakeld);
– het systeem automatisch de vrijstand
(N)inschakelt, nadat:
–het gaspedaal en/of rempedaal
gedurende ten minste 50 seconden niet
worden gebruikt;
–het rempedaal langer dan 10 mi-
nuten wordt ingetrapt;
–het bestuurdersportier wordt ge-
opend en het gas- en rempedaal ten min-
ste 1 seconde niet worden ingetrapt.
–een storing aan de versnellings-
bak is gesignaleerd.
P4U00313
fig. 104 Als het lampje gaat
knipperen, dient u zich
zo snel mogelijk tot de
Alfa Romeo-dealer te wenden
om de storing te laten verhelpen.
A
115
fig. 125
P4U00122
P4U00249
fig. 126
P4U00124
fig. 127
OPBERGVAK OP DE
MIDDENCONSOLE(
fig. 125)
Op de tunnelconsole, naast de hand-
rem, bevindt zich een opbergvak ( A).
ZONNEKLEPPEN (fig. 126)
Ze kunnen voor de voorruit of voor de
zijruit worden gedraaid.
Op de achterkant van de zonnekleppen
bevindt zich een afsluitbaar spiegeltje
(A), dat verlicht wordt door plafondlamp-
je (B).
INBOUWVOORBEREIDING
TELEPASS (
fig. 127)
Als optional kan de auto zijn uitgerust
met een speciale binnenspiegel met een
opening (A) voor de elektrische aanslui-
ting van een Telepass-module. Deze mo-
dule kan bij gespecialiseerde zaken wor-
den aangeschaft.
Duw de Telepass-module in de zitting
totdat u een klik hoort.
Laat de installatie van
de mobiele telefoon en de
aansluiting op de inbouw-
voorbereiding uitsluitend door de
Alfa Romeo-dealer uitvoeren.
Zo bent u verzekerd van het beste
resultaat en wordt voorkomen dat
de rijveiligheid in gevaar wordt ge-
bracht.
Duw de klemveer (B) naar beneden en
neem de Telepass-module uit.
INBOUWVOORBEREIDING
TELEFOON
Als optional kan de auto zijn uitgerust
met een inbouwvoorbereiding voor een
mobiele telefoon.
De voorbereiding bestaat uit:
– complete inbouwvoorbereiding auto-
radio (zonder autoradio) met een luid-
spreker in het voorportier aan passagiers-
zijde voor handsfree werking;
– antenne op het dak;
– aansluitkabels voor handsfree car-
kit.