229
Praktische informatie
7
Afgewerkte producten
WARNI NG
Vermijd langdurig huidcontact met afgewerkte olie en andere vloeistoffen.De meeste van deze vloeistoffen zijn bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
ECO
Laat afgewerkte olie en andere vloeistoffen niet in het riool of in de bodem terechtkomen.Deponeer afgewerkte olie in de daarvoor bestemde containers bij een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Motorolie
Controleer het motoroliepeil pas als de motor ten minste 30 minuten UIT staat en als de auto op een vlakke ondergrond staat. Het oliepeil kan met het contact AAN worden gecontroleerd via de oliepeilmeter op het instrumentenpaneel (bij auto's met een elektrische oliepeilmeter) of met de oliepeilstok.Het is normaal als er tussen twee onderhoudsbeurten (of olieverversingsbeurten) door olie moet worden bijgevuld. Het verdient
aanbeveling het oliepeil om de 5000 km te controleren en zo nodig olie bij te vullen.
WARNI NG
Gebruik om een verminderde betrouwbaarheid van de motor en de emissieregeling te voorkomen, nooit additieven in de motorolie.
Controle met de peilstok
De plaats van de oliepeilstok is aangegeven in de desbetreffende afbeelding van de motorruimte.► Trek de oliepeilstok aan het gekleurde uiteinde helemaal naar buiten.► Veeg de peilstok af met een schone, pluisvrije doek.
► Steek de oliepeilstok weer volledig in de schacht en trek hem er weer uit om het oliepeil te controleren: het oliepeil is correct als het tussen de merktekens A (max) en B (min) ligt.Start de motor niet als het peil:– boven merkteken A ligt: neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.– onder merkteken B ligt: vul onmiddellijk motorolie bij.
WARNI NG
OliesoortControleer alvorens olie bij te vullen of de motorolie te verversen, of de olie geschikt is voor de motor en voldoet aan de aanbevelingen in het bij de auto geleverde (of bij uw TOYOTA-dealer en gekwalificeerde werkplaats beschikbare) onderhoudsschema.Gebruik van niet-aanbevolen olie kan ertoe leiden dat de contractuele garantie in geval van een motorstoring komt te vervallen.
Motorolie bijvullen
De plaats van de olievuldop is aangegeven in de desbetreffende afbeelding van de motorruimte.► Giet de olie langzaam in de opening om morsen op motoronderdelen te voorkomen (dit kan brand veroorzaken).► Wacht enkele minuten en controleer vervolgens nogmaals het oliepeil met de peilstok.► Vul indien nodig meer olie bij.
► Draai nadat u het oliepeil nogmaals hebt gecontroleerd de dop zorgvuldig op de vulopening en steek de peilstok weer in de schacht.
NOTIC E
Na het bijvullen zal de oliepeilmeter op het dashboard bij het aanzetten van het contact na 30 minuten de juiste waarde aangeven.
273
Technische gegevens
9
Identificatie van uw auto
De auto is voorzien van verschillende zichtbare merktekens voor de identificatie en registratie van de auto.
A. Voertuigidentificatienummer (VIN) onder de motorkap. Dit nummer is ingeslagen in het chassis, bij de rechter voorwielkast.B. Voertuigidentificatienummer (VIN) op het dashboard.Dit nummer staat op een sticker en is zichtbaar door de voorruit.
C. Typeplaatje.Het typeplaatje is op de linker of rechter middenstijl aangebracht.Het bevat de volgende informatie:– De naam van de fabrikant.– Het Europese typegoedkeuringsnummer.– Het voertuigidentificatienummer (VIN).– Het maximaal toelaatbare voertuiggewicht (GVW).– Het maximaal toelaatbare treingewicht (GTW).– Het maximale gewicht op de vooras.– Het maximale gewicht op de achteras.D. Sticker bandenspanning/kleurcode van de lak.
Op het bestuurdersportier aangebracht.De sticker vermeldt de volgende informatie over de banden:– de bandenspanning, onbeladen en met volle belading.– de bandenmaat (inclusief het type band, de belastingsindex en het snelheidssymbool).– de bandenspanning van het reservewiel.De sticker vermeldt ook de kleurcode van de lak.
NOTIC E
De auto kan bij levering zijn voorzien van banden met een andere aanduiding voor belasting en snelheid dan vermeld op de sticker: dit maakt voor de bandenspanning (bij koude banden) geen verschil.Neem bij wijziging van het type band contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het type banden dat geschikt is voor uw auto.
329
Alfabetische index
Brandstoftank 206, 206–208, 208Brandstof tanken 207–208Brandstoftank leeg (diesel) 240Brandstofverbruik 8Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 207–208Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 207–208Buitenspiegels 60–61, 91, 190
C
Carrosserie 239Carrosserie-onderhoud 239CD 278CD MP3 278Centrale vergrendeling 34, 41Claxon 109Configuratie van de auto 31–32Connectiviteit 313Contact 143, 145, 321Contact aangezet 145Controlelampjes 14–15
Controlepaneel 2 11, 213Controles 228, 231–233
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 278, 291, 317Dak 69Dakklep 50
Dashboardkastje 68Datum (instellen) 298, 323Datum instellen 298, 323Detectie obstakels 193Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 162–163, 244De tractiebatterij laden 213Dieselmotor 206, 228, 240, 270–271Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 278, 291, 317Dimlicht 96, 249–250Dodehoekbewaking 190Draadloze lader 71Dynamische noodrem 147–149
E
Eco-mode ~ Eco-modus 221Eco-rijden (adviezen) 8ECO-stand 159Eendelige vaste bank 66
Electronic Stability Program (ESC) 11 0, 11 2–11 3Elektrisch bedienbare schuifdeur 41, 49Elektrisch bediende handrem ~ Handrem, elektrisch bediend 146–149, 233Elektrische ruitbediening 53–54Elektromotor 5, 9, 32, 144, 208, 224, 228, 255, 259, 272Elektronische remdrukregelaar (REF) 11 0Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force Distribution (EBD) 11 0
Elektronische sleutel 34–35, 145Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 140Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 111Energiestromen 32Etiketten 6, 66Extra verwarming 51, 91–93
F
Flacon AdBlue® 235Flessenhouder 68Follow me home-verlichting 36Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 99Frequentie (radio) 316Functie snelweg (richtingaanwijzers) 98
G
Gekoppeld navigatiesysteem 310–312Geluidssignaal stil voertuig (elektrische auto) 109, 139Geluidssignaal voor voetgangers (elektrische auto) 109, 139Geprogrammeerd laden 32, 219Geprogrammeerd laden (elektrische auto) 32, 210, 217Gereedschap 240