281
Touchscreen Bluetooth-audiosysteem
10
NOTIC E
De op de telefoon geselecteerde Bluetooth-profielen hebben voorrang boven de via het systeem geselecteerde profielen.
Als de koppelingsprocedure mislukt, is het raadzaam de Bluetooth-functie op de telefoon te deactiveren en vervolgens opnieuw te activeren.
NOTIC E
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om het overbrengen van contacten en de oproepenlijst te accepteren.
Automatisch opnieuw verbinding
maken
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt binnen ongeveer 30 seconden na het AAN zetten van het contact de telefoon automatisch gekoppeld (Bluetooth ingeschakeld).
Beheren van gekoppelde telefoons
Om verbinding te maken met een gekoppelde telefoon of de verbinding ermee te verbreken:Selecteer het menu Telefoon.
Druk op Bluetooth om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.
Druk op de naam van de in de lijst geselecteerde telefoon om deze los te koppelen.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op de toets Bluetooth.
Druk op Beheer van de verbindingen.Selecteer Verwijderen in het weergegeven venster.De lijst van gekoppelde apparaten wordt weergegeven.Druk op de naam van de te verwijderen telefoon.
Ontvangen van een oproep
Wanneer een oproep wordt ontvangen, is dit te herkennen aan een beltoon en een pop-upvenster op het scherm.De oproep accepteren:Druk kort op de toets TEL op het stuurwiel.
De oproep weigeren:Druk lang
op de toets TEL op het stuurwiel.
OfDruk op Gesprek beëindigen op het touchscreen.
Een gesprek tot stand
brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon.
Druk op de toets Toetsenblok.
Voer het telefoonnummer in via het digitale toetsenbord.Druk op OK om te bellen.
Een contact bellen
Druk op het menu Telefoon.
Of druk lang
op de toets TEL op het stuurwiel.
Druk op Contacten.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
290
Schakel “RDS” in/uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
NOTIC E
Onder bepaalde omstandigheden zijn sommige RDS-zenders echter niet in het hele land te ontvangen doordat niet alle zenders volledige
dekking hebben in het land. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan wegvallen.
Weergeven van
tekstinformatie
Met de functie “Radiotekst” worden door de radiozender meegestuurde tekstberichten weergegeven die betrekking hebben op de radiozender of de muziek waarnaar wordt geluisterd.Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Schakel “Nieuws” in/uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
TA-meldingen beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement, verkeersmelding) geeft voorrang aan het luisteren naar de TA-meldingen. Voor deze functie is een goede ontvangst nodig van een radiozender die dergelijke meldingen uitzendt. Wanneer een verkeersinformatiebericht wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven automatisch onderbroken voor de weergave van de TA-melding. Zodra dit bericht is afgelopen, wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Schakel “TA” in/uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
Audio-instellingen
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Audio-instellingen”.
Selecteer het tabblad “Toon”, “Balans”, “Geluid”, “Stem” of “Beltonen” om de geluidsinstellingen te configureren.
Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
NOTIC E
In het tabblad “Toon” zijn de geluidsinstellingen Sfeer, Lage tonen, Medium en Hoge tonen voor elke audiobron verschillend en apart in te stellen.In het tabblad “Balans” zijn de instellingen
Maximaal aantal passagiers, Bestuurder en Alleen voor voor alle audiobronnen gelijk.Schakel in het tabblad “Geluid” de opties “Volume gekoppeld aan snelheid”, “Extra ingang” en “Toon kiezen” in of uit.
WARNI NG
De verdeling van het geluid (of de ruimtelijke verdeling bij het Arkamys©-systeem) in de auto gebeurt op basis van een geluidbewerkingssysteem om ervoor te zorgen dat alle inzittenden kunnen profiteren van een optimale geluidskwaliteit.
NOTIC E
Audiosysteem van de auto: het Sound Staging-systeem van Arkamys© zorgt voor een betere geluidsverdeling in het interieur.
295
TOYOTA Connect Radio
11
– "Mobiele internetgegevens".Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om het overbrengen van contacten en berichten te accepteren.
NOTIC E
De mogelijkheid van het systeem om via één profiel verbinding te maken, hangt af van de telefoon.Het is mogelijk dat standaard alle drie de profielen worden gebruikt voor de verbinding.
NOTIC E
De profielen die compatibel zijn met het systeem zijn: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar toyota.nl voor meer informatie (compatibiliteit, hulp, enz.).
Automatisch opnieuw verbinding
maken
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon
waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt binnen ongeveer 30 seconden na het AAN zetten van
het contact de telefoon automatisch gekoppeld (Bluetooth ingeschakeld).Wijzigen van het verbindingsprofiel:Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “TELEFOON” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de toets “Details”.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Beheren van gekoppelde telefoons
Met deze functie kunt u een apparaat verbinden of loskoppelen of een gekoppelde telefoon verwijderen.Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets “TELEFOON” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de naam van de in de lijst geselecteerde telefoon om deze los te koppelen.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Ontvangen van een oproep
Wanneer een oproep wordt ontvangen, is dit te herkennen aan een beltoon en een pop-upvenster op het scherm.Druk kort op de toets TELEFOON op het stuurwiel om een binnenkomende oproep te beantwoorden.EnDruk lang
op de toets TELEFOON op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfDruk op “Gesprek beëindigen”.
296
Een gesprek tot stand
brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. Voer het telefoonnummer in via het digitale toetsenbord.Druk op “Bellen” om het gesprek te starten.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. Of houd de
toets TELEFOON op het stuurwiel ingedrukt.Druk op “Contacten”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.Druk op “Bellen”.
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.OfHoud de
toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op “Recente oproepen”.Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
NOTIC E
U kunt altijd direct via de telefoon bellen; breng echter wel voor de veiligheid de auto eerst tot stilstand.
Instellen van de beltoon
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven. Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Beltoonvolume” om het staafdiagram van het volume weer te geven.Druk op de pijlen of verplaats de cursor om het volume van de beltoon in te stellen.
Instellingen
Configureren van profielen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Profielen”.
Selecteer “Profiel 1”, “Profiel 2”, “Profiel 3” of “Gemeenschappelijk profiel”.Druk op deze toets om met het virtuele toetsenbord een naam voor het profiel in te voeren.Druk op “OK” om op te slaan.
Druk op de pijl “Terug” om te bevestigen.
Druk op deze toets om het profiel te activeren.Druk nogmaals op de pijl “Terug” om te bevestigen.Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Aanpassen van de
lichtsterkte
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op Helderheid.
Verplaats de cursor om de lichtsterkte van het scherm en/of het instrumentenpaneel
(afhankelijk van de uitvoering) in te stellen.
320
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om het overbrengen van contacten en berichten te accepteren.
NOTIC E
De mogelijkheid van het systeem om via één profiel verbinding te maken, hangt af van de telefoon.Het is mogelijk dat standaard alle drie de profielen worden gebruikt voor de verbinding.
NOTIC E
De profielen die compatibel zijn met het systeem zijn: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar toyota.nl voor meer informatie (compatibiliteit, hulp, enz.).
Automatisch opnieuw verbinding
maken
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt
deze automatisch herkend en wordt binnen ongeveer 30 seconden na het AAN zetten van het contact de telefoon automatisch gekoppeld (Bluetooth ingeschakeld).
Wijzigen van het verbindingsprofiel:Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de toets “Details”.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Beheren van gekoppelde telefoons
Met deze functie kunt u een apparaat verbinden of loskoppelen of een gekoppelde telefoon verwijderen.Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.
Selecteer “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de naam van de in de lijst geselecteerde telefoon om deze los te koppelen.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Ontvangen van een oproep
Wanneer een oproep wordt ontvangen, is dit te herkennen aan een beltoon en een pop-upvenster op het scherm.Druk kort op de telefoontoets op het stuurwiel om een binnenkomende oproep te beantwoorden.EnDruk lang
op de telefoontoets op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfSelecteer “Gesprek beëindigen” op het touchscreen.
Een gesprek tot stand brengen
WARNI NG
Het gebruik van de telefoon tijdens het rijden wordt afgeraden.Breng de auto tot stilstand.Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te bellen.
322
Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Snelberichten” om de berichtenlijst weer te geven.Selecteer het tabblad “Vertraagd”, “Mijn aankomst”, “Niet beschikbaar” of “Overige” waarop u nieuwe berichten kunt aanmaken.Druk op “Aanmaken” om een nieuw bericht te schrijven.Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “Tussenbak” om een of meer ontvangers te selecteren.Druk op “ Afspelen” om het bericht te beluisteren.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Email” om de berichtenlijst weer
te geven.Selecteer het tabblad “Incoming (inkomend gesprek)”, “Verzonden” of “Niet gelezen”.Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.Druk op “ Afspelen” om het bericht te beluisteren.
WARNI NG
De toegang tot de e-mailberichten is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het systeem van de auto.
Instellingen
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Selecteer “Audio-instellingen”.
Selecteer vervolgens “Sfeer”, “Positie”, “Geluid”, “Stem” of “Beltoon”.Druk op “OK” om de instellingen op te slaan.
NOTIC E
De verdeling van het geluid (of de ruimtelijke verdeling bij het Arkamys©-systeem) in de auto gebeurt op basis van een geluidbewerkingssysteem om ervoor te zorgen dat alle inzittenden kunnen profiteren van een optimale geluidskwaliteit.Uitsluitend beschikbaar bij uitvoeringen met luidsprekers voor en achter
NOTIC E
De instelling Sfeer (keuze uit 6 geluidssferen) en de geluidsinstellingen Lage tonen, Medium en Hoge tonen zijn voor elke audiobron verschillend.Schakel “Loudness” in of uit.De instellingen voor “Positie” (Maximaal aantal passagiers, Bestuurder en Alleen voor) zijn voor alle audiobronnen gelijk.Schakel “Toon kiezen”, “Volume gekoppeld aan snelheid” en “Extra ingang” in of uit.
NOTIC E
Audiosysteem van de auto: het Sound Staging-systeem van Arkamys© zorgt voor een betere geluidsverdeling in het interieur.
Configureren van profielen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Instellen van de profielen”.
Selecteer “Profiel 1”, “Profiel 2”, “Profiel 3” of “Gemeenschappelijk profiel”.Druk op deze toets om met het virtuele toetsenbord een naam voor het profiel in te voeren.
323
TOYOTA Connect Nav
12
Druk op “OK” om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe te voegen.Plaats een USB-stick met daarop de foto in de USB-aansluiting.Selecteer de foto.Druk op “OK” om toestemming te geven voor de overdracht van de foto.Druk nogmaals op “OK” om de instellingen op te slaan.
NOTIC E
Het kader voor de profielfoto heeft een vierkante vorm, het systeem past de oorspronkelijke vorm van de foto aan dit vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
WARNI NG
Bij het resetten van het profiel wordt Engels als taal ingesteld.
Selecteer een “Profiel” (1, 2 of 3) om dit te koppelen aan “Audio-instellingen”.Selecteer “Audio-instellingen”.
Selecteer vervolgens “Sfeer”, “Positie”, “Geluid”, “Stem” of “Beltoon”.Druk op “OK” om de geselecteerde profielinstellingen op te slaan.
Systeeminstellingen wijzigen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Schermconfiguratie”.
Selecteer “Animatie”.Inschakelen of uitschakelen:Automatisch scrollenSelecteer “Helderheid”.Verplaats de cursor om de lichtsterkte van het scherm en/of het instrumentenpaneel in te stellen.Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Systeeminstellingen”.
Selecteer het tabblad “Eenheden” om de eenheden voor afstand, brandstofverbruik en
temperatuur te wijzigen.Selecteer “Fabrieksinstellingen” om terug te keren naar de beginwaarden.
WARNI NG
Wanneer het systeem wordt gereset naar “Fabrieksinstellingen”, wordt de taal teruggezet naar Engels, wordt de eenheid voor graden Fahrenheit en wordt de zomertijd uitgeschakeld.
Selecteer “Systeeminformatie” om de versies van de verschillende modules weer te geven die op het systeem zijn geïnstalleerd.
Selecteren van de taal
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Talen” om de taal te wijzigen.
Datum instellen
Druk op Instellingen om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “OPTIES” om de secundaire pagina weer te geven.Selecteer “Tijd-datum instellen”.
Selecteer “Datum”.Druk op deze toets om de datum in te stellen.Druk op “OK” om te bevestigen.
Selecteer het weergaveformaat voor de datum.
NOTIC E
Het instellen van de tijd en de datum is alleen mogelijk als “GPS-synchronisatie” is uitgeschakeld.