Page 59 of 103

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-11
6
DC000066
LET OP:@l
U mag geen chemische middelen
aan de motorolie toevoegen. De
motorolie dient tevens voor het
smeren van de koppeling en toege-
voegde middelen zouden de koppe-
ling kunnen doen slippen.
l
Let op dat er geen vreemde voor-
werpen in het carter terechtkomen.
@
10. Start de motor en warm hem enkele
minuten op. Controleer tijdens het
warmdraaien op olielekken. Mocht er
een olielek worden bespeurd, zet de
motor dan onmiddellijk af en probeer
de oorzaak te vinden.OPMERKING:@ Nadat de motor gestart is, dient het oliepeil-
lampje uit te gaan als olie tot het juiste peil
bijgevuld is. @
DC000067
LET OP:@ Als het kontrolelampje knippert of blijft
oplichten, zet de motor dan onmiddelijk
af en raadpleeg een Yamaha dealer. @11. Monteer de steun en dan de stroom-
lijnkap zelf.
DAU01594
KoelvloeistofKontroleer het koelvloeistofnivo in de ex-
pansietank, terwijl de motor koud is. Het
nivo van de koelvloeistof hangt af van de
motortemperatuur. Het koelvloeistofnivo
dient zich tussen de minimum- en maxi-
mum-merktekens op de tank te bevinden.
Als het nivo onder het minimum-merkteken
komt, vul de tank dan bij met (zacht) kraan-
water totdat het nivo tot het maximum-
merkteken staat. Laat om de twee jaar uw
Yamaha dealer de koelvloeistof vervangen. Aanbevolen motorolie:
Zie blz. 8-1.
Hoeveelheid motorolie:
Totale hoeveelheid:
3,5 L
Periodieke verversing:
3,0 L
Verversen van olie en vervangen
van oliefilter:
3,2 L1. Maximum-merkteken
2. Minimum-merkteken
D_4sv_Periodic.fm Page 11 Tuesday, August 31, 1999 12:01 PM
Page 71 of 103

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-23
6
DAU00744
Kontrole van de kettingspanningOPMERKING:@ Draai het wiel enkele malen rond en laat het
staan in de stand waarin de ketting het
strakst gespannen is. Kontroleer de ket-
tingsspanning met het wiel in deze stand.
Als de kettingspanning net juist is, stelt u
deze bij. @Om de kettingspanning te kontroleren, zet u
de motorfiets rechtop, onbelast en met bei-
de wielen op de grond. Kontroleer de uit-
slag van de ketting zoals in de afbeelding
aangegeven. De juiste speling is 20 ~
35 mm. Als de speling meer dan 35 mm is,
stel deze dan bij.
DAU01251
Afstellen van de kettingspanning1. Draai de asmoer los.
2. Draai de borgmoeren aan beide zijden
los. Om de kettingspanning te verho-
gen, draait u de kettingspanbouten
naar a
. Om de kettingspanning te
verlagen, draait u de kettingspanbou-
ten naar b
en duwt u het achterwiel
naar voren. Draai de beide kettings-
panbouten even ver in of uit zodat het
achterwiel in lijn blijft. Aan beide zijden
van de zwaaiarm zult u een merkteken
aantreffen. Gebruik deze voor het juist
uitlijnen van het achterwiel.
DC000096
LET OP:@ Als de ketting te strak staat zullen de
motor en andere belangrijke onderdelen
te zwaar belast worden. Zorg dat de ket-
tingspanning binnen de voorgeschre-
ven limieten blijft. @3. Nadat u de kettingspanning heeft af-
gesteld, draait u de borgmoeren weer
aan. Vervolgens draait u de asmoer
aan met het voorgeschreven aantrek-
koppel.
a. Kettingspanning
1. Asmoer
2. Afstelbout
3. Borgmoer
4. Merktekens
Aantrekkoppel:
Asmoer:
150 Nm (15 m·kg)
D_4sv_Periodic.fm Page 23 Tuesday, August 31, 1999 12:01 PM
Page 89 of 103

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
1. Maak uw motorfiets grondig schoon
met water en zeep, nadat de motor is
afgekoeld.
DCA00012
LET OP:@ Gebruik geen warm water aangezien dit
de corrosieve werking van het zout ver-
sterkt. @2. Spuit een roestwerend middel op alle
metalen oppervlakken (ook ver-
chroomde en vernikkelde onderdelen)
om roestvorming tegen te gaan.Na het reinigen
1. Droog de motorfiets af met een zemen
lap of een goed absorberende doek.
2. Droog de aandrijfketting en smeer
deze om roestvorming te voorkomen.
3. Gebruik een chroompoetsmiddel om
alle roestvrij stalen, aluminium en ver-
chroomde onderdelen te poetsen, in-
clusief de uitlaatpijpen. (Zelfs de door
hitte veroorzaakte verkleuring van
roestvrij stalen uitlaatpijpen is door
goed poetsen te verhelpen.)
4. Om roestvorming tegen te gaan, is het
aanbevolen alle metalen oppervlak-
ken (ook verchroomde en vernikkelde
onderdelen) te bespuiten met een
roestwerend middel.
5. Gebruik een spuitbus met olie als uni-
verseelreiniger om de laatste vuilres-
ten te verwijderen.
6. Repareer krassen en lakschade ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte onderdelen in de was.
8. Zorg dat de motorfiets geheel droog is
voordat u hem afdekt of stalt.
DWA00001
WAARSCHUWING
@ Zorg dat er geen olie of was achterblijft
op de remmen en de banden. Indien no-
dig kunt u de remschijven en voeringen
reinigen met een gewone remschijfreini-
ger of aceton, en de banden kunt u was-
sen met warm water en mild zeepsop.
Controleer daarna zorgvuldig de rem-
werking en het weggedrag van de mo-
torfiets in bochten. @
D_4sv_Cleaning.fm Page 3 Tuesday, August 31, 1999 1:35 PM