
4014-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
WAARSCHUWING
■Wanneer moet de Parking Supp ort Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er geen kans op een aanrijding is.
● Bij een controle van de auto op een rollenbank o.i.d.
● Wanneer de auto op een schip, vrachtwagen of ander transportmiddel wordt gela-
den
● Als de wielophanging is gewijzigd of als er een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto
● Als er uitrusting die een sensor kan hinderen, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
● Als gebruik wordt gemaakt van een wasstraat
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
● Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
● Als de banden niet de juiste bandenspanning hebben
● Als de banden zeer versleten zijn
● Als er sneeuwkettingen, een compact reservewiel of een bandenreparatieset wor-
den toegepast
■ Ervoor zorgen dat he t systeem goed werkt
Blz. 390
■ Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielophanging aan, aangezien veranderingen in de
wagenhoogte of de hellingshoek van de auto ervoor kunnen zorgen dat de sensoren
obstakels niet juist signaleren, het systeem niet werkt of het systeem onnodig werkt.
■ Als de Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten) onnodig
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op een spoorwegovergang
Blz. 399
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Blz. 391
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 401 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM

4024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
OPMERKING
■Storingen aan de sensoren voorkomen
● Wanneer het gebied rondom de sensor wordt blootgesteld aan een krachtige
schok, werkt de apparatuur mogelijk niet goed meer als gevolg van een storing in
de sensor. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren. De sensoren werken mogelijk niet goed als gevolg van blootstelling aan
een sterke waterdruk.
● Richt bij het wassen van de auto met stoom de stoom niet rechtstreeks op de sen-
soren. De sensoren werken mogelijk niet goed als gevolg van blootstelling aan
stoom.
■ Onnodige werking voorkomen
Schakel in de volgende gevallen de Parkin g Support Brake-functie uit. Het systeem
werkt mogelijk, zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
● Er wordt een rollenbank o.i.d. gebruikt voor een controle, enz.
● De auto wordt op een schip, vrachtwagen of ander transportmiddel geladen
● De wielophanging is verlaagd of de banden hebben een ander formaat dan de oor-
spronkelijk gemonteerde banden
● De hoogte van de auto is drastisch veranderd als gevolg van belading (de voorzijde
wijst omhoog of omlaag)
● Er is een sleepoog gemonteerd
● Bij het wassen van de auto in een wasstraat
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Blz. 391
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 402 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM

4074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
Het begeleidingsscherm wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay.Indicator mate van assistentie
Geeft een statusbalk weer waarop
wordt aangegeven hoe ver de auto is
verwijderd van zijn stoppositie/wat de
positie is waarbij de ondersteuningsre-
geling eindigt.
Stopweergave
Trap wanneer dit brandt het rempedaal
in en breng de auto direct tot stilstand.
Weergave bediening
Geeft de bedrijfsconditie van het Simple Intelligent Parking Assist-systeem weer.
Adviesweergave
Volg de op het display getoonde aanwijzingen op en voer de aangegeven handelin-
gen uit. In de afbeelding wordt als voorbeeld een display getoond waarop staat
aangegeven dat het rempedaal moet worden ingetrapt om de rijsnelheid te regelen
en dat u moet controleren of de omgeving veilig is.
Icoon S-IPA-schakelaar
Wordt weergegeven wanneer de ondersteuningsmodus kan worden gewijzigd en
het systeem kan worden uit- of in geschakeld met de S-IPA-schakelaar.
Weergave automatische bediening van het stuurwiel
Geeft weer wanneer het stuurwiel automatisch wordt bediend.
Weergave Toyota Parking Assist-sensor/weergave portierpositie (open/
dicht)
Blz. 380
■ Controlelampje S-IPA in het instrumentenpaneel ( Blz. 112)
Dit controlelampje gaat branden wanneer het stuurwiel automatisch wordt bediend
door het Simple Intelligent Parking Assist-systeem. Nadat de regeling wordt beëindigd,
knippert het controlelampje korte tijd en dooft het vervolgens.
■ Pop-updisplay Toyota Parking Assist-sensor
Als het Simple Intelligent Parking Assist-systeem in werking is en de Toyota Parking
Assist-sensor een obstakel signaleert, verschijnt automatisch een pop-updisplay van
de Toyota Parking Assist-sensor op het begeleidingsscherm ( Blz. 380), ongeacht of
de Toyota Parking Assist-sensor is in- of uitgeschakeld. ( Blz. 379)
Begeleidingsscherm
1
2
3
4
5
6
7
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 407 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM

4144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
Wanneer de auto zich bijna geheel binnen de beoogde parkeerplaats
bevindt, klinkt er een hoog piepsignaal en wordt de stopweergave op
het display weergegeven. Breng de auto tot stilstand.
Hiermee is de modus automatisch fileparkeren voltooid.
●Na het stoppen kunt u naar wens de auto nog manoeuvreren om de
gewenste parkeerplaats te bereiken.
● Houd bij het achteruitrijden de omgeving voor en achter de auto in de
gaten. Controleer de omgeving ook via de (buiten)spiegels.
■Werkingsvoorwaarden modus automatisch fileparkeren
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de modus automatisch fileparkeren goed te laten werken. Houd de
auto parallel aan de weg (of stoeprand) terwijl u een afstand van ongeveer 1 m tot de
geparkeerde auto's aanhoudt.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is ( Blz. 436).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de Parallel Parking Assist-modus niet worden bediend.
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesignaleerd, werkt de
Parallel Parking Assist-modus mogelijk niet.
● De begeleiding blijft werken totdat de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of hoger wordt of
totdat de functie wordt uitgeschakeld met de S-IPA-schakelaar.
■ Timing voor het indrukken van de S-IPA-schakelaar
In de volgende gevallen werkt de ondersteuningsmodus mogelijk ook tijdens de stap-
pen die worden gevolgd bij het parkeren met behulp van de modus automatisch file-
parkeren. Voer in deze gevallen echter de parkeerprocedures uit overeenkomstig de
informatie op het multi-informatiedisplay.
● In stap wordt de S-IPA-schakelaar ingedrukt nadat de beoogde parkeerplaats al is
gepasseerd.
Als de auto niet is gestopt in stap , kunt u door de S-IPA-schakelaar 1 keer in te
drukken terwijl de auto rijdt, “Parallel Parking” (fileparkeren) selecteren en direct
verdergaan naar stap .
● De auto wordt naar de positie in stap gereden zonder dat de S-IPA-schakelaar
wordt ingedrukt. Vervolgens wordt na het in stand R zetten van de selectiehendel de
S-IPA-schakelaar ingedrukt.
12
1
1
2
3
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 414 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM

4204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
Wanneer de auto bijna het punt
voor wegrijden heeft bereikt,
klinkt er een hoog piepsignaal
en wordt de ondersteuningsre-
geling beëindigd. Pak vervol-
gens het stuurwiel vast en rijd
naar voren.
■Modus parkeerplaats fileparkeren verlaten
●Als tijdens de ondersteuningsregeling de bestuurder bepaalt dat hij/zij zich op een
positie bevindt van waaruit kan worden weggereden en hij/zij het stuurwiel bedient,
wordt de ondersteuningsregeling op die positie gestopt.
● De ondersteuningsregeling kan niet worden gebruikt als er geen auto's geparkeerd
staan vóór de auto of als er te veel ruimte zit tussen de voorzijde van uw auto en de
auto die vóór u geparkeerd staat.
● Bij het gebruik van de modus parkeerplaats fileparkeren verlaten werkt afhankelijk
van de omgeving de ondersteuningsmodus mogelijk niet.
14
OPMERKING
●Het detectiebereik van de sensoren ( Blz. 384) is beperkt. Controleer of het
gebied rondom uw auto veilig is. Breng, als de kans bestaat dat er iets wordt
geraakt, de auto tot stilstand door het rempedaal in te trappen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet worden gesigna-
leerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal
raken.
● Controleer bij het wegrijden of het gebied rondom uw auto veilig is.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 420 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM

4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
■Werkingsvoorwaarden modus auto matisch achteruit inparkeren
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de functie goed te laten werken.
● Rijd langzaam (met een snelheid waarbij de auto snel tot stilstand kan worden
gebracht) om de functie goed te laten werken. Breng de auto volledig tot stilstand op
het punt waarbij het midden van de parkeerplaats vrijwel haaks op de auto staat en
druk op de S-IPA-schakelaar.
● De functie kan niet worden gebruikt wanneer de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of
hoger is.
● De zijsensoren voor en zijsensoren achter worden gebruikt om geparkeerde auto's te
signaleren en de parkeerplaats te bepalen. Daarom wordt er geen begeleiding gege-
ven wanneer signalering niet mogelijk is ( Blz. 436).
● Als er geen geparkeerde auto's zijn, kan de parkeerplaats niet worden bepaald.
Daardoor kan de modus automatisch achteruit inparkeren niet worden bediend.
● Wanneer de omgeving van de parkeerplaats niet kan worden gesignaleerd, werkt de
modus automatisch achteruit inparkeren mogelijk niet.
● Als er, afhankelijk van de conditie van de par-
keerplaats, onvoldoende ruimte is vóór de
auto om de parkeerprocedure uit te voeren,
kan de beoogde parkeerplaats mogelijk niet
worden bereikt.
Beoogde parkeerplaats
Muur
1
2
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 426 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM

4274-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)■
Tips voor het gebruik van de modu s automatisch achteruit inparkeren
● Laat een ruimte van ongeveer 1 m tussen uw
auto en de geparkeerde auto's en rijd richting
de beoogde parkeerplaats. Als de ruimte
tussen uw auto en de geparkeerde auto's te
groot is, kunnen de zijsensoren voor en zij-
sensoren achter de geparkeerde auto's
mogelijk niet signaleren.
● Stop op het punt waarbij het midden van de
beoogde parkeerplaats vrijwel haaks op de
auto staat. Druk bovendien pas op de S-IPA-
schakelaar wanneer de auto volledig tot stil-
stand is gebracht.
OPMERKING
●Als er kuilen of hellingen in de weg zitten, kan de beoogde parkeerplaats niet goed
worden ingesteld. Daardoor wordt de auto mogelijk schuin of deels buiten de par-
keerplaats geparkeerd. Gebruik in deze gevallen de modus automatisch achteruit
inparkeren niet.
● Bij het parkeren in een smalle ruimte komt de auto dicht bij nabij geparkeerde
auto's. Als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal raken, breng de auto dan tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen.
● Mogelijk kunnen objecten die zich dicht bij de grond bevinden niet worden gesigna-
leerd. Controleer of het gebied rondom uw auto veilig is en breng de auto tot stil-
stand door het rempedaal in te trappen als het lijkt alsof de auto mogelijk iets zal
raken.
● Afhankelijk van de omgeving, zoals andere geparkeerde auto's, wordt de auto
mogelijk schuin of deels buiten de parkeerplaats geparkeerd. Pas de positie van de
auto indien nodig handmatig aan.
1 m
(3,3 ft.)
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 427 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM

4284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE)
Wanneer het Simple Intelligent Parking Assist-systeem niet kan worden
bediend of wanneer de werking is beëindigd, het systeem is uitgeschakeld,
enz., wordt een van de onderstaande meldingen weergegeven op het multi-
informatiedisplay. Neem de juiste maatregelen overeenkomstig de weergave
op het display.
■Wanneer bediening niet mogelijk is
Meldingen multi-informatiedisplay
MeldingSituatie/oplossing
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig.
Zet het contact UIT en start vervolgens het hybride-
systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
als de melding opnieuw wordt weergegeven.
Er zit mogelijk een storing in het systeem.
De stuurbekrachtiging is tijdelijk oververhit.
Zet het contact UIT, wacht een poosje en start ver-
volgens het hybridesysteem weer.
Het hybridesysteem werkt niet.
Schakel het hybridesysteem in.
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, vuil, o.i.d. op de sensor.
Verwijder het ijs, de sneeuw, het vuil, enz.
De sensor is bevroren.
Zodra de sensor ontdooit, zal het systeem weer
normaal werken.
De 12V-accu is verwijderd en weer geplaatst.
Rijd gedurende ten minste 5 seconden recht voor-
uit met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
De S-IPA-schakelaar wordt bediend wanneer de rijsnel-
heid hoger is dan 30 km/h.
Bedien de schakelaar wanneer de rijsnelheid onge-
veer 30 km/h of lager is.
De ondersteuningsregeling wordt gestart terwijl het stuur-
wiel wordt vastgehouden.
Laat uw handen op het stuurwiel rusten zonder
druk uit te oefenen. De ondersteuningsregeling
treedt in werking.
PRIUS_OM_OM47F03E_(EE).book Page 428 Thursday, May 6, 2021 12:21 PM