FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
1. Startknop “ ”
2. Noodstopschakelaar
3. Lichtschakelaar
D_5bn.book Page 4 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
CD-01D
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “ ” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEEJA NEE
D_5bn.book Page 17 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
_ l
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
l
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
l
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
_
DAU03461*
Starten van de motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:l
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
l
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
_ l
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-17.
l
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
_
1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:_ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. _4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina 3-9
voor de bediening van de choke.)
D_5bn.book Page 1 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM
INDEXAAccu ...................................................... 6-29
Antidiefstal-alarm .....................................3-3BBagageriembevestiging ......................... 3-15
Banden .................................................. 6-16
Bougies, controleren ................................6-7
Brandstof .................................................3-7
Brandstofkraan ........................................3-8
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .....................................................5-4CCarburateurs, afstellen ........................... 6-14
Cardanolie ............................................. 6-11
Chokeknop ..............................................3-9
Claxonschakelaar ....................................3-4
Contactslot/stuurslot-unit..........................3-1
Controlelampje grootlicht .........................3-2
Controlelampje richtingaanwijzers ............3-2
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ..........................3-2
Controlelampje vrijstand...........................3-2
Controlelijst voor gebruik..........................4-1DDimlichtschakelaar ...................................3-4GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ................................................ 6-25
Gaskabel, afstellen van vrije slag ........... 6-15
Gereedschapsset.....................................6-1
HHelmbevestiging .................................... 3-12IIdentificatienummers ............................... 9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijperiode............................................... 5-4KKabels, controleren en smeren .............. 6-25
Klepspeling, afstellen............................. 6-16
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-32
Koppelingshendel .................................... 3-5
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .... 6-19LLichtschakelaar ....................................... 3-4
Lichtsignaalschakelaar ............................ 3-4
Locaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................... 6-13MModelinformatiesticker ............................. 9-2
Motorolie en oliefilterelement ................... 6-9NNoodstopschakelaar ................................ 3-4OOndersteunen van de motorfiets............ 6-34
Opbergcompartiment ............................. 3-13PPanelen, verwijderen en aanbrengen ...... 6-5
Parkeren.................................................. 5-5
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ...............................6-2RRemblokken, controleren .......................6-23
Rem- en koppelingshendel, controleren
en smeren............................................6-26
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren............................................6-26
Remhendel ..............................................3-6
Remhendel, afstellen van vrije slag ........6-20
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-22
Rempedaal ..............................................3-6
Rempedaalstand en vrije slag,
afstellen ...............................................6-21
Remvloeistofniveau, controleren ............6-24
Remvloeistof, verversen.........................6-25
Richtingaanwijzer of remlicht/achterlicht
gloeilampen, vervangen .......................6-33
Richtingaanwijzerschakelaar ....................3-3SSchakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal (XVS650) .........................3-5
Schakelpedaal (XVS650A).......................3-5
Schokdemperunit, afstellen ....................3-14
Snelheidsmeterunit ..................................3-3
Specificaties.............................................8-1
Stalling .....................................................7-4
Starten van de motor................................5-1
Starten van een warme motor ..................5-2
Startknop .................................................3-4
Startspersysteem ...................................3-16
Stationair toerental, afstellen ..................6-15
D_5bn.book Page 1 Wednesday, October 4, 2000 7:41 PM