
Handgeschakelde transmissie
Laat het koppelingspedaal los en druk
tijdens stap3hierboven op de startknop.
De motor wordt niet gestart en de stand
verandert iedere keer dat de knop wordt
ingedrukt. (→Blz. 190)
7.2.11 Als de accu ontladen is
U kunt de volgende procedures gebruiken
om de motor te starten als de accu leeg is.
U kunt ook contact opnemen met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Opnieuw starten van de motor
Als u de beschikking hebt over een set
startkabels en een tweede voertuig met
een 12V-accu, kunt u uw auto starten met
behulp van de onderstaande
hulpstartprocedure.
1. Auto's met alarmsysteem: Controleer
of u de elektronische sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het
alarm afgaan of kunnen de portierenworden vergrendeld, afhankelijk van
de situatie. (→Blz. 62)
2. Open de motorkap. (→Blz. 376)
3. Sluit de positieve startkabelklem aan
op
Avan uw auto en sluit de klem
aan de andere zijde van de positieve
startkabel aan op
Bvan de tweede
auto. Sluit vervolgens de negatieve
kabelklem aan op
Cvan de tweede
auto en sluit de klem aan de andere
zijde van de negatieve startkabel aan
op
D.
M20A-FKS motor
APluspool (+) accu (uw auto)
BPluspool (+) accu (tweede auto)
CMinpool (-) accu (tweede auto)
DStevig, niet-bewegend,
niet-gelakt metalen punt, ver weg van
de accu en bewegende delen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
454

Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere functies.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
AAuto's met navigatiesysteem of multimediasysteem: Instellingen die u met het scherm
van het navigatiesysteem of multimediasysteem kunt wijzigen
BInstellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay kunt wijzigen
CInstellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, – = niet beschikbaar
Alarm
*(→blz. 61)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Aanpassen van de gevoelig-
heid van de inbraaksensor
wanneer een ruit is geopend
*Standaard Laag – – O
Schakelt het alarm uit wan-
neer de portieren worden
ontgrendeld met de mecha-
nische sleutel
*
Uit Aan – – O
*Indien aanwezig
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (zonder 12,3 inch display) (→blz. 75, blz. 79,
blz. 88)
Functie*1Standaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Klok (instellen tijd) — — O O*2–
Klok (displaytype)
*312-uurs weer-
gave24-uurs weer-
gaveOO*2–
Ta a l
*3“English” (En-
gels)Behalve Engels*4–O–
Eenheden
*3km (l/100 km) km (km/liter) – O –
Weergave snelheidsmeter*6Analoog Digitaal – O –
ECO-controlelampje*5Aan Uit – O –
“Fuel Economy” (brandstof-
verbruik)“Total Average”
(totaalgem.)“Trip Average”
(reisgemid.)
–O–
“Tank Average”
(gemiddelde per
tankbeurt)
Audiosysteemgekoppeld dis-
play
*5Aan Uit – O –
Display AWD-systeem
*7Aan Uit – O –
Type rij-informatie Trip (rit) Total (totaal) – O –
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
476

FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Functie koppeling van stand
selectiehendel aan portier-
ontgrendeling
*1Uit Aan O – O
Functie koppeling portieront-
grendeling aan bestuur-
dersportierUit
*2Aan*2
O–O
Aan*3Uit*3
*1Instellingen die u alleen kunt wijzigen bij auto's met een automatische transmissie of
Multidrive CVT
*2Behalve auto's met een modelcode*4die een “W” of “X” als laatste letter heeft
*3Auto's met een modelcode*4die een “W” of “X” als laatste letter heeft
*4De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. (→Blz. 464)
Herinneringsfunctie achterstoel (→blz. 118)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Herinneringsfunctie achter-
stoelAan Uit – O –
Smart entry-systeem met startknop*1en afstandsbediening (→blz. 112, blz. 135)
FunctieStandaardin-
stellingPersoonlijke
voorkeursin-
stellingABC
Werkingssignaal (alarmknip-
perlichten)*2Aan Uit O – O
Zoemervolume
*25Uit
O–O
1-7
Tijd tot na het ontgrendelen,
zonder dat een portier wordt
geopend, de portieren auto-
matisch weer worden ver-
grendeld30 seconden60 seconden
O–O
120 seconden
Waarschuwingszoemer ge-
opend portier (tijdens het
vergrendelen)Aan Uit – – O
*1Indien aanwezig
*2Sommige uitvoeringen
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
479
8
Voertuigspecificaties

– Als de auto wordt gestart terwijl een
van de portieren is ontgrendeld,
werkt de functie koppeling van
rijsnelheid aan portiervergrendeling
wel.
– Als de selectiehendel in een andere
stand dan P wordt gezet, worden
alle portieren vergrendeld.• Als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld, kan
selecteer te ontgrendelen portier niet
worden ingesteld.
• Als de portieren niet worden geopend
nadat de portieren zijn ontgrendeld
en de functie automatisch opnieuw
vergrendelen wordt geactiveerd,
worden er signalen gegenereerd
overeenkomstig de instellingen van
het bedieningssignaal
(alarmknipperlichten).
8.3 Initialisatie
8.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de accu of onderhoud aan de
auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem weer op de
juiste manier werkt.
Overzicht van te initialiseren onderdelen
Voorwerp Wanneer initialiseren Zie
Elektrisch bedienbare achterklep*■Na het aansluiten of vervangen van
de accu
■Na het vervangen van een zekeringBlz. 130
Toyota Parking Assist-sensor*Blz. 284
Parking Support Brake*Blz. 300
Elektrisch bedienbare ruiten■Wanneer de werking abnormaal is Blz. 158
Schuifdak
*Blz. 162
Panoramadak*Blz. 165
Bandenspanningswaarschuwingssys-
teem
*
■Bij het wisselen van wielen
■Als de band is gewisseld
■Nadat de identificatiecodes zijn
geregistreerdBlz. 388
Toyota Parking Assist Monitor
*■Na het aansluiten of vervangen van
de accu
■Na het vervangen van een zekeringRaadpleeg
de handlei-
ding voor
het multi-
mediasys-
teem Panoramic View Monitor
*
*Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
487
8
Voertuigspecificaties

Er wordt een alarm geac-
tiveerd en de claxon
klinkt (indien aanwezig)
• Heeft iemand een portier geopend
tijdens het instellen van het alarm? De
sensor signaleert dit en laat het alarm
klinken. (→Blz. 61)
Zet om het alarm uit te schakelen het
contact AAN of start de motor.
Bij het verlaten van de
auto klinkt een
waarschuwingszoemer
• Wordt de melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay?
Controleer de melding op het
multi-informatiedisplay. (→Blz. 427)
Er gaat een waarschu-
wingslampje branden of
er wordt een waarschu-
wingsmelding
weergegeven
• Wanneer een waarschuwingslampje
gaat branden of een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven, raadpleeg dan blz. 419,
blz. 427.Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan
Als uw auto een lekke
band heeft
• Auto's zonder reservewiel
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en repareer de lekke band
met de bandenreparatieset.
(→Blz. 430)
• Auto's met een reservewiel: breng de
auto op een veilige plaats tot stilstand
en vervang de lekke band door het
reservewiel. (→Blz. 441)
De auto zit vast
• Voer de procedure uit voor als de auto
vastzit in modder, vuil of sneeuw.
(→Blz. 460)
9.1 Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
492

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................61
Bedienen van het systeem......60
Inbraaksensor en hellingsensor
(indien aanwezig)...........63
Inschakelen/uitschakelen/uitzetten
van het alarmsysteem.........61
Inschakelen/uitschakelen van de
supervergrendeling..........61
Startblokkering.............60
Supervergrendeling*.........61
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
Achterruitenwisser en -sproeier . .219
AHB (Automatic High Beam)* . . .211
Bedienen van de
ruitenwisserhendel......216 , 219
Bediening...............215
Extended Headlight Lighting-systeem
(indien aanwezig)...........211
Handmatig in- en uitschakelen van
het grootlicht.............214
Inschakelen van de koplampen . . .209
Inschakelen van het Automatic High
Beam-systeem............212
Inschakelen van het grootlicht . . .211
Lichtschakelaar............209
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .216
Schakelaar mistlampen*......214
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........412
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........413
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .412
Bedieningsinstructies........412
De auto tot stilstand brengen . . .412
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning* . .336
Bedienen van de
stoelverwarming...........343
Bedienen van de stoelverwarming
en -ventilatoren...........344
Bedieningspaneel
airconditioning.........332 , 336
Gebruik van de automatische
modus.................340Geconcentreerde
luchtcirculatiemodus voorstoel
(S-FLOW-modus)..........341
Handmatig bediende
airconditioning*...........332
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen.....335 , 342
Stuurwielverwarming........343
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........343
Verwarming ruitenwissers voor
(indien aanwezig)...........335
Verwarming ruitenwissers voor
(indien aanwezig)/
voorruitverwarming
(indien aanwezig)...........340
Gebruik van de interieurverlichting
Bedienen van de
interieurverlichting.........346
Bedienen van de leeslampjes. . . .346
Overzicht interieurverlichting . . .345
Plaats van de interieurverlichting .345
Gebruik van de ondersteunende
systemen
BSM (Blind Spot Monitor)*.....276
Cruise control*...........
.272
Downhill Assist Control*......317
Dynamic Radar Cruise Control* . .263
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist
(auto's met RSA)........259 , 269
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik*......252
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............240
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........258
Hill Start Assist Control
(auto's met Multidrive CVT).....306
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (auto's met RSA). . . .260 , 269
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........297
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................291
Trefwoordenlijst
636