196
De vloeistof in de accu is
giftig en corrosief. Vermijd
het contact met de huid of
de ogen. Het opladen van de accu
moet worden uitgevoerd in een
goed geventileerde ruimte, ver
verwijderd van open vuur en
vonkvormende apparaten: brand-
en ontploffingsgevaar.
EEN LEGE ACCU
ACCU OPLADEN
We raden u aan de accu langzaam
en met een laag ampèrage gedurende
ca. 24 uur op te laden. Als u de accu
langer oplaadt, kan hij worden be-
schadigd.
Ga als volgt te werk:
1) Maak de accuklemmen los van de
accupolen. STARTEN MET EEN HULPACCU
Zie “Starten met een hulpaccu” in
dit hoofdstuk.
Gebruik voor een nood-
start beslist nooit een
accu lader: de elektroni-
sche systemen kunnen beschadi-
gen; in het bijzonder de regel -
eenheden van de ontsteking en de
inspuiting.
BELANGRIJK Als de auto is uit-
gerust met een diefstalalarm, schakel
het alarm dan uit met de afstandsbe-
diening en stel het systeem buiten
werking door de sleutelschakelaar in
de stand “OFF” te draaien (zie “Dief-
stalalarm” in het hoofdstuk “Wegwijs
in uw auto”).
2) Sluit de klemmen van de accu -
lader aan op de accupolen.
3) Schakel de acculader in.
4) Aan het einde van het opladen:
schakel eerst de acculader uit en kop-
pel dan de accu los.
5) Sluit de accuklemmen weer aan
op de accupolen. Let daarbij op de
polariteit. De krik dient uitsluitend
voor het verwisselen van
een wiel van de auto waar-
bij hij geleverd is. Andere werk-
zaamheden zoals bijv. het op -
krikken van een andere auto zijn
absoluut uitgesloten. Gebruik de
krik in geen enkel geval voor het
uitvoeren van werkzaamheden on-
der de auto. Als de krik niet juist
geplaatst wordt, kan de opgekrikte
auto van de krik vallen. Op een
sticker op de krik is het maximum
hefvermogen aangegeven; de krik
mag nooit voor een zwaardere last
worden gebruikt.
De richtlijnen geven aan dat:
– de krik geen afstelwerkzaamheden
mag vereisen;
– de krik bij beschadiging vervangen
moet worden door een krik van het-
zelfde type;
HET OPKRIKKEN
VAN DE AUTO
MET DE BOORDKRIK
Zie de paragraaf “Een lekke band”
in dit hoofdstuk.
212
Voorkom contact tussen
de zeer corrosieve rem -
vloeistof en de lak. Als er
remvloeistof wordt gemorst, moet
de lak onmiddellijk met water
worden afgespoeld. Het vloeistofniveau in het reservoir
mag nooit het MAX-merkteken over-
schrijden.
BELANGRIJK Remvloeistof is hy-
groscopisch (het trekt water aan).
Daarom verdient het aanbeveling, als
de auto overwegend wordt gebruikt in
gebieden met een hoge luchtvochtig -
heid, de remvloeistof vaker te ver-
vangen dan in het onderhoudsschema
staat aangegeven.
De beschrijving van de
procedure voor het ver-
vangen van het luchtfilter,
dient slechts ter informatie. Wij
raden u aan het luchtfilter door de
Lancia-dealer te laten vervangen. Als het luchtfilter n iet op de juiste
wijze wordt vervangen en de ver -
eiste voorzorgsmaatregelen niet in
acht zijn genomen, kan de rij -
veilig heid in gevaar worden ge-
bracht. Als veel over stoffige we-
gen wordt gereden, moet
het filter vaker worden
vervangen dan in het onderhouds-
schema staat aangegeven.
Als het filter wordt gerei-
nigd kan het beschadigd
worden, w aardoor er ern-
stige schade aan de motor kan
ontstaan.
Het symbool π op het re-
servoir geeft aan dat er
synthetische remvloeistof
en geen minerale vloeistof
moet worden gebruikt. Het ge-
bruik van vloeistoffen met andere
specificaties moet absoluut wor-
den vermeden, omdat de rubbers
in het remsysteem door deze vloei-
stoffen kunnen worden bescha-
digd.
fig. 16
P4T0174
LUCHTFILTER
Het luchtfilter is verbonden met de
systemen die de luchttemperatuur en
luchthoeveelheid regelen. Deze sturen
elektrische signalen naar de regel -
eenheid, die noodzakelijk zijn voor
een correct functioneren van het in-
spuitings-/ontstekingssysteem.
Voor de juiste werking van de mo-
tor, een laag verbruik en een lage uit-
stoot van uitlaatgassen, is het daarom
noodzakelijk dat het systeem altijd
perfect functioneert.
VERVANGING (fig. 16)
Draai voor de vervanging van het fil-
ter de schroeven A los, verwijder het
deksel Ben neem het te vervangen fil-
terelement uit.
Bewaar nooit spuitbussen
in de auto. Ontploffingsge-
vaar. Spuitbussen mogen
niet worden blootgesteld aan tem-
peraturen boven 50°C. In de zomer
kan de temperatuur in het inte-
rieur ver boven deze waarde op -
lopen.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Gebruik speciale reinigingsmiddelen
om het visuele effect van de compo-
nenten niet te wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit al-
cohol of benzine om het glas van het
instrumentenpaneel schoon te maken.MET LEER BEKLEDE STOELEN
SCHOONMAKEN
– Verwijder droog vuil met een
zeemleer of een iets vochtige doek,
zonder hard te drukken.
– Dep een vochtige vlek of vet met
een droge en absorberende doek en
wrijf daarbij niet. Behandel de plek
vervolgens met een doek of zeem be-
vochtigd met water en een neutrale
zeep.
– Als de vlek nog niet verwijderd is,
behandel de vlek dan met een speciaal
schoonmaakmiddel, waarbij de in-
structies op de verpakking strikt moe-
ten worden opgevolgd.
BELANGRIJK Gebruik nooit alco -
hol of producten op basis van alcohol.
225
248
INSPUITING/ONTSTEKINGModificaties of reparaties
aan het brandstofsysteem
die niet correct worden
uitgevoerd en waarbij geen reke-
ning wordt gehouden met de tech-
nische specificaties van het sys -
teem, kunnen storingen in de
werking en zelfs brandgevaar ver -
oorzaken.
Uitvoering 1.6
Geïntegreerde elektronische inspui-
ting en ontsteking: één regeleenheid
regelt zowel inspuitduur van de in-
spuiting (benzinedosering) als de ont-
stekingsvervroeging met pingelsensor.
– Type: Multipoint gefaseerde se-
quentiële inspuiting.
– Luchtfilter: met verwisselbaar pa-
pieren element.
– In brandstoftank ondergedom-
pelde elektrische brandstofpomp.
– Benzinefilter in brandstoftank.
– Inspuitdruk: 3 bar.
– Elektronische verwerking van ge-
gevens die door de toerentalsensor van de motor (speed), de tempera-
tuursensor en de absolute-druksensor
in het inlaatspruitstuk (density) wor-
den gemeten.
– Mengselcorrectie: “closed loop”
(informatie over het verloop van de
verbranding via een lambdasonde).
– Stationair toerental (zelfregelend
door middel van elektromotor): 800 ±
50 min
-1.
– Ontstekingsvolgorde 1 - 3 - 4 - 2.
– Bougies: LANCIA RC10YCC
LANCIA BKR5EZ
Champion RC10YCC
NGK BKR5EZ
Uitvoering 1.8 Geïntegreerde elektronische inspui-
ting en ontsteking: één regeleenheid
regelt zowel inspuitduur van de in-
spuiting (benzinedosering) als de ont-
stekingsvervroeging met pingelsensor.
– Type: Multipoint gefaseerde se-
quentiële inspuiting.
– Luchtfilter: met verwisselbaar
papieren element. – In brandstoftank ondergedompelde
elektrische brandstofpomp.
– Benzinefilter in brandstoftank.
– Inspuitdruk: 3 bar.
– Directe meting van de hoeveelheid
inlaatlucht met luchtkwantummeter
met verwarmde draad.
– Mengselcorrectie: “closed loop”
(informatie over het verloop van de
verbranding via een lambdasonde).
– Stationair toerental: 825 ± 50 min
-1
– Nokkenasversteller op de inlaat-
nokkenas.
– Ontstekingsvolgorde: 1 - 3 - 4 - 2.
– Bougies: LANCIA RC10YCC
LANCIA BKR6EZ
Champion RC10YCC
NGK BKR6EZ
252
De overbrengingsverhoudingen van
het differentieel zijn:
REMMEN
VOETREM
Voor: schijfremmen met zwevende
remtangen, en één remcilinder per
wiel.
Achter: schijfremmen met zwevende
remtangen.
Diagonaal gescheiden hydraulisch
remsysteem.
Onderdrukrembekrachtiger van 8”
met extra kamer (uitvoeringen 1.6 -
1.8 en 1.9 jtd). Onderdrukrembekra-
chtiger van 7” + 8” (uitvoeringen 2.0
en 2.4 jtd).
ABS: met 4 sensoren en 4 kanalen.
Automatisch zelfstellend mechanis me
voor de speling van de remvoeringen.
Elektronische remdrukregeling, ge-
regeld door het ABS.
HANDREM
De handrem werkt mechanisch
d.m.v. een handremhefboom op de
achterwielen.
DIFFERENTIEEL
Rechte eindoverbrenging en differen-
tieel ingebouwd in het versnellings -
bakhuis. Aandrijving van de voorwielen
m.b.v. aandrijfassen die via homoki-
netische koppelingen verbonden zijn
met het differentieel en de wielen.
Rechte eindreductie AantalTanden
1.6 3,82365/17
1.8 3,73356/15
2.0 3,73356/15
1.9 jtd 3,35357/17
2.4 jtd 3,11156/18
253
WIELOPHANGING
VOORWIELOPHANGINGOnafhankelijke wielophanging, type
McPherson met dwarsgeplaatste on-
derste wieldraagarmen.
Gedesaxeerde schroefveren en dub-
belwerkende telescopische schokdem-
pers.
Stabilisatorstang.
ACHTERWIELOPHANGING Onafhankelijke BLG multilink-wiel -
ophanging.
Schroefveren.
Telescopische dubbelwerkende schok -
dempers onder gasdruk. Stabilisator-
stang.
STUURINRICHTING
Samendrukbare, telescopische en
energie-absorberende stuurkolom met
hoogte- en lengteverstelling.
“For life” gesmeerd tandheugel-
stuurhuis.
Hydraulische stuurbekrachtiging:
Kogelgewrichten “for life” gesmeerd.
Minimum draaicirkel:
– uitvoeringen 1.6 - 1.8 - 1.9 jtd =
10,5 m
– uitvoeringen 2.0 - 2.4 jtd = 10,9 m.
Aantal stuuromwentelingen van
aanslag tot aanslag: circa 2,5.
WIELUITLIJNING
Toespoor gemeten tussen de velg -
randen van de wielen:
– voorwielen: – 1 ± 1 mm
– achterwielen: 2 ± 2 mm
De waarden zijn van toepassing op
een onbelaste auto in rijklare staat.
Laat deze handeling door de
Lancia-dealer uitvoeren. Deze be-
schikt over het speciale gereedschap
dat voor deze handeling noodzakelijk
is.
261
VULLINGSTABEL
Brandstoftank:
incl. een reserve van:
Motorkoelsysteem:
(*) Met airconditioning:
Motorcarter:
Carter en oliefilter:
Versnellingsbak en differentieel:
Hydraulische stuurbekrachtiging:
Homokinetische koppelingen en
in stofhoezen (ieder):
Hydraul. remcircuit met ABS:
Reservoir ruitensproeiers
voor en achter:
Reservoir ruitensproeiers voor
en achter en
koplampsproeiers:
(r) Voor temperaturen onder –20°C raden wij het gebruik aan van
SELENIA PERFORMERSAE 5W-30.
Voorgeschreven brandstof
Aanbevolen producten
Loodvrije superbenzine met octaan-
getal van ten minste 95 R.O.N.
Mengsel van gedestil. water en
50%
PARAFLU
11
SELENIA 20K (r)
TUTELA CAR ZC 75 SYNTH
TUTELA GI/A
TUTELA MRM 2
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en
DP1
Mengsel van water en
DP1
1.6
liter kg 60 –8–
8,0 –
3,5 3,1
3,8 3,4
1,98 1,8 0,9 – – 0,095
0,52 – 4–
5,5 – 1.8
liter kg 60 –8–
6,81 –
6,80 (*)
3,9 3,5
4,3 3,85
1,98 1,8 0,9 – – 0,095
0,56 – 4–
5,5 – 2.0
liter kg 60 –8–
8,6 –
4,3 3,8
5,0 4,45
1,98 1,8 0,9 – – 0,095
0,56 – 4–
5,5 –
Brandstoftank:
incl. een reserve van:
Motorkoelsysteem:
(*) Met airconditioning:
Motorcarter:
Carter en oliefilter:
Versnellingsbak en differentieel:
Hydraulische stuurbekrachtiging:
Homokinetische koppelingen en
in stofhoezen (ieder):
Hydraul. remcircuit met ABS:
Reservoir ruitensproeiers
voor en achter:
Reservoir ruitensproeiers voor
en achter en koplampsproeiers:
(m) Voor temperaturen onder –15°C raden wij het gebruik aan van SELENIA WR DIESEL SAE 5W-40.
262
Voorgeschreven brandstof
Aanbevolen producten
Diesel voor motorvoertuigen
(specificatie EN590)
Mengsel van gedestil. water en 50%
PARAFLU
11
SELENIA TURBO DIESEL (m)
TUTELA CAR ZC 75 SYNTH
TUTELA GI/A of TUTELA GI/A F7
TUTELA MRM 2
TUTELA TOP 4
Mengsel van water en
DP1
Mengsel van water en
DP1
1.9 jtd
liter kg 60 –8–
6,85 –
7,27 (*)
4,2 3,75
4,8 4,25
1,98 1,8 0,9 –
– 0,095
0,56 –
4–
5,5 – 2.4 jtd
liter kg 60 –8–
7,4 –
4,8 4,3
5,5 4,9
1,98 1,8 0,9 –
– 0,095
0,56 –
4–
5,5 –