187
Rijden
6
Rijomstandigheden en bijbehorende waarschuwingen
De onderstaande tabel geeft een beschrijving van de afhankelijk van de r\
ijsituatie weergegeven waarschuwingen en meldingen.Deze waarschuwingen worden niet opeenvolgend weergegeven.
Status van de functieControlelampjeWeergave en/of bijbehorende melding (bij instrumentenpaneel met matrixdisplay en/of head-up display)
Aanwijzingen
UIT
(grijs)
Functie uitgeschakeld.
AAN
(grijs)
Systeem ingeschakeld, niet voldaan aan de voorwaarden:– snelheid lager dan 70 km/h,– geen rijstrookmarkering gedetecteerd,– ASR/DSC uitgeschakeld of VSC-systeem bezig met een ingreep,– “sportieve” rijstijl.
AAN
(grijs)
Systeem automatisch uitgeschakeld/stand-by gezet
(bijvoorbeeld: detectie van een aanhangwagen, gebruik van het bij de auto geleverde noodreservewiel).
188
Status van de functieControlelampjeWeergave en/of bijbehorende melding (bij instrumentenpaneel met matrixdisplay en/of head-up display)
Aanwijzingen
AAN
(groen)
Rijstrookmarkering gedetecteerd.Snelheid hoger dan 70 km/h.
AAN
(oranje)/(groen)
Het systeem corrigeert de koers op basis van de zijde van de rijstrook die overschreden dreigt te worden (oranje lijn).
AAN
(oranje)/(groen)“Houd het stuurwiel vast”
– Als het systeem tijdens de correctie detecteert dat de bestuurder het stuurwiel enkele seconden heeft losgelaten, onderbreekt het systeem de correctie om de besturing weer over te laten aan de bestuurder.– Als het systeem tijdens de correctie vaststelt dat de correctie onvoldoende zal zijn om het overschrijden van de rijstrookmarkering (oranje lijn) te voorkomen, wordt de bestuurder gewaarschuwd dat hij de koerscorrectie moet voltooien.De geluidssignalen houden aan als er meerdere correcties snel na elkaar worden uitgevoerd. De waarschuwing wordt weergegeven zolang de bestuurder niet ingrijpt.Deze melding kan ook worden weergegeven als u het stuurwiel vasthoudt.
202
180°-weergave
Wanneer u achteruitrijdend een parkeerplek verlaat, kunt u dankzij de 180°-weergave voertuigen, voetgangers en fietsers zien aankomen.Het is raadzaam deze weergave niet tijdens de gehele manoeuvre te gebruiken.De weergave heeft drie zones: links A, centraal B en rechts C.Deze weergave is alleen beschikbaar via het menu voor het veranderen van de weergave.
Park Assist
WARNI NG
Zie voor meer informatie de algemene adviezen over het gebruik van de rij- en parkeerhulpsystemen.
Dit systeem biedt actieve parkeerhulp bij uitvoeringen met handgeschakelde transmissie: het detecteert een parkeerplek en stuurt vervolgens in de desbetreffende richting om op deze plek te parkeren terwijl de bestuurder de rijrichting controleert, schakelt, accelereert en remt.Om de bestuurder te ondersteunen bij het controleren van de correcte parkeermanoeuvres, schakelt het systeem automatisch het display van de Top Rear Vision en de parkeersensoren in.Het systeem voert metingen uit van beschikbare parkeerplekken en berekent de afstand tot de obstakels met behulp van in de voor- en achterbumper van de auto ingebouwde ultrasoonsensoren.
Het systeem biedt ondersteuning bij de volgende manoeuvres:
A.Fileparkeren
B.Uitrijden van een parkeerplek na het fileparkeren
C.Haaks op de rijbaan inparkeren
Werking
► Verminder de snelheid van uw auto tot 30 km/h of lager als u een parkeerplek nadert.
Inschakelen van de functie
Deze functie kan worden geactiveerd via het menu Rijden/Auto van het touchscreen.
Selecteer Park Assist.
WARNI NG
Als de functie is ingeschakeld, is de Blind Spot Monitoring-systeem niet actief.
238
WARNI NG
Er wordt een melding weergegeven op het instrumentenpaneel om het in de vrijloop zetten van de wielen gedurende 15 minuten te bevestigen.Tijdens het gebruik van de vrijloopfunctie kan het audiosysteem niet worden geüpdatet (er verschijnt een melding op het instrumentenpaneel).
Herstellen van de normale werking
► Houd het rempedaal ingetrapt en start de motor opnieuw. Selecteer vervolgens stand P.
Onderhoudstips
Algemene adviezen
Houd u aan de volgende voorschriften om schade aan uw auto te voorkomen.
Exterieur
WARNI NG
Gebruik nooit een hogedrukreiniger voor het reinigen van de motorruimte, omdat hierdoor het elektrische systeem beschadigd kan raken!Was de auto niet in fel zonlicht of in extreem koude omstandigheden.
NOTIC E
Wanneer uw auto wordt gewassen in een wasstraat met rolborstels, sluit dan alle portieren en, afhankelijk van de uitvoering, verwijder de elektronische sleutel.Houd bij gebruik van een hogedrukreiniger de lans op een afstand van ten minste 30 cm van de auto (vooral bij het reinigen van delen met schilferende lak, sensoren of afdichtrubbers).Verwijder vlekken die chemische stoffen bevatten meteen van de auto, omdat die de lak kunnen beschadigen (dit geldt ook voor hars
van bomen, vogelpoep, insectenuitwerpselen, pollen en teer).
Was de auto vaker als de situatie hiertoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld om zoutresten (in kustgebieden), roet (in industriegebieden) of modder/pekel (in natte of koude gebieden) te verwijderen. Deze resten kunnen leiden tot corrosie.Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor advies over het verwijderen van hardnekkige vlekken waarvoor speciale producten nodig zijn (zoals teer- of insectenverwijderaars).Laat lakbeschadigingen bij voorkeur bijwerken door een erkende Toyota-dealer of Toyota-hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Interieur
WARNI NG
Reinig tijdens het wassen van uw auto nooit het interieur met een waterstraal.Vloeistof die in een beker of andere open houder wordt vervoerd en wordt gemorst, kan schade veroorzaken aan de instrumenten en bedieningselementen en de schakelaars in de middenconsole. Wees alert!Reinig het instrumentenpaneel, touchscreens en andere displays door ze voorzichtig af te nemen met een zachte, droge doek.
276
Menu's
Radio
Een radiozender selecteren.
Media
Selecteer een audiobron.
Telefoon
Verbinding maken met een mobiele telefoon via Bluetooth®.
Rijden
Activeren, deactiveren en configureren van bepaalde functies van de auto (afhankelijk van de uitrusting/uitvoering).
Instellingen
Wijzigen van de geluidsinstellingen (balans, sfeer, enz.), instellen van het display (taal, eenheden, datum, tijd, enz.) of configureren van het systeem (privacy).
Airconditioning/verwarming
Afhankelijk van de uitrusting/afhankelijk van de
uitvoering.Instellen van de temperatuur en de luchtstroom.
328
12V-accu 221, 231, 254–255, 254–257
A
Aanhanger 111, 223Aanhangergewichten 267–268, 270–272Aansluiting 12 V 68, 70Aansluiting 220 V 71ABS 11 0Accessoires 106Accu 254Accu laden 256–257Achterbank 64, 66Achterdeuren 41–42Achterklep 41, 44Achterlichten 252Achterportierruiten 55Achterruitverwarming 60, 91Achteruitrijcamera 167, 195, 200Achteruitrijlicht 252Actieradius AdBlue 231
Active Safety Brake 182–184Adaptieve cruise control met Stop-functie 170–171Adaptieve snelheidsregelaar 177AdBlue® 234AdBlue® bijvullen 235AdBlue®-reservoir 235Afmetingen 261Afstandsbediening 34–38, 40, 42, 140Afstellen van de koplamphoogte 101
Afzetten van de motor 141, 143–144Airbags 11 9–120, 122–123, 125Airbags vóór 120, 122, 126Airconditioning 84, 88Airconditioning (handbediend) 86Airconditioning met gescheiden regeling 90Alarmknipperlichten 77, 109Alarmsysteem 51–52Algemeen menu 31Allesdragers 225–226Android Auto verbinding 293, 313Antiblokkeersysteem (ABS) 11 0Antidiefstalsysteem/Startblokkering 36Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling 11 0, 11 2–11 3Apple®-speler 279, 292, 318Apple CarPlay verbinding 293, 313Apps 313Armleuning 58Armleuning vóór 68Audiokabel 318Automatische airconditioning (met display) 91
Automatische airconditioning met gescheiden regeling 87Automatische ruitenwissers 105Automatische transmissie ~ Versnellingsbak, automatische 150–157, 161, 232, 256Automatisch inschakelen verlichting 98–99Automatisch noodremsysteem 182–184AUX-aansluiting 279, 292, 318
B
Bagageafdekking 75Bagageafdekscherm 75–76Bagagenet voor hoge belading 73Banden 233, 273Banden oppompen 233, 273Bandenreparatieset 240Bandenspanning 233, 244, 247, 273Bandenspanningscontrole (met set) 242–243Bandenspanning te laag (detectie) 162Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij 44, 93Batterij afstandsbediening vervangen ~ Afstandsbediening, batterij vervangen 44Bediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio, bedieningen aan stuurkolom 275, 286, 301Bekerhouder 68Beladen 77, 225Benzinemotor 228, 268Bijvullen AdBlue® 231, 235Binnenspiegel 61
Bluetooth (handsfree set) 280–281, 294–295, 319–320Bluetooth (telefoon) 280–281, 294–295, 319–320Bluetooth- verbinding 280–281, 294–295, 314, 319–320Boordcomputer 28–29Boordgereedschap 240–241Brandstof 8, 206Brandstofadditief 230, 232Brandstofniveaumeter 206–208
330
Gesproken commando's ~ Spraakcommando's 303–306Gevarendriehoek 77Gewichten 267–268, 270–272GPS 309Grootlicht 96, 249, 251Grootlichtassistent 100–101, 190
H
Halogeenlampen 248Handgeschakelde versnellingsbak ~ Versnellingsbak, handgeschakeld 150–151, 161, 232Handrem 146, 233Handsfree set 280–281, 294–295, 319–320Head-up display 164–165Helderheid 282, 296Het opslaan van de snelheid 181–182Hill Assist Descent Control (HADC) 11 3–11 4Hill Descent Control 11 3–11 4
Hill-Holder ~ Hill Start Assist 149–150Hoofdsteunen achter 64Hoofdsteunen verstellen 67Hoofdsteunen vóór 67Hoogspanning 208Hoogte- en diepteverstelling stuurwiel ~ Stuurverstelling 60Hulpoproep 107
I
Identificatiegegevens 273Identificatieplaatjes constructeur 273Identificatie (stickers) 273Indeling interieur ~ Interieurindeling 68, 73Inductielader 71Infraroodcamera 167Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud) 206–208Instapverlichting 99Instellen van de uitrustingen 31–32Instellingen van het systeem 282, 297, 323Instrumentenpaneel 10, 12–13, 167Interieurbeveiliging 51Interieurfilter 84, 231Interieurfilter (vervangen) 231ISOFIX 135ISOFIX bevestigingen 132ISOFIX kinderzitjes 134–135, 136
J
Jack 318Jack-aansluiting 318Jack-kabel 318
K
Kentekenplaatverlichting 253
Keyless entry and start 35–36, 38–41, 142–143, 145Kinderbeveiliging 137Kinderen 11 8, 128, 134–135, 136Kinderen (veiligheid) 137Kinderzitjes 11 8, 123–125, 127–128, 131, 135, 136Kinderzitjes (conventioneel) 127Kinderzitjes i-Size 136Klep laadaansluiting (elektrische auto) 210, 217–218, 220Klep van de laadaansluiting 219Kleurcode lak 273Klimaatregeling 88, 91Klokje (instellen) 282, 297, 324Koelvloeistof 230Koelvloeistoftemperatuur 21Koelvloeistoftemperatuurmeter 21Koplampverstelling 101Krik 244
L
Laadkabel 213Laadkabel (elektrische auto) 2 11Laadschot 76Laadstekker (elektrische auto) 210, 217–218, 220Laadsysteem (elektrische auto) 5, 9, 32, 208, 228Laadzone 37, 47, 77
331
Alfabetische index
Laden accu ~ Accu laden 256–257Laden tractiebatterij 213Laden via een normaal stopcontact 213Lader voor versneld laden (wallbox) 2 11Lak 239, 273Lampen 248Lampen (vervangen) 248–249Lampen vervangen 248–249Lampen (vervangen, referenties) 249Lane Departure Warning System 185LED-verlichting 99, 248–249Lekke band 242, 244Lendensteun 57Lendensteun, verstelling 57Lichtschakelaar 96, 98Lokaliseren van de auto 36Luchtfilter 232Luchtfilter (vervangen) 232Luchtrecirculatie 87
M
Matten 68, 167Mat verwijderen 68Meldingen 321Menu 293Menu's (audio) 276, 287–288, 302–303Menustructuren display 293Milieu 8, 44, 93, 139Mistachterlicht 96, 252Mistlampen 252
Mistlampen vóór 96, 249Mobiele app 32, 94, 219Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren 225–226Motoren 267–268, 270–271Motorkap 226–227Motorkapsteun 227Motorolie 229Multiflex bank ~ Cabine Extenso 79
N
Navigatiesysteem 307–309Neerklappen stoelen achter 64–65Netaansluiting (standaardstekker) 2 11Niveau AdBlue® 231Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau 230, 232Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau 21, 230Niveau koplampsproeiervloeistof ~
Koplampsproeiervloeistofniveau 103Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau 230Niveau ruitensproeiervloeistof ~ Ruitensproeiervloeistofniveau 103, 230Niveaus controleren 228–230Niveaus en controles 228–230Noodbediening achterklep 44Noodbediening portieren 35, 42–43Noodoproep ~ Urgence-oproep 107Noodprocedure starten 145, 255
Noodremassistentie ~ Brake Assist System (BAS) 184Noodremassistentie (AFU) ~ Brake Assist System (BAS) 11 0
O
Oliefilter 232Oliefilter (vervangen) 232Olieniveau 229Oliepeilstok 229Olieverbruik 229Onder de motorkap ~ Motorruimte 228Onderhoud (adviezen) 209, 238Onderhoudsadviezen 209, 238Onderhoudscontroles 231Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator 21Ontdooien 61, 89–90Ontgrendelen 34–35, 37–40Ontgrendelen van binnenuit ~
Interieur ontgrendelen 46–47Ontluchten brandstofsysteem ~ Brandstofsysteem ontluchten 240Ontwasemen 89–90Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming 60, 91Op afstand bedienbare functies 219Op afstand bedienbare functies (elektrische auto) 94Opbergvak boven voorruit 68