126
Activering
De airbags worden geactiveerd (behalve de voorpassagiersairbag wanneer deze is uitgeschakeld) bij een ernstige frontale aanrijding op de gehele of een deel van de frontale botsingszone A, evenwijdig aan de lengteas van de auto op een horizontaal vlak en van voor naar achter gericht.De airbag voor wordt geactiveerd tussen de borst
en het hoofd van de inzittende voorin en het stuurwiel (aan bestuurderszijde) of het dashboard (aan passagierszijde) om diens beweging naar voren op te vangen.
WARNI NG
Houd tijdens het rijden het dashboardkastje gesloten. Anders bestaat er het risico op letsel bij een ongeval of plotseling remmen.
Side airbags
Indien de auto hiermee is uitgerust, beschermt dit systeem de bestuurder en voorpassagier in geval van een ernstige zijdelingse aanrijding, waardoor het risico op letsel aan de borst, de buik en het hoofd wordt beperkt.Elke side airbag is aan de portierzijde in het rugleuningframe gemonteerd.
Activering
De side airbags worden aan één zijde geactiveerd bij een ernstige zijdelingse aanrijding op de gehele of een deel van de zijdelingse botsingszone,
loodrecht op de lengteas van de auto op een horizontaal vlak en van buiten naar binnen gericht.De side airbag wordt geactiveerd en bevindt zich dan tussen de buik en het hoofd van de voorste inzittende en het portierbekledingspaneel aan die kant.
Curtain airbags (tweede en
derde zitrij)
PROACE VERSO
Indien uw auto hiermee is uitgerust, biedt dit systeem bescherming aan de passagiers (met uitzondering van de middelste zitplaatsen) in geval van een ernstige zijdelingse aanrijding, waardoor het risico op letsel aan de zijkant van het hoofd wordt beperkt.Elke curtain airbag is in de stijlen en het bovenste gedeelte van het passagierscompartiment ingebouwd.
Activering
De side airbags worden aan één zijde geactiveerd bij een ernstige zijdelingse aanrijding op de gehele of een deel van de zijdelingse botsingszone, loodrecht op de lengteas van de auto op een horizontaal vlak en van buiten naar binnen gericht.De curtain airbag wordt geactiveerd tussen de achterpassagiers op de buitenste zitplaatsen en de ruiten.
127
Veiligheid
5
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje branden op het instrumentenpaneel. Laat het systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.
WARNI NG
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan kan het zijn dat de airbags niet worden geactiveerd.Bij een aanrijding van achteren of een frontale aanrijding worden er geen side airbags geactiveerd.
Advies
WARNI NG
Houd u aan de onderstaande veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags.Ga normaal rechtop zitten.Maak de veiligheidsgordel vast en zorg dat hij goed zit.Zorg dat er zich niets bevindt tussen de airbags en de inzittenden (bijv. kinderen, huisdieren,
objecten) en bevestig niets in de buurt van de
airbags of in het gebied waar de airbags afgaan. Dit zou tot verwondingen kunnen leiden bij het activeren van de airbags.Wijzig niets aan het oorspronkelijke ontwerp van de auto, vooral niet in de directe omgeving van de airbags.Zelfs als alle bovenstaande voorschriften worden nageleefd, blijft de kans bestaan op letsel of lichte brandwonden aan het hoofd,
de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt vervolgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren.Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Airbags voorHoud het stuurwiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het middelste deel van het stuurwiel rusten.Passagiers mogen hun voeten niet op het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijp brandwonden of ander letsel veroorzaken.Verwijder het stuurwiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.Bevestig geen voorwerpen op of aan het stuurwiel of dashboard. Deze kunnen bij het afgaan van de airbags letsel veroorzaken.
WARNI NG
Side airbagsBreng uitsluitend goedgekeurde stoelhoezen aan die compatibel zijn met deze airbags. Neem voor informatie over het assortiment stoelhoezen voor uw auto contact op met een Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (bijv. kleding): dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot verwondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.De portierpanelen van de voorportieren bevatten de zijdelingse botsingssensoren.Schade aan het portier of het niet correct uitvoeren van werkzaamheden (wijzigingen of reparaties) aan de voorportieren of de binnenbekleding van de voorportieren kan
131
Veiligheid
5
WARNI NG
Auto's zonder schakelaar voor het uitschakelen/inschakelenHet is uitdrukkelijk verboden een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen - het kind zou ernstig gewond kunnen raken bij het afgaan van de airbag!
Uitschakelen/weer inschakelen van de
voorpassagiersairbag
Indien uw auto hiermee is uitgerust, bevindt de schakelaar zich in het dashboardkastje.
Met het contact UIT:► Steek de sleutel in de schakelaar en draai hem in de stand OFF om de airbag uit te schakelen. ► Draai de sleutel in de stand ON om de airbag weer in te schakelen.Als het contact AAN wordt gezet:Dit waarschuwingslampje gaat branden. Het blijft branden zolang de airbag is uitgeschakeld.OfDit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de airbag is ingeschakeld.
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met een driepuntsveiligheidsgordel worden vastgemaakt.
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1Wordt “tegen de rijrichting in” geplaatst.
Groep 2 en 3: 15 - 36 kg
L5Kan aan de ISOfix-bevestigingen van de auto worden bevestigd.Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.Voor kinderen die zwaarder zijn dan 25 kg kan een versie worden gebruikt met een afneembare rugleuning. Gebruik voor een
betere bescherming echter een zittingverhoger met rugleuning voor alle kinderen tot maximaal 36 kg.
257
In geval van pech
8
Vervangen van een
zekering
Toegang tot het
gereedschap en de
zekeringenkast in het
dashboard
De tang voor het verwijderen van zekeringen en de zekeringen bevinden zich aan de achterzijde van het deksel van de zekeringenkast.
► Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.► Verwijder het deksel volledig.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u:► De oorzaak van de storing te achterhalen en deze te verhelpen.► Alle stroomverbruikers uit te schakelen.
► De auto stil te zetten met het contact UIT.► De defecte zekering op te sporen aan de hand van de beschikbare zekeringtabellen en schema's.Bij het vervangen van een zekering moet u het volgende doen:► Gebruik de speciale tang om de zekering uit de zekeringkast te verwijderen en controleer of het smeltdraadje van de zekering intact is.► Vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur). Het gebruik van een zekering met een afwijkende stroomsterkte kan storingen veroorzaken: kans op brand!Als de storing zich kort na het vervangen van de zekering opnieuw voordoet, laat dan het elektrische systeem nakijken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
NOTIC E
Volledige zekeringtabellen en bijbehorende schema'sNeem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WARNI NG
Het vervangen van een zekering die niet is opgenomen in de zekeringtabellen kan tot ernstige storingen leiden.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
GoedDoorgebrand
Tang
276
** Verhoogd laadvermogen met verhoogd dak.*** Afhankelijk van het land van verkoop.
Chassis/cabine
Identificatie van uw auto
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder de motorkap.Dit nummer is ingeslagen in het chassis.
B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het dashboard.Dit nummer staat op een sticker en is zichtbaar door de voorruit.C. Typeplaatje.Op de middenstijl aangebracht.
Het bevat de volgende informatie:– De naam van de fabrikant.– Het Europese typegoedkeuringsnummer.– Het voertuigidentificatienummer (VIN).– Het maximaal toelaatbare voertuiggewicht (GVW).– Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW).– Het maximale gewicht op de vooras.– Het maximale gewicht op de achteras.
D. Sticker bandenspanning/kleurcode van de lak.
Op het bestuurdersportier aangebracht.De sticker vermeldt de volgende informatie over de banden:– de bandenspanning, onbeladen en met volle belading.– de bandenmaat (inclusief het type band, de belastingsindex en het snelheidssymbool).– de bandenspanning van het reservewiel.De sticker vermeldt ook de kleurcode van de lak.
341
Alfabetische index
Bluetooth-verbinding 287, 302–303, 323, 328–329Boordcomputer 25–27Boordgereedschap 240–241Brandstof 8, 206Brandstofadditief 229–230Brandstofniveaumeter 206–208Brandstoftank 206, 206–208, 208
Brandstof tanken 207–208Brandstoftank leeg (diesel) 239Brandstofverbruik 8Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 207–208Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 207–208Buitenspiegels 59, 95, 198–200
C
Carrosserie 237Carrosserie-onderhoud 237CD 284, 299CD MP3 284–285, 299CD-/MP3 -speler 284–285Centrale vergrendeling 31, 36, 41Claxon 11 6Configuratie van de auto 27–28Connectiviteit 321Contact 159–160, 330Contact aangezet 160Controlelampjes 12–13Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle 20
Controlepaneel 2 11, 213Controles 226, 229–231
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 282–283, 298, 326
Dagteller 24Dashboardkastje 77–78Datum (instellen) 30, 306, 333Datum instellen 30, 306, 333Derde remlicht 255Detectie obstakels 200Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 175–176, 245, 250De tractiebatterij laden 213Dieselmotor 206, 226, 239, 268Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 282, 298, 326Dimlicht 103, 252Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer) 25Display instrumentenpaneel 25Dodehoekbewaking 198–199, 200Dubbele cabine met vaste achterbank 75–76Dubbele cabine met wegklapbare bank 76Dynamische noodrem 163–165
E
Eco-mode ~ Eco-modus 221Eco-rijden (adviezen) 8ECO-stand 173Eendelige vaste bank 65–67Een lamp vervangen (achterdeuren) 254Electronic Stability Program (ESC) 11 7, 120
Elektrisch bedienbare schuifdeur 36–37, 42–43, 45Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 162–165, 230Elektrische ruitbediening 52Elektrisch verstelbare stoelen 55–56Elektromotor 5, 9, 28, 160, 209, 223, 226, 260, 264, 272Elektronische remdrukregelaar (REF) 11 6Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force Distribution (EBD) 11 6–11 7Elektronische sleutel 31, 161Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 156Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 11 7–11 8, 120Energiestromen 28Etiketten 6, 64–65Extra verwarming 50, 96–98
347
Alfabetische index
Vrijloop activeren 234, 264
W
Waarschuwing kans op aanrijding 193–194Waarschuwing oplettendheid bestuurder 197–198Waarschuwingssignaal sleutel in contact 159Waarschuwing vergeten verlichting 104Wallbox (elektrische auto) 2 11Wassen 179Wassen (adviezen) 210, 236–238Webbrowser 318, 322Wegklapbare verschuifbare tafel 86–88Werktafel 64Wiel demonteren 248–250Wiel monteren 248–250Wielophanging 231Wiel verwisselen 246WiFi-netwerkverbinding 323–324Window-airbags 126–128
X
Xenonlampen 252
Z
Zekeringen 257–259Zekeringen vervangen 257–259
Zekeringkast dashboard 257Zekeringkast motorruimte 257, 259Zij-airbags 126–127Zijknipperlicht 254Zijruiten achter 85Zijschuifruit 85Zonnescherm (panoramadak) 85Zonnesensor 90Zonwering 85Zuinig rijden 8