125
Veiligheid
5
De spankrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de veiligheidsgordel tegen de borst van de inzittende wordt getrokken, zodat de inzittende beter wordt beschermd.
Vergrendelen
► Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.► Controleer of de gordel goed is vastgemaakt door even aan de riem te trekken.
Losmaken
► Druk op de rode knop op de gordelsluiting.► Houd de veiligheidsgordel tijdens het oprollen vast.
Hoogteverstelling
► Schuif, om het bevestigingspunt lager te zetten, het geheel omlaag naar de gewenste positie terwijl u de regelknop A naar beneden beweegt.► Schuif, om het bevestigingspunt hoger te zetten, het geheel omhoog naar de gewenste positie.
NOTIC E
Het bovenste deel van de diagonale riem moet over de schouder liggen.
Tweezitsbank voor
Zorg er bij auto's met een voorbank voor dat de juiste veiligheidsgordel in de juiste gordelsluiting wordt gestoken.Steek de bestuurdersgordel niet in de gordelsluiting van de middelste veiligheidsgordel en andersom.
Veiligheidsgordels achter
De buitenste zitplaatsen van de driepersoonsbank (eendelig of 1/3 of 2/3 neerklapbaar) zijn voorzien
van driepuntsgordels en oprolmechanismen.
126
De middelste zitplaats is voorzien van een in de rugleuning geïntegreerde gordelgeleider en oprolmechanisme.De oprolmechanismen van de buitenste zitplaatsen van de tweede zitrij zijn uitgerust met spankrachtbegrenzers.De zitplaatsen van de derde zitrij zijn voorzien van driepuntsgordels met oprolmechanismen.
NOTIC E
Zorg er op de tweede en derde zitrij voor dat de veiligheidsgordels in de juiste gordelsluitingen worden gestoken.Verwissel de gordels of gordelsluitingen van de buitenste zitplaatsen niet met die van de middelste zitplaats.Wanneer de buitenste zitplaatsen worden neergeklapt of de rugleuning in de tafelstand wordt gezet, let er dan op dat de veiligheidsgordel voor de middelste zitplaats niet klem komt te zitten.Controleer na het neerklappen of verwijderen van een stoel of bank of de veiligheidsgordel goed is opgerold en de gesp goed in de gordelsluiting kan worden gestoken.Voorkom dat de middelste veiligheidsgordel klem komt te zitten wanneer u de buitenste stoelen verwijdert/terugplaatst of wanneer u
instapt bij de derde zitrij.
Met afzonderlijke stoelen
PROACE VERSO
De stoelen zijn voorzien van driepuntsgordels waarvan de geleiders en oprolmechanismen in de rugleuning zijn geïntegreerd.
Waarschuwingslampje(s)
veiligheidsgordel(s)
A.Waarschuwingslampje veiligheidsgordels voor niet vastgemaakt/losgemaakt.
B.Waarschuwingslampje veiligheidsgordel links niet vastgemaakt/losgemaakt.
C.Waarschuwingslampje middelste veiligheidsgordel losgemaakt (indien uw auto is uitgerust met een tweepersoonsvoorbank).
D.Waarschuwingslampje veiligheidsgordel rechts niet vastgemaakt/losgemaakt (indien uw auto is uitgerust met afzonderlijke voorstoelen).Waarschuwingslampje veiligheidsgordel rechts losgemaakt (indien uw auto is uitgerust met een tweepersoonsvoorbank).
Wanneer het contact AAN wordt gezet, gaat het waarschuwingslampje/gaan de waarschuwingslampjes branden als de desbetreffende veiligheidsgordel niet is vastgemaakt of wordt losgemaakt.Bij een rijsnelheid van ongeveer 20 km/h of hoger knippert het waarschuwingslampje/knipperen de waarschuwingslampjes gedurende 2 minuten, in combinatie met een geluidssignaal. Na deze 2 minuten blijft het waarschuwingslampje/blijven de waarschuwingslampjes branden totdat de bestuurder of de passagier de veiligheidsgordel heeft vastgemaakt.
134
WARNI NG
Auto's zonder schakelaar voor het uitschakelen/inschakelenHet is uitdrukkelijk verboden een kinderzitje “tegen de rijrichting in” op de voorpassagiersstoel of voorbank te plaatsen - het kind zou ernstig gewond kunnen raken bij het afgaan van de airbag!
Uitschakelen/weer inschakelen van de
voorpassagiersairbag
Indien uw auto hiermee is uitgerust, bevindt de schakelaar zich in het dashboardkastje.
Met het contact UIT:► Steek de sleutel in de schakelaar en draai hem in de stand OFF om de airbag uit te schakelen. ► Draai de sleutel in de stand ON om de airbag weer in te schakelen.Als het contact AAN wordt gezet:Dit waarschuwingslampje gaat branden. Het blijft branden zolang de airbag is uitgeschakeld.OfDit waarschuwingslampje gaat ongeveer 1 minuut branden om aan te geven dat de airbag is ingeschakeld.
Aanbevolen kinderzitjes
Deze aanbevolen kinderzitjes kunnen met een driepuntsveiligheidsgordel worden vastgemaakt.
Groep 0+: vanaf de geboorte tot 13 kg
L1Wordt “tegen de rijrichting in” geplaatst.
Groep 2 en 3: 15 - 36 kg
L5Kan aan de ISOfix-bevestigingen van de auto worden bevestigd.Het kind wordt door de veiligheidsgordel op zijn plaats gehouden.Voor kinderen die zwaarder zijn dan 25 kg kan een versie worden gebruikt met een afneembare rugleuning. Gebruik voor een
betere bescherming echter een zittingverhoger met rugleuning voor alle kinderen tot maximaal 36 kg.
348
T
Tafeltje 57Tafeltjes 82Tankbeveiliging 2 11Technische gegevens 270, 274Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau 209–2 11Telefoon 288–291, 304–306, 330–333Teller 182Temperatuurregeling 95–96Terugwinnen van energie 23, 175Textuurlak 240Thermische comfortfuncties 24Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie 244–245, 247–248Tijd instellen 30, 307, 335TMC (verkeersinformatie) 320Toegang tot de 3e zitrij 68, 70Toegang tot het reservewiel 249–250Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) 95–97
Top Rear Vision 206, 208Touchscreen 27–29, 103Toyota Traction Select 122Tractiebatterij (elektrische auto) 23, 28, 212–213, 274Tractiebatterij opladen (elektrische auto) 23, 212, 220–221, 223Trailer Stability Management (TSM) 121Trekhaak 121, 226Tweepersoons voorbank 59, 125
U
Uitneembaar luik 63–65Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen 128–129, 133–134Uitschakelen ASR/CDS (ESC) 120USB 285, 301–302, 323, 329USB-aansluiting 83, 285, 301–302, 323, 329USB-poort 285, 301, 329
V
Vaste achterstoel en -bank 67, 70–72Vehicle Stability Control (VSC) 11 9, 123Veiligheidsgordels 124–127, 134Veiligheidsgordels achter 125Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen 128–129, 131–135, 142–143, 151, 151–152, 151–152Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen) 128–129, 131–135, 142–143, 151, 151–152, 151–152Ventilatie 93–94, 99–101Ventilatieroosters 93Verbonden apps 324Verbruikscijfers 29Verbruiksmeter thermische comfortfuncties (elektrische auto) 24Vergrendelen 31–32, 37Vergrendeling portieren ~
Portieren vergrendelen 42–43
Vergrendeling van binnenuit 42–43Verkeersinformatie (TA) 283Verkeersinformatie (TMC) 320Verklikkerlampjes 106Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes 12Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes 12Verklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje 126Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje) 126Verlichting 106Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting 108, 254–256Vermogen 23Vermogensmeter (elektrische auto) 9, 23Verversen 230Vervuiling van het roetfilter (diesel) 233Verwarmde bank 59Verwarming 93–94, 97, 99–101Video 329VisioPark Light 205Volledig ontgrendeld 34–36Voorruit, athermisch 62Voorruitzones voor tol- en parkeertickets 62Voorstoelen 56–58Voorverwarming/-koeling interieur (elektrische auto) 29, 103Vrijloop activeren 237, 267
W
Waarschuwing kans op aanrijding 196–197