3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Wanneer de camera voor een verkeers-
bord herkent en/of er informatie over
een verkeersbord beschikbaar is via
het navigatiesysteem, wordt het bord
weergegeven op het multi-informatie-
display.
Wanneer de informatie van het
ondersteunende systeem wordt
geselecteerd, kunnen er maximaal 3
verkeersborden worden weergege-
ven. ( Blz. 107)
Wanneer een ander tabblad dan dat
van het ondersteunende systeem is
geselecteerd, worden alleen de vol-
gende typen verkeersborden weer-
gegeven. ( Blz. 107)
• Verkeersbord begin/ei nde snelheidslimiet
• Verkeersbord met aan de snelheidslimiet gerelateerde informatie (autosnelweg,
autoweg, bebouwde kom, erf)
• Verkeersbord einde verboden
• Verkeersbord verboden in te rijden
*
(indien een melding nodig is)
• Verkeersbord maxim aal toegestane snel-
heid met aanvullend bord (alleen op- en
afritten)
*: Auto's met navigatiesysteem Als er andere verkeersborden dan die met
de maximaal toegestane snelheid worden
herkend, worden deze trapsgewijs weerge-
geven onder het verkeersbord met de maxi-
maal toegestane snelheid.
De volgende soorten verkeersborden,
inclusief elektronische verkeersborden
en knipperende verkeersborden, wor-
den herkend.
Niet-officiële (niet aan het Verdrag van
Wenen voldoende) of recentelijk geïntrodu-
ceerde verkeersborden worden mogelijk niet
herkend.
Verkeersborden snelheidslimiet
Aan snelheidslimiet gerelateerde
informatie
*
Weergave op het multi-
informatiedisplay
Ondersteunde soorten
verkeersborden
Snelheidslimiet begint/zone
maximumsnelheid begint
Snelheidslimiet eindigt/zone
maximumsnelheid eindigt
Oprit snelweg
Afrit snelweg
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 310 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
3124-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
In de volgende situaties waarschuwt
het RSA-systeem de bestuurder.
Wanneer de rijsnelheid de drempel-
waarde voor de snelheidswaarschu-
wing van het weergegeven verkeers-
bord met de maximaal toegestane
snelheid overschrijdt, wordt het ver-
keersbord duidelijker zichtbaar
gemaakt en klinkt er een zoemer.
Als het RSA-systee m een verkeers-
bord voor verboden in te rijden her-
kent en signaleert dat de bestuurder
het inrijverbod negeert op basis van
de kaartinformatie van het navigatie-
systeem, knippert het verkeersbord
voor verboden in te rijden en klinkt er
een zoemer. (Auto's met navigatie-
systeem)
Als wordt gesignaleerd dat uw auto
een ander voertuig inhaalt terwijl er
een verkeersbord voor een inhaal-
verbod wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay, gaat het ver-
keersbord knipperen en klinkt er een
zoemer.
Afhankelijk van de situatie wordt de ver-
keerssituatie (richting en snelheid van
het verkeer en hoeveelheid verkeer)
mogelijk niet goed gesignaleerd en
werkt de waarschuwingsfunctie moge-
lijk niet goed.
■Instellen
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer .
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
en selecteer . Druk vervolgens op
.
■Automatisch uitschakelen van weer-
gave verkeersborden RSA
In de volgende situaties worden een of meer
verkeersborden automatisch uitgeschakeld.
●Er wordt over een bepaalde afstand geen
verkeersbord herkend.
●De weg verandert als gevolg van een
afslag naar links of rechts, enz.
■Omstandigheden waaronder de functie
mogelijk niet goed werkt of niet goed
signaleert
In de volgende situaties werkt de RSA niet
normaal en worden verkeersborden mogelijk
niet herkend, worden onjuiste verkeersbor-
den weergegeven, enz. Dit duidt echter niet
op een storing.
●De camera voor is niet goed uitgelijnd
doordat de sensor, enz. is blootgesteld aan
hevige schokken.
●Er zit(ten) vuil, sneeuw, stickers, enz. op
de voorruit in de buurt van de camera voor.
●Onder barre weersomstandigheden, bij-
voorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
●Licht van een tegenligger, de zon, enz.
dringt de camera voor binnen.
●Het verkeersbord is vuil of vervaagd, staat
scheef of is krom.
●Het elektronische verkeersbord heeft wei-
nig contrast.
●Het verkeersbord gaat helemaal of gedeel-
telijk verscholen achter boombladeren, een
paal, o.i.d.
●Het verkeersbord is alleen korte tijd zicht-
baar voor de camera voor.
●De omgeving (bij afsl aan, rijstrookwisse-
ling, enz.) wordt onjuist beoordeeld.
Waarschuwingsfunctie
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 312 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
313
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer een verkeersbord niet van toe-
passing is op de rijstrook waar op dat
moment op wordt gereden, maar dit bord
wel direct na een vertakking van de snel-
weg staat of bij een aangrenzende rijstrook
net voordat rijstroken samenkomen.
●Er zitten stickers op de achterzijde van de
voorligger.
●Er wordt een verkeersbord herkend dat lijkt
op een verkeersbord dat compatibel is met
het systeem.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
snelheidslimiet voor
parallelwegen gesig-
naleerd en weergegeven (wanneer deze in
het zicht van de camera voor staan) terwijl
de auto op de hoofdweg rijdt.
●Mogelijk worden verkeersborden met de
maximaal toegestane snelheid voor afsla-
gen van rotondes gesignaleerd en weerge-
geven (wanneer deze in het zicht van de
camera voor staan) terwijl de auto op de
rotonde rijdt.
●De voorzijde van de auto staat omhoog of
omlaag door de belading van de auto.
●De helderheid van het omgevingslicht is
niet voldoende of verandert plotseling.
●Wanneer een verkeersbord voor trucks,
enz. wordt herkend.
●Er wordt met de auto in een land gereden
waar het verkeer aan de andere kant rijdt.
●De kaartgegevens van het navigatiesys-
teem zijn niet meer up-to-date.
●Het navigatiesysteem werkt niet.
●De snelheidsinformatie die op het instru-
mentenpaneel wordt weergegeven ver-
schilt mogelijk van de informatie die wordt
weergegeven op het navigatiesysteem als
gevolg van de gebruikte kaartgegevens
van het navigatiesysteem.
■Weergave verkeersbord snelheidslimiet
Als het contact de laatste keer UIT werd
gezet terwijl er een verkeersbord met de
maximaal toegestane snelheid op het multi-
informatiedisplay werd weergegeven, wordt
datzelfde verkeersbord weer weergegeven
wanneer het contact AAN wordt gezet.
■Als “RSA Malfunction Visit Your Dealer”
(Storing in RSA. Ga naar uw dealer)
wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen: Blz. 531)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 313 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
3144-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Bedieningstoetsen instrumenten-
paneel
In-/uitschakelen van de Blind Spot Monitor.
Wanneer de BSM-functie wordt uitgescha-
keld, gaat het controlelampje BSM OFF
branden.
Indicatoren in buitenspiegel
Wanneer een auto wordt gesignaleerd in de
dode hoek van de buitenspiegels of van ach-
teren snel de dode hoek nadert, gaat de
indicator in de buitenspiegel aan die zijde
branden. Als de richtingaanwijzerschake-
laar wordt bediend in de richting van de zijde
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de
indicator in de buitenspiegel knipperen.
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar) wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay
Er zit mogelijk ijs, sneeuw, modder, enz. rond
de sensoren in de achterbumper. ( Blz. 323)
Na het verwijderen van het ijs, de sneeuw, de
modder, enz. van de achterbumper moet het
systeem weer normaal gaan werken. Ook
werken de sensoren mogelijk niet normaal bij
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Blind
Spot Monitor. Ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 531)
BSM (Blind Spot Monitor)
De Blind Spot Monitor is een sys-
teem dat radarsensoren aan de
linker en rechter binnenzijde van
de achterbumper gebruikt om de
bestuurder te helpen de veiligheid
te controleren bij het wisselen van
rijstrook.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor
een veilig rijgedrag. Rijd altijd veilig en
houd rekening met de omgeving.
De Blind Spot Monitor is een aanvullende
functie die de bestuurder er attent op
maakt dat er zich een auto in de dode
hoek van de buitenspiegels bevindt of snel
van achteren nadert richting de dode
hoek. Vertrouw niet bl indelings op de Blind
Spot Monitor. De functie kan niet beoorde-
len of u veilig van ri jstrook kunt wisselen.
Wanneer u alleen op de functie vertrouwt,
kan dit leiden tot een ongeval met ernstig
letsel tot gevolg.
Aangezien het systeem onder bepaalde
omstandigheden mogelijk niet goed werkt,
dient de bestuurder altijd zelf de veiligheid
te controleren.
Systeemonderdelen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 314 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffen-
heden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay, het head-up display
(indien aanwezig) en scherm van het
audiosysteem overeenkomstig de posi-
tie van en de afstand tot het object.
Toy o t a Pa r k i n g
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het file-
parkeren en inparkeren in een
garage wordt gemeten door
sensoren en wordt doorgegeven
via het multi-informatiedisplay, het
head-up display (indien aanwezig),
het scherm van het audiosysteem
en een zoemer. Controleer bij
gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 326 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
327
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Multi-informatiedisplay en head-up
display
Signalering hoeksensoren voor
Signalering binnenste sensor voor
Signalering hoeksensoren achter
Signalering binnenste sensor achter
Scherm audiosysteem (auto's met
Toyota Parking Assist Monitor)
Wanneer de selectiehendel in stand R wordt
gezet, wordt er een vereenvoudigde afbeel-
ding weergegeven op het scherm van het
audiosysteem.
Scherm audiosysteem (auto's met
Panoramic View Monitor)
Er wordt een afbeelding weergegeven op
het scherm van het audiosysteem.
Gebruik de bedienin gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de Toyota Par-
king Assist-sensor in of uit te schake-
len. ( Blz. 112)
1 Druk op of om te
selecteren.
2 Druk op of om te
selecteren en druk vervolgens op
.
Wanneer de Toyota Parking Assist-sen-
sor wordt uitgeschakeld, gaat het con-
trolelampje Toyota Parking Assist-sen-
sor OFF ( Blz. 102) branden.
Als u het systeem weer wilt inschake-
len, selecteer dan op het multi-
informatiedisplay, selecteer en zet
het vervolgens aan. Wanneer het sys-
teem is uitgeschakel d, blijft het uitge-
schakeld, zelfs als het contact AAN
wordt gezet nadat dit UIT was gezet.
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 327 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
3284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Het systeem kan worden geactiveerd
wanneer
●Het contact AAN staat.
●De Toyota Parking Assist-sensor is inge-
schakeld.
●De rijsnelheid lager is dan ongeveer
10 km/h.
●De selectiehendel in een andere stand dan
P staat.
■Als “Parking Assist Unavailable”
(Parking Assist niet beschikbaar) wordt
weergegeven op het multi-informatie-
display
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer nor-
maal is, zal het systeem weer normaal
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem niet
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem.
( Blz. 329) Als deze melding na de initiali-
satie nog steeds wordt weergegeven, laat
de auto dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot
het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem,
aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en
de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de ver-
antwoordelijkheid van de bestuurder om
de omgeving van de auto in de gaten te
houden en veilig te rijden.
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze
altijd schoon.
●Plaats geen stickers of elektronische
onderdelen zoals een kentekenplaat met
achtergrondverlichting (met name fluo-
rescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne
in de buurt van een radarsensor.
●Stel de omgeving van de sensor niet
bloot aan krachtige schokken. Als deze
wel aan krachtige schokken is blootge-
steld, laat de auto dan nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als de
voor- de achterbumper moet worden
verwijderd/geplaatst of vervangen.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren
niet.
●Bevestig geen afdekking op de kente-
kenplaat.
●Houd de bandenspanning op de juiste
waarde.
■Wanneer moet de functie uitgescha-
keld worden
Schakel in de volgende situaties de functie
uit, omdat deze anders mogelijk zelfs werkt
als er geen kans op een aanrijding is.
●Het niet in acht nemen van boven-
staande waarschuwingen.
●Als een niet-originele Toyota-wielop-
hanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
■Opmerkingen bij het wassen van de
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met een
hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat
een sensor niet meer goed werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden
dat een sensor niet meer goed werkt.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 328 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
329
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als “Parking Assist Unavailable Clean
Parking Assist Sensor” (Parking Assist
niet beschikbaar, reinig Parking Assist-
sensor) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay
Mogelijk is een van de sensoren bedekt met
bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwijder dit
van de sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt.
Ook wordt er bij lage temperaturen mogelijk
een waarschuwingsmelding weergegeven
doordat zich ijs vormt op een sensor en een
sensor daardoor mogelij k geen obstakels sig-
naleert. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de voor- en
achterbumper van de auto.
• Afhankelijk van de vorm van het object en andere factoren kan de detectieafstand
korter worden of kan detectie niet mogelijk
zijn.
• Obstakels worden mogelijk niet gesigna- leerd als ze zich te dicht bij de sensor
bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine vertraging. Ook
als er met lage snelheid wordt gereden,
bestaat de mogelijkheid dat het object bin-
nen het detectiegebied van de sensoren
komt voordat het display wordt weergege-
ven en het waarschuwingssignaal hoor-
baar is.
• Het kan moeilijk zijn om de zoemer te horen als het audiosysteem hard staat of
als de luchtcirculati e van de airconditioning
veel geluid produceert.
• De zoemer is mogelijk moeilijk te horen doordat zoemers van andere systemen
klinken.
■Objecten die mogelijk niet goed worden
gesignaleerd door het systeem
Door de vorm van het object kan de sensor
het mogelijk niet signaleren. Let goed op bij
de volgende objecten:
●Kabels, hekken, touwen, enz.
●Katoen, sneeuw en andere materialen die
geluidsgolven absorberen
●Zeer hoekige objecten
●Lage objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel
uitsteekt in de richting van uw auto
Mogelijk worden mensen die bepaalde soor-
ten kleding dragen niet gesignaleerd.
■Situaties waarin het systeem mogelijk
niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw,
waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van
de sensor zal het probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het
gebeuren dat er ten gevolge van een
bevroren sensor een abnormaal beeld te
zien is op het display of dat objecten, zoals
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Wanneer een sensor of de omgeving van
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Wanneer in de omgeving van de auto ultra-
soongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motor-
fietsmotoren, luchtremmen van vrachtwa-
gens, sonarsystemen van andere auto's of
andere bronnen.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 329 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM