10
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720EDe auto is uitgerust met geavanceerde computers die bepaalde informatie opslaan,
zoals:
• Motortoerental/toerental elektr omotor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
•Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteunende systemen
• Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's. Neem voor de locatie van registrerende
camera's contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk van de uitvoering en de aanwezige opties van
de auto, en van de bestemming. Deze computers slaan geen gesprekken of geluiden
op en ze slaan alleen in bepaalde situaties beelden van buiten de auto op.
●Gebruik van gegevens
Toyota kan de gegevens die door deze computer worden opgeslagen, gebruiken
om storingen vast te stellen, onderzoek te doen en de kwaliteit van haar producten
te verbeteren.
Toyota stelt de gegevens die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de auto of, wanneer het een leaseauto betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechtszaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet worden gekoppeld aan een bepaalde auto of eigenaar
●Vastgelegde beeldinformatie kan door een Toyo ta-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige worden gewist
De beeldopnamefunctie kan worden uitgeschakeld. Maar als de functie wordt uitge-
schakeld, zijn er geen gegevens over de werking van het systeem beschikbaar.
De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemicaliën.
Wanneer uw auto wordt vernietigd terwijl de airbags en/of de gordelspanners nog
intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan.
Laat daarom de airbags en de gordelspann ers eerst verwijderen en afvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Opslaan voertuiginformatie
Vernietigen van uw Toyota
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 10 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
361-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Veiligheidsgordels
●Trek de schoudergordel zo ver
naar buiten dat de gordel goed
tegen de schouder aan ligt en niet
van de schouder af glijdt of tegen
de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zitten
met uw rug stevig tegen de leu-
ning.
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.
Maak de veiligheidsgordel vast
door de gesp in de gordelsluiting te
drukken totdat u een klik hoort.
De veiligheidsgordel kan worden
losgemaakt door de ontgrendel-
knop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 36 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
401-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
WAARSCHUWING
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier.
(→ Blz. 36)
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
→Blz. 92
■ Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat brande n als een gordelspanner is geactiveerd.
De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt en moet worden ver-
vangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De gordel mag
niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw schouder afglijden. Als u hier niet
voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plotseling remmen, uitwijken of een
ongeval minder en de kans op dodelijk of ernstig letsel groter. ( →Blz. 37)
■ Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de riem, de
gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op beschadigingen, zoals
scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een beschadigde veiligheids-
gordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk vervangen. Beschadigde veiligheids-
gordels bieden onvoldoende bescherming tegen dodelijk of ernstig letsel.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet gedraaid
is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige als de veilig-
heidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto betrokken is
geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen, demonte-
ren of af te voeren. Laat eventueel noodzakelijke reparaties uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repar ateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. Als de veiligheidsgordels niet op de juiste wijze
worden gebruikt, werken ze mogelijk niet meer naar behoren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 40 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
911-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Een baby- of kinderzitje plaatsen met behulp van een veiligheidsgor-
del
Plaats het baby- of kinderzitje aan de hand van de bijgesloten handleiding.
Als het desbetreffende baby- of kinderzitje niet binnen de “universele”
categorie valt (of de benodigde informatie staat niet in de tabel), raadpleeg
dan de “voertuiglijst” van de fabrikant van het baby- of kinderzitje voor de
diverse mogelijke montageposities of doe navraag naar de compatibiliteit
bij de verkoper van het zitje. (
→Blz. 67, 68, 76, 77, 83, 84)
Als het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel
onvermijdelijk is, raadpleeg dan Blz. 62 voor het afstellen van de voor-
passagiersstoel.
Verwijder indien mogelijk de hoofdsteun indien deze de plaatsing van
het baby- of kinderzitje hindert. Zet anders de hoofdsteun in de hoogste
stand. ( →Blz. 266)
Voer de veiligheidsgordel door
het baby- of kinderzitje en steek
de gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is. Maak de veilig-
heidsgordel goed vast aan het
baby- of kinderzitje aan de hand
van de bijgesloten handleiding.
Als uw baby- of kinderzitje niet
is voorzien van een vergrendel-
systeem voor de veiligheidsgor-
del, zet het zitje dan vast met
een blokkeerclip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren en naar
voren om te controleren of het goed vastzit. ( →Blz. 92)
Baby- of kinderzitje vastgezet met een veiligheidsgordel
1
2
3
4
5
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 91 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
921-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E■
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een vei-
ligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de gordelsluiting in en laat de gordel helemaal
oprollen.
Bij het losmaken van de gordelsluiting komt het baby- of kinderzitje mogelijk een
stukje omhoog als gevolg van de terugwerking van de zitting. Maak de gordel-
sluiting los terwijl u het baby- en kinderzitje tegenhoudt.
De veiligheidsgordel rolt automatisch op. Houd de gordel vast, zodat het oprol-
len rustig gebeurt.
■
Als er een baby- of ki nderzitje wordt geplaatst
U moet bij het plaatsen van het zitje mogelijk gebruikmaken van een blokkeerclip. Volg
de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Als uw zitje niet over een
blokkeerclip beschikt, kunt u deze kopen bij een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekw alificeerde en uitgeruste deskundige:
blokkeerclip voor baby- of kinderzitje
(onderdeelnr. 73119-22010)
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan dodelijk of ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel om de
nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen. Als dit
gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan door
met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de veiligheids-
gordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar link s en naar rechts en naar voren en naar
achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel over het
midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet langs de nek van
het kind lopen, maar mag ook niet van de schouder van het kind vallen.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwijzing van
de fabrikant.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 92 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
1191-4. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
◆Bij stilstand/tijdens wegrijden
Wanneer de auto stilstaat, wordt de benzinemotor uitgeschakeld*. Bij het
wegrijden wordt de auto aangedreven door de elektromotor (tractiemotor).
Bij het rijden met lage snelheid of bij het afrijden van een flauwe helling
wordt de benzinemotor uitgeschakeld* en wordt de elektromotor (tractie-
motor) ingeschakeld.
Wanneer de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (trac-
tiebatterij) niet opgeladen.
*: Wanneer het batterijpakket (tractiebatterij) moet worden opgeladen of wanneer demotor aan het opwarmen is, enz., wordt de benzinemotor niet automatisch uitge-
schakeld.
(→ Blz. 120)
◆Tijdens normaal rijden
De auto wordt voornamelijk aangedreven door de benzinemotor. De elek-
tromotor (tractiemotor) laadt zo nodig het batterijpakket (tractiebatterij) op.
◆Tijdens sterk accelereren
Wanneer het gaspedaal volledig wordt ingetrapt, wordt de energie van het
batterijpakket (tractiebatterij) toegevoegd aan de energie die de benzine-
motor levert via de elektromotor (tractiemotor).
◆Tijdens het remmen (regeneratief remmen)
De wielen drijven de elektromotor (tractiemotor) aan, waardoor energie
wordt opgewekt en het batterijpakket (tractiebatterij) wordt opgeladen.
Als u rijdt met uitgeschakelde benzinemotor, wordt er een geluid, dat aange-
past wordt aan de rijsnelheid, afgespeeld om mensen in de buurt te waar-
schuwen dat de auto nadert. Het geluid stopt als de rijsnelheid hoger wo\
rdt
dan ongeveer 25 km/h.
Akoestisch voertuigwaarschuwingssysteem
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 119 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
1712. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
Weergave instellingen
Hiermee kunnen de instellingen van de weergave van het instrumentenpa-
neel en de bedieningsinstelling van bepaalde voertuigfuncties worden gewij-
zigd. (→Blz. 173)
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel.
Terugkeren naar het vorige scherm
Enter/instellen
Een item selecteren/pagina wijzi-
gen
● Actueel brandstofverbruik (zoneweergave/numerieke weergave)
*1
Geeft het actuele brandstofverbruik weer.
●Gemiddeld brandstofverbruik ( sinds resetten*2/ sinds starten/
sinds tanken)
*1
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik weer sinds respectievelijk het resetten van
de functie, het starten van het hybridesysteem en het tanken
Het weergegeven gemiddelde brandstofverbruik is een globale waarde.
● Gemiddelde rijsnelheid ( sinds resetten*2/ sinds starten)*1
Geeft de gemiddelde rijsnelheid weer sinds respectievelijk het resetten van de
functie en het starten van het hybridesysteem
●Verstreken tijd ( sinds resetten*2/ sinds starten)*1
Geeft de verstreken tijd weer sinds respectievelijk het resetten van de functie en
het starten van het hybridesysteem
Bedienen van de bedieningstoet sen van het instrumentenpaneel
Rij-informatie
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 171 Monday, October 11, 2021 9:41 AM
1722. Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E
●Afstand ( actieradius/ sinds starten)*1
Geeft respectievelijk de berekende maximale afstand weer die nog kan worden
gereden met de resterende brandstof en de gereden afstand sinds het starten van
het hybridesysteem.
• Deze afstand wordt berekend op basis van het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor kan de werkelijke afstand die nog kan worden gereden, afwijken van
de weergegeven afstand.
• Als er een kleine hoeveelheid brandstof wordt getankt, wordt de weergave mogelijk niet bijgewerkt.
Zet tijdens het tanken het contact UIT. Als brandstof wordt getankt terwijl het
contact niet UIT staat, wordt de weergave mogelijk niet bijgewerkt.
● Energiemonitor
→Blz. 179
● Snelheidsmeter
Geeft de rijsnelheid aan.
●G-monitor
→Blz. 177
● Verhouding rijden in EV-modus
Geeft de verhouding weer van de tijd die is gereden in EV-modus. (→ Blz. 176)
●Display uit
Er wordt een leeg scherm weergegeven.
*1: Kan worden geregistreerd als Rij-informatie 1 en 2. ( →Blz. 173)
*2: Resetprocedures:
• Selecteer een te resetten functie m.b.v. de bedieningstoetsen van het instru- mentenpaneel en houd vervolgens ingedrukt om te resetten.
• Als er meer dan één te resetten functie is, worden er naast die functies selectie- vakjes weergegeven.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10720E.book Page 172 Monday, October 11, 2021 9:41 AM