3
Inhoud
Snelheidsregelaar 11 8
Drive Assist Plus 120
Drive Assist 2.0 120
Adaptieve snelheidsregelaar 121
Lane Positioning Assist 125
Halfautomatisch veranderen van rijstrook 129
Active Safety Brake met Waarschuwing bij kans op
aanrijding en Intelligente noodremassistentie
133
Systeem voor detecteren van onoplettendheid 137
Active Lane Departure Warning 138
Dodehoekbewaking met groot bereik 141
Parkeerhulp 142
Visiopark 1 144
Visiopark 3 145
Verkeerswaarschuwing achter 147
7Praktische informatieCompatibiliteit van brandstoffen 150
Tanken 150
Plug-in hybridesysteem 151
De tractiebatterij opladen (plug-in hybride) 158
Trekhaak 161
Trekhaak met afneembare kogel 162
Dakdragers 165
Sneeuwscherm 165
Sneeuwkettingen 166
Eco-stand 167
Motorkap 167
Onder de motorkap 168
Niveaus controleren 169
Controles 170
Vrijloop 172
Onderhoudstips 172
8In geval van pechGevarendriehoek 175
Boordgereedschap 175
Bandenreparatieset 176
Reservewiel 179
Een lamp vervangen 182
Zekeringen 184
12V-accu 184
De auto slepen 189
9Technische gegevensTechnische gegevens motoren en
aanhangergewichten 192
Benzinemotoren 193
Motoren van plug-in hybrides 194
Afmetingen 195
Identificatie 195
10 PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
De eerste stappen 196
Aanpassen 199
Stuurkolomschakelaars 201
Applicaties 201
Gesproken commando's 201
Navigatie 203
Connectiviteit 204
Mirror Screen 205
Media 207
Telefoon 209
Instellingen 210
Help 2 11
11Registratie van autogegevens en privacy
■
Index
■
Bijlage
23
Instrumentenpaneel
1► Wanneer u de energiereserve wilt gebruiken,
kiest u de rijstand Electric met de keuzeschakelaar.
Als de gevraagde actieradius de beschikbare actieradius overschrijdt (niet
aanbevolen), begint de verbrandingsmotor de
tractiebatterij op te laden tot de gevraagde
drempelwaarde is bereikt. Hierdoor neemt het
brandstofverbruik sterk toe.
i-Toggles
Dit systeem is een extra touchscreen dat aan
het PEUGEOT i-Connect Advanced is gekoppeld.
Het is bedoeld om een gepersonaliseerde weergave
van snelkoppelingen naar apps of instellingen te
geven.
Standaard wordt u naar de belangrijkste apps
geleid: Media, Klimaat, Navigatie, Telefoon, Mirror
Screen enz.
De snelkoppelingen kunnen worden vervangen door:
radiozenders, temperatuurinstellingen, opgeslagen
bestemming, opgeslagen contactpersonen,
opgeslagen smartphones enz.
Zie voor meer informatie over
Personalisering -
i-Toggles het betreffende deel in de beschrijving
van de audio- en telematicasystemen.
Als de auto langere tijd in zonlicht staat, dan kan het touchscreen heel heet worden.
Wacht een paar minuten voordat u het systeem
gebruikt.
Op afstand bedienbare
extra functies (plug-in
hybride)
( Afhankelijk van het land waarin de auto wordt
verkocht)
De volgende functies zijn
beschikbaar in de app
MYPEUGEOT APP, die
toegankelijk is vanaf een
smartphone:
–
Beheer van het opladen van de tractiebatterij
(geprogrammeerd laden).
–
Beheer van het voorverwarmen of -koelen.
–
De laadtoestand en de actieradius van de auto
aflezen.
Installatieprocedure
► Download de app MYPEUGEOT APP vanaf de
voor uw smartphone geschikte online store.
►
Maak een account aan.
►
V
oer het VIN-nummer van de auto in (dat staat
op het kentekenbewijs).
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over de identificatie.
Netwerkbereik Zorg ervoor dat uw auto zich bevindt in een
gebied met dekking van een mobiel netwerk
wanneer u op afstand bedienbare functies wilt
gebruiken.
Wanneer deze dekking er niet is, kan uw
smartphone niet met de auto communiceren
(bijvoorbeeld in een ondergrondse
parkeergarage). De app geeft dan een melding
dat er geen verbinding met de auto kan worden
gemaakt.
196
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
PEUGEOT i-Connect
Advanced - PEUGEOT
i-Connect
Gps-navigatie - Apps -
Multimedia-audiosysteem
- Bluetooth
®-telefoon
De beschreven functies en instellingen verschillen afhankelijk van de uitvoering en
de configuratie van de auto, en van het land van
verkoop.
Om veiligheidsredenen en omdat deze handelingen de aandacht van de bestuurder
vereisen, moeten deze handelingen worden
uitgevoerd wanneer de auto stilstaat en het
contact is ingeschakeld:
–
Het koppelen van de smartphone met het
systeem via Bluetooth
®.
–
Het gebruik van de smartphone.
–
V
erbinding maken met Mirror Screen
(Apple
®CarPlay® of Android Auto).
–
Het wijzigen van de systeeminstellingen en de
configuratie.
De melding Eco-modus wordt weergegeven wanneer het systeem in
stand-by wordt gezet.
Ga voor informatie over de Eco-modus naar het
deel "Praktische informatie".
Waarschuwing Het navigatiesysteem is een rijhulp. Het
vervangt de bestuurder niet. De bestuurder
dient alle navigatie-instructies nauwkeurig te
controleren.
Als u de navigatie gebruikt, accepteert u de
volgende voorwaarden:
https://www.tomtom.com/en_gb/legal/
eula-automotive/?388448
De eerste stappen
Het systeem wordt ingeschakeld als het contact wordt aangezet.
Kort indrukken, contact uit: systeem aan / uit.
Kort indrukken, contact aan: geluid dempen /
herstellen.
Lang indrukken, contact aan: start stand-bymodus
(geluid dempen, schermen en klokweergave uit).
Draaien: volume instellen.
Informatie
Dit systeem biedt toegang tot:
– Bediening van audioapparatuur en telefoon met
weergave van bijbehorende informatie. –
Connected Services en weergave van de
bijbehorende informatie.
–
Bedieningsknoppen van het navigatiesysteem en
weergave van de bijbehorende informatie afhankelijk
van de uitvoering
–
Spraakherkenning (afhankelijk van de uitvoering).
–
T
ijd en buitentemperatuur.
–
Bediening van de verwarming / airconditioning en
weergave van de instellingen.
–
Instellingen voor rijhulpsystemen, comfort-
en veiligheidsfuncties, uitgebreid head-up
display (afhankelijk van uitrusting en uitvoering),
audiosysteem en digitaal instrumentenpaneel.
–
Instellingen van functies specifiek voor plug-in
hybrideauto's.
–
W
eergave van de parkeerhulpsystemen.
–
Interactief instructieboekje.
–
T
rainingsvideo's (bijvoorbeeld schermbeheer,
rijhulpsystemen, spraakherkenning).
Bovenste balk
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven
in de bovenste balk van het touchscreen:
–
De buitentemperatuur gedetecteerd door de
sensoren van de auto (er wordt een blauw symbool
weergegeven bij kans op gladheid).
–
Herinnering ingestelde temperatuur voor
de airconditioning aan de bestuurders- en
passagierszijde.
–
Laadstatus van de aangesloten smartphone.
–
Status voor systeemaansluiting (Bluetooth®, Wi-Fi,
mobiel netwerk).
–
Tijd.
197
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10– Snel toegang tot de Mirror Screen®-functies (die
horen bij een verbonden smartphone).
Veeg omlaag vanaf de bovenste rand van het
touchscreen voor toegang tot het berichtencentrum
en weergave van een lijst met instellingen:Gast,
Privacy-instellingen, Helderheid, Apparaten,
nachtstand enz.
Werkingsprincipes
► Gebruik deze toets (HOME) om de
pagina die als laatste door het systeem is
gebruikt weer te geven; druk nog een keer op de
toets om de eerste pagina weer te geven en druk
vervolgens op de schermtoetsen op het
touchscreen.
Blader door de beginpagina's door met uw vinger naar rechts of naar links op het
scherm te vegen.
Door het systeem bladeren
Afhankelijk van de pagina's die op het scherm
worden weergegeven, kunt u door de tekst of door
het menu (links op het scherm) bladeren door met
uw vinger over het scherm te vegen, net als bij een
smartphone.
Aanraaktoetsen
Contextmenu weergeven / verbergen.
Terugkeren naar de vorige pagina.
►
V
oor het wijzigen van de status van een functie
drukt u op de betreffende beschrijving (de wijziging
wordt bevestigd doordat de schuifknop naar rechts / links wordt verplaatst: functie ingeschakeld /
uitgeschakeld).
Toegang tot aanvullende informatie over de
functie.
Toegang tot instellingen van een functie.
Snelkoppelingen toevoegen / verwijderen.
Profielen configureren
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Profiel"-tabblad in de lijst.
Op het scherm wordt een "Gast"-profiel
weergegeven dat in het systeem is geïntegreerd.
Ook is er de mogelijkheid om verschillende nieuwe
profielen aan te maken of profielen te personaliseren
die al dan niet bij mobiele apparaten horen.
Het profiel "Gast" heeft een standaardweergave en biedt de mogelijkheid
om dingen toe te voegen en / of om de
oorspronkelijke configuratie te herstellen. Dit profiel
is in het systeem ingebouwd en kan niet worden
verwijderd.
Elk aangemaakt profiel kan worden gekoppeld aan een mobiel apparaat van uw
keuze dat verbonden is via
Bluetooth
®. De
Bluetooth®-functie van het mobiele apparaat moet
wel eerst worden ingeschakeld. Door deze koppeling
kan het systeem uw aanwezigheid in de auto bij het
opstarten detecteren en voorstellen om uw
gepersonaliseerde profiel te activeren. Als een profiel niet is verbonden met het mobiele
apparaat, wordt het laatst gebruikte profiel uitgelicht.
Selecteer "Profiel aanmaken" en volg de
procedure.
Door een nieuw profiel aan te maken kunt u het
volgende personaliseren:
–
T
aal, eenheden, Privacy-instellingen.
–
Schermconfiguratie, uiterlijk, i-T
oggles (afhankelijk
van de uitvoering).
–
Audio-instellingen, favoriete radiozenders.
–
V
erlichting, interieurverlichting (zie het deel
"Ergonomie en comfort").
–
Navigatiegeschiedenis, favoriete POI's,
navigatie-instellingen.
–
Bepaalde rijhulpsystemen en de lijst met
favorieten.
Wanneer u een profiel wilt verwijderen, selecteert u het in de lijst met profielen en
drukt u op de prullenbak.
Privacy-instellingen
Het beheer van "Privacy-instellingen" is voor elk
afzonderlijke profiel. Deze functie wordt gebruikt
met:
een "Gast"-profiel standaard geconfigureerd in
"Privémodus",
of
een profiel dat in het systeem wordt aangemaakt,
met of zonder een verbinding met een mobiel
apparaat.
Voor elk profiel (ook "Gast") wordt de laatste waarde
die voor privacy is opgeslagen weer hersteld.
201
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10Stuurkolomschakelaars
Spraakbediening:Kort indrukken: gesproken commando's van
het systeem (afhankelijk van de uitvoering).
Lang indrukken, gesproken commando's van de
smartphone die met het systeem is verbonden
door middel van Bluetooth
® of Mirror Screen®
(Apple® CarPlay®/Android Auto).Geluidsvolume verhogen.
Geluidsvolume verlagen.
Door lang op de toets voor het verlagen
van het geluidsvolume te drukken, wordt het geluid
gedempt.
Schakel het geluid weer in door op één van de twee
volumetoetsen te drukken.
Inkomende oproep (kort indrukken): oproep aannemen.
Tijdens gesprek (kort indrukken): ophangen.
Inkomende oproep (lang indrukken): oproep
weigeren.
Geen gesprek
bezig(kort indrukken): het
oproepenlogboek openen van de telefoon die
via
Bluetooth
® is verbonden.
Mirror Screen® verbonden (kort indrukken): de
geprojecteerde weergave van de telefoonapp van
uw Mirror Screen
®-apparaat openen.Radio: automatisch zoeken naar de vorige / volgende zender (in de lijst
met radiozenders gesorteerd op naam of
frequenties).
Media: vorige / volgende nummer. Bladeren in de
lijsten.
Telefoon: bladeren door het oproepenlogboek van
de telefoon.
Kort drukken: valideer een selectie. Als er geen
sprake is van een selectie: weergeven van de lijsten.
Applicaties
Druk op de startpagina op deze toets om het overzicht van de apps te openen.
Druk op elke willekeurige pagina met drie of meer vingers op het touchscreen om het
overzicht van de apps te openen.
Help Toegang tot het instructieboekje en bekijken
van de trainingsvideo's.
Media Selecteren van een geluidsbron of
radiozender.
Mirror Screen®
Smartphone verbonden via Mirror Screen®:
toegang tot de geprojecteerde weergave van
Apple
®CarPlay® of Android Auto.
Smartphone niet verbonden: toegang tot het menu
om een smartphone te verbinden.
Navigatie (afhankelijk van de uitvoering)
Invoeren van instellingen voor het navigatiesysteem
en kiezen van een bestemming.
De in real time beschikbare diensten gebruiken,
afhankelijk van de uitvoering.
Gesproken commando's (afhankelijk van de uitvoering)
Gebruiken van de spraakherkenning van het
systeem of van de smartphone via het systeem.
Telefoon Telefoon niet verbonden: toegang tot het
menu om een telefoon te verbinden.
Telefoon verbonden: toegang tot het
oproepenlogboek, de contacten en de
telefooninstellingen.
Twee verbonden telefoons: toegang tot de inhoud
van de telefoon met prioriteit met de mogelijkheid
om de prioriteit van de telefoon te wijzigen.
Instellingen Belangrijkste instellingen van het
audiosysteem, het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel.
Gesproken commando's
Eerste handelingen
(afhankelijk van de uitvoering)
De spraakherkenning biedt een keuze uit minimaal
17 talen (Frans, Duits, Engels (VK), Engels (VS),
Arabisch, Braziliaans, Chinees, Spaans, Hebreeuws,
Italiaans, Japans, Nederlands, Pools, Portugees,
Russisch, Zweeds, Turks) die via het mobiele
netwerk beschikbaar zijn en overeenkomen met de
gekozen taal die eerder in het systeem is ingesteld.
204
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
Connectiviteit
Een apparaat met een
draadverbinding aansluiten
via USB
Door een mobiel apparaat via USB te verbinden kan
het apparaat worden opgeladen. De geautoriseerde
mediacontent kan dan ook beschikbaar worden
gesteld aan het systeem (Media-content van het
iPod
®-type).Met een enkele USB-aansluiting kan de Mirror Screen-verbinding (Apple®CarPlay® of
Android Auto) voor compatibele verbonden mobiele
apparaten tot stand worden gebracht en kunnen
bepaalde apps van het apparaat op het touchscreen
worden gebruikt.
Zie het deel "Ergonomie en comfort - Voorzieningen"
voor meer informatie over de USB-aansluiting die
compatibel is met de Mirror Screen
®-functie.
Wanneer het mobiele apparaat is aangesloten met
de USB-kabel wordt het opgeladen.
Voor de beste prestaties raden wij u aan om de originele USB-kabels (bij voorkeur zo
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te
gebruiken.
Gebruik geen USB-verdeelstekker om beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Bluetooth®-verbinding
Verbinding met een mobiel apparaat met het
systeem van de auto via Bluetooth® biedt toegang
tot de inhoud en "Media"-streaming. Deze zorgt er
ook voor dat de Telefoon-functie wordt ingeschakeld.
De verbinding kan worden gestart via het Bluetooth
®-
menu van het mobiele apparaat of via het systeem
van de auto. Hiervoor moet het "Apparaten"-menu
worden geopend om voor de eerste keer verbinding
te maken.
In sommige gevallen moet u uw apparaat ontgrendelen en toestemming geven bij het
synchroniseren van contactpersonen en recente
oproepen.
Het kan zijn dat sommige functies niet door uw
apparaat worden ondersteund.
Bezoek de landelijke website van het merk
voor informatie over de gedeeltelijke of
volledige compatibiliteit van typen apparaten en
smartphones.
Koppelingsprocedure via een apparaat
In het Bluetooth®-menu op uw mobiele
apparaat selecteert u de naam van het
systeem in de lijst met gedetecteerde apparaten.
Om de Bluetooth® -functie van uw systeem
zichtbaar te maken opent u eerst het
" Apparaten"-menu van het systeem.
Voer de eerste verbindingsprocedure uit die door het
systeem en op het apparaat wordt voorgesteld.
Bijvoorbeeld het valideren van de koppelingscodes.
Koppelingsprocedure via het systeem
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Apparaten".
Selecteer de naam van het mobiele apparaat
waar vanaf u verbinding wilt maken:
–
De lijst met bekende apparaten (als het apparaat
al met het systeem verbonden is geweest).
of
–
De lijst met gedetecteerde apparaten (als het
apparaat nooit met het systeem verbonden is
geweest of uit het systeem is verwijderd).
Een mobiel apparaat dat al verbonden is met het systeem wordt automatisch opnieuw
verbonden wanneer de auto wordt gestart als het
gebruikersprofiel is geselecteerd.
Het automatisch opnieuw verbinden wordt
gepauzeerd wanneer het "Apparaten"-menu
wordt geopend. Op deze manier kan het systeem
de Bluetooth
® -functie zichtbaar maken om een
nieuw apparaat te verbinden.
De verbinding met het systeem wordt ongedaan
gemaakt wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend en het contact wordt afgezet.
Automatisch opnieuw verbinding maken
Wanneer een gebruikersprofiel is geselecteerd,
kan het systeem automatisch apparaten die
205
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
10al verbonden en gedetecteerd waren opnieuw
verbinden.
Apparaten die al gekoppeld waren aan het
geselecteerde gebruikersprofiel worden als eerste
verbonden, en als dat niet lukt, worden de laatst
verbonden apparaten opnieuw verbonden.
Wi-Fi-verbinding
Het systeem heeft een externe Wi-Fi-
verbindingsmodus voor het uitvoeren van
systeemupdates.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer het "Connectiviteit"-tabblad in de lijst.
Selecteer "Wi-Fi".
Schakel "Wi-Fi" in of uit.
Het systeem gaat zoeken naar Wi-Fi-
netwerken in de omgeving.
Dit kan een paar
seconden duren.
Selecteer het Wi-Fi-netwerk waarmee u verbinding
wilt maken en voer het wachtwoord in.
Bescherm uw systeem door alleen verbinding te maken met netwerken die
voldoende zijn beschermd. Versleutelingsniveau
WPA2, gelijkwaardig aan het beveiligingsniveau
voor thuisgebruik, is vereist.
Een netwerk dat al met het systeem is verbonden, wordt automatisch opnieuw
verbonden zodra het systeem het netwerk
detecteert en de Wi-Fi-functie is ingeschakeld.
De Wi-Fi-verbinding van het systeem met een apparaat dat al draadloos verbonden is
via Mirror Screen
® is niet mogelijk. Gebruik dan
een Mirror Screen®-verbinding via de
USB-aansluiting.
Apparaatbeheer
Voor elk apparaat dat al via een draadloze
verbinding (Bluetooth® of draadloze Mirror Screen®-
verbinding) verbonden is met het systeem, kan
een favoriete verbindingsmodus worden ingesteld
(afhankelijk van de functies die het apparaat kan
ondersteunen). Wanneer een profiel is gekozen, is
het dus mogelijk om in te stellen of een apparaat
verbonden moet worden via een draadloze
Bluetooth
®-verbinding of een draadloze Mirror
Screen®-verbinding wanneer het systeem wordt
gestart.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om een lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op deze toets om de verbinding van een apparaat te beheren.
Kies een verbindingstype en bevestig deze keuze
door op "TOEPASSEN" te drukken.
Een apparaat verwijderen
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om een lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op deze toets.
Druk op "VERWIJDEREN".
Bevestig deze keuze door op "JA" te drukken.
Het kan zijn dat sommige apparaten die net uit het systeem zijn verwijderd om een
verbinding vragen. Weiger dit verzoek.
Mirror Screen®
Wanneer een smartphone via Mirror Screen® is verbonden, worden de locatie
van de auto en bepaalde gegevens over de auto
naar de smartphone gestuurd (zoals merk, stuur
links of rechts, dag-/nachtmodus en rijsnelheid).
Apple® CarPlay®-verbinding
voor smartphones
Er kan één Apple® CarPlay®-smartphone worden
verbonden door middel van een USB-kabel of via
een draadloze verbinding.
Schakel eerst de Siri®-functie op uw
Apple®-smartphone in.
Als het apparaat geen verbinding kan maken,
controleer dan op de website van Apple of het
apparaat compatibel is met de functie.
Als het probleem aanhoudt, verwijder alle
opgeslagen verbindingen op de smartphone en
206
PEUGEOT i-Connect Advanced - PEUGEOT i-Connect
in het systeem voordat u een nieuwe verbinding
maakt.
Bij de verbinding via de kabel moet u de functie
CarPlay in het menu Instellingen, Bluetooth van
uw smartphone uitschakelen.
Klik in het menu Bluetooth op de "i " naast de
relevante auto en schakel CarPlay uit.
Sluit de smartphone aan op het systeem met behulp van de USB-aansluiting die
compatibel is met Mirror Screen.
Apple
® CarPlay® wordt automatisch gestart een paar
seconden nadat de USB-verbinding tot stand is
gekomen. In sommige gevallen moet uw apparaat
ontgrendeld worden.
De smartphone wordt opgeladen als deze via een
USB-kabel is aangesloten.
Bij de verbinding via kabel moet u voorkomen dat
de kabel loskomt, vooral wanneer u door tolpoorten
rijdt.
Er is slechts één USB-socket voor de Mirror Screen®-verbinding (Apple®CarPlay®); zie
het hoofdstuk "Ergonomie en comfort
- Voorzieningen".
Voor de beste prestaties raden wij u aan
om de originele USB-kabels (bij voorkeur zo
kort mogelijke kabels) van uw apparaten te
gebruiken.
De draadloze verbinding van een
Apple® CarPlay®-
smartphone kan worden gestart via het menu
" Apparaten". Schakel eerst de CarPlay
®-functie van de
smartphone in.
Klik in het menu Bluetooth op de "i " naast de
relevante auto en schakel CarPlay in.
Druk op de "Instellingen"-app.
Selecteer "Connectiviteit" in de lijst.
Selecteer "Apparaten" om het apparaat weer te geven dat moet worden verbonden
met Apple
®CarPlay®.
Als het apparaat al via Bluetooth® met het systeem
is verbonden, selecteert u de apparaatinstellingen
in de lijst van bekende apparaten en kiest u
Apple
®CarPlay® als de modus voor draadloze
verbinding.
Als het apparaat niet eerder met het systeem
verbonden is geweest, moet het worden gekoppeld
(zie het hoofdstuk "Bluetooth
®-verbinding").
Het systeem detecteert of de smartphone
compatibel is met Apple en stelt voor om deze te
verbinden na het koppelingsproces.CarPlay
Om de smartphone een volgende keer automatisch
te verbinden, moet de Bluetooth
® op uw apparaat
zijn ingeschakeld.
Zodra de verbinding tot stand is gekomen, drukt u op deze toets om de interface
" Apple
®CarPlay®" weer te geven.Houd de toets op het stuurwiel ingedrukt om
de gesproken commando's van de
smartphone in te schakelen.
Android Auto-verbinding voor smartphones
Er kan slechts één Android Auto-smartphone
worden verbonden door middel van een USB-kabel
of via een draadloze verbinding.
Installeer eerst de app "Android Auto" via de "Play Store" op uw smartphone.
Voor de "Android Auto"-functie is een
compatibele smartphone nodig.
Als het apparaat geen verbinding kan maken,
controleer dan op de website van Android Auto of
het apparaat compatibel is met de functie.
Als het probleem aanhoudt, verwijder alle
opgeslagen verbindingen op de smartphone en
in het systeem voordat u een nieuwe verbinding
maakt.
Voor een optimale draadloze verbinding raden
we aan om uw smartphone uit de buurt van
andere Wi-Fi-netwerken te houden waarmee
automatisch verbinding kan worden gemaakt.
Bij verbinding via de kabel moet u de draadloze
Android Auto-functie, in het menu Instellingen,
Android Auto in de app van uw smartphone
uitschakelen.
Sluit de smartphone aan op het systeem met behulp van de USB-aansluiting die
compatibel is met Mirror Screen
®.
Android Auto wordt een paar seconden nadat
de USB-verbinding tot stand is gekomen
gestart. Voor de eerste verbinding moet een