
3
Handleiding_Europa_M99V08_nl
INHOUDSOPGAVE
1
6 5
4
3
2
8
7
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................... 120
Lading en bagage .................... 127
Rijden met een aanhangwagen ...................... 128
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop).......................... 129
Startknop (auto's met Smart entry-systeem
en startknop).......................... 130
Multidrive CVT ......................... 134
Handgeschakelde transmissie ............................ 138
Richtingaanwijzerschakelaar ... 140
Parkeerrem .............................. 141
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar ........................ 142
AHB (Automatic High Beam) ... 145
Schakelaar mistlampen............ 148
Ruitenwissers en -sproeiers..... 149
Achterruitenwisser en -sproeier ................................ 152
4-4. Tanken Openen van de tankdop........... 1544-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense ................ 156
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) .... .................161
LTA (Lane Tracing Assist)......... 172
Dynamic Radar Cruise Control ................................... 181
Snelheidsbegrenzer ................. 191
RSA (Road Sign Assist) ........... 194
Stop & Start-syst eem ...............198
Toyota Parking Assist-sensor ... 204
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................... 210
Ondersteunende systemen ...... 211
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................... 216
4Rijden
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 3 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

77
2
Handleiding_Europa_M99V08_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
De controlelampjes informeren de
bestuurder over de bedrijfsstatus van
de verschillende syst emen van de auto.
Waarschuwingslampje laag
brandstofniveau (→Blz. 306)
Controlelampje bestuurders- en
voorpassagiersgordel
( → Blz. 307)
Controlelampjes achter-
passagiersgordels
*2
( → Blz. 307)
Waarschuwingslampje lage ban-
denspanning
*1 ( → Blz. 308)
(Oranje) Controlelampje LTA
*2
( → Blz. 308)
(Knippert) Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1
( → Blz. 308)
(Knippert) Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1 (indien
aanwezig) ( →Blz. 309)
(Knippert of brandt) Waarschuwingslampje PCS
*1
( → Blz. 309)
Controlelampje Traction Con-
trol
*1 ( → Blz. 309)
WAARSCHUWING
QAls een waarschuwingslampje van
een veiligheidssysteem niet gaat
branden
Als een lampje van een veiligheidssys-
teem zoals het ABS of het waarschu-
wingslampje SRS niet gaan branden als u
de motor start, kan dat betekenen dat
deze systemen niet beschikbaar zijn om u
te beschermen bij een ongeval, wat tot
dodelijk of ernstig letsel kan leiden. Laat,
als dit gebeurt, de auto onmiddellijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
OPMERKING
QVoorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
Als het waarschuwingslampje voor een
hoge koelvloeistoftemperatuur knippert of
gaat branden, is de motor mogelijk over-
verhit. Breng in dat geval de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stilstand
en controleer de motor nadat deze volledig
is afgekoeld. ( →Blz. 340)
Controlelampjes
Controlelampje richtingaanwij-
zers ( →Blz. 140)
Controlelampje achterlicht
( → Blz. 142)
Controlelampje grootlicht
( → Blz. 143)
Controlelampje Automatic High
Beam-systeem ( →Blz. 145)
Controlelampje mistlampen voor
(indien aanwezig) ( →Blz. 148)
Controlelampje mistachterlicht
( → Blz. 148)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 77 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

78
Handleiding_Europa_M99V08_nl
2-1. Instrumentenpaneel
*1: Als het contact AAN is gezet, gaan deze lampjes branden om aan te geven dat er
een systeemcontrole wordt uitgevoerd.
Ze doven nadat de motor is aangeslagen
of nadat er enkele seconden verstreken
zijn. Er kan een storing in een systeem
aanwezig zijn als een lampje niet gaat
branden of niet uitgaat. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
*2: Dit lampje gaat branden wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-display.
*4: Afhankelijk van de bedrijfsconditie wijzi-
gen de kleur en de manier waarop het
controlelampje brandt/knippert.
*5: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer 3°C of lager is, gaat dit controlelampje
gedurende ongeveer 10 seconden knip-
peren en blijft daarna branden.
*6: Dit lampje brandt in het centrale paneel.
Waarschuwingslampje PCS
*1, 2
( → Blz. 164)
Controlelampje cruise control
*3
( → Blz. 181)
Controlelampje Dynamic Radar
Cruise Control
*3 ( → Blz. 181)
Controlelampje cruise control
SET
*3 ( → Blz. 181)
*4
Controlelampje LTA*3
( → Blz. 162, 178)
Controlelampje Toyota Parking
Assist-sensor OFF
*1, 2 (indien
aanwezig) ( →Blz. 204)
Controlelampje Stop & Start-sys-
teem ( →Blz. 198)
Controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem
*1, 2
( → Blz. 199)
Controlelampje snelheidsbe-
grenzer
*3 (indien aanwezig)
( → Blz. 191)
(Knippert) Controlelampje Traction Con-
trol
*1 (
→ Blz. 212)
Controlelampje VSC OFF
*1, 2
( → Blz. 213)
Controlelampje Smart entry-sys-
teem met startknop
*3 (indien
aanwezig) ( →Blz. 130)
Schakeladviesindicator
*3 (indien
aanwezig) ( →Blz. 139)
Waarschuwingslampje parkeer-
rem ( →Blz. 141)
ECO-controlelampje (indien
aanwezig) ( →Blz. 85)
Controlelampje lage buitentem-
peratuur
*3, 5 ( → Blz. 79)
Controlelampje antidiefstalsys-
teem ( →Blz. 74)
Controlelampje PASSEN-
GER AIR BAG
*1, 6
( → Blz. 45)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 78 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

4
119
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 120
Lading en bagage .................. 127
Rijden met een aanhangwagen.................... 128
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 129
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 130
Multidrive CVT ....................... 134
Handgeschakelde transmissie .......................... 138
Richtingaanwijzer- schakelaar ........................... 140
Parkeerrem ............................ 141
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 142
AHB (Automatic High Beam) ......................... 145
Schakelaar mistlampen ......... 148
Ruitenwissers en -sproeiers ............................ 149
Achterruitenwisser en -sproeier .............................. 152
4-4. Tanken Openen van de tankdop ........ 1544-5. Gebruik van de
ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 156
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) . ..................161
LTA (Lane Tracing Assist)....... 172
Dynamic Radar Cruise Control ...................... 181
Snelheidsbegrenzer ............... 191
RSA (Road Sign Assist) ......... 194
Stop & Start-systeem ............. 198
Toyota Parking Assist-sensor ....................... 204
GPF-systeem (benzineroetfilter) ................. 210
Ondersteunende systemen .... 211
4-6. Rijtips Rijden in de winter.................. 216
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 119 Friday, October 29, 2021 2:39 PM

189
4
Handleiding_Europa_M99V08_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
U kunt de Dynamic Radar Cruise Con-
trol met Road Sign Assist inschake-
len/uitschakelen via op het multi-
informatiedisplay. (→Blz. 359)
Wanneer de Dynamic Radar Cruise
Control met Road Sign Assist in wer-
king is en u bergaf rijdt, overschrijdt de
rijsnelheid mogelijk de ingestelde snel-
heid. In dit geval wordt de weergegeven
ingestelde rijsnelheid verlicht en klinkt
er een zoemer om de bestuurder te
waarschuwen.
QDe Dynamic Radar Cruise Control kan
worden gebruikt als
OAuto's met Multidrive CVT: De selectiehen-
del in stand D staat.
OAuto's met handgeschakelde transmissie:
De selectiehendel in het 2e bereik of hoger
staat.
OAfhankelijk van de regelmodus kan dit item
op de volgende snelheden worden inge-
steld:
• Afstandsregelmodus: O ngeveer 30 km/h of
hoger
• Constante-snelheidsregelmodus: Onge- veer 30 km/h of hoger
QAccelereren na het instellen van de rij-
snelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na
het accelereren gaat de auto weer rijden met
de ingestelde snelheid. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, neemt de rijsnelheid
echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger
gehandhaafd blijft.
QSelectie schakelstand (auto's met hand-
geschakelde transmissie)
Selecteert een schakelstand die past bij de
rijsnelheid. Als het motortoerental te hoog of
te laag is, kan de regeling automatisch wor-
den uitgeschakeld.
QAutomatisch uitschakelen van de
afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch
uitgeschakeld in de volgende situaties.
OWerkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
25 km/h.
ODe VSC is geactiveerd.
ODe TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
OWanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
ODe sensor kan niet goed signaleren omdat
hij ergens door bedekt is.
OWanneer de remregeling of de begren-
zingsregeling voor het vermogen van een
ondersteunend systeem in werking is. (Bij-
voorbeeld: Pre-Crash Safety-systeem,
wegrijregeling)
OAuto's met handgesc hakelde transmissie:
Als de selectiehendel in de neutraalstand
staat of het koppelingspedaal gedurende
een bepaalde tijd of langer wordt ingetrapt.
ODe parkeerrem is geactiveerd.
Als de afstandsregelmodus om een andere
dan de hierboven genoemde redenen auto-
matisch uitgeschakeld wordt, kan er een sto-
ring in het systeem aanwezig zijn. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
QAutomatisch uitschakelen van de con-
stante-snelheidsregelmodus
De constante-snelhei dsregelmodus wordt
automatisch uitgeschakeld in de volgende
situaties:
OActuele rijsnelheid zakt tot meer dan onge-
veer 16 km/h onder de ingestelde rijsnel-
heid.
OWerkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer
30 km/h.
ODe VSC is geactiveerd.
ODe TRC is gedurende een bepaalde peri-
ode geactiveerd.
OWanneer de VSC of TRC wordt uitgescha-
keld.
OWanneer de remregeling of de begren-
zingsregeling voor het vermogen van een
ondersteunend systeem in werking is. (Bij-
voorbeeld: Pre-Crash Safety-systeem,
wegrijregeling)
Inschakelen/uitschakelen
Dynamic Radar Cruise Control
met Road Sign Assist (indien
aanwezig)
Aygo_X_OM_Europe_OM99V08E.book Page 189 Friday, October 29, 2021 2:39 PM