284
Namen van nummers en de speelduur worden niet weergegeven op het audiostreamingscherm.Het Bluetooth-profiel staat de doorgifte van deze informatie niet toe.
Telefoon
Het lukt me niet om mijn Bluetooth-telefoon te koppelen.De Bluetooth-functie van uw telefoon kan zijn uitgeschakeld of de telefoon is niet zichtbaar.► Controleer of de Bluetooth-functie van uw telefoon is ingeschakeld.► Controleer bij de instellingen van uw telefoon of deze op “zichtbaar voor alle apparaten” staat.De Bluetooth-telefoon is niet compatibel met het systeem.► Controleer de compatibiliteit van uw telefoon op toyota.nl (Service).Het geluid van de aangesloten Bluetooth-telefoon is niet hoorbaar.Het geluidsvolume is afhankelijk van het systeem en de telefoon.
Omgevingsgeluiden hebben invloed op de geluidskwaliteit van een telefoongesprek.► Verhoog het volume van het audiosysteem, indien nodig tot maximaal, en verhoog indien nodig het volume van de telefoon.► Beperk het omgevingsgeluid (ruiten sluiten, aanjager lager zetten, snelheid verminderen, enz.).De contacten worden niet in alfabetische volgorde weergegeven.
Sommige telefoons hebben speciale weergave-opties. Afhankelijk van de instellingen kunnen contacten in een bepaalde volgorde worden overgenomen.► Verander de instellingen voor de weergave van contacten in de telefoon.
Instellingen
Na het instellen van de lage en hoge tonen wordt de geluidssfeer gedeselecteerd.Na het instellen van de geluidssfeer worden de instellingen voor de lage en hoge tonen gereset.Elke instelling van de geluidssfeer is gekoppeld aan een bepaalde instelling van de lage en hoge tonen en andersom.► Wijzig de instelling van de lage en hoge tonen of de geluidssfeer om de gewenste geluidskwaliteit te verkrijgen.Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende audiobronnen.Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen de geluidsinstellingen voor de verschillende
audiobronnen afzonderlijk worden aangepast. Dit leidt ertoe dat bij het veranderen van de audiobron verschillen hoorbaar kunnen zijn.► Controleer of de geluidsinstellingen zijn aangepast aan de audiobronnen waarnaar wordt geluisterd. Zet de geluidsinstellingen in de middelste stand.Wanneer de motor is uitgezet, wordt het systeem na enkele minuten uitgeschakeld.
Als de motor is uitgezet, werkt het systeem zolang de ladingstoestand van de accu dat toestaat.Het uitschakelen is normaal: het systeem schakelt automatisch over naar de spaarstand en wordt uitgeschakeld zodat de laadtoestand van de accu voldoende blijft.► Start de motor om de accu bij te laden.
285
TOYOTA Connect Radio
11
TOYOTA Connect Radio
Multimedia-audiosysteem
- Applicaties
- Bluetooth®-telefoon
NOTIC E
De beschreven functies en instellingen variëren
afhankelijk van de uitvoering en de configuratie van de auto, en van het land van verkoop.
WARNI NG
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die de volle aandacht vragen, zoals de onderstaande, uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto met het contact AAN:– Koppelen van de smartphone met het systeem via Bluetooth.– Het gebruiken van de smartphone.– Verbinding maken met apps als CarPlay® of Android Auto (bij bepaalde apps wordt de weergave onderbroken wanneer de auto gaat rijden).– Wijzigen van de systeeminstellingen en -configuratie.
NOTIC E
Het systeem is zodanig beveiligd dat het uitsluitend in de auto functioneert.De melding Energiespaarmodus wordt weergegeven als het systeem op het punt staat om in de stand-bymodus te gaan.
Eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets drukt, wordt het geluid onderbroken.Als u op de toets drukt terwijl het contact UIT staat, wordt het systeem ingeschakeld.Verhoog of verlaag het volume met het wieltje of de toetsen “plus” of “min” (afhankelijk van de uitrusting).Gebruik de toetsen aan weerszijden van of onder het touchscreen om de menu's te openen en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het touchscreen.Gebruik al naar gelang de uitvoering de toets
“Bron” of “Menu” aan de linkerzijde van het touchscreen om de menu's te openen en druk vervolgens op de virtuele toetsen op het touchscreen.U kunt op elk gewenst moment de menu's oproepen door het scherm kort met drie vingers aan te raken.Alle aanraakgevoelige gebieden op het scherm zijn wit.
Op pagina's met meerdere tabbladen onderaan het scherm kan tussen de pagina's worden gewisseld door op het tabblad van de gewenste pagina te tikken of door met een vinger de pagina's naar links of rechts te verschuiven.Druk op het gearceerde gebied om één niveau omhoog te gaan of om uw keuze te bevestigen.Druk op de pijl “Terug” om een niveau terug te gaan of om uw keuze te bevestigen.
WARNI NG
Het touchscreen is een capacitief scherm.Gebruik voor het schoonmaken van het scherm een zachte, niet-schurende doek (bijvoorbeeld een brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen.Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent weergegeven in de bovenste balk van het touchscreen:– Statusinformatie van de airconditioning (afhankelijk van de uitvoering) en rechtstreekse toegang tot het desbetreffende menu.– Statusinformatie van het Radio Media-menu en het telefoonmenu.– Statusinformatie m.b.t. privacy.– Toegang tot de instellingen van het touchscreen en het digitale instrumentenpaneel.Selecteren van de audiobron (afhankelijk van de uitrusting):
286
– FM/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van de uitrusting).– Telefoon verbonden via Bluetooth en Bluetooth-multimedia-uitzending (streaming).– USB-stick.– Mediaspeler verbonden via de AUX-aansluiting (afhankelijk van de uitrusting).
NOTIC E
Via het menu “Instellingen” kan een profiel voor één persoon of voor een groep personen met gemeenschappelijke interesses worden aangemaakt, waarbij vele instellingen mogelijk zijn (voorkeuzezenders, audio-instellingen, geluidssfeer, enz.). De instellingen worden automatisch toegepast.
NOTIC E
In zeer warme omstandigheden wordt het volume mogelijk beperkt om het systeem te beschermen. Het systeem wordt mogelijk gedurende ten minste 5 minuten in de stand-bymodus gezet (met het scherm en het geluid uit).Het systeem keert weer terug naar de normale werking wanneer de temperatuur in het passagierscompartiment is gedaald.
Stuurkolomschakelaars
Stuurkolomschakelaars -
Type 1
Radio:Selecteren van de vorige/volgende
voorkeuzezender.Selecteren van het vorige/volgende item uit een menu of lijst.Media:Selecteren van het vorige/volgende nummer.Selecteren van het vorige/volgende item uit een menu of lijst.Radio:Kort indrukken: weergeven van de lijst met radiozenders.
Lang indrukken: bijwerken van de lijst.Media:Kort indrukken: weergeven van de lijst met mappen.Lang indrukken: weergeven van de verschillende sorteeropties.Wijzigen van de audiobron (radio, USB, AUX mits apparatuur is aangesloten, CD, streaming).Bevestigen van een selectie.
Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
Onderbreken/weer inschakelen van het geluid door gelijktijdig indrukken van de volumetoetsen.
Stuurkolomschakelaars -
Type 2
Spraakcommando's:Deze toets bevindt zich op het stuurwiel of op het uiteinde van de lichtschakelaar (afhankelijk van de uitrusting).Kort indrukken, gesproken commando's smartphone via het systeem.Verhogen van het geluidsvolume.
Verlagen van het geluidsvolume.
287
TOYOTA Connect Radio
11
Geluidsweergave onderbreken door tegelijkertijd op de toetsen voor het verhogen en verlagen van het geluidsvolume te drukken (afhankelijk van de uitrusting).Geluidsweergave weer inschakelen door op een van de twee volumetoetsen te drukken.Media (kort indrukken): wijzigen van de multimediabron.Telefoon (kort indrukken): telefoongesprek starten.Tijdens telefoongesprek (kort indrukken): toegang tot het telefoonmenu.Telefoon (lang indrukken): een binnenkomende oproep weigeren, een gesprek beëindigen; toegang tot het telefoonmenu wanneer de telefoon niet wordt gebruikt.Radio (draaien): automatisch zoeken naar de vorige/volgende radiozender.Media (draaien): vorige/volgende nummer, door een lijst scrollen.Kort indrukken: een selectie bevestigen; indien niets is geselecteerd, toegang tot voorkeuzezenders.
Radio: weergeven van de zenderlijst.Media: weergeven van de lijst met nummers.Radio (ingedrukt houden): bijwerken van de lijst met beschikbare radiozenders.
Menu's
Applicaties
Toegang tot te configureren apparaten.
Radio Media
Selecteer een audiobron of radiozender.
Telefoon
Verbinding maken met een mobiele telefoon via Bluetooth®.Gebruiken van bepaalde apps op een smartphone die is aangesloten via CarPlay® of Android Auto.
Instellingen
Configureren van een persoonlijk profiel en/of configureren van het geluid (balans, sfeer, enz.) en de weergave (taal, eenheden, datum, tijd, enz.).
292
AUX-aansluiting
Afhankelijk van de uitrustingSluit een draagbaar apparaat (MP3-speler enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de AUX-aansluiting.Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als Extra ingang is geselecteerd in de audio-instellingen.Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het volume van het audiosysteem af.De bediening gebeurt via het draagbare apparaat.
Selecteren van de bron
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets BRONNEN.Selecteer de bron.
BluetoothStreaming®
Met Streaming kunt u muziekbestanden op de smartphone via het audiosysteem in de auto
afspelen.Het profiel Bluetooth moet zijn geactiveerd.Stel eerst het volume van het draagbare apparaat af (hoog geluidsniveau). Stel vervolgens het volume van het systeem in.Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de smartphone.Bediening verloopt via het draagbare apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
NOTIC E
Als de Streaming eenmaal is gestart, wordt uw smartphone als een mediabron beschouwd.
Aansluiten van een
Apple®-speler
Sluit de Apple®-speler met een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-aansluiting.Het afspelen begint automatisch.De bediening gebeurt via het audiosysteem van de auto.
NOTIC E
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/afspeellijsten/audioboeken/podcasts). U kunt ook een gestructureerde indeling in bibliotheekvorm gebruiken.De standaardindeling is de indeling per artiest. Ga om de indeling te wijzigen terug naar het eerste niveau van het menu, selecteer de gewenste indeling (bijvoorbeeld afspeellijsten) en bevestig om in het menu naar het gewenste nummer te scrollen.
De softwareversie van het audiosysteem kan incompatibel zijn met de generatie van de Apple®-speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor USB-geheugens, BlackBerry®-apparaten of spelers van Apple® die op de USB-aansluiting kunnen worden aangesloten. De adapterkabel is niet meegeleverd.Het apparaatbeheer vindt plaats met de bedieningsorganen van het audiosysteem.Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de AUX-aansluiting worden aangesloten of via Bluetooth-streaming worden gekoppeld (indien compatibel).
WARNI NG
Gebruik om beschadiging van het systeem te voorkomen geen USB-verdeelstekker.
Het audiosysteem speelt alleen audiobestanden af met de extensie “.wav”, “.wma”, “.aac”, “.ogg”\
en “.mp3” met een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps.Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld.Andere typen bestanden (“.mp4” enz.) kunnen niet worden afgespeeld.Bestanden met de extensie “.wma” moeten voldoen aan de WMA 9-standaard.De ondersteunde sampling rates zijn 11, 22, 44 en 48 kHz.Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen maximaal 20 karakters te gebruiken; vermijd daarbij
293
TOYOTA Connect Radio
11
speciale tekens (bijv.: “ ? . ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd zijn naar FAT32 (File Allocation Table).
NOTIC E
We raden aan de originele USB-kabel te gebruiken voor het draagbare apparaat.
Telefoon
USB-aansluitingen
Afhankelijk van de uitrusting. Zie voor meer informatie over de USB-aansluitingen die compatibel zijn met de CarPlay®- of Android Auto-apps het hoofdstuk “Ergonomie en comfort”.
NOTIC E
Ga naar de website van de fabrikant in uw land om te zien welke smartphones compatibel zijn.
NOTIC E
Door uw eigen smartphone te synchroniseren kunt u de met CarPlay® of Android Auto compatibele apps van uw smartphone weergeven op het scherm van uw auto. Bij de
CarPlay®-technologie moet de CarPlay®-functie vooraf op de smartphone zijn geactiveerd.Ontgrendel de smartphone voor een goede communicatie tussen de smartphone en het systeem.Aangezien werkingsprincipes en normen permanent aan verandering onderhevig zijn, is het raadzaam om het besturingssysteem van uw smartphone en de datum en tijd op zowel de smartphone als het systeem up-to-date te houden.
CarPlay®-verbinding voor
smartphones
Verschilt per land.
NOTIC E
Bij het aansluiten van de USB-kabel verbreekt de CarPlay®-functie de Bluetooth®-verbinding van het systeem.De functie “CarPlay” werkt alleen in combinatie met een compatibele smartphone en compatibele apps.
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op Telefoon op het scherm van het systeem om de CarPlay®-interface weer te geven.Of
Als de smartphone al via Bluetooth® is verbonden.Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op “Telefoon” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “TELEFOON” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “CarPlay” om de CarPlay®-interface weer te geven.
NOTIC E
Als de USB-kabel wordt losgenomen en het contact UIT en weer AAN wordt gezet, schakelt het systeem niet automatisch over op de Radio Media-modus; de bron moet handmatig worden gewijzigd.
U kunt op elk gewenst moment de navigatie via CarPlay® starten door op de toets Navigatie van het systeem te drukken.
Android Auto-verbinding voor
smartphones
Verschilt per land.Download de Android Auto-app op uw smartphone.
294
NOTIC E
De functie “Android Auto” werkt alleen in combinatie met een compatibele smartphone en compatibele apps.
Niet via Bluetooth® verbonden telefoon
Sluit een USB-kabel aan. De smartphone wordt opgeladen als deze via een USB-kabel is aangesloten.Druk op “Telefoon” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Android Auto” om de applicatie in het systeem te activeren.Bij bepaalde smartphones is het noodzakelijk om de functie “Android Auto” te activeren.Tijdens de procedure verschijnen verschillende schermen gerelateerd aan bepaalde functies.Accepteer deze om de verbinding tot stand te brengen en te voltooien.Bij het aansluiten van de smartphone op het
systeem is het raadzaam de Bluetooth®-functie van de smartphone te activeren.
Via Bluetooth® verbonden telefoon
Druk op “Telefoon” op het scherm van het systeem om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “TELEFOON” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Android Auto” om de applicatie in
het systeem te activeren.
Tijdens de Android Auto-weergave blijft het selecteren van de audiobron mogelijk via de schermtoetsen in de bovenste balk van het scherm.De menu's van het systeem kunnen op elk moment worden geopend via de menutoetsen.
NOTIC E
Afhankelijk van de kwaliteit van het netwerk kan het even duren voordat de apps beschikbaar
zijn.
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
WARNI NG
Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van het netwerk, de simkaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de handleiding van de telefoon en uw provider voor informatie over welke diensten beschikbaar zijn.
NOTIC E
De Bluetooth-functie moet zijn geactiveerd en de telefoon moet zijn geconfigureerd als “zichtbaar voor alle apparaten” (in de telefooninstellingen).
Controleer bij het voltooien van de koppeling, ongeacht of dit vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan, of de code in het systeem gelijk is aan die in de telefoon.
NOTIC E
Als de koppelingsprocedure mislukt, raden we aan de Bluetooth-functie op de telefoon te deactiveren en vervolgens opnieuw te activeren.
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.Accepteer in het systeem het verbindingsverzoek van de telefoon.
Procedure via het systeem
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op “Bluetooth zoeken”.Het overzicht van gedetecteerde telefoons wordt weergegeven.Selecteer de naam van de gewenste telefoon in de lijst.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de telefoon voor:– “Telefoon” (handsfree-set, uitsluitend telefoon);– “Streaming” (streaming: draadloos afspelen van audiobestanden op de telefoon);
295
TOYOTA Connect Radio
11
– "Mobiele internetgegevens".Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u mogelijk gevraagd om het overbrengen van contacten en berichten te accepteren.
NOTIC E
De mogelijkheid van het systeem om via één profiel verbinding te maken, hangt af van de telefoon.Het is mogelijk dat standaard alle drie de profielen worden gebruikt voor de verbinding.
NOTIC E
De profielen die compatibel zijn met het systeem zijn: HFP, OPP, PBAP, A2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar toyota.nl voor meer informatie (compatibiliteit, hulp, enz.).
Automatisch opnieuw verbinding
maken
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon
waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt binnen ongeveer 30 seconden na het AAN zetten van
het contact de telefoon automatisch gekoppeld (Bluetooth ingeschakeld).Wijzigen van het verbindingsprofiel:Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.Druk op de toets “TELEFOON” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de toets “Details”.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op “OK” om te bevestigen.
Beheren van gekoppelde telefoons
Met deze functie kunt u een apparaat verbinden of loskoppelen of een gekoppelde telefoon verwijderen.Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets “TELEFOON” om de secundaire pagina weer te geven.Druk op “Bluetooth-verbinding” om de lijst met gekoppelde apparaten weer te geven.Druk op de naam van de in de lijst geselecteerde telefoon om deze los te koppelen.Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te verwijderen.
Ontvangen van een oproep
Wanneer een oproep wordt ontvangen, is dit te herkennen aan een beltoon en een pop-upvenster op het scherm.Druk kort op de toets TELEFOON op het stuurwiel om een binnenkomende oproep te beantwoorden.EnDruk lang
op de toets TELEFOON op het stuurwiel om de oproep te weigeren.OfDruk op “Gesprek beëindigen”.